Mededeelingen.
Leuven's Boekenfonds.
Er heeft zich eene commissie gevormd met het doel om zich te wenden tot alle Nederlanders en Nederlandsche instellingen van wetenschap en kunst om, nu de oude Academiestad Leuven door een zoo wreed lot getroffen en daarbij de bibliotheek vernield is, zich reeds nu bereid te verklaren, na den oorlog boeken uit hunne eigen bibliotheken en exemplaren der door hen geschreven of uitgegeven werken af te staan. De commissie, welke den naam draagt van ‘Leuvensch Boekenfonds’, heeft zich tot een 70-tal personen uit de wetenschappelijke, litteraire en kunstwereld in den lande gericht om adhaesie-betuiging, met verzoek hiervan vóór 5 October a.s. mededeeling te doen.
Het aanvankelijk plan bestond, van de instelling van deze commissie geen mededeeling te doen, alvorens de adhaesie-betuigingen waren ingekomen, ten einde ook tegelijkertijd zulks te publiceeren.
Nu evenwel blijkt dat in de Figaro, voorzoover Frankrijk en Engeland betreft reeds een oproep in gelijken zin als door de commissie bedoeld, is geschied, kwam het wenschelijk voor dat die mededeeling reeds thans geschiedde.
Wij vernemen dat het voornemen bestaat om den oproep ook te richten tot alle bekende personen, vereenigingen, bibliotheken enz., in die landen welke niet bij den oorlog betrokken zijn.
Het dagbladbericht, waaraan wij dit ontleenen geeft de samenstelling der commissie als volgt op: mr. R. Fruin, algemeen rijksarchivaris te 's-Gravenhage, voorzitter; mr. M.I. Duparc, referendaris bij het departe-