|
| |
| |
| |
Lijst van Geschriften over Nicolaas Beets.
De hier volgende titellijst van geschriften over professor Beets is samengesteld op aanstichting van collega Evers, Administrateur aan de Bibliotheek der Rijks-Universiteit, dieop hier openlijk te waardeeren wijze den aanvang van dezen arbeid tot dit doel afstond.
In verband met het aanstaande Hildebrand-Congres in Haarlem oorspronkelijk bedoeld als titellijst van geschriften, gepubliceerd naar aanleiding van het verschijnen van de Camera Obscura, werd het van lieverlee een repertorium met betrekking tot den geheelen Beets, en is het geheel dus een aanvulling geworden op de voortreffelijke Beets-bibliografie van Mr. D. Beets en Mejuffrouw A. Beets achter de bekende levensbeschrijving van prof, de la Saussaye (Zie hierachter op 1904).
Voor aanvullingen en opmerkingen houdt zich dringend aanbevolen
Utrecht, 5 Juli '14.
A. Brom Jr.
| |
1835
| Xth[, pseud. van J. Geel?, Bespreking van ‘De masquerade’.] (Algemeene konst- en letterbode. 1835. I, blz. 202-204). |
| |
1837
| J.G. [Bespreking van] Guy de Vlaming. Een verhaal door Nicolaas Beets. Haarlem 1837. (Algemeene Kunst- en Letterbode 1838, I blz. 380-384). |
| [E. J. Potgieter?] Guy de Vlaming. Een verhaal door N. Beets. (De Gids, I, 1837, Boekbespr. blz. 615-633). |
| [Bespreking van] Guy de Vlaming. Een verhaal door Nicolaas Beets. (De Recensent ook der Recensenten XXXI, 1838, Ie stuk blz. 455-460). |
| La Esmeralda. Een verhaal (Victor Hugo nageschetst) Dordrecht J. van Houtrijve Jr. 1837. Opgedragen aan de Rederijkerskamer voor uiterlijke welsprekendheid te Leiden onder voorzitterschap van den Dichter N. Beets. (De Recensent ook der Recensenten XXXI, 1838, Ie stukblz. 265-267). |
| J. Roeseling. Van een oudt liedeken (Beets, Eene oude romance vernieuwd in De Gidsl, 1837, Mengelingen blz. 234-237). (Noorden Zuid XXI, 1898, blz. 225-242). |
| |
1838
| A. Pijnacker Hordijk, Een gedicht van Nicolaas Beets voorde Leidsche Weezen op Nieuwjaarsdag 1838. (Het Oosten, 25 Maart 1903). |
| [Bespreking van] Gedichten van Nicolaas Beets Haarlem 1838. (De Recensent ook der Recensenten XXXIII, 1840, Ie stuk blz. 202-209). (Waarheid in liefde, 1839, blz. 869-871). |
| [W. Hecker,] Hippokreen-ontzwaveling. Amsterdam, 1838. 8o. Ontzwaveling van den hippokreenontzwavelaar. Alkmaar, 1839. 8o. [door A. Hirschig Czn.] Nieskruid den hippokreen-ontzwavelaar toe- |
| |
| |
| gediend. Aanmerkingen op, bedenkingen tegen, en bijvoegselen tot de satire Hippokreen-ontzwaveling, bij wijze van recensie daargesteld, gevolgd van een paar dichtregelen aan N. Beets, door G.T. M[ohrman], beminnaar der fraaije letteren. Groningen, 1840. 8o. |
| Quos ego! Hekelrijmen door den auteur der Hippokreen-ontzwaveling [W. Hecker]. Groningen, 1844. 8o. |
| Jan ten Brink, Hippokreen-Ontzwaveling, 1838. (Uitde Republiek der Letteren XXXVI). (De Telegraaf, 23 Mei 1896). |
| Jan ten Brink, Quos Ego! 1844. (Uit de Republiek der Letteren XXXVII). (De Telegraaf, 30 Mei 1896). |
| [E. J. Potgieter?] Parisinen en andere gedichten van Lord Byron. Uit het Engelsch door N. Beets. (De Gids, II, 1838, Boekbespr. blz. 490-497). |
| [Bespreking van de Nederlandsche Muzen-Almanak 20e Jrg. 1838, en van Beets' portret daarin]. (De Recensent ook der Recensenten, dl. 30, 1837, blz. 532, 533). |
| |
1839
| [J. W. IJntema? Bespreking van] Camera Obscura van Hildebrand. Haarlem 1839. (Vader landsche Letteroefeningen, 1840. Ie stuk, blz. 83-86). |
| [Bespreking van Beets' gedichtjes in Almanak voor het schoone en goede voor 1839]. (De Recensent ook der Recensenten, XXXII 1839, Ie stuk blz. 37-39). |
| W. Vrolik, [Hildebrands even luimige als diep doordachte beschrijving eener diergaarde] (-, Redevoering op Maandag 9 December 1839 in Theatrum Anatomicum te Amsterdam gehouden, teropening van Dierkundige lezingen voor de leden van Natura Artis Magistra. Amsterdam 1839. 8o). |
| [Bespreking van] Rijmbijbel door Nicolaas Beets. Haarlem 1839. (Waarheid in liefde, 1840 blz.845-847). |
| |
1840
| Hydraulicus [F.W. Conrad], Brief aan Hildebrand. (n. a.v. blz. 33 van de Camera Obscura over het oprichten van grafmonumenten in kerkgebouwen). (Vriend des Vaderlands, XIV, 1840, blz. 787-794). |
| [Bespreking van] N. Beets, Aeneas Sylvius. (Waarheid in liefde, 1840 blz. 636-638). |
| [Bespreking van] Ada van Holland. Een gedicht door Nicolaas Beets. Haarlem 1840. (Vaderlandsche Letteroefeningen 1841 I, blz. 125-129). |
| [Bespreking van Beets' gedichtjes in Almanak voor het schoone en goede voor 1840. (De Recensent ook der Recensenten XXXII, 1839, Ie stuk blz. 529-531). |
| Jan ten Brink, De Gids van 1840. (Uit de Republiek der Letteren XXXV). (De Telegraaf, 16 Mei 1896). |
| Jan ten Brink, D'Erve C. Stichters Enkhuizer Almanak voor 1849, 1841, 1842. (Uit de Republiek der Letteren XXXIII). (De Telegraaf, 2 Mei 1896). |
| |
1841
| [E. J. Potgieter] Camera Obscura [De kopijeerlust van het Dagelijksche leven]. (De Gids, V 1841, Boekbespr. blz. 442-460). |
| Jan ten Brink, Potgieter en Hildebrand. 1841. (Uitde Republiek der Letteren Lil). (De Telegraaf, 12 Sept. 1896). |
| [Bespreking van] N. Beets, De Christen op en bij het ziekbed. (Waarheid in liefde, 1841 blz. 784). |
(Wordt voortgezet).
|
|
Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd