en een hoogleraar die lid was van de PvdA, dat kón gewoon niet! Hij werd gedwongen dat lidmaatschap op te geven. Toen heeft Van Duinkerken een brief geschreven: ‘Dan zeg ik mijn lidmaatschap op, maar mijn vrouw blijft wel lid van de PvdA. En zoals u weet, mijne heren - dat waren zijn collega's - man en vrouw zijn één.’
In de eerste helft van de jaren zestig was je in Nijmegen, ook als student, al vrij links als je PvdA stemde. Door een heleboel factoren is die studentenbeweging in Nijmegen steeds krachtiger en theoretischer geworden. Er was meer eenheid onderling, omdat wij die fractieverdeeldheid zoals in Amsterdam helemaal niet hadden. De psp, de cpn en een trotskistische groepering waren er wel, maar zo klein dat ze nauwelijks invloed hadden.
Waren jullie actief in een politieke partij?
Nee. Rob van Gennep wel. Hij zat bij Nieuw Links en gaf het tijdschrift Interlinks zelf uit. Nieuw Links, waarvan de programmatische uitgave Tien over rood nog mede door Johan Polak werd uitgegeven, was toen de meest progressieve vleugel van de PvdA en had ook wel anarchistische sympathieën. Rob was echter sterk anticommunistisch, althans, sterk tegen de cpn. Uitgeverij Pegasus, gevestigd in de Leidsestraat, was aan de cpn verbonden en daar had Rob altijd bonje mee. Zij gaven teksten van Lenin en Marx uit. Dat hebben we trouwens bij de sun ook gedaan, en ook wij kregen daar dan meteen ruzie over, want bij Pegasus vonden ze dat wij daar helemaal niet aan mochten komen. Wij hadden meer waardering voor de cpn dan Rob; zijn aversie had volgens mij iets met Amsterdamse politiek te maken. Zo was hij heel erg tegen de aanleg van de metro, waar de cpn, lid van het college van B&W, heel erg voor was.
Mensen als Paul Scheffer en Gabriël van den Brink hadden in de jaren zeventig de sun als een soort inloophuis - in feite hun intellectuele basis, met name rond het tijdschrift Te Elfder Ure. We gingen 's avonds altijd naar het café, borrelen en discussiëren. Scheffer en Van den Brink waren wel een tijdje lid van de cpn, maar dát hebben wij ze altijd van harte afgeraden.
Welke linkse uitgeverijen waren er nog meer?
In Tilburg had je Kruit, de Kritiese Uitgeverij Tilburg. Binnen de Amsterdamse studentenvakbond (de ‘grondraad’, de asva) ontstond de Socialistische Uitgeverij Amsterdam (sua), die de Amsterdamse sun moest worden. Feministische uitgeverijen waren er ook: De Bonte Was en Sara. Onze vertegenwoordigster Margreet Flink heeft nog even Sara vertegenwoordigd. Er publiceerden feministen bij sun - bijvoorbeeld Joyce Outshoorn, nu hoogleraar te Leiden en Selma Leydesdorff, nu hoogleraar in Amsterdam - maar met radicaal-feministen werkten we niet samen. Daar hadden wij toch niet zoveel mee op.
Rob had in de jaren zeventig ook contact met enkele Vlamingen, zoals de kunstenaar Jan Vanriet. Op een gegeven moment stuitte hij op Kritak, een Leuvense uitgeverij. Kritak staat voor Kritische Aktie en was geïnspireerd door de Nederlandse Derde Wereld Beweging. Het was eigenlijk een soort studentenuitgeverij, van linkse snit. Niet maoïstisch, maar een beetje vergelijkbaar met de sun. Rob had dat in de gaten en heeft contacten gelegd, met als gevolg een nauwe samenwerking. Rob werd de vertegenwoordiger van Kritak in Nederland en Kritak van Van Gennep in Vlaanderen. Wij hebben rond 1976 gevraagd of we ons ook konden aansluiten en dat kon: vanaf 1977 vertegenwoordigde Kritak onze boeken in Vlaanderen. Het ging om grote aantallen: als er een boek verscheen, gingen er meteen een paar honderd exemplaren naar Vlaanderen. De sun had relatief veel Vlaamse schrijvers. Amsterdam is altijd erg op Angelsaksische schrijvers gericht geweest; Nijmegen