Undercover
Jan Bos
Afbeelding van en spotdicht op Van Goens op de titelpagina van Le Voici, een anoniem pamflet uit 1782. (Exemplaar: Koninklijke Bibliotheek pflt 20260)
In het jaar 1781 was de stad Utrecht het toneel van hevige twisten tussen patriotten en prinsgezinden. Beide partijen bestookten elkaar met felle pamfletten. Het merendeels prinsgezinde stadsbestuur had weliswaar alle anti-orangistische pamfletten verboden, maar onder de toonbank ging de verkoop gewoon door. Een zekere buitenlandse reiziger, die in dat jaar Utrecht bezocht, was wel benieuwd naar de verboden libellen en de knecht van het logement waar hij verbleef, werd naar de boekverkoper Bartholomeus Wild gestuurd om er een stuk of wat te kopen. Maar Wild vertrouwde het zaakje niet. Hij kon de pamfletten wel leveren, zei hij, maar hij wilde eerst meer weten over die onbekende koper. Toen hij doorvroeg moest de knecht al gauw bekennen dat de buitenlandse reiziger helemaal niet bestond. Het fel-orangistische vroedschapslid Rijklof Michael van Goens had de boekhandelaar willen betrappen op het verkopen van verboden boeken en daartoe dit snode plan beraamd. Van Goens, toch al verre van geliefd, had het bij de burgerij nu echt te bont gemaakt. De pamflettenstroom die hij had willen indammen, zwol juist nog extra aan en hij werd ook lijfelijk bedreigd. Niet veel later nam hij de wijk naar Den Haag. Utrecht zag hem nooit meer terug.