Het Boek. Jaargang 2

Mededeelingen.

De Vereeniging van Nederlandsche bibliothecarissen (zie Het Boek I blz. 347) is bij Koninklijk besluit van 30 December 1912 n^o. 150, als rechtspersoon erkend.

De Nederlandsche Vereeniging van bibliothecarissen en bibliotheekambtenaren, gevestigd te Utrecht (zie Het Boek I blz. 376), is bij Koninklijk besluit van 14 December 1912 als rechtspersoon erkend.

Deze vereeniging heeft het plan opgevat, een Adresboek van Nederlandsche bibliotheken in het licht te geven, en heeft daartoe eene uitvoerige vragenlijst ter beantwoording aan alle bibliothecarissen gezonden. Niet minder dan 21 vragen worden daarin gesteld, waarvan enkele zeer gemakkelijk te beantwoorden zijn. Er zijn er echter ook onder, die hoogstwaarschijnlijk van vele kanten onbeantwoord zullen terugkomen. En als de antwoorden er zijn, wacht de commissie van redactie nog de zeer zware taak, uit al de verstrekte gegevens een bruikbaar geheel te maken. Zeker zal zij wel iets beters kunnen voortbrengen, dan de Statistiek der openbare leeszalen en bibliotheken, voor eenige jaren door het Centraalbureau voor de statistiek uitgegeven (zie Tijdschr. v.b. en b. IX, 1911, p. 84), maar of zij vóór 15 Januari de volledige antwoorden bijeen zal gekregen hebben, en volgens het plan van het bestuur het boekje al in het voorjaar van 1913 zal kunen doen verschijnen, mag men, zonder pessimist te zijn, toch betwijfelen. Een goeden wensch voor welslagen verdient de Vereeniging intusschen voor haar plan.

Verzekerings-bibliografie. - In de ‘Zeitschrift f.d. ges. Versicherungswissenschaft Bd. XII. 1912. Heft 2-5’ geeft K. Neumann een overzicht van de duitsche literatuur over verzekeringswezen voornamelijk in de 18e eeuw; materiaal werd hem verschaft door de Koninklijke bibliotheek te Berlijn, de Universiteitsbibliotheken te Leipzig, Göttingen en München en de Kommerzbibliotlieck te Hamburg.

Uit deze bibliografie blijkt dat er reeds in de 16e eeuw eene rijke literatuur bestond over de verschillende vormen van verzekering.

Zentralblatt f. Bibliothekwesen.

Engelsche Bibliotheken. - We ontvingen een officieel verslag betreffende de public libraries in Groot-Brittannië en Ierland. Op 48 klein folio bladzijden vindt men hier in tabelvorm vermeld alle plaatsen, waar de Public libraries act is aangenomen met het aantal deelen, het aantal uitleeningen, het aantal bezoekers der leeszalen, financieele gegevens, enz. Het is 21 jaar geleden, dat er een ‘Parliamentary Paper’ verscheen over Public libraries en dit nieuwe verslag kan dus op aanzienlijken vooruitgang wijzen. In het jaar eindigende 31 Maart 1911 bezaten de British public libraries 10.995.115 dln. (meer sinds 1890: 7.958.259) en werden

[p. 80]

uitgeleend 54.690.222 dln. (meer sinds 1890: 38.034.285). De gezamenlijke bevolking der plaatsen, waar deze bibliotheken gevestigd waren, bedroeg 20.370.582, zoodat er per hoofd der bevolking ruim 2 dln. werden uitgeleend. De totaal inkomsten bedroegen 812.718 pond, waarvan 644.456 uit de bibliotheekbelasting.

In het Nederl. archievenblad XXI p. 87 geeft de schrijver van de Literatuurkroniek eene rectificatie op zijne in het Boek 1912, p. 317 vermelde woorden. De uitdrukking door ons als een ‘schamper woord’ opgevat, was zoo niet bedoeld; de verschijning van het werk van van Stockum wordt ook door archivarissen toegejuicht, al betreuren zij de moeielijke verkrijgbaarheid.