Het Boek. Jaargang 3
(1914)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVaria.Leuvensche veilingcatalogi uit de 17e eeuw.Catalogi van boekenveilingen uit de 17e eeuw behooren tegenwoordig ongetwijfeld tot de zeldzaamheden. Daarom moge hier een beknopte beschrijving volgen van een exemplaar, dat wij aantroffen in den perkamenten folio-band van B1anchot;: Bibliotheca sanctorum et antiquorum Patrum concionatoria, ed. 3a (Parisiis, 1654). Het is een blad in plano, aan één zijde bedrukt, en metende ongeveer 55 × 45 cM. De boekbinder heeft het ongevouwen in het perkament gelegd, dat als band om den foliant geslagen werd. Door het wringen van den rug heeft het blad in het midden over de geheele breedte veel geleden, doch op een 20-tal titels na, was de Catalogus toch nog geheel te restaureeren. Het opschrift luidt: Catalogvs Librorvm // Reverendi admodum acamplissimi Viri Domini // D. Nicolai Meys J.V. L. // Ecclesiae Leodiensis Canonici, necnon Hasbaniae Archidiaconi, et nuper Collegii Sabaudici Praesidis vigilantissimi: // Et Eruditissimi Domini Martini vander Straeten S.T. L. // Quondam Parochiae de Meerbeeck Pastoris vigilantissimi etc. // Vendendorum sub publica Auctione per Hieronymum Nempaeum Lovanii die 1 Junii anno 1617. | |
[pagina 107]
| |
Dag en maand zijn geschreven. De lijst is in 5 kolommen ingedeeld, en de boeken zijn gerangschikt naar inhoud en formaat, terwijl de verdeeling door flinke rubrieken in cursiefletter wordt aangegeven. Aldus vindt men: ‘Libri Theologi (sic) in Folio. - Libri Theologi et Concionistae in quarto. - Libri Theologi in 8. et 12. - Libri Juridiciin Folio. - Libri Juridici in 4. et. 8. - Libri Medici, Hist[orici, Mathe] matici et Missclla[nei (wc) in Folio]. - Libri Medic. Histor. Mathemat. et Missellan. [sic]. 4. 8. etc.’. In het geheel telt de Catalogus ongeveer 500 titels, aldus verdeeld: Theologie c. 280 titels, Juridische werken c. 60, Medici, historici en miscellanei c. 160. Het aantal boekdeelen laat zich niet schatten. Er staat bijv, alleen: Opera Augustini, Opera Baronii, Annales Bzovii. Een heel enkelen keer staat het aantal deelen erbij, bijv. Opera Tertulliani, 3 vol., Biblia in octo volum. (8o of 12o-deeltjes). Van een titelbeschrijving zooals wij die thans kennen, is er natuurlijk geen sprake. Iedereen moest vanzelf maar weten wat er bijv, bedoeld was met Homiliae Carthagenae, Spongia Iansenii, Miracula Forneri, Analogia Becani, Manuale Navarri, Lectura Castrensis, Calepinus Passeratii, Abrégé des Roys enz. enz. Ook met de schrijversnamen werd vrij primitief omgesprongen. Thomas a Kempis heet alleen A. Kempis, Dionysius de Karthuizer heet ofwel alleen Carthusianus, ofwel alleen Rikel (hij was geboren te Rykel bij Leuven); onze Amsterdammer Petrus Opmeer wordt zelfs verhaspeld tot Obmer. De werken zijn naar de taal waarin ze geschreven zijn met verschillende typen gedrukt. Verreweg de meeste zijn latijnsche, welker titels uit gewoon romein zijn gezet. Een 35-tal fransche titels zijn gedrukt in cursief. Voor de 3 nederlandsche titels, welke op de lijst voorkomen, is de gothiek gebruikt; het zijn Legende der Heyligen, Receul [sic] van de Recessen en Munt Boecken. Ook is er nog een duitsch werk, doch dat wordt in 't latijn aangegeven: Vitae Sanctorum Surii Germanice. Dat de Theologie in de bibliotheken van Kanunnik Meys en Pastoor Van der Straeten het meest vertegenwoordigd was, spreekt vanzelf. Ook van burgerlijk recht waren zij vrij goed voorzien, evenals van medische en geschiedkundige werken. Onder de afdeeling Miscellanei kan men natuurlijk van alles vinden: vooreerst Martialis, Sallustius, Cicero, Virgilius, Ovidius, Horatius, Plautus, Terentius, Plato, Petrarca, Erasmus, Aulus Gellius enz. Verder allerlei woordenboeken, den Calepinus undecim linguarum niet te vergeten. Dan ook de Germania Inferior van Pieter Keerius, Florentius van der Haer, Strada, Guicciardini, de Mercurius Gallo-Belgicus, de Navis stultorum van Brandt enz. enz. Ook aan bio-bibliografen ontbrak het niet; althans waren Bellarminus, De scriptoribus ecclesiasticis en Valerius Andreas, Bibliotheca Belgica aanwezig. Onder de Libri Theologici in Folio vindt men eindelijk nog: Diversae Imagines de vita Christi I volum., waarbij echter niet te beslissen valt of het één plaatwerk was, of een verzameling van losse platen uit verschillende boeken. Onderaan staat het drukkersadres: ‘Lovanii, Typis Hieronymi Nempaei Anno 1671,’ en op de keerzijde van het blad bevindt zich nog het geschreven adres van den Pastoor, aan wien de Catalogus was toegezonden: Voor mijn Heer geubeis Pastoor van S. Catharina tot Mechelen. Daar het uur van de ver- kooping niet is aangegeven, schijnt het, dat dergelijke veilingen bij Nempaeus meermalen voorkwamen, en het uur dus algemeen bekend was. Het voorgaande wasreeds geschreven, toen ons nog twee 17e-eeuwsche catalogi van openbare boek- | |
[pagina 108]
| |
verkoopingen in handen kwamen. Zij zijn, met Erycii Puteani Auspiciabibliothecae publicae Lovaniensis, accedit catalogus librorum primae collectionis ( Lovanii MDCXXXVIX = 1638?) in een band vereenigdGa naar voetnoot1). De eerste bevat de prachtige bibliotheek van Nic. Vernulaeus, die den 31en Mei 1649 werd verkocht door Hieron. Nempaeus ‘Lovanii, in via vulgo Proestraet’Ga naar voetnoot2). De boeken der andere lijst kwamen den 12 Mei 1637 te Leuven bij Jacobus Zegers onder den hamer. De herkomst wordt hier niet gemeld. Beide exemplaren zijn in 4o, doch vertoonen overigens veel overeenkomst met den catalogus in plano. Nempaeus heeft hier een afzonderlijke afdeeling voor oningebonden boeken. Bij beide worden alle niet-latijnsche titels cursief gedrukt. De catalogus van Zegers brengt nog iets nieuws. Hij heeft de koopen genummerd, daaruit blijkt dat b.v. Augustinus in psalmos en Ejusdum sermones; afzonderlijk werden verkocht. Op de laatste bladzijde gunt Zegers ons nog een kijkje bij zijn klanten door de volgende latijnsche waarschuwing. ‘Wie slechts voor 8 of 10 stuivers koopt en niet voor 3 of 4 gulden, moet terstond of binnen 3 à 4 dagen betalen. Het komt voor dat de menschen door mijn verzoek om betaling lastig worden en harde woorden inplaats van geld geven. Daarom zeg ik het hun van te voren dat er contante betaling wordt gevorderd; het is dikwijls genoeg gebeurd, dat ik op mijn herhaald verzoek gemakkelijker harde woorden dan het verschuldigde geld bekwam’. Misschien komt dit laatste tegenwoordig ook nog wel eens voor.
fr. Donatus van Adrichem.
Leuven. O.F.M. | |
De incunabel-beschrijving in België.Voor de Commissie voor Incunabelstudie bij de Vlaamsche Academie werd door haren secretaris, den heer Edw. Gailliard, het volgende verslag uitgebracht van de op 9 November 1913 gehouden vergadering. Zijn aanwezig: de heeren Prof. Dr. Willem de Vreese, voorzitter; Edw. Gailliard, secretaris; K. de Flou en V. Dela Montagne, leden. De Commissie heeft in de eerste plaats kennis genomen van den brief van den heer Minister van Wetenschappen en Kunsten, gedagteekend 20 Juli 1913, waarbij deze hoogambtenaar laat weten, dat het hem niet mogelijk is de Academie de door haar gevraagde buitengewone toelage, ter bestrijding van de kosten van het inventariseeren der in België aanwezige incunabels, toe te staan, alsook dat ‘de ter beschikking van (ons) geleerd genootschap gestelde gelden alleen (mogen) gebruikt worden tot doeleinden behoorende tot de bevoegdheid van dat genootschap, zooals dit omschreven is in het artikel 1 van het Koninklijk Besluit van 8 Juli 1886’. (Zie Verslagen en Mededeelingen, 1913, blz. 399-400.) De Commissie is eenstemmig van oordeel, dat haar voorloopig niets anders te doen staat, dan den aangevangen arbeid met eigen krachten gaande te houden en voort te zetten; alsook, dat er in geen geval sprake zijn kan van het staken van het werk. Prof. Dr. Willem de Vreese legt een lijst ter tafel van de ‘oude boeken’ door hem geinventariseerd in het Begijnhof te Herenthals. Er zijn 11 incunabels en 5 postincunabels. De 11 incunabels komen overeen met de volgende nummers van Hain: *652; *3543; *3613; *5395; 5435; *5632; *8268; *8495; *8565; *9519; 15173. Deze nummers zijn geboekt in een der registers van de Commissie. | |
[pagina 109]
| |
De heer K. de Flou is begonnen met het inventariseeren van de incunabels op de Stadsbibliotheek te Brugge, en zal dat werk met bekwamen spoed voortzetten. De heer V. Dela Montagne zal zich op de hoogte brengen van den toestand op de Stadsbibliotheek te Antwerpen. De Voorzitter der Commissie zal hetzelfde doen voor de bibliotheek der Bollandisten te Brussel en in de eerstvolgende vergadering een eerste lijst mededeelen van incunabels op de Boekerij der Hoogeschool te Gent.
Zooals men weet, is de bedoeling met deze Commissie: het inventariseeren van de in België aanwezige incunabels, en het bestudeeren van wat daarbij voor nieuws en onbeends aan 't licht komt. Het eerste in aansluiting bij het groote Duitsche plan; een land dat niet als wetenschappelijk minderwaardig wil gelden, stelt er natuurlijk prijs op, zelf zijne schatten te inventariseeren. Of men er echter zonder Rijkstoeslag zal komen, schijnt eenigszins twijfelachtig. En hoe staat het in Noord-Nederland met de incunabelbeschrij ving? De zaak is er ook aanhangig gemaakt, reeds bij den Minister Heemskerk, maar van eene commissie van uitvoering of een plan om het werk stelselmatig ter hand te nemen is nog niets openbaar geworden. | |
Regels voor den alphabetischen catalogus in Fransche bibliotheken.Gelijktijdig met de bestuurders der groote Nederlandsche bibliotheken, in 1911 en 1912, traden ook de bewaarders van de voornaamste bibliotheken van Parijs met elkaar in overleg om de regels vast te stellen die aan die instellingen gevolgd worden bij het maken van den alphabetischen catalogus. In de Revue des bibliothèques April - Juni 1913 wordt door den voorzitter van de commissie die hiertoe gevormd was, Ch. Mortet van de bibliotheek Sainte-Geneviève, verslag gedaan van haar werk en een overzicht van de geldende regels gegeven. De toestand heeft daar eene zeer groote overeenkomst met dien bij ons; de werkwijze aan de groote bibliotheken verschilt op tal van ondergeschikte punten, maar stemt in de hoofdzaken overeen. Ook is er tusschen de Fransche regels en de Nederlandsche geen wezenlijk beginselverschil. De uiteenzetting van den heer Mortet is een voortreffelijk stuk, waarvan de lezing aan hen die in zulke dingen belang stellen, ten zeerste kan worden aanbevolen. Het talent van den Franschman, om ook technische onderwerpen in aangenamen en helderen vorm te behandelen, komt hier duidelijk uit. De bespreking is breeder en uitvoeriger dan die van onze regels. In Het Boek (1912p. 104-109) vullen de Nederlandsche regels tien compres gedrukte kolommen, Mortet neemt voor de zijne een 50-tal bladzijden in beslag. Het ligt niet in de bedoeling, hier op bijzonderheden in te gaan; als merkwaardigheid mag vermeld worden, dat het voorzetsel Van in een Nederlandschen eigennaam altijd als vast bestanddeel van den naam beschouwd wordt, b.v. Van Dale, Van der Velde, en dat wel als eenige uitzondering op den algemeenen regel, dat voorzetsels niet meegerekend worden, b.v. Campo (a), Musset (de), Costa (da), Goethe(von). Dat juist voor Nederlandsche namen zich zulk een vast gebruik, afwijkend van het Nederlandsche, gevestigd heeft, is wel vreemd. In het algemeen geldt van de Fransche regels, evenals van de onze, dat men er niet de oplossing van alle quaesties in vindt. De Parijsche heeren zullen wel, evenals | |
[pagina 110]
| |
wij, ondervonden hebben, dat het niet practisch zou zijn, alles te willen vaststellen. Eene vraag die op 't oogenblik bij ons aan de orde is, hoe men 't best eene reeks tijdschrifttitels met een zelfde aanvangswoord (b.v. Revue, Verslag, Zeitschrift) onderling schikt, vind ik er niet duidelijk in opgelost. Trouwens voor catalogiseering en rangschikking van periodieken en collectieve uitgaven is ook daar de eenheid klaarblijkelijk, evenals bij ons, minder goed bereikt dan voor eigenlijke boeken. |
|