De Boekenwereld. Jaargang 22
(2005-2006)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 66]
| |
Dansen en Rhytmen
| |
[pagina 67]
| |
Afbeelding 1 De band van de gebonden uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Ontworpen door Isaac Israels. Erens-archief, Nijmegen
Afbeelding 2 Het omslag van de ingenaaide uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Ontworpen door Isaac Israels. Erens-archief, Nijmegen
twee totaal verschillende voorstellingen (afbeelding 1-2). Dansen en Rhytmen verscheen begin mei 1893. In Versluys tussen oud en nieuw uit 1986 schrijft Enno Endt als eerste over de gebonden én de ingenaaide editie.Ga naar eind6 In de catalogus In den zoeten inval van antiquariaat Schuhmacher uit november 1989 zijn de gebonden en de ingenaaide uitgave in één catalogus te koop aangeboden en naast elkaar afgebeeld.Ga naar eind7 Het verschil is overduidelijk. De gebonden exemplaren hebben een roodbruine tekening en belettering op een lichtgroene ondergrond; de crème papieren omslag van de ingenaaide uitgave heeft een zwarte tekening en belettering. Voor omslag en band bestaan in totaal zo'n twintig ontwerptekeningen in openbare en particuliere verzamelingen. De kunsthistorische literatuur noemt alleen de bandtekening van Dansen en Rhytmen.Ga naar eind8 Over de omslagtekening wordt niet gerept. | |
OmslagVoor het omslag bestaan - voorzover bekend - drie getekende ontwerpen (afbeelding 3, 5 en 6). Bij alledrie staan steeds een harmonicaspeler, een fluitspelend jongetje en een dansend paar te halven lijve centraal. Op de achterkant van de tekening uit Museum Boijmans Van Beuningen heeft Israels nog een vierde schetsje (afbeelding 4) gemaakt waarbij het dansende paar zich niet rechts maar links bevindt. Het getekende clichémodel is tot nu toe niet boven water gekomen. De ontwerpen voor deze ingenaaide uitgave houden direct verband met enkele monumentale zwartkrijttekeningen, pastels en olieverfschilderijen van Isaac Israels (afbeelding 7-11 en afbeelding 30-31). Volgens Erens zijn ze gemaakt in een danshuis aan de Zeedijk.Ga naar eind9 Ook Breitner frequenteerde die uitgaansgelegenheid (afbeelding 12). | |
[pagina 68]
| |
Afbeelding 3 Ontwerptekening door Isaac Israels voor de ingenaaide uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Zwart krijt en penseel in zwart, 212 × 163 mm (recto). Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam (inv. nr. MB 525)
Afbeelding 4: zie omslag en bijschrift op p. 65 Afbeelding 5 Ontwerptekening door Isaac Israels voor de ingenaaide uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Pen en penseel in zwart, 215 × 139 mm. Gesigneerd m.o.: 1 i.
Gemeentemuseum, Den Haag (bruikleen Wibbina Stichting; inv. nr. T 768-X-1972) Afbeelding 6 Ontwerptekening door Isaac Israels voor de ingenaaide uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893.
Oostindische inkt en zwart krijt, 212 × 177 mm (recto). Gesigneerd l.o.: i i. Gemeentemuseum, Den Haag (bruikleen Wibbina Stichting; inv. nr. T 770-X-1972). Ter hoogte van de rug zijn enkele karikaturale figuurtjes getekend | |
[pagina 69]
| |
BandOp een ontwerptekening in het Haags Gemeentemuseum (afbeelding 6; zie ook afbeelding 13) is op de rug van het omslag in de ontwerptekening een aantal karikaturale figuurtjes geplaatst. De één hanteert een viool, de ander draagt een puntmuts. Enkele van deze karikaturen keren terug als achtergrondorkest op de voorzijde van de gebonden uitgave. Hier figureert op de voorgrond een drietal dansende paren, door Erens zo beeldend beschreven: ‘de Zeedijk is voor hen de buurt van ontspanning en plezier: daar gaan ze 's avonds “draaien” zooals ze het voortreffelijk noemen en buiten die straten houdt de wereld voor hen op’.Ga naar eind10 Een overgang tussen beide ontwerpen vormt één van de vier tekeningen in Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam waarop het dansende paar van de ingenaaide uitgave gecombineerd is met enkele muzikanten uit de achtergrond van de gebonden editie (afbeelding 14). Het is moeilijk een duidelijke volgorde in de tekeningen voor de band aan te brengen. De zes bladen uit het bezit van Frans Erens (waarvan zich nu drie in het Erens-archief en de andere drie in een particuliere collectie bevinden) hebben alle betrekking op de gebonden editie van Dansen en Rhytmen (afbeelding 17-19 en afbeelding 21-23). Verschillen treden vooral op in de wijze van belettering en in de plaats van de naam van de auteur en die van de uitgever. Op twee ontwerpen is de naam van de uitgever zelfs weggelaten. Een van de tekeningen is - zoals goed te zien is - het clichémodel (afbeelding 18). Op dit blad is als correctie aan de rechterzijde een vrouwenkopje op een apart stukje papier geplakt. De tekening komt geheel overeen met het gerealiseerde bandontwerp. Drie van de vier studies uit Museum Boijmans Van Beuningen die Israels in 1898 aan de toenmalige directeur P. Haverkorn van Rijsewijk schonk (afbeelding 14, 20 en 24), staan qua uitvoering dichtbij de zes tekeningen uit het bezit van Erens. In de studies uit het Haags Gemeentemuseum is Israels nog zoekend naar de juiste balans tussen de voorstelling en de belettering (afbeelding 15-16). De tekening uit de voormalige collectie van dr. J.F.S. Esser (afbeelding 25) en het blad uit het Amsterdams Gemeentearchief (afbeelding 26) lijken varianten te zijn op de bladen uit het voormalige bezit van Erens en het groepje uit Museum Boijmans Van Beuningen: nu eens met de violist centraal, dan weer met het hele orkest op de achtergrond. | |
BladomlijstingenWat tot nu toe onopgemerkt is gebleven, is dat Israels zich niet alleen met het ontwerp van de band heeft beziggehouden, maar ook een drietal tekeningen heeft gemaakt die direct samenhangen met afzonderlijke prozagedichten in de bundel.Ga naar eind11 De één draagt als titel ‘Intocht’ (afbeelding 27) en de andere twee ‘Zeedijk’ (afbeelding 28-29). Op de eerste tekening is rechts op de Nederlandse vlag met oranje wimpel een deel van de tekst van ‘Intocht’ met nieuwe afbrekingen opgenomen. Het middendeel van de tekst is weggelaten. Het prozagedicht heeft betrekking op het bezoek dat de Duitse keizer Wilhelm ii met zijn gevolg in 1891 aan ons land bracht. Op 30 juni voer het keizerlijke jacht van IJmuiden naar Amsterdam, waar het hoge bezoek - op de tekening van Israels door een bijna Ensoriaanse mensenmassa - enthousiast werd onthaald. Op eenzelfde manier is een begin gemaakt met het prozagedicht ‘Zeedijk’. Ook hier is geprobeerd tekst en beeld met elkaar te verenigen. Blijkbaar is al gauw afgezien van deze kostbare maar zeer aantrekkelijke uitvoering, want voor meer dan de twee genoemde prozagedichten zijn geen bladomlijstingen bekend. | |
[pagina 70]
| |
Afbeelding 7: Isaac Israels, Danshuis aan de Zeedijk, 1892/'93. Zwart krijt, 325 × 350 mm. Gesigneerd r.o.: Isaac Israels. Particuliere collectie
Afbeelding 8: Isaac Israels, Danshuis aan de Zeedijk, 1892/'93. Pastel (of aquarel?), maten onbekend. Gesigneerd m.o.: isaac israels. Verblijfplaats onbekend. Afgebeeld onder andere in Erens 1900, op. cit. (noot 2), p. 7
Afbeelding 9: Isaac Israels, Harmonicaspeler, 1892/'93. Zwart krijt, 645 × 530 mm. Gesigneerd m.o.: Isaac Israels. Particuliere collectie
Afbeelding 10: Isaac Israels, Harmonicaspeler, 1892/'93. Zwart krijt, 327 × 347 mm (dagmaat). Gesigneerd l.o.: Isaac Israels. Particuliere collectie
| |
[pagina 71]
| |
Afbeelding 11: Isaac Israels, Danshuis aan de Zeedijk, 1892/'93. Pastel, 291 × 443 mm (dagmaat). Gesigneerd r.o.: Isaac Israels. Erens-archief, Nijmegen
Afbeelding 12: G.H. Breitner, Dansend paar, 1892/'93. Zwart krijt, 418 × 448 mm. Gesigneerd l.o.: G.H.B. Topografisch Historische Atlas, Gemeentearchief, Amsterdam
| |
[pagina 72]
| |
Afbeelding 13: Blad met karikaturale figuurtjes door Isaac Israels. Enkele ervan zijn gebruikt voor het achtergrondorkestje op de gebonden uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Oostindische inkt, 212 × 177 mm (verso). Gemeentemuseum, Den Haag (bruikleen Wibbina Stichting; inv. nr. T 770-X-1572)
Afbeelding 14: Ontwerptekening door Isaac Israels voor de gebonden uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Pen in zwart en blauw, 210 × 159 mm (recto). Museum Boijmans Van Beuningen (inv. nr. MB 523)
Afbeelding 15: Schetsmatige ontwerptekening met het orkest en twee dansende paren door Isaac Israels voor de gebonden uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Zwart krijt, pen en penseel in zwart, 212 × 177 mm (recto). Gesigneerd l.o.: i i. Gemeentemuseum, Den Haag (bruikleen Wibbina Stichting; inv. nr. T 769-X-1972)
Afbeelding 16: Schetsmatige ontwerptekening met twee dansende paren waarbij het orkest een polonaise maakt, door Isaac Israels voor de gebonden uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Pen en penseel in zwart, 212 × 177 mm (verso). Gemeentemuseum, Den Haag (bruikleen Wibbina Stichting; inv. nr. T 769-X-1972)
| |
[pagina 73]
| |
Afbeelding 17: Ontwerptekening met het orkest en twee dansende paren door Isaac Israels voor de gebonden uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Pen en penseel in zwart, en zwart krijt, 187 × 145 mm (dagmaat). Erens-archief, Nijmegen
Afbeelding 18: Ontwerptekening met orkest en drie dansende paren door Isaac Israels voor de gebonden uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Rechts een op een apart papiertje opgeplakt vrouwenkopje. Pen en penseel in zwart, 211 × 172 mm (bladmaat). Particuliere collectie. Foto Erens-archief, Nijmegen
Afbeelding 19: Ontwerptekening met orkest en drie dansende paren door Isaac Israels voor de gebonden uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Pen en penseel in zwart, 213 × 166 mm (bladmaat). Particuliere collectie. Foto Erens-archief, Nijmegen
Afbeelding 20: Ontwerptekening door Isaac Israels voor de gebonden uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Pen en penseel in zwart, 209 × 173 mm. Museum Boijmans Van Beuningen (mv. nr. MB 524)
| |
[pagina 74]
| |
Afbeelding 21: Ontwerptekening met orkest en drie dansende paren door Isaac Israels voor de gebonden uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Pen en penseel in zwart, en zwart krijt, 209 × 174 mm (bladmaat). Particuliere collectie. Foto Erens-archief, Nijmegen
Afbeelding 22: Ontwerptekening met orkest en drie dansende paren door Isaac Israels voor de gebonden uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Pen en penseel in zwart, 187 × 147 mm (dagmaat). Erens-archief, Nijmegen
Afbeelding 23: Ontwerptekening met orkest en vier dansende paren door Isaac Israels voor de gebonden uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Pen en penseel in zwart, en zwart krijt, 187 × 143 mm (dagmaat). Erens-archief, Nijmegen
Afbeelding 24: Ontwerptekening met nauwelijks zichtbaar orkest en drie à vier dansende paren door Isaac Israels voor de gebonden uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Zwart krijt, penseel in zwart, 198 × 160 mm. Museum Boijmans Van Beuningen (inv. nr. MB 522)
| |
[pagina 75]
| |
Afbeelding 25: Ontwerptekening met violist en vier dansende paren door Isaac Israels voor de gebonden uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Zwart krijt, 190 × 150 mm. Gesigneerd r.o.: Isaac Israels. Verblijfplaats onbekend (voorheen collectie dr. J F.S. Esser)
Afbeelding 26: Ontwerptekening met orkest en vier dansende paren door Isaac Israels voor de gebonden uitgave van Frans Erens, Dansen en Rhytmen, 1893. Zwart krijt en penseel in zwart, 207 × 235 mm. Gesigneerd l.o.: Isaac Israels. Topografisch Historische Atlas, Gemeentearchief, Amsterdam
| |
Geen voorstudiesEnkele bladen van Israels die tot voor kort beschouwd werden als voorstudies voor de band van Dansen en Rhytmen, zijn dat zeker niet. De twee tekeningen uit de voormalige verzameling van de Weesper huisarts R. Wartena (afbeelding 30-31) zijn weliswaar gemaakt in het danshuis aan de Zeedijk, maar kunnen in direct verband gebracht worden met de voornoemde zwartkrijttekeningen, pastels en olieverfschilderijen van Israels en Breitner.Ga naar eind12 | |
Willem VersluysWillem Versluys vestigde zich in 1875 in Groningen met een boekhandel/uitgeverij en verhuisde in 1882 naar Amsterdam. Daar kwam hij in contact met de oprichters van De Nieuwe Gids, wier tijdschrift hij negen jaar uitgaf. Van origine was hij schoolboekenuitgever en later publiceerde hij ook tijdschriften als De Levende Natuur en gaf hij plaatwerken onder redactie van H.P. Bremmer uit op het gebied van de beeldende kunst. Vermoedelijk is Dansen en Rhytmen gedrukt bij J. Clausen in Amsterdam, bij wie De Nieuwe Gids vanaf het begin - en in 1893 nog steeds - werd gedrukt. De correspondentie met uitgever Willem Versluys over Dansen en Rhytmen bestaat uit zeven korte brieven.Ga naar eind13 Versluys maakte weinig uitgaven waarbij vooraanstaande kunstenaars zorg droegen voor het bandontwerp.Ga naar eind14 Die verschenen vooral bij S.L. van Looy, L.J. Veen en Scheltema & Holkema's Boekhandel. Voor Isaac Israels waren de band en het omslag voor Dansen en Rhytmen (afbeelding 1 en 2) het eerste en ook het laatste bandontwerp dat hij maakte. Of hij voor zijn tekenwerk betaald | |
[pagina 76]
| |
Afbeelding 27: Ontwerptekening door Isaac Israels voor het prozagedicht ‘Intocht’, 1893. Pen en penseel in zwart en rood, blauw en oranje, 334 × 225 mm. Erens-archief, Nijmegen
| |
[pagina 77]
| |
Afbeelding 28: Ontwerptekening door Isaac Israels voor het prozagedicht ‘Zeedijk’, 1893. Pen in zwart, 333 × 200 mm. Gesigneerd r.o.: Isaac Israels. Kroller-Muller Museum (inv. nr. 1398-00)
| |
[pagina 78]
| |
Afbeelding 29: Ontwerptekening door Isaac Israels voor het prozagedicht ‘Zeedijk’, 1893. Pen in zwart, 330 × 190 mm. Gesigneerd r.o.: Isaac Israels. Verblijfplaats onbekend (voorheen collectie dr. J.F.S. Esser)
| |
[pagina 79]
| |
Afbeelding 30: Isaac Israels, Harmonicaspeler, 1892/'93. Zwart krijt, 240 × 143 mm. Voorheen collectie R. Wartena, thans in de kunsthandel
Afbeelding 31: Isaac Israels, Drie vrouwen in een danshuis, 1892/'93. Zwart krijt, 277 × 196 mm. Voorheen collectie R. Wartena, thans in de kunsthandel
werd, is niet bekend. Israels had niet veel affiniteit met het illustreren van boeken. Toen M.J. Brusse hem vroeg of hij het boek Boefje wilde verluchtigen, antwoordde hij: ‘Daar mis ik volkomen de fantasie voor, om voor een verhaal, zoo uit m'n hoofd, een boekomslag te teekenen.’Ga naar eind15 Alleen bij de uitgave Achter de coulissen van M.J. Brusse uit 1903 sierde een tekening van Isaac het omslag, maar die was niet door de kunstenaar speciaal daarvoor gemaakt.Ga naar eind16 Zijn vader, Jozef Israëls, had namelijk een bestaande tekening van zijn zoon geschikt bevonden voor dit doel en die vervolgens ter beschikking gesteld.Ga naar eind17 | |
De reactiesDe reacties op zowel de band als het omslag van Dansen en Rhytmen waren voor het grootste deel zeer negatief. Alphons Diepenbrock, die korte tijd met Erens in de Jacob van Campenstraat 37 had gewoond, schreef aan A.J. Derkinderen dat hij de band die Israels voor het boek van Erens had gemaakt ‘als band en als teekening slecht’ vond.Ga naar eind18 In De Kroniek verscheen een kritische recensie, waarin de bespreker zich ook de moeite gaf uit te leggen waarom gedichten in proza, oftewel ‘stukjes proza in maat’ zo'n moeilijk genre is. ‘Om iets te zeggen en dan een eigenaardige maat in de zinnen te krijgen is zeer moeielijke kunst. B. v. een dans in woorden uit te drukken, dus in woorden een dansmaat leggen is 't mooiste en tevens moeielijkste wat we in dat genre kunnen doen. Wanneer we eenige menschen zien en hooren dansen in driekwartsmaat, en we willen die dans op de eenig-juiste manier in woorden laten hooren en zien, dan moet de schrijver in z'n stukje de driekwartsmaat weten | |
[pagina 80]
| |
Afbeelding 32: Frans en Sophie Erens in een vertrek van huize “De Kamp” te Schaesberg, eind 1912. Tegen de achterwand hangen zes gezamenlijk ingelijste ontwerpschetsen voor de gebonden editie van Dansen en Rhytmen. Foto P.G. Atamian, Heerlen. Erens-archief, Nijmegen
uit te leggen. De lezers moeten 't stampen, draaien en bewegen van de dansers in gedachte hooren en zien.’Ga naar eind19 Israels heeft iets van die gedachte in zijn bandontwerpen tot uitdrukking willen brengen, zoals blijkt uit een korte discussie over het ontwerp met Breitner. Toen Israels hem vroeg wat hij van het linnen bandje vond, antwoordde Breitner: ‘'t Stempelbandje vind ik 't minst goed.’ Waarop Israels zei: ‘Zoo, vind je? Ik vind 't nog-al goed. 't Mouvement. [Hand-zwaai] Ik vind dat 't mouvement er nog-al goed inzit.’ En Breitner op zijn beurt: ‘Ik weet niet wat je bedoelt. 't Mouvement? Wat bedoel je met 't mouvement? Dat ze dansen? Ik vind dat ze heelemaal niet dansen.’Ga naar eind20 Ook bij Jan Veth kon de stempelband van Dansen en Rhytmen geen genade vinden. In De Amsterdammer gaf hij fundamentele kritiek op het ontwerp voor het bandstempel van Israels: ‘Het is volkomen oneigenlijk, een hoezeer ook fijn-expressieven pittoresken krabbel, zoo maar te doen reproduceeren voor een stempelband. Evenzeer als b.v. ook alle muziek toch noodwendig gezet wordt naar den aard van het instrument waarop zij wil worden uitgevoerd, - evenzoo is het fondamenteel dat elk teekenaar in den stijl van het ontworpene, geheel zich richte naar het karakter in aard en grondstof van zijn werk. Een in linnen af te drukken stempel nu, is iets dat hard in stugge stof geprent wordt, en daardoor al vaste kontoeren vraagt, - en het vierkante buitenste van een boek, het stijve schuttende, het schild dat door de handen gaat, eischt ook vanzelf naar den aard van zijn bestemming dat kantig gestempelde, dat bouwkunstig principieele, dat decoratief stevige van lijnenvulling.’ ‘Het smakelijk zich voordoende bandje schijnt ons waarlijk, - juist nu in den laatsten tijd de artiesten deze dingen weer zooveel beter gaan begrijpen - een opmerkelijke dwaling van den zooveel vermogen- | |
[pagina 81]
| |
den en approfondeerenden teekenaar. Wat Israëls bij de prozaschetsen van Erens wilde laten zien, is bizonder, maar zooals hij het gaf, is het als boekband-decoratie zeker niet op zijn plaats.’Ga naar eind21 De teneur van de meeste recensies over de band en de inhoud is niet positief. De recensent van Dichterlijk Jong-Holland vond het maar ‘malle onzin’ en schreef zelfs over het prozagedicht ‘Literaire fantasie’: ‘wij moeten aan de normaliteit des schrijvers denkvermogen en aan het bestaan van zijn gezond oordeel twijfelen’. Hij vervolgde met de woorden: ‘De verdere onbeholpen geschreven stukjes, herinnerende aan het stamelen van een kind dat pas lezen leert, kunnen voor leesoefeningen gebezigd worden, mits men de lettergrepen door koppeltekens afscheidt...’Ga naar eind22 De recensent van De Nederlandsche Spectator was al niet veel positiever. Afgezien van ‘Literaire Fantasie’, ‘Berbke’ en twee prozagedichten over ‘Dansen’ vond hij de rest maar ‘slappen zuigtandenstijl’ en herinneren aan ‘'t gebabbel van tweejarige kinderen’.Ga naar eind23 In de Haagse krant Het Vaderland verscheen een veel positievere bespreking. De recensent vond het jammer ‘dat de auteur wien men dichterlijk gevoel niet kan ontzeggen, daarbij zoo dikwijls in het platte vervalt’. In deze niet ondertekende recensie werd ook een vrij positief oordeel geveld over het uiterlijk van het boek: ‘De bundel is met smaak uitgegeven, maar het omslag is wat zwart uitgevallen.’Ga naar eind24 De bespreker doelt hier zeker op de ingenaaide editie van Dansen en Rhytmen. Afbeelding 34: Henri Jonas, Portret van Frans Erens, 1924. (Frontispice Dansen en Rhytmen, uitgave Charles Nypels). Houtsnede, 142 × 100 mm. Erens-archief, Nijmegen
Afbeelding 33: Henri Jonas, Portret van Frans Erens, 1924. Zwart krijt, 378 × 288 mm (dagmaat). Gesigneerd r.o.: H Jonas. Erens-archief, Nijmegen
| |
Nog twee drukkenNa de eerste uitgave van 1893 is Dansen en Rhytmen tweemaal herdrukt. In mei 1925 verscheen de tweede - bibliofiele - druk, geproduceerd onder leiding van Charles Nypels op de eigen persen van Leiter-Nypels te Maastricht met letter en initialen van S.H. de Roos en een door de Maastrichtse kunstenaar Henri Jonas in hout gesneden portret van Erens (afbeelding 34). De oplage bestond uit 220 exemplaren, waarvan er twintig niet in de handel kwamen. Jonas tekende Erens' portret (afbeelding 33) op 20 oktober 1924 op ‘Heihof’, het bij Heerlen gelegen buitenverblijf van ir. Menten - broer van Erens' moeder Helena Bartholina Erens-Menten - dat door Frans Erens en zijn vrouw Sophie Erens-Bouvy werd be- | |
[pagina 82]
| |
woond van januari 1920 tot hun verhuizing naar Fillinges in de Haute-Savoie in november 1924. De houtsnede die Jonas maakte, diende als frontispice. Over de totstandkoming van deze uitgave is uitvoerig gepubliceerd in het Jaarboek Letterkundig Museum.Ga naar eind25 In 1941 wilde de firma Leiter-Nypels Dansen en Rhytmen nogmaals herdrukken. Door de onzekere situatie van dat moment is het er niet van gekomen. Wel verscheen decennia later, in 1989, een derde druk, met uitvoerig commentaar van Harry G.M. Prick, als 28ste goodwilluitgave van Drukkerij Rosbeek in Nuth, uitgegeven ter gelegenheid van de uitreiking van de tweede Frans Erens-prijs op 9 december 1989 te Maastricht.Ga naar eind26 Van de door Israels ontworpen bandjes duiken regelmatig exemplaren op veilingen op. Israels zelf had één, vermoedelijk gebonden exemplaar aan Versluys gevraagd, terwijl zijn ouders beide uitvoeringen toegestuurd hadden gekregen. Isaac Israels zei altijd ‘dat hij geen boekenkast wilde aanschaffen, want dan zou hij zijn boeken gaan bewaren en dan zou hij langzamerhand een bibliotheek krijgen en daar zou hij last van krijgen.’Ga naar eind27 |
|