[Nummer 2]
Voorwoord
Een duik in de geschiedenis van Boekhandel en Uitgeverij Van Gennep is meer dan een verhaal over boeken. De geschiedenis van Van Gennep - althans waar het de eerste decennia betreft - is een afspiegeling van alles wat Nederland die jaren bezighield. En dan vooral wat links Nederland bezighield. Dit moet je in elk geval vaststellen bij het zien van de fondslijst: provo, klassenstrijd, tweede- en derdewereldpolitiek, vrouwenstrijd, de seksuele revolutie, ‘geestverruimende middelen’, het milieu en ‘eksperimentele’ literatuur, om slechts de in het oog springende voorbeelden te noemen. Uitgeverij Van Gennep was, om met auteur Breyten Breytenbach te spreken, ‘een soort zeeroversuitgeverij’. Hippies, zou je kunnen zeggen. Op de foto's overheersen snorren, baarden, lang haar. Spijkerbroeken en hippiegewaden waren de huisdracht. Het ging er een beetje anders aan toe dan bij de meeste boekhandels en uitgeverijen. Niks kantoorsfeer. Breytenbach, in 2007 voor Vrij Nederland geïnterviewd over Rob van Gennep, zei: ‘Als je hem zag, wist je: die heeft nog inkt aan zijn handen.’ Wie het omslag van Zeerovers bestudeert, waarop we Rob van Gennep in Che Guevara's dagboek zien lezen, kan toch moeilijk ontkennen dat er een zekere verwantschap bestond. Een uitgever-guerillero was hij, iemand voor wie boeken wapens waren.
Het is in januari 2009 veertig jaar geleden dat uitgeverij Van Gennep officieel werd opgericht, dat wil zeggen: in 1969 verschenen voor het eerst uitgaven met daarop de naam van Rob van Gennep als uitgever. Voordien had hij met Johan Polak, al even legendarisch, samengewerkt. Dit jubileumjaar was voor de redactie van De Boekenwereld een mooie aanleiding om dit themanummer samen te stellen. De bijdragen komen uit verschillende richtingen. Een groot deel ervan vloeit voort uit een werkcollege aan de Universiteit van Amsterdam binnen de master redacteur/editor. Het werd gegeven door Lisa Kuitert, redacteur van De Boekenwereld. Het onderwerp was Uitgeverij Van Gennep. In het iisg ligt een negentien meter tellend archief van de uitgeverij, dat goed toegankelijk, maar uiteraard niet compleet is. De studenten gingen in tweetallen of alleen op zoek naar een stukje van de geschiedenis van Boekhandel en Uitgeverij Van Gennep. Het resultaat was een aantal interessante nota's. Sommige daarvan hebben in omgewerkte vorm een plaats gekregen in dit nummer. Daarnaast ging Joyce Kraaijeveld toevallig van start met een bijzonder afstudeerproject. Zij bracht de omvangrijke bibliotheek van Rob van Gennep in kaart. Dit deed ze in zijn privéwoning in Amsterdam, waar zijn weduwe Hedda van Gennep nog altijd woont. Het doel was de persoonlijke bibliotheek in verband te brengen met het fonds van de uitgeverij, om daarmee uitgever en uitgeverij scherper in verhouding tot elkaar te plaatsen. Aan die vraagstelling danken we dus ook een lijst van uitgegeven titels, die achterin is opgenomen. Een inleidend artikel van Hans Renders en Sjoerd van Faassen, en een interview met Sjef van de Wiel, een andere linkse uitgever uit die tijd, maken het beeld van een roemruchte uitgeverij in een al even roemrucht tijdperk compleet.
Toen de kopij voor dit nummer in grote lijnen gereed lag, kwamen nieuwe studenten in actie die, onder leiding van Everdien Rietstap, gezamenlijk de stukken van hun medestudenten hebben geredigeerd. Tegelijkertijd konden we met een subsidie van het R.O. van Gennepfonds op zoek gaan naar een ruime hoeveelheid illustratiemateriaal om de geschiedenis ook visueel tot leven te brengen. Het resultaat ligt voor u.
Namens de redactie,
Lisa Kuitert en Menno Anbeek