Het Boek. Jaargang 4
(1915)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 369]
| |
Mededeelingen.De Staatsdrukkerij te Brussel. - In het Börsenblatt van 13 October p. 1374 wordt gerefereerd een brief van een Sakser, thans werkzaam als korrector aan de Staatsdrukkerij te Brussel. Ik ontleen daaraan het volgende. Het personeel bestaat uit circa 160 man, waarvan 120 handzetters. Zetmachines en stereotypie is niet aanwezig. De 12 drukpersen zijn verouderd, daarom is een König & Bauer uit Mechelen gerequireerd. Vroeger werkte de instelling alleen voor het Parlement en drukte de Moniteur belge. Nu worden gedrukt de Wolff-telegrammen (tweemaal per dag), de dagelijksche berichten van het front (in drie talen als aanplakbiljet), administratief drukwerk voor het duitsche Bestuur, het weekblad Landmann, Landbouwer, Cultivateur (oplaag 25000), de Korrespondenz Belgien en het Gesetz- und Verordnungsblatt. Directeur is de vroegere uitgever en drukker van de Pfälzische Kurier Treutler. J.W.E.
Boekhandelaars en Uitgevers te Leuven. - Hoe zeer ook getroffen in zijn kostbaarste intellectueel bezit, toont Leuven zich veerkrachtig genoeg om niet bij te pakken te gaan zitten en werkt het zoo hard mogelijk om zijn ramp te boven te komen. Kenschetsend is wel in de eerste plaats het voortbestaan van den Leuvenschen boekhandel, een brandpunt van het Katholieke leven in België. Zoo heeft de boekhandelaar Ch. Peeters op de plaats waar zijn oud winkelhuis stond een houten loods opgetimmerd, en zijn uitgeverszaak hervat met een belangwekkende brochure over ‘Nieuw Leuven’, voornamelijk betreffende den herbouw van de Groote Markt, van prof. Lemair. De firma Hystpruyst kan haar handel nog niet op nieuw aanvatten, evenmin als de bekende ‘Keurboekerij’ (de groote Katholieke uitleeningsbibliotheek tevens ‘gids bij het lezen’). De firma Fonteyn (voornamelijk antiquariaat) in de Statiestraat is als door een wonder gespaard gebleven, evenals de firma Desbarax in de Naamschestraat. Beider handel gaat voort. (Uit Het Vaderland.)
Drukkerij Thieme te Nijmegen. - Door dit industrieele bedrijf is verspreid een tweede supplement op haar letterproef, gedateerd September 1915. Als modelboek zegt het weinig, als inventaris der aanwezige schriften des te meer. Immers, vertoond worden aan boekletter de hollandsche mediaeval van De Roos in drie corpsen, de serie romaansch in vier corpsen, de grasset in drie corpsen, dan nog onderscheidene corpsen romeinen van engelsche en fransche snee, egyptisch, hoogduitsch (Fractur), grieksch, hebreeuwsch en muziekschriften. Een vraag. Ik zag met instemming gebruikt het woord augustijn, waarom dan ook niet het goede inheemsche woord romein voor antiqua? J.W.E.
Ten Bosch' Viertalig technisch woordenboek, hoe uitvoerig ook, kon uit den aard der zaak niet alle vakken in hun volle omvang behandelen. Of bij ons, behalve Verkerk en van de Well's Viertalig electrotechnisch werktuigkundig woordenboek meer dergelijke lijsten van speciale vakken verschenen zijn, weet ik niet, maar dit is zeker dat het Vocabulaire technique de l'éditeur en sept langues, (Berne, Congrès international des éditeurs, 1913) als een model voor een dergelijk werk kan beschouwd worden. Een alphabetiese lijst van trefwoorden in de franse taal, met definities, deels ontleend aan de Dictionnaire de l'Académie française, vormt de grondslag; zes kolommen daarnaast geven de vertalingen dier woorden zonder meer, in het duits, engels, spaans, hollands, italiaans en hongaars; in zes registers waar de trefwoordenGa naar voetnoot1) van elk dier talen eveneens alfabeties gerangschikt zijn, verwijst bij elk woord een nummer naar de plaats waar de franse definitie met de vertalingen voorkomt. Zonder dat het werk al te uitvoerig is geworden - verklaringen in elke taal afzonderlijk te geven, zou de publicatie voor lange tijd tegengehouden hebben - is dit bij uitstel practies boek voor zeven talen te gebruiken. Reeksen woorden betrekking hebbend op papierfabricatie. reproductie, typographie en dergelijke tonen aan dat het begrip ‘uit- | |
[pagina 370]
| |
geverij’ hier zeer ruim genomen is. Afzonderlike aanhangsels over de duur van het auteursrecht en de wetten daaromtrent in verschillende landen, de Berner conventie, en enkele andere zaken verhogen de bruikbaarheid van het geheel.
C.H. E W.
In aflev. 1-2 van den tweeden jaargang van het Nordisk Tidskrift för bok och biblioteksvasen komt een korte mededeeling voor over de ‘Historie van de Noordersche landen’ door Olaus Magnus, Amsterdam 1596, met eene reproductie van het titelblad.
Nederlandsche inzendingen ter Bugra 1914. - Door de Nederlandsche commissie der internationale tentoonstelling van het boek en de graphische vakken, de dusgenoemde Bugra, verleden jaar te Leipzig gehouden is aan den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel d.d. September 1915 verslag uitgebracht. In het gedrukte kleinkwarto boekje is alles bijeengebracht, wat officieel dienaangaande te vertellen was. Een paar dingen ontleen ik daaraan. Dat de Nederlandsche afdeeling op zulk een goede wijs tot stand is gekomen, is vooral te danken aan den heer M. Mouton te 's-Gravenhage, die, met den heer C.A.J. van Dishoeck als secretaris, als voorzitter der commissie is opgetreden. Ten slotte bleek er meer belangstelling en deelneming te bestaan dan aan vankelijk gedacht was; 11094 K.G. bruto werd naar Leipzig verzonden. De totaal onkosten bleven ƒ 170.- beneden de begrooting (ƒ 24,000). Een woord van waardeering wordt gewijd aan den heer J.L. Kouwenaar, die als vertegenwoordiger der Nederlandsche afdeeling ter tentoonstelling zelf belast was met den dagelijkschen goeden gang van zaken. Op blz. 50 wordt melding gemaakt van de gelegenheidsgeschriften: Dt grafische kunst in Nederland 1300-1800 met tekst door dr. N.G. van Huffel; The first newspapers of England, printed in Holland 1620-1621, door W.P. van Stockum en het door onderscheidene bibliotheek- en bibliothecarisvereenigingen uitgegeven verzamelwerk Niederländisches Bibliothekwesen. Dit laatste wordt in het verslag genoemd een interessant en goed verzorgd boek, wat ik geheel onderschrijf; de gegeven waardeeringen der beide eerste publicaties kan ik niet beoordeelen, omdat ik nimmer exemplaren heb gezien, in weerwil dat ze aan belanghebbenden zijn aangeboden. Ook zijn de Officieele catalogus en de Bijzondere catalogus, waarvan het verslag in ditzelfde hoofdstuk melding maakt mij tot dusver niet bekend geworden. J.W.E.
Boekenschatten uit vroegere eeuwen ontdekt. - Petermanns Mitteilungen, afl. Sept. en Oct. 1915, bevatten eene uitvoerige bespreking door Gottfr. Merzbacher van het werk: Ruins of desert Cathay. Exploration in Central Asia and westernmost China by M. Aurel Stein, 2 vol. met afb., platen en kaarten, Londen 1912, Macmillan & Co. In deze uitvoerige beschrijving van eene onderzoekingsreis, gedaan in 1906-1908 in Centraal-Azië wordt mededeeling gedaan van eene allerbelangrijkste ontdekking bij de groote oase Tun-huang, gelegen in het kruispunt van de groote handelswegen van oost naar west en van noord naar zuid. Daar ligt de groote grottentempel van de 1000 boeddha's (Tschien-fo-tun). Deze grootsche tempelbouw was reeds door Marco Polo vermeld. In 1879 was hij bezocht door L.v. Loczy (Szöchöny-expeditie), en deze had er de aandacht van Stein op gevestigd. Het heiligdom ligt in een droog woestijndal; door de volstrekte droogte is al wat zich er in bevindt volkomen gaaf bewaard gebleven. Honderden nissen, sommige zeer groot, in den vorm van bijenkorven, zijn in den noordelijken dalwand uitgehouwen. Ze zijn veelal rijk versierd met schilderwerk, tooneelen uit boeddhistische mythen en legenden, voorstellingen uit het leven van de monniken enz. alles in edelen kunststijl. Maar het meeste belang van alles heeft de daar ontdekte bibliotheek, die verborgen lag in een moeilijk toegankelijk geheim gewelf, waar ze in de 9e eeuw moet zijn opgeborgen en sedert vergeten. Ook deze is volkomen onbeschadigd gebleven. Aan Stein is het gelukt, met geld en goede woorden den bewaarder, een onwetenden monnik, de geheele verzameling afhandig te maken. Ze bevat tienduizenden tekstrollen op zijde, brocaat, en papier, en manuscripten op houten plankjes geschreven; voorts | |
[pagina 371]
| |
heerlijke stikkerijen, beschilderde en gestikte vanen, allerkunstigst bewerkt. Er zijn handschriften en vroege drukken in de meest verschillende talen, wat zeker daaruit te verklaren is, dat de tempel een middelpunt van het verkeer was tusschen alle boeddhistische volken, en dat deze er allen hunne offergaven heen brachten. Acht kameelladingen met handschriften voerde Stein er vandaan; ze volbrachten onbeschadigd de reis naar Europa en zijn nu in het Britsch Museum. Het was echter nog nauwelijks een derde deel van den geheelen schat. In 1907 heeft de Fransche onderzoeker Pelliot weten te verkrijgen wat nog over was, en alles naar Parijs gebracht. Een verslag over het onderzoek van den heer Paul Pelliot vindt men in het Bulletin de l'école Française d'Extréme Orient T. viii, 1908, in den vorm van een uitvoerigen brief aan den heer Senart, o.d.t. Une bibliothèque médiévale retrouvée au Kan-sou. In het Journal Asiatique 1910 staat reeds een uitvoerige bespreking van enkele Brahmi-handschriften.
Verboden boeken in den handel gekomen. - Op zeer eigenaardige wijze, zoo schrijft het ‘Börsenblatt’, zijn thans in Russisch Polen allerlei drukwerken onder het publiek gekomen, welke vroeger zorgvuldig geheim gehouden werden. Toen zich nl. de russische regeeringsbeambten gereed maakten voor den aftocht, gelastte de commissie voor de censuur de vernietiging der opgestapelde verboden boeken, brochures en vlugschriften. In den loop veler jaren had zich tengevolge van de angst der regeering voor de politieke en sociale ontwikkeling van het volk een groote voorraad van dergelijke lectuur opeengehoopt. Spoedig echter werd nu een koopman gevonden, die 50 kopeken voor den centenaar betaalde, zoodat de geheele voorraad een zaakje van rond 1500 roebel opleverde. Reeds eenige weken daarvoor had de genoemde commissie besloten, de andere, soms zeer waardevolle, op den index der regeering staande werken uit haar archief te Warschau te verbranden, voor welken arbeid een plichtbewust ambtenaar gevonden werd, die daarvoor 800 roebel zou ontvangen. Deze ontving inderdaad zijn geld, en de boeken verdwenen, doch niet in de vlammen, maar in het pakhuis van den koopman aan wien de plichtgetrouwe beambte ze had verkocht voor 1 roebel en 20 kopeken per 40 pond. In de haast waarmede alles moest geschieden vroeg niemand zich af waar de geheime bibliotheek toch gebleven was. De beambte maakte een winstje van verscheidene duizend roebel, terwijl de winst van den handelaar zelfs niet te schatten is. Want bij dezen koop vielen hem kostbare manuscripten en oude, nergens meer te verkrijgen drukken in handen, voor welke door liefhebbers thans aardigeprijsjes betaald zullen moeten worden. (Nieuwsbl. v.d. boekh.)
Stakende Tijdschriften. - Naar de ‘Kölnische Zeitung’ verneemt, bedraagt het aantal Duitsche nieuwsbladen en tijdschriften, welke sinds het begin van den oorlog de uitgave moesten staken, reeds tweeduizend.
Van de Documenten voor de economische crisis is de 3e serie begonnen met een Korte Kroniek, van Januari tot Juli 1915, gevolgd door De maatregelen en mededeelingen der Nederlandsche regeering van 9 Sept. 1914 tot 21 Sept. 1915.
Uitvoer van Duitsche wetenschap verboden. - We lezen in het Nieuwsbl. v.d. boekh.: ‘De besturen van den Verlegerverein en de Vereinigung der medizinischen Verleger deelen in het Börsenblatt mede, dat door verschillende Generalkommandos de uitvoer van geneeskundige boeken en tijdschriften naar het neutrale buitenland verboden wordt. Het Polizeiamt der stad Leipzig, Presseabteilung, heeft tot verscheidene uitgevers van geneeskundige werken een schrijven gericht, volgens hetwelk blijkens eene mededeeling van het Saksische ministerie van binnenlandsche zaken meerdere malen de opmerking gemaakt is, dat het buitenland geneeskundige werken, verschenen bij duitsche firma's, poogt te betrekken. In het belang van het legerbestuur diende de uitvoer van zulke geneeskundige geschriften, welke het legerbestuur van vijandelijke landen van nut konden zijn, verhinderd te worden, ten einde den gezondheidsdienst van het vijandelijke buitenland niet te doen | |
[pagina 372]
| |
profiteeren van de vruchten der duitsche geneeskundige wetenschap. Naar beide genoemde besturen mededeelen, is reeds van het Zentralblatt für innere Medizin, de Dermatologische Wochenschrift en tandheelkundige werken de uitvoer verboden, zelfs geldt dit verbod werken welke 33 jaar geleden werden uitgegeven, zooals Esmarch, Erste Hülfe bei Unglücksfällen. Zooals te begrijpen is, zegt het schrijven in het Börsenblatt, dient het onze taak te zijn, onze vijanden op alle gebied te benadeelen; tot nu toe heeft men echter het Roode Kruis niet slechts bij de centrale mogendheden, doch ook bij onze vijanden gerespecteerd.’ Zullen werkelijk de Duitsche wetenschap en de Duitsche boekhandel beperkt worden tot de eigen natie, niet door boycot van buiten, maar door eigen bekrompenheid? (Red. Het Boek). |
|