Het Boek. Jaargang 3
(1914)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVaria.Nieuwe en oude boeken.Tracht nooit het nieuwe te weren, het is niet mogelijk. Elke generatie heeft haar eigen smaak in zaken van literatuur. Ik herinnermij dat ik dikwijls in botsing kwam met mijn vader over mijn keuze van boeken, en bij afwezigheid van mijn zoon kan ik bekennen dat ik dikwijls verstomd sta over de zijne. Laat ook de oude boeken niet verdrongen worden door de nieuwe. In 1914 is een enorm groot aantal boeken verschenen, doch in 2014 zullen niet vele er van nog gelezen worden. Als gij een oud boek ter hand neemt, het moge zijn een Homerus of Shakespeare, Don Quichote of Pickwick, dan hebt ge iets dat den slag gewonnen heeft, en welk een slag! Het is de moeilijkste zaak ter wereld, de harten te winnen, de steeds vluchtende belangstelling te binden, niet slechts voor een tiental jaren, doch gedurende een generatie; niet slechts gedurende een generatie doch gedurende een eeuw. Schimp dus nooit op wat men noemt de klassieken. Het is geen lichte taak voor een boek, te blijven voortleven, en als het heeft voortgeleefd 40, 50, 100, 500 of 2000 jaar, zult gij verstandig doen, niet te spoedig te zeggen dat dit boek niets voor u is. Laat u dus niet afschrikken van de klassieken. Er zijn er van elke soort, en gij behoeft niet alle mooi te vinden. Het is een dwaasheid, te denken dat dit mogelijk is. Lees wat u bevalt, want anders leest gij niets. (Door het Nieuwsbl. v.d. boekh. ontleend aan het verslag van eene rede van den heer Birrell voor de Yorkshire union village library.) | |
[pagina 441]
| |
Een Franschman over hollandsche drukkers der 17de eeuw.Van achterstaanden brief, waarvan het origineel in de Keizerlijke Openbare Bibliotheek (Autographen nr. 107) berust, ontving ik het vorige jaar een afschrift van mejuffrouw dr. A.C. Croiset van der Kop te St. Petersburg. Daarbij werd mij verzocht te onderzoeken of de schrijver van dien brief zich werkelijk als drukker van Lodewijk XIII in het Louvre had gevestigd. In gedrukte bronnen heb ik daaromtrent niets kunnen ontdekken, maar het is zeer waarschijnlijk, dat De Noyers geheel in opdracht van den genoemden Sébastien Cramoisy heeft gehandeld, aangezien deze in het najaar van 1640 directeur van de kort te voren in het Louvre gevestigde Koninklijke drukkerij was, zooals door LepreuxGa naar voetnoot1) wordt medegedeeld. Subiet de Noyers wordt gelijktijdig als administrateur der inrichting genoemd. Met ‘et Zeuir’ zal vermoedelijk ‘Elsevier’ worden bedoeld. Het mij medegedeelde vermoeden van den Redacteur, Dr. Burger, dat ‘Guillermus, Casino’ eene verbastering van ‘Willem Janszoon’ kan zijn en bij ‘Blaeu’ behoort, lijkt wel aannemelijk, 't Is natuurlijk mogelijk, dat de briefschrijver niet wist, dat Willem Jansz. Blaeu in 1638 overleden was. Nu mej. C.v. d.K. niet meer in de gelegenheid is de interessante brief van een bijschrift te voorzien, meen ik ze hier als eene herinnering aan deze sympathieke vrouw te mogen afdrukken. In elk geval levert achterstaand schrijven een krachtig bewijs van de wereldvermaardheid der Nederlandsche drukkunst in de 17de eeuw. En het deed juffr. Cr. v.d. K. steeds zoo goed wanneer zij de getuigenissen van Neerland's grootheid in den vreemde aan het licht kon brengen. Op dit gebied had zij vele aanteekeningen verzameld, die nu misschien niet meer tot hunne bestemming zullen komen.
G.A. Evers. | |
A Monsieur
| |
[pagina 442]
| |
quelque grand ouvrage, vous a fait cette prière. Mais il n'est pas à propos, et je ne désire pas que l'on sache en façon quelconque que ce soit pour l'Imprimerie Royale, ni que je m'eu mêle. Je vous supplie de me mander le plus tôt que vous pourrez ce que vous vous en promettez. Et de me croire,
Monsieur Vostre bien humble et très affectionné serviteur.
A. Blérancourt, De Noyers. ce 15 Juin 1640. |
|