begin van een lange reeks publicaties over de Volksschrijver, van wie Sjaak een echte fan werd. Hij was gegrepen door wat hij Reves ‘romantische ironie’ noemde: een stijlvorm waarbij de schrijver zich relativerend en ontregelend tot de lezer richt en zo zijn tekst verstoort én versterkt.
Sjaak Hubregtse als voorzitter van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen. V.l.n.r.: Corinna van Schendel, Sjaak Hubregtse, Gerard van Balveren. (Foto: Wim Gielen)
Met titels als ‘Funktioneren van de Demokratie. De Studentenvertegenwoordiging stelt geen reet voor!’ betrad Sjaak de maatschappijkritiese arena. Maar hij schreef ook over serieuze vakonderwerpen als moedertaaldidactiek. In 1982 werd hij redacteur van de ‘Memoreeks: analyse en samenvatting van literaire werken’ en hij voltooide de Opleiding tot Wetenschappelijk Bibliothecaris met een scriptie over het Nederlandse pocketboek, een geheel nieuw onderwerp. Hij had feeling voor wat nieuw en onopgemerkt was. Over pockets ging hij daarna geregeld schrijven in Boekblad, dat op zijn initiatief een rubriek startte waarin hij nieuwe tijdschriften besprak.
Langharig en in spijkerbroek begon Sjaak in 1976 als docent Nederlands bij de Frederik Muller Akademie (fma) in Amsterdam, de opleiding voor bibliothecarissen en uitgevers. Hij bleef er tot 2005. Naast letterkunde en vergadertechniek ging hij ook vakken als boekgeschiedenis en typografie doceren. Zijn haar werd geleidelijk korter, de spijkerbroek hield stand. Computers en managers deden hun intrede, de fma werd Instituut voor Media en Informatie Management. Sjaak volgde de digitale ontwikkelingen en gaf les over ‘informatieproductie en -behoud’. Hij schreef over dreigende digitale kloven en was nauw betrokken bij de organisatie van bibliotheekcongressen in voormalige Oostbloklanden.
Na onenigheid met Reve - zelfs hij, zachtaardige! - verkocht Sjaak een deel van zijn Revecollectie, waaronder brieven van Reve aan hem. Hij verlegde zijn aandacht naar het uiterlijk fraaie boek en de relatie tussen typografie en socialisme. De negentiende-eeuwse socialist-typograaf William Morris werd zijn nieuwe held. Als lid van de William Morris Society verzamelde hij Morrisiana. Ook werd hij actief lid van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen, zat vanaf het eerste jaarboek (1993) in de redactie, was voorzitter van 1999-2005 en daarna lid van de reiscommissie.
Bij zijn afscheid van de Hogeschool van Amsterdam verscheen een fraai vriendenboek: Hubregtse in herdruk: over romantische ironie, bibliofilie, informatieongelijkheid en Sjaak Hubregtse (Amsterdam: W. Lamberix, 2005). Het bevat artikelen van Sjaak, per thema speels-kritisch