veel werk van de Weense grootmeester en inspirator Alfred Cossmann zelf. Deze aanwinst werd omstreeks 1980 door het museum aangekocht van de bekende Nederlandse ex librisverzamelaar en antiquaar Johan Souverein.
Af en toe heb ik het voorrecht om, als het ware, likkebaardend langs de rekken met de dozen en mappen ex libris te mogen lopen in het depot van het museum, waarbij ik steeds weer onder de indruk ben van de hoeveelheid en verscheidenheid van het aanwezige materiaal. Ik zou graag alles willen bekijken en bestuderen, maar helaas: mij is maar één leven gegeven. Gebaseerd op enkele steekproeven durf ik te poneren dat de collectie ex libris van het museum een fundgrube is voor de ex librisvorser. Het betreft dan niet enkel de ex libris zelf, maar juist ook de daarbij aanwezige documentatie. De totale collectie zou een welhaast onuitputtelijke bron kunnen zijn voor studie, publicaties en promoties.
Ter illustratie van de rijkdom van de collectie heb ik een map nader bekeken en bestudeerd. Het bevat het werk van mijn meest geliefde kunstenaar, de Nederlander Chris Lebeau. Toen ik ruim 35 jaar geleden begon met het verzamelen van ex libris, kwam ik door toeval al snel in het bezit van enkele prachtige ex libris van Lebeau, zoals die voor de juristen Cleveringa en Meijers en de arts Johan Tuyt. Dit laatste is door de jaren heen mijn favoriet gebleven, ook al omdat het motief (psychiatrie) mij beroepshalve zo aansprak. Volgens de door Johan Schwencke samengestelde werklijst, die in juni 1945 gecontroleerd werd op het atelier van Lebeau, moet het Tuyt-ex libris in 1924 zijn gemaakt.
Met het bijzondere werk van Lebeau als vliegende start liet het ex libris mij niet meer los. Ook bleef ik naar mijn gevoel met de veelzijdige kunstenaar Lebeau verbonden. Lebeau moet een standvastige, overtuigende idealist zijn geweest, die uiteindelijk het leven verloor omdat hij weigerde zijn hulp aan het verzet op te geven. Op een briefkaart van 19 juni 1945 schrijft Sof Lebeau-Herman aan Johan Schwencke: ‘Helaas moet ik U een zeer treurige mededeling doen. Chris is einde maart of begin april in Dachau aan longontsteking gestorven.’ Naar aanleiding van Lebeaus dood schreef zijn vriend en geestverwant, de anarchist Albert de Jong in het links-socialistische weekblad De Vlam een ontroerend en persoonlijk in memoriam. ‘Hij haatte alle gezag, alle conventie, alle verhoudingen van meester en slaaf, van heer en knecht... Hij erkende geen andere verhouding dan de verhouding van gelijkheid, wederkerigheid, kameraadschap, solidariteit.’ Als hommage aan deze grote kunstenaar en persoon lijkt het mij gepast om Lebeaus eigen ex libris uit 1927 af te beelden met daarop een zelfportret.
Juist door de documentatie die in de mappen van het museum aanwezig kan zijn, krijgen de daarin opgeborgen ex libris nog meer betekenis en diepgang. Zo is de collectie veel meer dan alleen ruim 300.000 ex libris.