De Boekenwereld. Jaargang 28
(2011-2012)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 168]
| |
Véra Nabokov in 1966. Foto uit Vladimir Nabokov. A pictorial biography, Ann Arbor 1990
| |
[pagina 169]
| |
Willem Dieleman
| |
Zakelijk en stugVéra had, in tegenstelling tot haar man, de gave zich druk te maken om kleinigheden. Ze had een grote afkeer van kleine internationale agenten en hekelde agenten die geen voorschotten voor haar wisten te regelen. Iseman, de advocaat en vertegenwoordiger van de Nabokovs in Amerika, zegt over haar relatie met agenten: ‘Mrs. Nabokov made me scrounge for a few extra percentage points.’Ga naar eind4 Ieder contract dat haar werd toegestuurd, wantrouwde ze. Nu was Véra natuurlijk geen gewone zaakwaarnemer van Nabokov, ze was zijn vrouw en daarmee vertegenwoordigde ze indirect zichzelf. Het was voor literair agent Henk Prins dus een hele opgave zich in deze relatie staande te houden. Er zijn maar twee voorbeelden van persoonlijke correspondentie. Nabokov vraagt of Prins het adres kan opzoeken van de vrouw van een overleden vriend.Ga naar eind5 Prins stuurt drie dagen later het adres, maar Véra Nabokov had het al gevonden.Ga naar eind6 Een ander verzoek komt van Prins. Hij heeft net een nieuw kantoor en zou er graag een mooie foto van Nabokov ophangen. Véra stuurt echter een uitgebreid excuus, waarin ze zegt dat de foto's allemaal in een opslagplaats in Amerika liggen. Maar mochten er ooit nog foto's komen, dan krijgt hij er alsnog een.Ga naar eind7 Deze belofte zal echter nooit ingelost worden. | |
[pagina 170]
| |
Véra en Vladimir Nabokov in 1960. Foto uit Vladimir Nabokov. A pictorial biogmphy, Arm Arbor 1990
| |
[pagina 171]
| |
De rest van de correspondentie tussen Henk Prins en Véra Nabokov is zakelijk en stug. Dit komt enerzijds door de pietluttigheid van Véra en anderzijds door de, in Véra's ogen, onbekwaamheid van Prins als agent. Er is geen enkele brief waarin Véra meteen akkoord gaat met alle voorwaarden. Ze vraagt Prins altijd om hogere royalty's of een hoger voorschot. Over de voorwaarden voor de vertaling van de roman Laughter in the Dark (1932) zegt Véra: He [Vladimir Nabokov - wd] finds the agreement satisfactory but would like to make in it the following changes: [...] For another work of his [Pnin - wd], published by another house in Holland, the royalties are being paid at the rate of 7,5% for the first 3000 copies; 10% for the next 7000 copies; and 12,5% thereafter. Please see if you can obtain the same rates for Laughter in the Dark.Ga naar eind8 Bij een voorstel voor de rechten voor Glory (1932) wil De Boekerij dezelfde voorwaarden geven als voor Nabokovs debuutroman Mary (1926). Véra schrijft: He [Vladimir Nabokov - wd] would accept the advance of f4000 but only subject to a better rate of royalties than for Mary. (Incidentally, he is getting more advance from both his Italian and his German publishers on this work and a better royalty rate than the one for Mary). Accordingly, he wants 12,5% on the first 6000 copies sold, and 15% thereafter [in plaats van 10% tot 10.000 exemplaren, 12,5% vanaf 10.000 en 15% vanaf 20.000 - wd]. Glory is a comparatively short book and far less costly to translate and produce than, e.g., Ada. And it enjoys excellent press and sales in the United States.Ga naar eind9 In een brief later dat jaar krijgt Prins nog een aanvraag van De Boekerij voor Transparent Things (1972). Ook hier wil De Boekerij, bij monde van Henk Prins, dezelfde voorwaarden als voor Mary. Véra zegt hiermee niet akkoord te gaan, maar met andere argumenten dan bij Glory: While Mary is the first novel written and published by my husband almost half a century ago, and only now translated into many languages, Transparent Things is vn's latest, and possibly most perfect, work of fiction. [...] Not only the advance and the royalty rate are not acceptable to vn (they should at least match those for Glory) but also clause 2 of the Mary and Glory agreements should be here rewritten in more equitable form.Ga naar eind10 Mevrouw Nabokov is vaak ook ontevreden over de inhoud van de contracten. Omdat Véra door een slecht Lolita-contract met Olympia Press nog steeds in een rechtszaak verstrengeld is, is ze wantrouwig geworden, maar bovenal zeer kundig in het bestuderen van de contracten.Ga naar eind11 De contracten worden bovendien uitgespeld door hun advocaat. Over het algemeen gaat het om kleine aanpassingen die in ons land zo gebruikelijk zijn, dat ze in Nederlandse contracten niet eens opgenomen zijn, of het gaat om aanpassingen voor een gunstigere verdeling van andere rechten voor televisie- en radiolezingen. Naast de hiervoor vermelde royaltywensen voor Laughter in the Dark wenst Véra nog enkele wijzigingen in het contract: He would like it to be clearly stated that the rights in the work are being granted to uitgeverij Oisterwijk and cannot be transferred or assigned by them without the author's written consent. [...] He ordinarily insists that second serial rights be divided 60% for the author and 40% for the publisher. [...] He has just signed several agreements (with a German publisher, with a Portuguese-language publisher, etc.), all of which contain this condition. Finally, my husband asks me to tell you that the Dutch translation should be made from the American edition [in plaats van de Russische - wd].Ga naar eind12 Het contract moet dus ten eerste duidelijk stellen dat Laughter in the Dark niet zomaar bij een andere uitgeverij ondergebracht mag worden zonder toestemming van Nabokov; een vanzelfsprekende, maar belangrijke | |
[pagina 172]
| |
toevoeging. Bovendien moet het contract gunstigere secundaire rechten leveren (60% voor de auteur en 40% voor de uitgever), vanwege het percentage dat overgedragen dient te worden aan de literair agent. Een andere briefwisseling over contractwijzigingen betreft de roman Bend Sinister (1947), waarvan de vertaling verschijnt bij Van Oorschot. Véra heeft het door haar juridisch adviseur laten nakijken en eist de volgende aanpassingen: 1. par.1 of the agreement grants to the publisher the ‘book form’ rights in the Dutch language. Par.7, however, contemplates second serial rights, radio readings, to a paperback publisher, etc. It is not clear who has control over the negotiations with respect to such secondary rights. Wijziging 3 is op de Nederlandse markt onnodig, omdat er bij de openbaarmaking automatisch copyright op het werk zit. De uitgever zal dit toevoegen. Bij dit contract is Prins het echter niet eens met wijziging 1 en 2: since this is not at all usual. I have chequed this point with several contracts I have from American and English publishers, but none of them have mentioned it. Even if not specified in the contract, it is usual that negotiations with respect to such secondary rights are under control of the Publisher. Moreover I do not think that it will make much difference, since such fees in Holland are always so low, that only very small amounts are under discussion, for which a correspondence with the usa is hardly worth while.Ga naar eind14 Dat Véra's nauwkeurigheid niet altijd onterecht is, wordt duidelijk in de onderhandelingen over het Gogol-contract uit 1969. In dit contract staat dat de biografie Nikolaj Gogol opgenomen zou worden in de Meulenhoff-Reeks. Voor deze reeks gold een erg laag royaltypercentage: ‘4% until 5000 copies; 6% from 5001 until 10.000 copies; 8% from 10.001 for all furhter copies; advance payment of f850 on signature’. Nabokov gaat hiermee akkoord omdat het om een goedkope editie gaat. Echter in de derde alinea van het contract staat ‘publication of other editions’. Dit zou moeten zijn ‘publication of other printings’. Véra wil dat ‘the word “only” be added in par. 1 after “this publication will be in the Publisher's series “Meulenhoff-Reeks.” [...] Otherwise the publishers would have the right to bring out the book in any edition whatever on the same terms.’Ga naar eind15 Prins maakt zijn excuses voor: the oversight on my part in the verification of the said contract. It had been typed out according to a standard-model and I am afraid that this has excaped me, when I signed the letter. [...] I am sorry about this mistake and I shall be pleased to hear from you again.Ga naar eind16 Als Nabokov op vertrouwen van Prins dit contract getekend had, dan had Meulenhoff van Gogol voor dezelfde lage royalty's bijvoorbeeld een luxe hardcover kunnen maken. Voor een goedkope reeks als de Meulenhoff-reeks zijn lage royaltypercentages normaal, maar voor een normale paperback of hardcover worden de standaard percentages gehanteerd. | |
BoekenclubeditieUit de correspondentie valt op te maken dat Prins niet voldoet aan de verwachtingen van Véra. Dit blijkt | |
[pagina 173]
| |
ook uit het Ada-contract. De Bezige Bij heeft tegen die tijd al meerdere werken van Nabokov met enig succes uitgegeven en komt daarom als eerste in aanmerking voor de rechten van Ada (1969). De Boekerij biedt echter een hoger voorschot en hogere royaltypercentages. Véra wil daarom dat het door De Boekerij wordt uitgegeven. Aan dit contract blijken, net als bij het Gogol-contract, wel enkele haken en ogen te zitten, die Prins weer over het hoofd heeft gezien. Véra Nabokov doet haar beklag bij Prins dat De Boekerij haar heeft herinnerd aan een ‘inadvertently’ clausule over ‘copies sold at a discount of 50%, 70% and more which would bring the author 10% of the amounts received by the publisher’. Véra vreest dat de uitgever het boek als afgeprijsd registreert, waardoor de uitgever minder royalty's aan Nabokov hoeft uit te betalen. Véra verzoekt Prins nogmaals met De Bezige Bij te praten en ook de hierboven genoemde gebreken in het contract met De Boekerij te bespreken. De briefwisseling tussen Prins en Véra Nabokov over Ada is na ruim acht maanden en in totaal negentien brieven nog steeds niet afgerond. Het lukt Prins maar niet om de overeenkomst te sluiten. Dit is volgens Véra te wijten aan De Boekerij voor de ‘disturbing habit of inserting new provisions in a finished agreement’. Ze gaat niet akkoord met de royalty van 6% voor een paperback van Ada. Ze eindigt haar brief met: ‘If you are annoyed by these matters: believe that so is my husband! I nevertheless apologize for these inevitable requests.’Ga naar eind17 Prins reageert hier niet meer op en zegt alleen dat het contract klaarligt om getekend te worden. Uiteindelijk verschijnt het boek bij De Boekerij; er lijkt een verband te bestaan tussen de uitgave van Ada bij De Boekerij en haar tegenvallende verkoopcijfers.Ga naar eind18 Op 23 september 1974 verpest Prins het definitief bij Véra Nabokov, wanneer hij een overzicht stuurt van de afrekeningen. Bij Lolita levert de normale editie f724,76 op en de boekenclubeditie f3956,50. Omdat in het contract staat dat bij boekenclubedities slechts de helft van de royalty's wordt toegekend, levert dit uiteindelijk f1978,25 op. Mevrouw Nabokov is niet te spreken over de balans. Niet alleen omdat ‘it contains so many errors that it will have to be completely recomputed and redone’, maar vooral, en dit is de druppel, vanwege de boekenclubeditie van Lolita. Over deze zaak schrijft ze: Tekening van Vladimir, die verwoed vlinderverzamelaar was, voor Vera. Illustratie uit Vladimir Nabokov. A pictorial biography, Ann Arbor 1990
Lolita. I find no letter asking for vn's [Vladimir Nabokov] agreement to a clubbookedition in my file. Could you please send me a xerox if such an agreement or some kind of approval was signed by my husband or me regarding a bookclub edition. The original agreement with Oisterwijk does not contain any reference to bookclub rights. The copies of the new edition of Lolita that you sent me a while ago do not seem to indicate that they were part of a bookclub edition but merely of a new printing of the Oisterwijk edition. The deduction of f1978,25 from the amount of f3956,50 is not correct unless the bookclub edition can be proved to have been authorized by vn. This needs immediate clarification.Ga naar eind19 Véra zegt dat Nabokov nooit een boekenclubeditie heeft gewild en dat het ook niet in het oorspronkelijke contract staat. De 50% korting op deze verkoop | |
[pagina 174]
| |
is daarom niet geldig, tenzij er een verklaring bestaat waarmee Nabokov akkoord is gegaan. Prins reageert na een maand op de boze brief. Hij vindt dat Véra de slechte berekeningen overdrijft. Hij schrijft de boekenclubzaak nagekeken te hebben. In clausule zes van het contract tussen Oisterwijk en Nabokov staat dat het contract ook boekenclubrechten dekt. Formeel bestaat er dus een verklaring van Nabokov. Verder zegt hij dat ‘obviously there has been some confusion in this connection, as Oisterwijk was acting in good faith and was not aware of making an error, the more so as such bookclub-edition is in your own interest. Would you be so kind as to give your agreement now?’Ga naar eind20 De opmerking dat Oisterwijk in goed vertrouwen heeft gehandeld, neemt niet weg dat er samenspraak had kunnen zijn tussen Nabokov en Prins. De tweede opmerking is opvallender. De literair agent verdedigt zichzelf door aan te stippen dat het in haar eigen belang is dat er een boekenclubeditie kwam. Of ze zo vriendelijk wil zijn om haar instemming nu alsnog te geven. Het lijkt er niet op dat deze woorden helpen bij het gunstig stemmen van Véra Nabokov. Ze reageert niet meer op brieven van Prins, waarop hij inziet dat hij een fout heeft gemaakt. Twee maanden later besluit hij nadere uitleg te geven over de situatie: 12th February 1975. Uit deze brief blijkt dus dat het Prins geweest is die heeft ingestemd met de boekenclubeditie. Zoals moge blijken gold Prins meer als doorgeefluik dan als iemand die belangrijke beslissingen nam. Alles wat hij binnenkreeg, werd doorgespeeld aan Nabokov. Behalve nu. De beweegredenen van Prins zijn niet opmerkelijk; in het overzicht van verkochte boeken heeft eigenlijk alleen de boekenclubeditie geld opgeleverd. Maar Véra niet op de hoogte stellen en op eigen initiatief handelen, was een buitengewoon domme zet. In april 1975, bijna een halfjaar na Véra's boze brief, stuurt Prins weer een standaardverzoek naar Nabokov voor de vertaalrechten van Look at the Harlequins (1974). Zij reageert hierop met: As you know my husband never agreed to a bookclub edition of Lolita which somehow got published by Oisterwijk. My husband asked me to advise you once more that you owe him the difference between a royalty on the sales of a ‘bookclub edition’ and the regular royalty that Oisterwijk pays on his hardcover edition. I am afraid I cannot answer any of your questions until this is settled.Ga naar eind22 Prins heeft waarschijnlijk gevreesd dat de toekomstige provisie hem minder zou opleveren dan het verschuldigde bedrag dat hij moest betalen (uit de cijfers blijkt dat nieuwe werken van Nabokov niet heel goed verkopen). Hij hoopt dat de zaak doodbloedt. Maar Véra herinnert hem in juni middels een brief wederom aan deze kwestie. Ze stelt Prins ver- | |
[pagina 175]
| |
plicht voor ‘the difference between the royalty paid and the full royalty due on the so-called “bookclub edition” of Lolita which he refuses to recognize as such’. Bovendien vraagt ze of alle uitgeverijen die boeken uitgegeven hebben via hem de nog verschuldigde gelden direct aan Nabokov willen betalen. ‘At the same time please regard the present letter as a formal notification that, since that occurrence of the bookclub rights, you are no longer representing Vladimir Nabokov's books in Holland.’Ga naar eind23 Véra Nabokov had een wapenvergunning, naar eigen zeggen ‘ter zelfbescherming tijdens entomologische expedities’ van haar man als die vlinders bestudeerde. Foto uit Stacy Schiff, Vera. Mevrouw Vladimir Nabokov. Portret van een huwelijk. Amsterdam 1999
Een belangrijke taak van een agent is dat deze een adequate correspondentie onderhoudt. Op het moment dat Prins niets van zich laat horen, zeker in een delicate zaak als deze, komt het niet onverwacht dat Véra de samenwerking met Prins verbreekt. Als wanhoopsdaad probeert Prins de vertraging in zijn correspondentie goed te praten door te wijzen op een langdurige ziekte en de uiteindelijke dood van zijn accountant. Het geld waarop Nabokov recht heeft, wordt als volgt berekend: The regular sales of this book amounted to 0,96, of which you [Nabokov] received (after deduction of 0,144, being 15% commission, divided between Mrs. Clairouin and myself) f 0.816 per copy. For the bookclub-edition of 5930 copies this would correspondend to 5930 × f0,816 = f4838,88. I have ready transferred the royalties actually paid of f1978,25 [het geld waar Véra recht op had als het een boekenclubeditie zou zijn geweest - wd] less 15% commission f296,74 = f1681,51 which means that you now claim f3157,37. Prins benadrukt dat hij niet het hele bedrag kan betalen en dat hij ‘handled in good faith and that certain misunderstanding had complicated the matter’. Hij hoopt dat Nabokov ook begrip toont voor zijn situatie. Nabokov gaat akkoord met de 50%, hoewel Prins voor het volledige bedrag verantwoordelijk is. Ze eist dat het uiterlijk op 25 juni overgemaakt is. Ze vraagt tot slot of Prins een overzicht wil geven van alle uitgevers die via hem nog geld aan Nabokov verschuldigd zijn. Dit laat hij na. Wel stuurt hij tevergeefs nog een brief waarin vraagt hij om een leesexemplaar van Look at the Harlequins. Er komt nog een laatste brief van Nabokov met een bericht dat ze het geld van de ‘phoney bookclub edition’ heeft ontvangen. Ze gaat niet meer in op zijn verzoek voor een exemplaar van Look at the Harlequins, maar vraagt Prins wederom om de lijst met de verschuldigde gelden die uitgevers nog via Prins hebben openstaan: ‘My husband asks me that these statements cannot wait forever.’Ga naar eind24 Dit waren de laatste woorden van Véra Nabokov aan haar literair agent in Nederland. Uit het archief blijkt niet dat Prins de cijfers heeft verstuurd. |
|