eerste nummer van haar geïllustreerd weekblad Panorama. dat - ik spreek hier uitsluitend over de techniek - er behoorlijk uitziet voor een eerste nummer, al is, naar mij toeschijnt, nog niet dat bereikt, wat technisch bereikt kan worden. Met name moeten de schaduwpartijen nog aan warmte en toondiepte winnen.
Behalve in de prospectussen en in dit eerste nummer, vertelt de uitgeefster een en ander over dit voor ons land nieuwe drukprocédè, wat zij in anderen vorm ook doet in haar Nederlandsche bibliographie van Juni 1913.
L'histoire serépète. In het laatst der zeventiende eeuw ontwikkelde zich de techniek van het Augsburgsche goudpapier uit den katoendruk, wat ik elders in deze aflevering (bl. 258) bericht, ruim twee eeuwen later krijgt de weekblad- en kranten-illustratie een, misschien wel duurzame, hervorming ten goede door een eveneens aan den katoendruk ontleende methode.
J.W.E.
In de serie Monographien des Buchgewerbes herausgegeben vom deutschen Buchgewerbeverein waarvan ik de beide eerste deeltjes besprak in Tijdschrift Boek- en Bibl.-wezen VII. 153, het derde in De Boekzaal 1911, 139, zijn wederom een paar deeltjes verschenen. Ze leenen zich niet tot een eigenlijk gezegde bespreking. Het vijfde deeltje geeft een goed gedocumenteerde en goed geïllustreerde verhandeling van dr. Hans Wolff over de duitsche boekornementatie in de 15e en 16e eeuw. In het zesde deeltje begint dr. R. Stübe een populaire beschouwing over de Vorstufen der Schrift, waarin hij het heeft over Stufen der Schriftbildung, Vorgeschichtliche Schriftmalerei, Afrikanische Negerschriften en over Marken und Symbole; het is het eerste bandje van zijn Beiträge zur Entwicklungsgeschichte der Schrift. Lorenz Reinhard Spitzenpfeil te Kulmbach die onlangs voor de lettergieterij Ludwig & Mayer te Frankfurt a.M. een naar hem genoemde nieuwe duitsche (fraktuur) letter teekende, mengde zich in den in Duitschland heftigen strijd over fraktuur of romein. De grondgedachte van zijn Die Grundformen neuzeitlicher Druckschriften, dat het zesde deeltje der serie vormt, is, dat deze nationale twist geen of weinig waarde heeft voor het drukkkerijwezen in Duitschland, omdat zich sedert eenige jaren bij de gieterijen het streven heeft geopenbaard letters aan de markt te brengen, die het midden houden tusschen de fraktuur en de romein. Die, laat ik ze maar noemen compromisschriften van Hupp, Behrens e.a. worden ook hier te lande geïmporteerd en gebruikt, wat ik reeds schreef op blz. 147 van dezen jaargang.
J.W.E.
Een druk zonder afbrekingen. - In het levensbericht van Joseph Alexandre, oudarchivaris der provincie Luik, overleden 17 Juli 1910, opgenomen in het Bulletin de l'Institut archéologique liégois XLI (1911), schrijft L. Renard-Grenson p. 244: ‘Les trois volumes de son édition de l'Histoire chronologique des abbés-princes de Stavelot et Malmedy présentent cette particularité typographique de ne renfermer aucun mot coupé’ d.z. afgebroken woorden aan het eind van een regel.
J.W.E.
In de ‘Frankfurter Bücherfreund’, van Joseph Baer & Co. wordt onder No. 5581 een Nederlandsche houtsneê met xylographischen tekst als volgt (behoudens eenige verbeteringen) beschreven:
Der Namenszug Christi ihs auf schwarzem Grunde, rings herum eine Glorie und die Inschrift: Den zoete name ons heerē Jhū xp̄i Ende zijnder glorioser moeder en̄ maget maria zij ghebenedijt īd eeuwicheit Amen. Darüber der heilige Geist. Darunter vier Zeilen niederländische Verse
hebt ihesus dicwijle in uwen mont
Draecht ihesus altijts in uwen gront
Noempt ihesus voer u in uwen werckē
So sal v ihesus in sijnder minē sterckē
Einblatt-Holzschnitt mit xylographischer Unterschrift. Format 114: 78 mm. [ca. 1470]
Schreiber II 1819. Unicum, um 1470 entstanden. Kolorit braunrot und gelb. Bis auf 3 kleine Wurmstiche sehr gut erhalten. Mit Rand.
Hierbij is een afbeelding gevoegd.