Het Boek. Jaargang 5
(1916)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 273]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Nummer 8]Twee handschriftjes van Bilderdijk.De handschriften-verzameling der Amsterdamsche Universiteits Bibliotheek is onlangs door den Bibliothecaris met een belangrijk geschenk verrijkt. Het bestaat uit twee handschriftjes van Bilderdijk en een begeleidend schrijven van den boekhandelaar-dichter J. Immerzeel (gedateerd Amsterdam 11 April 1833), die den boekhandelaar G.T. N. Suringar beide documentjes toezendt met de woorden: ‘Nademaal eene belofte een gecontracteerde schuld is, gaan tot kwijting hierbij een paar strookjes met eerste opstellen van verzen van Bilderdijk.’ De laatste benaming is zeer goed gekozen: de strookjes toch geven alleraardigste voorbeelden van versgroei, zooals wij dien soms bij onze groote dichters kunnen gadeslaanGa naar voetnoot1). Het wemelt hier van doorhalingen; er is plaats gelaten voor woorden, ja voor geheele versregels, die den dichter blijkbaar zoo spoedig niet wilden invallen; er zijn verschillende gelijkwaardige uitdrukkingen neergeschreven, waaruit gekozen kon worden en waaruit, zooals dit meer gebeurt, ten slotte - althans naar onzen smaak - niet steeds een goede keuze is gedaan. De handschriftjes gaan hierbij in facsimile. Ze illustreeren, zooals men ziet, op typische wijze den versregel: ‘ô Waarom dan ontsloot natuur ons de ogen’, of juister, ze geven er een zeer stellig antwoord op. Eenmaal ontcijferd, konden de gedichten, waaraan het opschrift ontbrak, gemakkelijk naar inhoud en strekking worden thuisgebracht. Het eene bleek te zijn één der drie gedichten, die bij Bilderdijk onder den titel ‘Tranen’ voorkomen, het andere: ‘Herinnering aan mijne kindsheid’. Beide zijn onvolledig, zooals de vergelijking met den gedrukten tekst aantoont. Ze verschenen successievelijk in de bundels: ‘Nieuwe Mengelingen’ (1806, p. 133 vgg.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 274]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bij J.W. Yntema en Comp, te Amsterdam, en ‘Krekelzangen’ (1822, p. 46 vgg.), bij J. Immerzeel Jr. te Rotterdam. Da Costa heeft in zijne systematische uitgave van Bilderdijk's Werken het eerste in de afdeeling ‘Gewijde Poëzie’, het tweede in ‘Dichterlijke zelfbeschrijving’ opgenomen. Naar het uiterlijk schijnen beide concepten tot denzelfden tijd te behooren. Beide hebben eender formaat. Op beide komen palaeographische oefeningetjes voor. Alleen schijnt het concept van de ‘Herinnering aan mijne kindsheid’ met iets minder flinke hand dan dat der ‘Tranen’ te zijn geschreven. Doch ook een concept van 1805, dat de inleiding vóór zijne ‘Verhandeling over de geslachten der naamwoorden’ bevatGa naar voetnoot1), vertoont die minder vaste hand. Dit is dus geen maatstaf voor den tijd van het ontstaan, nog daargelaten dat bij kladjes over het algemeen aan den lettervorm weinig waarde is te hechten. Volgens 's dichters eigen getuigenis echter zou het concept van de ‘Herinnering enz.’ uit veel later tijd zijn. Immers in de voorrede van de ‘Krekelzangen’, waarin dit gedicht voorkomt, zegt Bilderdijk met nadruk, dat hij hier geeft, ‘wat éénzelfde tijd, die der volkomen grijsheid, oplevert.’ Nu is het bij een ijdel man als Bilderdijk niet uitgesloten, dat hij door deze mededeeling den lezer bewondering wil afdwingen voor de dichterlijke praestatie's van een 66 jarige! M.a. w. de mogelijkheid blijft bestaan, dat in dezen bundel wel degelijk verzen voorkomen ‘uit vroeger tijd opgeraapt.’ Hier volgt thans een afschrift van de beide manuscripten. Waar de tekst een afwijking oplevert van dien der uitgaven van 1806 en 1822, is deze ernaast afgedrukt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TranenGa naar voetnoot2).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 275]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TRANEN.
HS. recto. HS. verso.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 276]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 277]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Herinnering aan mijne kindsheid.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 278]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 279]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HERINNERING AAN MIJNE KINDSHEID.
HS. recto. HS. verso.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 280]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hier eindigt het HS. van dit gedicht, dat in de uitgave van 1822 nog heel wat langer is. Zooals men ziet zijn er in beide gedichten, bij den druk, verschillende veranderingen aangebracht. Jammer maar, dat het niet steeds verbeteringen zijn geweest.
Bertha M. van der Stempel. |
|