Het Boek. Jaargang 2
(1913)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 27]
| |
Nederland-Rusland. Vergeten boekjes.I.Bij de nadering van het jaar 1913 en de herinnering aan de bevrijding van ons vaderland van de Fransche overheersching met de medewerking van de troepen der Verbonden Mogendheden, onder welke de Russische legerafdeelingen de eerste waren, die over onze grenzen trokken, komt onwillekeurig de vraag bij ons op, of er ooit pogingen toe zijn gedaan, dat Nederlanders en Russen elkander met behulp van een woordenboekje zouden kunnen verstaan. En al zoekend vinden wij, dat op drie verschillende tijden de wensch daartoe levendig genoeg is gevoeld om de pers aan 't werk te zetten. De eerste maal was dit bij den overgang der XVIIde in de XVIIIde eeuw. Jan Thessing te Amsterdam had van Czaar Peter het privilegie gekregen om in zijne drukkerij Russische boeken - kerkelijke boeken waren uitgesloten - te drukken en in Rusland te verkoopenGa naar voetnoot1); bij het vertalen uit het Latijn, Duitsch en Hollandsch en het voor de pers gereedmaken der boeken hielp hem de uit Lithauen afkomstige, in Amsterdam wonende Pool Ilja Kopiewski. Onder diens redactie verscheen in 1700 een klein woordenboekje in drie talen: Latijn, Russisch, Hollandsch, dat onmiddellijk daarna ook in 't Latijn, Russisch en Duitsch werd gedrukt. Van beide uitgaven bevindt zich een bijna volledig exemplaar in de Keizerlijke Openbare Bibliotheek te Sint-Petersburg, welke boekjes beide afkomstig zijn uit de verzameling van I.P. KaratajevGa naar voetnoot2). Zij zijn van 16 × 10 cM. | |
[pagina 28]
| |
grootte, in geel leêr, van lateren tijd, gebonden en bevatten 127 gepagineerde bladzijden; op de keerzijde van het laatste blad bevindt zich het monogram van J. Thessing. In beide exemplaren ontbreekt het titel- en het schutblad, maar den titel vermeldt Kopiewski zelf in de lijst der in Amsterdam gedrukte werken, die hij persklaar hielp maken, en welke lijst hij aan het smeekschrift toevoegde, dat hij den 18den December 1699 aan Peter I richtte. De lijst is in 't Latijn en Russisch geschreven en geeft onder No. 5 het bedoelde woordenboekje aan als ‘Nomenclator trium linguarum: latine, russice et germanice’, waarop de titel in 't Russisch volgt. Deze laatste herhaalde Kopiewski in de opsomming van Amsterdamsche drukken, waaraan hij medewerkte, achterin zijne uitgave der Latijnsch-Russische Spraakkunst van 1700: ‘Nomenkl'ator na russkom, latinskom i némeckomjazyké’, terwijl de Latijnsche titel nog eens door hem in eene dergelijke opsomming gedrukt werd achter zijne in 1706 verschenen Slavisch-Russische Grammatica, waarbij ook het formaat van het boekje werd aangegeven: ‘Nomenclator in lingua latina, germanica et russica. In 8’. De beide woordenboekjes zijn geheel gelijk aan elkander, alleen is in het tweede de Hollandsche tekst door den Duitschen, in Gothische letters, vervangen. De woordenlijsten zijn in drie kolommen gedrukt: vooraf gaat de Latijnsche tekst, waarop de Russische en daarna de Hollandsche, resp. Duitsche, vertaling volgt. De Russische woorden zijn in de in 1700 nog uitsluitend gebruikelijke Slavische letterteekens geschreven, waarbij bij de woorden der Heilige Schrift de in de Slavische handschriften gebruikelijke vormen en verkortingen bewaard zijn gebleven. Om een beeld te geven van het geheel, wordt hierbij de eerste bladzijde van het exemplaar, geteekend V. q. 30aGa naar voetnoot1), dat deel uitmaakt van de Handschriftenafdeeling der St.-Petersburgsche Keizerlijke Openbare Bibliotheek afgedrukt; zij is als 1 gepagineerd. Het boekje is verdeeld in XLVII hoofdstukken, die de volgende opschriftenGa naar voetnoot2) dragen: Van GOD en de GEESTEN; II Van de WERELT den HEMEL en ELEMENTEN; III Van de TYT en HEYLIGE Dagen; IV Van de WATEREN; V Van de PLAATSE en de LANDEN; VI Van den MENSCH en syn DEELEN; VII Van SIEKTEN; VIII Van SPIJSEN; IX Van DRANCK; X Van | |
[pagina *6]
| |
| |
[pagina 29]
| |
Viervoetige DIEREN; XI Van VOGELEN; XII Van Wurmen, Vliegen, Torren, en andere Bloedeloose Dieren; XIII Van de VISSEN; XIV Van BOMEN; XV Van de VRUGTEN en Nageregten; XVI Van 't VELD Gewas; XVII Van allerley Gewassen; XVIII Van Kruyden en Bloemen; XIX Van SPECERYEN; XX Van 't VELD en den ACKER; XXI Van Boeren MEUBILEN; XXII Van STEDEN; XXIII De Namen van Landen en Volken; XXIV Van HUYSEN; XXV Van Huysraat; XXVI Van de Keuken; XXVII Van de Slaapkamer; XXVIII Van de Stalle; XXIX Van Baden; XXX Van de Schoolboeken en aankleven van dien; XXXI Van de Kerk en Geestelijke dingen en Persoonen; XXXII Van 't Gerecht; XXXIII Van Weereltlijke Bedieningen; XXXIV Van Konstenaars; XXXV Van Handwerk Lieden; XXXVI Vant 't Huwelyk Swagerschap; XXXVII Van de Maagschap; XXXVIII Van Wolwerk; XXXIX Van Kleeding; XL Van Verwen; XLI Van den Oorlogh; XLII Van 't Schip; XLIII Van Spelen; XLIV Van Metalen Edele en gemene Steenen; XLV Van Gelt; XLVI Namen der Steden; XLVII QUAEDAM ADJECTIVA.Ga naar voetnoot1) Hiermede eindigen op blz. 123 de woordenlijsten, waarop van blz. 124-127 eenige voorbeelden van de vier vervoegingen der werkwoorden in den 1. ps. praes. ind. volgen; deze afdeeling is niet genummerd; de opschriften zijn alleen in 't Latijn en in 't Russisch vermeld; zij luiden: QUAEDAM EXEMPLA CONJUGATIONUM. VERBA PRIMAE CONJUGATIONIS. - VERBA SECUNDAE CONJUGATIONIS. - VERBA TERTIAECONJUGATIONS. - VERBA QUARTAE CONJUGATIONS. Op deze voorbeelden volgen de woorden: Finis en, grooter gedrukt, ditzelfde in 't Russisch [Konec], waaronder een vignet in driehoekvorm [saâmgebonden bloemen]. Kleine vignetjes bevinden zich bovendien aan 't einde der hoofdstukken op blz. 21, 98, 103, 105, 113, 115 en 123. De katernen zijn onderaan de eerste bladzijden geteekend met de letters A, B, C, D, E, F, G, H. Volkomen gelijk aan dit exemplaar zijn de beide andere, die de K.O. Bibliotheek van dit woordenboekje bezit en die genummerd zijn als V.q. 30b en V. q. 30v; het eerstgenoemde is gebonden in een achtiend'eeuwschen bruinleêren band met gouden randversiering; titel- en schutblad en ook de laatste bladzijde [127] ontbreken; blz. 1, 2 en 125, 126 zijn bijgeplakt, waar zij beschadigd waren. Het exemplaar V. q. 30v is uit den oorspronkelijken band gelicht, waar- | |
[pagina 30]
| |
bij het titelblad verloren is gegaan en de laatste bladzijde [127], bewaard gebleven, los is geraakt; voor 't overige is het boekje in goeden staat en geeft ook het schutblad te zien, waarop, evenals op de keerzijde van blz. 127, het bovengenoemde drukkersteeken van J. Thessing, zijn monogram, is aangebracht. Slaan wij het woordenboekje open, dan zien wij, dat bij de namen van landen en volken de woorden RUSLAND, een RUS, MOSKOUW [blz. 84] met vette letter zijn gedrukt; door 't Latijnsche voorbeeld ontbreken bij de namen van steden de Russische; van de Hollandsche steden is alleen Leyden in Holland genoemd. Wilna is in den Poolschen vorm: Wilno vermeld; dat is ook het geval met de namen der steden Torn: Torun, Danzig: Gdansk en Breslau: Wroclaw, die voorheen Poolsch waren; maar ook Prešburg, Rostock, Straatsburg zijn in den Poolschen vorm opgeteekend: Prešburg, Roštock, Strašburg. Bij sommige namen van landen zien wij hetzelfde: de vorm Išpanskaja zeml'a ['t Spaansche land, Spanje] is ontstaan onder den invloed van 't Poolsche Hiszpania; Šlonskaja Zeml'a is de Poolsche benaming: Sztask [met de nasaal] van Silezië. Bij eenige woorden is naast den Russischen vorm, op dezen volgend of er aan voorafgaand, de Poolsche genoemd, zoo bij de woorden vaderland: otečestvo, ojczyzna; melk: mleko, moloko; akker: rola, pašin'a; rijst: saračenskoc pšeno, ryś; anijs: (g)anyż, anis; boekdrukker: pečatnik, drukar' [drukarz]; drukkerij: pečatn'a, drukarnia. Letter is alleen in den Poolschen [Latijnschen] vorm: litera gegeven; de sinaasappel heet jableko pomarančy [Poolsch: pomarańcza] - apelsina is niet vermeld, evenmin als 't later algemeen gebruikelijke frukty voor fruit, dat vertaald is met ovość, plod [Poolsch fruit: ovoc]. Enkele woorden komen alleen in den Slavischen vorm voor, zooals meer: jezero voor Russisch ozero en hout: drevo voor Russisch derevo; stadspoort: vorota gradskie voor gorodskie; bij andere staan de Slavische en Russische vormen naast elkander, zooals bij stad: grad, gorod en bij oog: oko, glaz. Het woord markt komt alleen in de beide oude vormen: torg en r'ad voor; rynok is niet vermeld. Aan oude toestanden herinnert de vertaling van Oostenrijk door Rakuskoe [Raguskoe] gosudarstvo. Het pogreb renskavo voor wijnkelder vertelt ons, hoe de Rijnwijn de eerste wijn was, die in Rusland werd ingevoerd. De vorm balběr voor barbier, naast vrač voor geneesmeester, springt in 't oog; evenals verblind naast velbliud [kameel]. Car' staat naast kesar' [keizer] als de verkorte vorm daarvan, | |
[pagina 31]
| |
maar ook naast korol' als de vertaling van koning. De woorden turma [gevangenis] en strus [struis] komen nog zonder palataliseering voor; door de onduidelijke uitspraak der weinig- of niet-geaccentueerde klinkers, vinden wij schrijfwijzen als stokan voor stakan [drinkglas] en omgekeerd okarak voor okorok [(een) ham], ook jafimok voor jefimok als vertaling van ryxdaler. De e, die in 't Russisch onder accent en afhankelijk van bepaalde omstandigheden als o wordt uitgesproken, is afgebeeld als o in de woorden sčot [rekening], šolk [zijde], ščoka [wangen] voor sčet, šelk, ščeka; soms staan de vormen met e en o naast elkander, zooals lod, led [ijs], med, miod [honig], osetr, osiotr [steur]. In den Hollandschen tekst kijkt het dialect om den hoek bij drumpel, boskruyt. Onder de scheepswoorden treffen ons de Oudslavische benamingen van mast: sčogla en zeil: parus; naast kompas is matočnik aangegeven als vertaling van zeecompas; de woorden schuyt, boot, sloep zijn weêrgegeven door bat, karbas, maar boot en sl'up(ka) waren al sinds lang in Rusland in gebruik. Scheepsbrood, beschuyt worden vertolkt door šyperskij chlěb en 't in 't Russisch gebruikelijke suchari voor beschuit. Hoeveel exemplaren er van Kopiewski's WoordenboekjeGa naar voetnoot1) gedrukt werden, is niet bekend; verscheidene moeten er van naar Rusland gekomen zijn en, indien er naar gezocht wordt, zal er hier en daar nog wel een exemplaar gevonden worden. Naast Petersburg denken wij daarbij in de eerste plaats aan Moskou, waar o.a. de leerlingen der in het einde van 1707 gestichte Chirurgische School dit woordenboekje ongetwijfeld kenden. Hier toch gaf Dr. Nicolaas BidlooGa naar voetnoot2) aan die jonge Russen, welke ‘Hollandsch en Latijn’ kenden, college in de chirurgie op anatomischen grondslag; zijne studenten waren gering in aantal, maar toch kon hij in het verslag over de eerste vijf jaren zijner werkzaamheid aan de school, waaraan een ziekenhuis verbonden was, dat hij in 1712 den Czaar deed, een vijftigtal jongelieden noemen, die chirurgie bij hem gehoord hadden.
St. Petersb. Nov. 1912. Dr. Anna C. Croiset van der Kop.
(Wordt voortgezet). |
|