Het Boek. Jaargang 6
(1917)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 273]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Nummer 8]Bibliographische aanteekeningen over Van Alphens ‘Kleine Gedigten voor Kinderen.’I. 18e Eeuwsche geautoriseerde uitgaven.A. Tekst.In zijn proefschrift ‘Over Van Alphens kindergedichtjes’ schrijft Dr. H. Pomes op bladz. 239: ‘We waren begonnen de verschillende uitgaven, die ons in handen of waarvan ons titel en jaartal voor oogen kwamen, aan te teekenen, met de bedoeling, aldus een overzicht samen te stellen, dat zoo al geen volledig, dan toch 'n eenigszins betrouwbaar beeld van 't debiet der gedichtjes zou geven: we hebben deze poging evenwel op moeten geven. Deze arbeid vereischt 'n ervaren bibliograaf, die bovendien meer materiaal tot zijn beschikking heeft dan wij konden bereiken.’ Mijn aandacht werd op deze plaats gevestigd door toevallige omstandigheden, die er tevens toe leidden deze bibliographische kwestie nader te onderzoeken. De resultaten van dit onderzoek waren zeer bemoedigend, en ik kwam tot de slotsom, dat de quaestie niet zoo ingewikkeld is als ze aanvankelijk scheen. De ‘Kleine gedigten voor kinderen’ werden in 1778-1782 voor 't eerst uitgegeven in drie stukken, te Utrecht bij een boekhandel, die achtereenvolgens de firma-namen voerde Wed. van Jan van Terveen, Wed. Jan van Terveen en Zoon, J.G. van Terveen en J.G. van Terveen en Zoon. De titels dier stukken zijn:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 274]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze uitgaven hebben slechts één titel in boekdruk met een rococo-ornament als titel-vignet. Een fransche titel komt er niet in voor. Eén exemplaar kwam mij in handen met een gegraveerden titel, die het jaartal draagt 1782; als titelvignet een ornament in pennekunst; onder den titel de spreuk: ‘Die verstant bekomt heeft zijn ziele lief.’ Aan dezen titel ontbreekt het bovenste gedeelte: ze begint met het woordje der, en heeft dus naar alle waarschijnlijkheid oorspronkelijk gediend voor het ‘Vervolg der kleine gedigten.’ Titels van ‘Vervolg’ en ‘Tweede vervolg’ komen in dit exemplaar niet voor. In deze vroegste uitgaven zijn de gedichtjes gepubliceerd in hun definitieven vorm: in alle volgende uitgaven tot 1821 zijn ze zonder varianten herdrukt in de zelfde volgorde, met de zelfde spelling en nagenoeg de zelfde interpunctie. Het ligt voor de hand, te meenen, dat van Alphen in de eenmaal vastgestelde lezing, die de kinderen uit het hoofd kenden, niets heeft willen veranderen, zoodat dus alle geautoriseerde 18e eeuwsche drukken voor de juiste kennis van den tekst even bruikbaar zijn. Ook het aantal gedichtjes (66 stuks) is bij de latere uitgaven onveranderd gebleven. Slechts moet hier worden aangeteekend, dat in ‘Over Hieronymus van Alphen als dichter en kinderdichter, twee voorlezingen door J. Clarisse; te Rotterdam bij Van der Meer en Verbruggen, 1836’. op pag. 125-129 twee onuitgegeven kindergedichten voorkomen, getiteld: ‘Zamenspraak tusschen Hendrik en Jacob’ en ‘De slapende hond, eene vertelling,’ die later als No. 67 en 68 der ‘Kleine gedichten voor kinderen’ werden opgenomen in: ‘Dichtwerken van Mr. Hieronymus van Alphen, volledig verzameld en met een levensbericht van den dichter verrijkt door Mr. I.J.D. Nepveu; te Utrecht, bij J.G. van Terveenen Zoon, 2e, Druk 1857. - Idem. Volksuitgave 1871. In den eersten druk van 1838 werden ten gevolge van een verschil van den uitgever Van Terveen met de uitgevers Van der Meer en Van Bruggen deze gedichten niet opgenomen. Zie deel 3 van genoemden 1sten druk. pag. XI. In 1856 is Van Terveen door aankoop eigenaar geworden van het boekje van Clarisse, en hij kon er toen dus vrij over beschikken.
De verschillende stukken der uitgave in drie deelen van de ‘Kleine gedigten’ werden ongelijk herdrukt. Van de ‘Proeve’ had in 1779 reeds een 8ste druk het licht gezien. De laatste druk, die mij in handen kwam, droeg het volgnummer 14e druk, met het jaartal 1785. Bij de exemplaren, welke ik zag, komt op de titels van het ‘Vervolg | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 275]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en ‘Tweede vervolg’ het volgnummer van den druk niet voor. Vermoedelijk is dit opzettelijk bij alle herdrukken weggelaten, opdat de koopers der drie stukken gezamentlijk, zich niet zouden kunnen beklagen, ongelijke exemplaren ontvangen te hebben. Door deze methode werd de voorstelling gewekt, dat het rangnummer der uitgave op de eerste titel-pagina voor de drie stukken gold. In werkelijkheid was dit natuurlijk geenszins het geval, want toen in 1782 de eerste druk het licht zag, van het ‘Tweede vervolg’, waren van de ‘Proeve’ reeds 11 drukken verschenen. Opmerking verdient nog, dat ik twee geheel gelijkvormige exemplaren aantrof van den 10den en 11den druk (1781, 1782), gebonden in leer met gouddruk, die alleen de ‘Proeve’ en het ‘Vervolg’ bevatten met bijgebonden plaatjes. De titel van het ‘Vervolg’ was in deze beide exemplaren weggelaten. De gelijkvormigheid dezer exemplaren doet mij vermoeden, dat de eerste twee stukken door den uitgever aldus gebundeld en gebonden als luxe-exemplaar verkocht werden. In A.C. Krusemans: Bouwstoffen, deel I, pag. 464, noot, wordt over de uitgave der ‘Kleine gedigten voor kinderen’ het volgende gezegd: ‘De oplaag, die zij [de Firma Wed. Jan van Terveen en Zoon] er van maakte, en het debiet, dat zij ervan had, moesten geheim blijven, maar zeker is het, dat buiten den bijbel, van geen enkel geschrift zooveel exemplaren in Nederland ooit gedrukt zijn’; en verder: ‘de uitgevers weten zelf niet, hoeveel malen de “Kleine gedichten” herdrukt werden’. In 1787 werd de vorm der uitgave gewijzigd. De auteur deelt in het ‘voorberigt’ mede: ‘Het genoegen, dat mijne landgenooten in deze kleine gedigten voor kinderen betoond hebben en de aanhoudende aftrek derzelver, heeft mijnen Drukker bewogen, om de drie stukjes in één bundeltje samen te voegen, en in een kleiner formaat, zindelijk, op best papier te doen afdrukken, ten einde de zelve te geschikter mogen zijn voor kleine geschenken’. De titel van dit boekje luidt: Kleine gedigten [gedichten] voor kinderen. Te Utregt [Utrecht] bij de Wed. J. [Jan] van Terveen en Zoon 1887. De spelling der tusschen [] geplaatste woorden wisselt bij de verschillende exemplaren, die ik in handen kreeg, af; 104 blzd.; tekst 96 bij 52 m.M.; gedrukt met kleiner letter dan de vroegere uitgaven; de naam van den dichter komt alleen voor op den franschen titel; het woord ‘gedichten’ wisselt ook hier af met ‘gedigten’; | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 276]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meermalen gebeurt het, dat dit woord op den titel met ch en op den franschen titel met g geschreven is; de uitgave komt voor met twee verschillende titels, beide gegraveerd; als titelvignetten wisselen af:
Vignet No. 1 is het oudste. In den titel worden hier de woorden gedichten en Utrecht met g gespeld. Dat op deze uitgave geen ander jaartal voorkomt dan 1787, terwijl dit jaartal wordt aangetroffen op de beide titels met geheel verschillende vignetten, doet vermoeden, dat het bundeltje voortdurend met dit zelfde jaartal herdrukt is, wellicht ook nog in het begin van de 19e eeuw. In verband met de ouderwetsche prentjes en de gezochtheid dier uitgave is dit uit een handelsoogpunt aannemelijk. Op de met 1787 gedateerde uitgaven komen geen volgnummers der drukken voor. De uitgever heeft hiervoor zelf in een brief aan Prof. Clarisse als reden opgegeven, dat dit geschiedde om zijn concurrenten, die toch reeds tot nadrukken geneigd waren, niet nog begeeriger te maken. Kleine afwijkingen in druk en interpunctie bij verschillende exemplaren wijzen op herhaalde ter-perse-legging. Naast deze gedateerde uitgave komt een ongedateerde uitgave voor in geheel den zelfden vorm, met titelvignet No. 2. Toen het voortdurend herdrukken der ‘uitgave van 1787’ den uitgever al te anachronistisch leek, is daarvoor waarschijnlijk deze ongedateerde uitgave in de plaats gekomen. Bovengenoemde zijn de eenige geautoriseerde uitgaven, die in de 18e eeuw het licht hebben gezien. De overige uitgaven die een jaartal van de 18e eeuw dragen zijn nadrukken, waarover later. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B. Platen.De 18e eeuwsche uitgaven van de ‘Kleine gedichten voor kinderen’ zijn bij Wed. Jan van Terveen en Zoon te Utrecht, allen ongeïllustreerd verschenen. In de voorrede van het eerste ‘Vervolg’ schrijft de auteur: ‘Ik had lang mijn gedagten laten gaan en zelfs eenige middelen aangewend, om eenige kunstplaatjes bij deze kinderversjes te voegen, toen mij de Heer Allart, boekhandelaar te Amsterdam, eenen weg aanwees, om daar in tot mijn genoegen te slagen. De prentjes zullen onder mijn opzigt door den Heer J. Buys geteekend en door de Hee- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 277]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren Punt en Van der Meer gegraveerd worden, van welker bekwaamheid men een proeve zien kan in de fraaie plaatjes voor Gellerts Fabelen, welke plaatjes men, zoowel als die fabelen aan onze Nederlandsche jeugd niet genoeg kan aanbevelen.’ ‘De weg’, hier door den Heer Allart ‘aangewezen,’ was, dat hij de prentjes voor eigen rekening uitgaf, afgescheiden van den tekst, die door de Firma Van Terveen ongeillustreerd werd in den handel gebracht. Op vele der vroegste drukken van de prentjes staat vermeld J. Allart, of J.A. excudit. Uit enkele stukken van het uitgevers-archief der Firma Van Terveen, die mij in handen kwamenGa naar voetnoot1), blijkt uitdrukkelijk, dat tusschen de beide firma's geen overeenkomst betreffende de uitgave der plaatjes is getroffen. In het reeds genoemde ‘Voorberigt’ van het eerste ‘Vervolg’ schrijft Van Alphen: ‘Deze plaatjes zullen zoo laag mogelijk gesteld worden, en de versjes egter afzonderlijk te bekomen zijn. Zij egter, die zich van de eerste en beste afdrukken voorzien willen, gelieven bij hunne boekverkoopers, of bij J. Allart te Amsterdam, of bij de Wed. J. van Terveen en Zoon alhier, hunne namen op te geven: zullende de eerste afdrukken, zoodra mogelijk worden afgeleverd.’ De stellen prentjes konden dus afzonderlijk gekocht, en bij de door Van Terveen geleverde boekjes worden ingebonden. Een zelfde regeling heeft waarschijnlijk ook bestaan voor de prenten van Gellerts Fabelen, want ofschoon Allart deze prenten in den handel bracht, zag de uitgave der Fabelen het licht bij Pieter Meyer te Amsterdam.
J. Allart maakte het den koopers, die niet op eenmaal de uitgave wilden doen van ongeveer 5½ gulden voor de 66 prentjes gemakkelijk, door deze aan te bieden bij stellen van 6 en 8 stuks in afzonderlijke omslagen met op den voorkant een gedrukten titel en aan den achterkant een gedrukte lijst der prentjes, die het omslag inhield. Op deze manier werd het ouders en verwanten mogelijk gemaakt, de schenking der prentjes over verschillende verjaar- en feestdagen te verdeelen, totdat de geheele verzameling volledig was. Enkele dezer omslagtitels kwamen mij in handen, ze luiden als volgt: Agt kunstplaaten, geteekend door J. Buys, en gegraveerd door I. Punt. Behorende tot de Proeve van kleine gedichten voor kinderen, door Mr. H. van Alphen. Twede stukje. Te Amsterdam, bij Johannes Allart, 1779. Proefdruk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 278]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zes kunstplaaten, behorende tot de Proeve van kleine gedichten voor kinderen door Mr. H. van Alphen. Tweede stukje No. 3. Te Amsterdam, bij Johannes Allart 1781. Proefdruk. Een derde titel is bijna geheel gelijk aan de voorgaande. Alleen is onder het jaartal het woord Proefdruk weggelaten, en in de plaats daarvan staat: De prijs is 10 stuivers [voor 6 plaatjes]. Op een anderen titel wordt als prijs der 8 plaatjes 12 stuivers genoemd. Ten opzichte der prentjes moet verder het volgende worden opgemerkt. Alle illustraties voor de 18e eeuwsche uitgaven werden ontworpen en geteekend door J. Buys. Naar deze teekeningen werden de prenten voor de ‘Proeve’ en het ‘Vervolg’ gegraveerd in koper door I. Punt en N. van der Meer Jr. Laatstgenoemde vervaardigde slechts enkele platen, verreweg de meeste werden door Punt geleverd, en de platen van Van der Meer zijn ook later door Punt nog weder opnieuw bewerkt, zoodat men van de illustraties voor de ‘Proeve’ en het ‘Vervolg’ volledige stellen aantreft door Punt gegraveerd. Voor het ‘Tweede Vervolg’ dat in 1782 het licht zag, vier jaar dus na de eerste uitgave van ‘Vervolg’ en ‘Proeve’, werden twee andere graveurs aan den arbeid gezet, namelijk Mathias Sallieth en Cornelis Buys (zoon van den teekenaar der plaatjes). Deze platen zijn voorzien van een bovenschrift in staande en een onderschrift in loopende letter. Daar nevens echter werden op de zelfde wijze als hier boven vermeld in den handel gebracht ‘proefdrukken’ zonder onder- en bovenschrift en zonder vermelding der namen van teekenaar en graveur. De bewerking der prenten door de verschillende graveurs is, voor zoover ik door vergelijking van een aantal exemplaren heb kunnen nagaan, de volgende:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 279]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het gebroken glas, door N.v.d. Meer. I. Punt en R. Vinkeles.
De gelaatsuitdrukking van ‘Keesje’ is op de drie gravures verschillend. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 280]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In deze lijst is tevens de volgorde van gedichtjes en prentjes aangegeven voor een volledig en goed exemplaar. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 281]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In verscheidene exemplaren heb ik No. 26, ‘De gezondheid’, aangetroffen met overgeplakt boven- en onderschrift. Door het dunne papier zijn de letters zichtbaar van een verkeerd bovenschrift. Deze prent komt echter ook voor zonder deze overgeplakte boven- en onderschriften. De fout heeft dus blijkbaar slechts bij enkele exemplaren bestaan. Ook andere prenten komen voor met opgeplakt boven- en onderschrift. Vermoedelijk is dit hier geschied, om proefdrukken gelijkvormig te maken aan de overige prentjes van een stel. Na verloop van tijd dwong de slijtage tot het vervaardigen van nieuwe platen, en dit werd opgedragen aan R. Vinkeles, die er een volledig stel, 66 stuks, van leverde. Bij de zoogenaamde uitgave van 1787 werden deze prenten gevoegd met boven- en onderschriften in staande letter. Van de vroegste staten echter werden ook weder proefdrukken geleverd zonder letters. Waarschijnlijk ten gevolge van den aankoop bij kleine stellen, soms met geruime tusschenpozen, komen in vele exemplaren de verschillende drukken met en zonder letters door elkander voor. Een volkomen gelijk en gaaf exemplaar van één stel prenten in goede drukken is zeer zeldzaam. De oudste samenstelling der reeks is die, in lijn 1 der lijst aangegeven. Hierbij behoort de tekst van 1778 en volgende jaren. Bij de prenten van Vinkeles behoort de tekst van 1787 met kleine letter. Men treft van de ‘geillustreerde Van Alphen’ soms zonderlinge exemplaren aan. Ik vond er een, dat er zoo nieuw uitzag als een ongebruikt winkelexemplaar. Het bevatte (niet geheel volledig) de oudste reeks illustraties, waaronder die van Van der Meer. Maar deze prentjes waren ingebonden bij den tekst in nieuwe spelling der uitgave van 1821. Wellicht heeft de uitgever Van Terveen, die den 9den Maart 1818 het eigendomsrecht der prentjes van Allart overnam, op deze wijze de nog voorhanden stellen oude platen aan den man gebracht. De mogelijkheid, dat meerdere exemplaren, aldus gecombineerd, vóórkomen, is dus niet uitgesloten.
(Wordt voortgezet). J.D.C. van Dokkum. |
|