arbeidsbeurs en zeer geschikt voor leeszaal; hij noodigt den heer Lambrechtsen c.s. daarom uit de motie om te zetten in een positief voorstel, waardoor ook bepaald wordt, dat de lokalen, aanvankelijk toegedacht aan het Centraal bureau voor sociale adviezen, dezelfde bestemming behouden.
De Voorzitter moet deze wijze van doen ontraden; hij wil eerst de motie in stemming brengen en wordt zij aangenomen, dan zullen B. en W. alle punten van het ontwerpbesluit, speciaal wat betreft de Arbeidsbeurs in nadere overweging moeten nemen. Incidenteel beslissen, dat in het eventueel tot bibliotheek bestemde gebouw ook het Centraal bureau zal worden ondergebracht, gaat z.i. bezwaarlijk.
Al is de heer Wibaut met den heer Diepenhorst eens, dat gezorgd dient te worden, dat de zaak van het Centraal bureau goed geregeld blijft, hij kan den door hem aanbevolen weg niet goedkeuren, dan ontstaat de complicatie, dat zij, die vóór huisvesting zijn van het Bureau aan de Keizersgracht en ook vóór de voordracht van B. en W., doch tegen de motie-Lambrechtsen c.s., niet stemmen kunnen. Spreker zal tegen deze motie stemmen, omdat bij aanneming de Arbeidsbeurs in het gedrang komt, en al zou hij gaarne de leeszaal aan de Keizersgracht zien, dat gebouw kan maar voor één ding dienen. Aanneming van het amendement-Loopuit zal trouwens, als B. en W. willen medewerken, de zaak der bibliotheek niet veel vertragen. Al heeft het Leeszaal-comité zich in kleine meerderheid vóór het terrein in de Plantage verklaard, een goed terrein, dat centraal gelegen is, zal het nog geschikter vinden. Door de geamendeerde voordracht aan te nemen, doen wij drie goede dingen.
De heer Worst wijst erop, dat de heer Wibaut het eigenlijk eens is met hen, die het terrein van den voormaligen Parkschouwburg geen gelukkige keuze achten voor eene openbare leeszaal en even raadselachtig komt hem voor, dat de Commissie zich daarmee tevreden toonde, dat zou op eene mislukking uitloopen. Het terrein lijkt hem echter in vele opzichten uitnemend voor eene arbeidsbeurs geschikt. De motie-Lambrechtsen noodigt B. en W. verder uit een terrein te zoeken voor de huisvesting der Arbeidsbeurs en sluit vestiging van het Centraal bureau voor sociale adviezen in het gebouw aan de Keizersgracht niet uit, zij die dit gaarne zouden zien, behoeven dus niet tegen de motie te stemmen.
Waar de heer Jitta niet aannemelijk heeft gemaakt, dat het onmogelijk zou zijn eene nieuwe arbeidsbeurs te bouwen aan de Plantage en de leeszaal aan de Keizersgracht te brengen, het tijdverlies zou slechts een paar maanden behoeven te zijn en die zullen voor de Arbeidsbeurs, die zoo lang in de Barndesteeg was, toch geen levenskwestie zijn?, daar blijft de heer Loopuit bij zijn gevoelen, dat het beter is voor de Arbeidsbeurs een nieuw gebouw te stichten. Is de wethouder niet in staat dat te ontwrichten, laten B. en W. dan ten genoegen van beide partijen de zaken omwisselen.
De heer Ketelaar steunt de motie-Lambrechtsen. Zij zal de leeszaal brengen op een centraal punt en een terrein voor de Arbeidsbeurs zal dan wel spoedig gevonden worden, maar spreker gelooft, dat de wethouder van tijd tot tijd een stoot in den rug gekregen heeft van menschen, die bij de Beurs betrokken zijn, gezien den spoed, waarmee deze voordracht gekomen is.
De heer Schoch meent, dat de houding der commissie voor de leeszaal niet meer raadselachtig zal schijnen, als men bedenkt, dat zij, na vele plannen beoordeeld te hebben, het aanbod van B. en W., die gaven wat de commissie vroeg, meende niet te kunnen afwijzen, al blijft de Keizersgracht voor haar misschien toch wel aantrekkelijker. Raadselachtig komt hem echter de houding van den heer Loopuit voor; wat hij zeide over het gebouw aan de Keizersgracht voor leeszaal is niet te verbeteren en toch ligt daar nog zijn amendement, hoe is dat met het door hem gesprokene te rijmen? Wordt dat aangenomen, heeft de leeszaal wel ƒ 100.000 maar geen terrein, en dat willen noch de heeren Loopuit en Van den Tempel noch spreker, hij geeft hun daarom in overweging hun amendement in te trekken en met de motie-Lambrechtsen mede te gaan.
De heer Wibaut verdedigt nogmaals zijne meening, dat er vertraging moet komen, als de Keizersgracht niet voor de Arbeidsbeurs bestemd wordt, daar nieuwe plannen gemaakt zullen moeten worden. De instelling