enformuleertvervolgens de noodzakelijkheid van uitbreiding zonder verplaatsing: ‘De tegenwoordige plaats is de beste die men zich kan voorstellen; aan onze regeering verblijft de taak, dáár verbetering te brengen in een onhoudbaren toestand’. - Bladz. 89-115 bevatten twee alfabetische lijsten van de aanwinsten door aankoop en schenking.
Afzonderlijk verscheen (M. de Waal, 1914) een Supplement-Catalogus der boekverzameling behoorende aan de Ned. hervormde kerk en berustende in de bibliotheek der universiteit. Het is een zeer beknopt gedrukte alfabetische lijst van 17 bladzijden, gevolgd door een lijstje van periodieken van eene bladzijde.
Belangrijker dan dit alles is een eveneens in 1914 verschenen boek: Geschiedenis van de bibliotheek der Rijks-universiteit te Groningen, door Dr. A.G. Roos, Bibliothecaris. Het geeft ons voor deze belangrijke bibliotheek, wat Rogge, Molhuysen en v. Someren ons vroeger voor de andere universiteitsbibliotheken hebben gegeven, in schoonen vorm, met een aantal goede illustraties, en zeer rijke aanteekeningen en bijlagen. We hopen in eene latere aflevering aan de hand van dezen voortrefielijken gids het een en ander over de geschiedenis van de Groningsche bibliotheek mee te deelen. In dit nummer vindt men in eene andere rubriek reeds een greep uit de rijke stof.
Haarlem. - Koloniaal Museum. - Achter het verslag over 1912 (Bulletin no. 52) vindt men als Bijlage E een kort lijstje van aangekochte boeken, en als Bijlage F een alfabetische lijst van periodieken. De laatste, ook afzonderlijk als overdruk, is zeer beknopt, en maakt den indruk van volledig en nauwkeurig te zijn. Zij geeft op ruim 20 bladzijden zeker 400 à 500 titels, gerangschikt naar het eerste substantief, zooals dat op al onze bibliotheken gebruikelijk is. Welke orde gevolgd is bij rangschikking van een aantal met hetzelfde woord beginnende titels, heb ik niet kunnen ontdekken; geheel zonder bezwaar is dit niet, daar men op woorden als Bulletin, Report en Verslag veel gezoek heeft en nog licht het verlangde over het hoofd kan zien. Met dat al is het een gemakkelijk en nuttig boekje. Overzichtelijk en practisch is ook de achteraan gegeven lijst van de uitgaven van het Koloniaal museum.
Leiden. - Universiteit. - In het universiteitsgebouw heeft de officieёle opening plaats gehad van een bijzondere leeskamer voor juristen, juridisch laboratorium. Met den decaan, prof. Carpentier Alting, waren o.a. aanwezigde professoren Krabbe en Van Eysinga, op wier aanstichting de leeskamer is tot stand gekomen, prof. Meyers, de lector mr. Oppenheim en het bestuur van de juridische faculteit der Leidsche studenten.
Prof. Carpentier Alting begon met zijn vreugde er over uit te spreken, dat eindelijk eens uitvoering kan worden gegeven aan den reeds lang gekoesterden wensch tot het hebben van een leeskamer voor juristen. We hadden, zoo zeide hij, deze opening zonder meer kunnen doen geschieden, maar meenden toch, dat met eenige plechtigheid te doen, omdat de leeskamer is een ding van beteekenis. De aanleiding tot het stichten van deze leeskamer is de gebrekkige wijze, waarop de rijksbibliotheek is ingericht. Door de kleine ruimte, waarover zij beschikt, kan zij niet aan de eischen voldoen, die voor de studie worden gesteld. In de leeszaal toch vinden wij slechts twee kasten en een paar tijdschriften. Wel bevat de bibliotheek een schat van boeken, maar het is lastig, in de catalogi te zoeken, als men daarmede niet op de hoogte is. Om daarin verbetering te brengen, zietdaar de aanleiding tot de stichting van deze leeskamer. Bovendien wordt met de stichting van deze leeskamer beoogd de gelegenheid te verkrijgen tot nauwere aansluiting tusschen professoren en studenten. Voorloopig was dit nog niet te verkrijgen. Andere faculteiten hadden dit reeds lang, en de faculteit der wis- en natuurkunde is daarin voorgegaan, namelijk met de leeskamer Bosscha.
Spreker geeft dan een overzicht van de briefwisseling, die er tusschen de faculteit der rechtsgeleerdheid en curatoren is gevoerd sinds December 1912, toen het denkbeeld rijpte. Verder zette hij uiteen, dat de boeken der rijksbibliotheek wel geschikt zijn om de studie te bevredigen, maar niet om haar aan te vuren, te prikkelen. Daarin voorziet nu de leeskamer.
Terugkomende op de onderhandelingen, door de faculteit met curatoren gevoerd,