| |
| |
| |
Agenda
Veilingen
aabp auctions, Geldersekade 40a, 1012 bj Amsterdam, tel. (085) 8774826: nog niet bekend (www.aabp-auctions.com)
amsterdam book auctions, Quellijnstraat 127, 1073 xh Amsterdam, tel. (020) 3790060: nog niet bekend (www.amsterdambookauctions.nl)
bubb kuyper, Jansweg 39, 2011 km Haarlem, tel. (023) 5323986: 18-21 mei (www.bubbkuyper.com)
burgersdijk & niermans, Nieuwsteeg 1, 2311 rw Leiden, tel. (071) 5121067 / 5126381: 11 en 12 mei (www.b-n.nl)
de eland - de zon - loth gijselman, Weesperstraat 110, 1112 ap Diemen, tel. (020) 6230343, fax 020 6243447: 5 april (www.deeland.nl)
henri godts, Avenue Louise 230/6, 1050 Brussel, België, tel. (0032) (0) 26478548: 9 maart (www.godts.com)
marc van de wiele, Sint-Salvatorkerkhof 7, 8000 Brugge, België, tel. (0032) (0) 50333805: nog niet bekend (www.marcvandewiele.com)
romantic agony, Aquaductstraat 38-40, 1060 Brussel, België, tel. (0032) (0) 25441055: 12 en 13 maart (www.romanticagony.nl)
van stockum's veilingen, Prinsengracht 15, 2512 en Den Haag, tel. (070) 3649840: 2-3 juni (boek en prent) (www.vanstockums-veilingen.nl)
| |
Beurzen
Maart |
|
18-20 |
Maastricht Antiquarian Book & Print Fair, Maastricht (tijdens tefaf) |
18-21 |
Leipziger Buchmesse, Leipzig (d) |
|
April |
|
5 |
Paasboekenmarkt, Bredevoort |
10-11 |
bob-beurs, Pieterskerk, Leiden |
|
Mei |
|
15 |
Internationale Boekenmarkt, Bredevoort |
|
Juni |
|
3-5 |
The Antiquarian Booksellers Association Bookfair, Londen (uk) |
| |
Tentoonstellingen
Alles van waarde - Ontwerper Ootje Oxenaar
Grafisch ontwerper Ootje Oxenaar verwierf grote bekendheid met zijn ontwerpen voor Nederlandse bankbiljetten en postzegels. Hierdoor leverde hij een belangrijke bijdrage aan de bloei van het Nederlandse designklimaat. In het Museum voor Communicatie is nu een expositie te zien over zijn werk dat nog niet eerder is vertoond. Deze persoonlijke en bijzondere collectie is te zien tot en met 11 april.
Kinderpostzegels uit 1964, ontworpen door Ootje Oxenaar
| |
| |
De ‘Snip’, ontworpen door Ootje Oxenaar
In de expositie staat Oxenaars werk voor De Nederlandsche Bank en ptt centraal. Voor beide maakte hij eigenzinnige ontwerpen en bouwde hij aan een langdurige, hechte relatie. De afdeling Kunst en Vormgeving van ptt stond tot 1994 onder zijn leiding. Oxenaar gaf ontwerpers veel vrijheid en moedigde het experiment aan. Voor De Nederlandsche Bank ontwierp hij tussen 1965 en 1986 zijn spraakmakende bankbiljetten, zoals de ‘Snip’, de ‘Vuurtoren’ en de ‘Zonnebloem’. Het verdwijnen van de gulden betekende tevens het einde van de door velen gewaardeerde geldvormgeving. Oxenaar had voordat de euro werd ingevoerd wel ontwerpen ingediend voor de nieuwe biljetten, maar de Europese bank vond ze te gewaagd. Hiermee was het vooruitzicht om vernieuwende Nederlandse vormgeving op Europese schaal toe te passen helaas verdwenen.
‘Alles van Waarde’ toont niet alleen alle postzegels en bankbiljetten die Oxenaar ontwierp, ook de bijbehorende schetsen en ontwerpen zijn te zien, inclusief zijn voorstellen voor de eurobiljetten. De combinatie van deze objecten, gevat in de bredere context van Oxenaars werk, resulteert in een ontmoeting met een groot meester.
Adres: Museum voor Communicatie, Zeestraat 82, Den Haag, tel. (070) 330 75 00, www.muscom.nl. Openingstijden: dinsdag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur, zaterdag en zondag van 12.00 tot 17.00 uur.
| |
Tulpen in het Rijksmuseum
Het Rijksmuseum toont vanaf 2 maart tot en met 1 juli de mooiste zeventiende-eeuwse prenten en tekeningen van tulpen uit eigen collectie. Losse tulpen, tulpen in boeketten, in de tuin, als ontwerp voor een zilveren ornament en op allegorische afbeeldingen. Hoogtepunt van de presentatie is het tulpenboek van Jacob Marrel uit 1637-1639. Complete tulpenboeken zijn zeer zeldzaam en het exemplaar van Marrel is zelden getoond aan het publiek. Het tulpenboek was waarschijnlijk een soort catalogus waaruit klanten hun tulpenbollen konden bestellen. Het boek, nog in originele band, bevat ongeveer tachtig pagina's met tientallen tulpen, veelal rood en paars. In de zeventiende eeuw was de ‘gebroken’ of ‘gevlamde’ tulp het populairst. Deze tulp had in plaats van één kleur een witte of gele ondergrond met als tweede keur rood of paars. Deze bloemen droegen namen als ‘Spinnekop’, ‘Condé de Flandez’, ‘Bruit van Leide’ en ‘La Bella Sultana’.
Jacob Marrel, ‘Twee tulpen, een schelp en een insect’ (1639). Collectie Rijksmuseum, Amsterdam
In de gehele zeventiende eeuw bleef de tulpenbol een zeer kostbaar goed en in verschillende perioden kon de windhandel in bollen tot ongekende hoogten stijgen om daarna volledig in
| |
| |
te storten. In het bloemenboek van Agneta Block uit circa 1690 is te zien hoeveel deze rijke doopsgezinde weduwe voor één tulpenbol neertelde. Zij kocht in de Vechtstreek een groot buitenhuis waar zij enthousiast tuinierde. Ze liet een boek vervaardigen met afbeeldingen van alle planten uit haar tuin. De tulp ‘Root en geel van Leyden’ kostte al f100 maar een bol van de ‘Anvers’ spande de kroon met f510. Ter vergelijking: een jaarsalaris van een zeventiende-eeuwse schoolmeester lag op f200.
In het boek Hortus Floridus uit 1614 is een tuin te zien met verschillende tulpenbedden, zoals we die nu ook nog kennen. In de Gouden Eeuw moet dit een fantasietuin zijn geweest, want zelfs de rijkste koopman kon zich geen tulpenbed veroorloven. Verder toont de presentatie verschillende schitterende kleurenprenten van tulpen, spotprenten op de tulpenbollenhandel en een vanitasprent die het menselijk leven vergelijkt met het kortstondige leven van een bloem.
Adres: Rijksmuseum, Jan Luijkenstraat 1, Amsterdam, www.rijksmuseum.nl. Openingstijden: dagelijks van 9.00 tot 18.00 uur (vrijdag tot 20.30 uur).
| |
Vorstelijk tuinieren
Op 30 januari opende David Howard, voormalig head gardener van de Britse kroonprins, de tentoonstelling Vorstelijk tuinieren in Teylers Museum. Bezoekers wandelen in de expositie door de belangrijkste koninklijke tuinen van de afgelopen vierhonderd jaar. Prins Charles, koning Lodewijk xiv, koning-stadhouder Willem iii en keizerin Joséphine Bonaparte kruisen hun pad. De tentoongestelde originele aquarellen van het Highgrove Florilegium - een prestigieus boek op groot formaat met bloemportretten uit de tuin van de Britse kroonprins - vormen het hoogtepunt. Nooit eerder waren deze botanische tekeningen van de prinselijke residentie Highgrove in Nederland te zien. De tentoonstelling loopt tot 9 mei.
Hortus Eystettensis uit 1613
Naast tekeningen uit het bijna twintig kilo wegende, peperdure boek van prins Charles, toont Teylers Museum andere topwerken uit de botanische kunst. Volgens de Britse kroonprins, een gepassioneerd tuinier en aquarelschilder, zijn de bloemboeken niet alleen good for the soul maar ook belangrijk omdat ze ons eraan herinneren dat we deel van uitmaken van de natuur. De zogenoemde florilegia, bloemenboeken, kennen een lange geschiedenis. Vele vorstenhuizen lieten in voorgaande eeuwen hun bloemen- | |
| |
en plantencollecties vereeuwigen in rijk geïllustreerde en exclusieve boekwerken. Een van de zeldzaamste en mooiste florilegia ter wereld bevindt zich in de collectie van Teylers Museum: de Hortus Eystettensis uit 1613 met handgekleurde afbeeldingen van exotische planten uit de tuin van kasteel Willibaldsburg in Eichstätt. In deze eens beroemde tuin had de kosmopolitische prins-bisschop Johann Conrad von Gemmingen alle op dat moment bekende planten bijeengebracht, inclusief de pas ontdekte soorten uit Azië en Amerika, zoals de aardappel. De kleurrijke bloemtekeningen uit Hortus Regius Honselaerdicensis (1685-1688) laten bezoekers zien welke bloemen de Nederlandse stadhouder Willem iii verzamelde in de tuinen van paleis Honselersdijk. Vele guldens betaalde Willem iii voor de aanleg van één van de rijkste tuinen van de Nederlanden. Duizenden bloemen en planten werden voor hem verscheept. Met de collectie citrusbomen die hij wist aan te leggen, overtrof hij de verzameling van Lodewijk xiv bij Versailles. Ook zijn enkele florilegia te zien van de hand van Pierre-Joseph Redouté (1759-1840) die als de meester van de botanische kunst bekendstaat. In dienst van ‘rozenkeizerin’ Joséphine de Beauharnais (1763-1814), vrouw van Napoleon, kon hij zijn teken- en schildertalent optimaal ontwikkelen.
Adres: Teylers Museum, Spaarne 16, Haarlem, (023) 5160960, www.teylers.nl. Openingstijden: dinsdag t/m zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur, zondag van 12.00 tot 17.00 uur.
| |
Ella Riemersma
De Zeeuwse Bibliotheek heeft in samenwerking met publicist Peter van Dam een tentoonstelling samengesteld over illustratrice Ella Riemersma (1903-1993). Deze expositie is te zien tot en met 22 maart. Ze omvat boekbanden en illustraties voor kinderboeken, boekbanden in art-decostijl, kalenders, prentbriefkaarten, modetekeningen en reclameboekjes. Verder zijn er twee prentenboeken uit 1928 te zien, waaronder de speciaal op Zeeland gerichte uitgave Van vier vroolijke klantjes in het Zouteland. Het expositiemateriaal komt uit diverse privécollecties.
Boekbandontwerpster Ella Riemersma geniet tegenwoordig weinig tot geen bekendheid meer. Haar naam circuleert weliswaar veelvuldig in verzamelaarskringen, maar de benodigde achtergrondgegevens over haar werk en leven waren tot voor kort nauwelijks voorhanden. Met een tentoonstelling en boekpublicatie wordt nu aandacht besteed aan haar veelzijdige oeuvre dat zij in korte tijd (1921-1933) heeft uitgevoerd.
In 1921, toen zij net haar hbs afrondde, debuteerde ze met modetekeningen in het tijdschrift Merwepost, voor Dordrecht en omgeving. Haar opleiding kan als autodidactisch worden aangemerkt. In 1922 werd ze lid van het schildergenootschap ‘Pictura’ in Dordrecht en nam aan enkele groepstentoonstellingen deel. In dat jaar debuteerde ze met illustraties en boekbanden voor enkele kinderboekuitgaven van de bekende schrijver en onderwijzer Simon Abramsz (1867-1924). Onder de signaturen: E.R., Ella R. en Ella Riemersma illustreerde ze onder andere voor het kindertijdschrift Zonneschijn. Daarnaast heeft zij band en illustratie verzorgd voor ruim honderd boekwerken.
Ze vervolgde haar werk met modetekeningen die zijn afgedrukt in De Groene Amsterdammer en De Vrouw en haar Huis. Riemersma heeft veel gewerkt in opdracht van de uitgeverijen Van Holkema en Warendorf en J.M. Meulenhoff uit Amsterdam. Hier zijn het vooral de boekbanden uitgevoerd in de art-decostijl. Van september 1924 tot half oktober 1927 werkte Riemers- | |
| |
ma als ‘Japonnenteekenares’ voor Metz & Co in Amsterdam, toonaangevend in interieurinrichting en mode. Reclameopdrachten voerde zij uit voor De Vereeniging van Directeuren van Electriciteitswerken in Nederland, de Gemeentelijke Electriciteitswerken in Amsterdam, modemagazijn H. Mack en Felix Katten in Den Haag, en cacao- en chocoladeonderneming A. Driessen uit Rotterdam. Uitgeverij Weenenk & Snel in Den Haag bracht prentbriefkaarten van haar uit die ondertussen in verzamelaarskringen het predicaat ‘zeldzaam’ hebben meegekregen. Voor het in drukkerskringen bekende typografisch tijdschrift Het Tarief ontwierp zij in 1925 het omslag.
Professioneel was zij actief tot 1933, toen ze trouwde. In een zelfgekozen anonimiteit overleed Ella Riemersma in 1993 in Wenen op 89-jarige leeftijd.
Adres: Zeeuwse Bibliotheek, Kousteensedijk 7, Middelburg, tel. (0118) 654254, www.zeeuwsebibliotheek.nl. Openingstijden: dinsdag t/m vrijdag van 10.00 tot 21.00 uur, zaterdag van 10.00 tot 16.00 uur.
| |
150 jaar Max Havelaar
Honderdvijftig jaar geleden schreef Multatuli zijn beroemde boek Max Havelaar: een werk van uitzonderlijke literaire kwaliteit dat bovendien een enorme maatschappelijke en politieke impact heeft gehad. Het is dan ook opgenomen in de canon van de Nederland. De uitgave van dit belangrijke boek wordt herdacht met de tentoonstelling ‘Het is geen roman, 't is een aanklacht!’ 150 jaar Max Havelaar, te zien bij de Bijzondere Collecties van de UvA, de plek waar de handschriften van Multatuli worden bewaard.
Pagina uit het handschrift van Max Havelaar
Op 15 mei 1860 verscheen bij uitgeverij De Ruyter in Amsterdam het boek dat de Nederlandse geschiedenis een andere wending zou geven: Max Havelaar of de koffij-veilingen van de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Multatuli, pseudoniem van Eduard Douwes Dekker (1820-1887), wilde met het boek de misstanden aan de kaak stellen die hij had meegemaakt toen hij van 1838 tot 1856 als ambtenaar diende in Nederlands-Indië.
In de tentoonstelling wordt het politieke, maatschappelijke en literaire belang van Max Havelaar in beeld gebracht. Centraal staat de aanklacht tegen onderdrukking, een boodschap die nog steeds actueel is. De tentoonstelling is gemaakt in samenwerking met het Multatuli Genootschap.
Adres: Bijzondere Collecties uba, Oude Turfmarkt 129, Amsterdam, tel. (020) 525 7300, www.bijzonderecollecties.uba.nl. Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur, zaterdag en zondag van 13.00 tot 17.00 uur.
| |
| |
| |
Spotprenten in de spotlights
Sinds 2005 houdt Het Markiezenhof in Bergen op Zoom zich bezig met de politieke prent. Het museum verzamelt prenten en organiseert regelmatig tentoonstellingen. Tot en met 29 augustus is daar de tentoonstelling Spotprenten in de spotlights. Marius Bauer en tijdgenoten 1895-1897, in samenwerking met de Marius Bauer Documentatie Stichting. De tentoonstelling laat alle ruim honderd spotprenten zien, die het weekblad De Kroniek heeft gepubliceerd. De Kroniek was een algemeen weekblad, in 1895 opgericht door de Amsterdamse journalist Pieter Lodewijk Tak. Hij wilde een maatschappijkritisch weekblad maken met aandacht voor kunst, cultuur en politiek, en verzamelde daartoe publicisten en kunstenaars rond zichzelf en zijn blad; onder hen de kunstcriticus Jan Veth, de architect H.P. Berlage en de componist en muziekcriticus A. Diepenbrock. Jan Veth introduceerde de kunstenaars bij Tak, van wie Marius Bauer, Anton Molkenboer, Willem van Konijnenburg en Jan Toorop de wekelijkse spotprenten maakten, die op hetzelfde formaat als het blad werden afgedrukt. Bauer was de productiefste van deze tekenaars met 52 en Toorop de minst productieve met slechts twee prenten. Marius Bauer is vooral bekend geworden als maker van oriëntaalse schilderijen en grafiek. Zijn liefde voor de Oriënt is in veel van zijn spotprenten te herkennen. Alle spotprenten uit De Kroniek worden door Het Markiezenhof in hun historische context getoond. Bij de tentoonstelling is het boek Marius Bauer als kritisch kunstenaar. Zijn satirische prenten in De Kroniek 1895-1897 van Henk Slechte verschenen, uitgegeven door de Bauer Documentatie Stichting en Uitgeverij Waanders in Zwolle.
In Den Haag is de Nederlandsche Etsclub opgeheven. Marius Bauer is de lange man, derde van rechts, met de bundel ‘Schuld’. Litho 19 januari 1896
Adres: Het Markiezenhof, Steenbergsestraat 8, Bergen op Zoom, tel. (0164) 27 70 77, www.markiezenhof.nl. Openingstijden: dinsdag t/m zondag van 11.00 tot 17.00 uur.
| |
| |
| |
| |
Arie van den Berg schenkt collectie ‘populair drukwerk’ aan Bijzondere Collecties
Op 18 december 2009 werd het eerste deel van de omvangrijke collectie populair drukwerk van de Amsterdamse verzamelaar Arie van den Berg overgedragen aan de Bijzondere Collecties van de UvA. Onder de noemer populair drukwerk vallen de centsprenten, almanakken, volksboeken en vele andere genres die vanaf de zestiende eeuw een grote populariteit genoten bij brede lagen van de bevolking. Het betreft veelal uiterst zeldzame publicaties die weliswaar in grote aantallen werden gedrukt, maar waarvan maar heel weinigen de tijd hebben dorostaan.
Op termijn wil Van den Berg zijn gehele collectie onderbrengen bij de Bijzondere Collecties; de huidige schenking omvat het verhalend, historisch en praktisch-informatief drukwerk. Dat varieert van humoristische liefdeslessen in een Amsterdamse uitgave van De Wegwijzer der Minnaars en Minnaressen tot een ruime selectie katholieke devotieboeken. Beroemde verhalen, zoals dat van de vier Heemskinderen, zijn in vele tientallen uitgaven vertegenwoordigd, zowel in het Nederlands, Frans, Duits, Engels als in andere talen. De collectie weerspiegelt daarmee een belangrijk deel van de Europese populaire cultuur. De ub is bijzonder verguld met deze schenking waarmee hun collectie een nog rijkere bron wordt voor onze kennis van het dagelijks leven van ‘de gewone man en vrouw’ in vroeger tijden.
Arie van den Berg (Alkmaar, 1948) is dichter, poëziecriticus, inhoudelijk adviseur van de Schrijversvakschool Amsterdam en rasverzamelaar. Zijn belangstelling voor populair drukwerk leidde onder meer tot publicatie van de essaybundels Van binnen moet je wezen (1989), Hier komt Urbanus bij een hoer (1993) en Kikkers, muizen en nieskruid (1999).
|
|