| |
| |
| |
Veilingen
Boudewijn Büch en zijn bibliotheca Didina et Pinguina
Op 23 november 2002 overleed Boudewijn Büch, dichter, schrijver, televisiepersoonlijkheid en bibliofiel in de klassieke zin des woords: een homo universalis die op z'n achttiende-eeuws een gigantische bibliotheek en rariteitenkabinet aanlegde, zoals een nazaat van baron Westreenen van Tiellandt het hem niet had kunnen verbeteren.
De nalatenschap werd inzet van een in de pers breed uitgemeten ruzie tussen de familieleden. Büch had geen testament nagelaten en bij herhaling geventileerd dat het hem niets kon schelen wat er met zijn spullen zou gebeuren. ‘Ik wil mijn verzameling niet delen met anderen’, was bij leven Büchs devies. Maar de dood deelt onverbiddelijk. De nabestaanden besloten dat ergens in Nederland de passies van Büch voor het grote publiek te zien moesten zijn. Omdat Boudewijn Büch Teylers Museum het mooiste museum van de wereld vond en omdat zijn verzameling goed aansluit bij de vaste collectie en bibliotheek van het museum, zochten de erfgenamen en vrienden contact met het museum om tot een dwarsdoorsnede te komen. Ruim honderd items, variërend van een dodobotje, via de vroege Nederlandse reisjournalen van Bontekoe en Van Neck, tot Goethes beroemde Atlas zur Farbenlehre gingen naar dit fraaie achttiende-eeuwse museum.
Maar er bleef genoeg moois over na de keuze van Teylers Museum. Twee veilinghuizen kregen de opdracht de boeken, grafiek, meubels en overige bezittingen van Boudewijn Büch te taxeren en te verkopen. Bij de Amsterdamse vestiging van Sotheby's kwam op 22 september 2004 Büchs inboedel onder de hamer, met daarbij een selectie van landkaarten, moderne grafiek, meubels en snuisterijen. Uit de rijk geïllustreerde catalogus, die in een oplage van 4000 exemplaren werd verspreid, bleek dat de geschatte opbrengsten van met name de litho's en zeefdrukken fors tot zeer fors waren.
Uit Kerguelen: Relation d'un Voyage dans la Mer du Nord. (Afbeeldingen: Veilinghuis Bubb Kuyper)
De veiling werd niet alleen voorafgegaan door drie kijkdagen, maar ook door een kijknacht. In de geest van Büch, die vooral 's nachts leefde, bleven de deuren van het veilinghuis de gehele nacht geopend en werd het massaal toegestroomde publiek getrakteerd op een gevarieerd programma van lezingen door diverse vrienden, bekenden en aanbidders. De veiling zelf werd waanzinnig druk bezocht. Bij het begin telden we zo'n 400 man, tegen het einde (rond twaalf uur 's avonds!) waren het er nog circa 150.
Het was niet bepaald een prettige veiling, want over de slechts 242 nummers in de catalogus werd zo'n vijf uur gedaan: elk nummer werd tot het uiterste gerekt door de veilingmeesters. Ter vergelijking: de meeste boekenveilingen hebben een tempo van 200-300 nummers per uur.
| |
| |
Men opende met een typisch Büch-item: een set van vier ingelijste posters van Goethe door Andy Warhol, naar het schilderij van Tischbein. Weliswaar droeg één van de posters de handtekening van Warhol, maar de schatting van €1000 tot €1500 leek aan de hoge kant. Dergelijke posters zijn immers niet zeldzaam en Warhols handtekeningen evenmin...
Toch bleek het publiek zeer geïnteresseerd. Warhol was tenslotte één van de meest geliefde kunstenaars van Büch. In diverse televisieprogramma's besteedde hij aandacht aan de grondlegger van de popart. Het gretige bieden vanuit de zaal stokte dan ook pas bij €2500, exclusief veilingkosten. De toon voor het verdere verloop van de avond was gezet: grote interesse en hoge opbrengsten.
Het meest in het oog sprong de Warhol-zeefdruk van de Rolling Stones-zanger Mick Jagger, gesigneerd door kunstenaar én geportretteerde. De lichte verkleuring aan de randen en de enkele kleine roestvlekjes beïnvloedden de uiteindelijke opbrengst van dit item allerminst. Geschat tussen €8000 en €12.000 bracht dit werk het recordbedrag van €21.000 op, exclusief opgeld!
Naast Warhol kwam ook een gesigneerde litho onder de hamer van Roy Lichtenstein (opbrengst €5500), Man Ray (€2200 voor een gesigneerde kleurenets, oplage 15), Mel Ramos (€1100 voor drie grote, gesigneerde zeefdrukken), Keith Haring (€1500 voor twee viltstifttekeningen), Robert Indiana (€850 voor een grote gesigneerde zeefdruk) en Vladimir Suchánek (€2200 voor een lot prachtige, gevarieerde grafiek, o.a. Kafka gelithografeerd door Suchánek, en een offsetprent door Jeff Koons). Verbazingwekkend was wel de frequent voorkomende aanduiding ‘apparent good condition (unexamined out of frame)’, bij kostbare originelen. De prijzen voor grafiek waren hoog en het leek de bieders niet veel uit te maken of het om een offsetprint (affiche) ging of om originele grafiek. Waarschijnlijk speelt daar de reverentiefactor in mee: dat de betreffende prent heeft gehangen in het huis van de man die je bewondert en betreurt, maakt dat je liefdevol hoger biedt. De totale opbrengst van de moderne grafiek was €85.200 in bod, twee keer de schatting; er werd dus ruim €105.000 betaald voor de 44 items (in 23 lots). Niet gek, mooie opsteker voor het veilinghuis ook, vooral wat de publiciteit betreft. Want de hele opbrengst van de Büchveiling maakte niet meer dan een procent of zeven van de omzet van Sotheby's Amsterdam in september 2004 uit...
Journaal van Bontekoe
In de fotoafdeling was Büchs hoffotograaf Klaas Koppe ruim vertegenwoordigd, in lots van tientallen afdrukken van 24×30 cm elk, portretten van Büch in vele poses, maar ook van andere objecten, zoals negentiende-eeuws ogende stadsgezichten. De dozen met foto's deden elk rond de €1000, gemiddeld €25 (inclusief kosten) per foto.
Na de wandversiering volgde een enorme hoeveelheid curiosa: wetenschappelijke instrumenten, wereldbollen, Swatch-horloges, empireklokken, kijkdozen, vlinderverzamelingen, Chinese vazen van het soort dat het goede Chinese restaurant pleegt te decoreren, maar ook ‘A limited edition of the Dead Sea Scrolls’ op ware grootte (oplage 400 exemplaren): de leren rollen, keurig
| |
| |
nagemaakt en in facsimile bedrukt, in een kruik zoals ze in 1947 door een Palestijnse schaapherder werden aangetroffen (opbrengst €1200, evenveel als de ramsjprijs waarvoor we dit object begin jaren '90 bij De Slegte hebben gezien). Verder, geordend naar onderwerp: bijvoorbeeld Frederik de Grote/ keizer Frans Jozef (12 voorwerpen, €350), de Amerikaanse burgeroorlog (een lot met een opgegraven gesp, cd-roms, affiches, uniformknopen en een ingelijste postzegel - opbrengst €700), de veelbesproken opgezette koningspinguïn met gebroken snavel (€3500!), een collectie Goethe- en Schiller-memorabilia (€400) en een schattig twintigste-eeuws model van een negentiende-eeuwse boekhandel, schaal 1:10 (€4200!].
Napoleon was duidelijk in trek: een verzameling herinneringskeramiek en prenten verwisselde voor €1700 van eigenaar. In dit genre was er voor de curiosaliefhebber, maar zeker ook voor de Boudewijn Büch-aanbidder heel wat gevarieerds te bekomen. Eén van hen ligt nu waarschijnlijk voor de open haard op Büchs zebrahuid (species Equus Burchelli of Gewone Zebra), waarvoor hij €900 bood.
Lezers van De Boekenwereld zullen zich wellicht méér interesseren voor de volgende afdeling: 24 kavels antieke landkaarten. Deze vielen meer dan de andere ten deel aan professionals: antiquaren en antiquairs. Gemiddeld betaalden zij rond €1500 per lot. Naast de kaarten van Blaeu en Janssonius c.s. sprong een fantastische, glanzende dubbele wereldkaart uit 1800 in het oog, geheel geborduurd met zijde (€2200) en, het meest verbazend, een accurate kaart uit 1720 van J.B. Homann: ‘das ist der neu entdeckten Schalck Welt des Schlaraffenlandes’, ofwel het Land van Kokanje. Voor deze gefantaseerde Zeven-Hoofdzondenkaart werd €1200 geboden.
Na dit serieuze grafiekhoofdstuk volgde weer een vrolijke verzameling van schilderijen en prenten, de binnendeur van Büchs bibliotheek met gezandstraald portret van schilder, natuurkenner en museïst (dus Büch-voorloper) Charles Willson Peale (1741-1822; €550), ‘approximately 470 CDs and 70 collector boxes reflecting the musical taste of Boudewijn Büch’ (€2000), twee verschillende lots met elk 250 film-dvd's en -video's (€250 en €850), Rolling Stones-memorabilia (met, naar wij althans hopen, originele signaturen van de vijf heren: €1500), een foeilelijke vergulde gipsen buste van Elvis Presley (€400), het Rolling Stones-jasje van Büch met een foto waarop hij trots het jasje draagt (afgebeeld op de voorkant van de catalogus - opbrengst maar liefst €1600!), een verzameling dodopoppen en pinguïnmodellen met een door de ontdekster gesigneerde foto van de Coelacanth - opbrengst €3000), en twee albasten bustes (Goethe en Schiller, gesigneerd A. Gianelli 1999, samen voor €950]. Ten slotte volgden er maar liefst 84 lots meubels, empire- en Chesterfield-bankstellen, ameublementen en bureaus, en vele kasten tot de rand gevuld met gevarieerde curiosa. Wat een huis! Het moet bij Büch thuis echt vól geweest zijn! Zo kon de koper van een vroegtwintigsteeeuws Engels notenhouten sierkabinet (€1300) zich - volgens betrouwbare bron - eveneens de verbaasde of juist ontroerde bezitter noemen van twee geglazuurde art-deco-ijsberen, een daguerreotypie, een dekblad van Mark Twain-sigaren, enkele Napoleon-horloges, een pinguïn in hautreliëf, een Edison Blue Amberol Record uit 1916 waarop Walter Van Brunt ‘My Mother's Rosary’ zingt, een verzameling halfedelstenen, een fles Abel Tasman Kruiden-Bitter, penningen die refereren aan de Amerikaanse
burgeroorlog, een versleten plastic liniaal, een stuk of wat fossielen, munten, postzegels, vlaggetjes en gebreide insignes van Fiji, Neutraal-Moresnet, Dunk Island en andere wondere landen, en nog een kleine honderd andere objecten. Ook Büchs lievelingsdieren waren in deze afdeling goed vertegenwoordigd. Een overleden, stijf op de zij liggende zeventiende-eeuwse walvis was gecombineerd met andere beestenprenten, zoals een drietal sierlijke kamelen (opbrengst €1600]. ‘Voor veel jongens van mijn en eerdere generaties (ik ben geboren in 1948) werd de kameel een belangrijke factor, niet alleen vanwege dierentuinbezoek en circusvoorstellingen, maar vooral door het lezen van het werk van Karl May [eigenlijk Karl Hohenthal] (1842-1912]. Hoewel May's fictie ook op het gebied van zoölogische kennis wel héél fictief is, is het kamelenbeeld van May voor talloze -
| |
| |
inmiddels veel oudere - jongens onuitwisbaar’, bekent Büch in Steeds verder weg (2002). Het kamelenbeeld, het pinguïnbeeld, het dodobeeld... zebra's, krokodillen, beren, zeeslangen, olifanten, walvissen, sledehonden, eenhoorns, zelfs wildemannen... hoe eng soms ook, voor Büch blijven het knuffelbeesten, die wellicht nog meer dan mensen van harte welkom zijn in de hemel. Kijk maar hoe aandoenlijk ze eruit zien op al die plaatjes.
Waarin deze veiling zich van andere onderscheidt, is toch: de persoonlijkheid van de man die dit reusachtige, veelsoortige allegaar bijeen had gebracht, de onverbeterlijke romanticus, de ongrijpbare persoonlijkheid Boudewijn Büch, die tot in elk nederigste voorwerp te voelen was. Voor velen een voorbeeld, sommigen richten altaren voor hem op (dat gaat uitstekend met de vele snuisterijen die je op deze veiling kon kopen) en anderen verfoeien hem. Een fascinerend karakter met een bijzonder grote, gedecideerde muil waarin van alles kon verdwijnen, maar wel volgens een klein aantal heel duidelijke verzamelrichtlijnen.
De te jong gestorven auteur heeft in een jaar of 25 een huis propvol meubels en curiosa bij elkaar gebracht. Voor de 242 lots op de geheel aan hem gewijde veiling werd bij Sotheby's ruim €335.000 geboden, dus werd er inclusief koperspremie en btw daarover €415.044 betaald. Geen slecht begin, Büch!
Een begin om groots voort te zetten. Boudewijn wist zo'n honderdduizend boeken bij elkaar te brengen, iets wat weinig particulieren hem zullen kunnen nazeggen. Zijn bibliotheek wordt geveild bij Bubb Kuyper in Haarlem, in drie delen. Voor het eerste deel was de grote dag dinsdag 23 november (de tweede verjaardag van Büchs overlijden), de eerste van vier dagen Kuyper-veiling. Liefst vijf kijkdagen waren ervoor ingeruimd. Er werd een aparte catalogus (1645 nummers) in extra groot formaat uitgebracht met een ontroerende foto van de verzamelaar voorop, slapend in een hangmat met een boek over Columbus in zijn armen, en met voorwoorden van antiquaar Gert Jan Bestebreurtje en bewonderaar Diederik van Vleuten. De rest van de veiling, ruim 3000 nummers, vond zijn plek in het vertrouwde formaat, de bekende zwarte Kuyper-pil met het dunne grafiekboekje ernaast.
De eerste verdieping van het veilinghuis was geheel gereserveerd voor Büchs circa 10.000 boeken. Onderwerpen: natuurlijke historie, medicijnen, wetenschappen, reizen, ontdekkingen en kolonisatie. Talloze oude boeken uit de zestiende tot negentiende eeuw, maar ook veel lots met moderne, vaak specialistische wetenschappelijke studies over uiteenlopende onderwerpen. Hoe karakteriseren we de verzameling zelf, op de dag dat zij naar alle windstreken verspreid wordt? Het was geen pronk- maar een studieverzameling, om te lezen en te gebruiken. En de volle planken maakten een nette, verzorgde indruk.
Uit G. van Spaan: Het koddig en vermakelijk leven van Louwtje van Zevenhuizen
| |
| |
Weinig kapotte boeken en veel netjes gerestaureerde of herbonden werken. Wel werden er veel boeken aangeboden waarvan prenten of pagina's ontbraken, of waar anderszins iets mee mis was.
Een koopjesjager was Büch beslist niet. Dat hij veel uitgaf aan zijn bibliotheek was voor iedere geïnteresseerde goed te zien aan de winkelprijzen die nog in veel boeken bleken te staan, of in Büchs aankoopnotities. Lang niet alles haalde die verkoopprijzen. Verscheidene boekhandelaars kochten terug wat ze eerder aan de overledene hadden verkocht, hopend op een nieuwe gedreven verzamelaar...
Een deskundige had een verklaring voor de vele defecten: Büch kocht overal ter wereld zeldzame boeken, van Adelaide tot Tuktoyaktuk, omdat hij die bepaalde tekst zocht die hij nog niet bezat. Als hij aarzelde in de hoop dat er een beter, completer exemplaar opdook, liep hij de hele tekst misschien mis. En hij stond midden in het leven, zijn verzameling was niet áf, maar volop in ontwikkeling toen hij overleed.
Uit Pedro de Medina: De zeevaert oft Conste van ter Zee te varen
Een enthousiaste spanning hing over het veelkoppige publiek bij de aanvang van de veiling. Veel liefhebbers van reis-, dieren- en plantenboeken, handelaars uit allerlei landen en geheimzinnige telefoonbieders maakten zich op om eens flink in de buidel te tasten. Een paar felle jongens wilden uitsluitend boeken met notities van Büch erin verwerven. Twee dodoboekenhandelaars hadden zich broederlijk naast elkaar gezet, maar heimelijk waren ze de messen al aan het slijpen.
Toch begon de veiling rustig. Veel lots werden voor redelijke bedragen aan antiquariaten of verzamelaars verkocht. Voor bijvoorbeeld Boerhaave was de belangstelling ronduit gering.
De duizend euro werd pas gehaald met een bijna complete Histoire naturelle van Buffon, 52 van de 54 delen, met talloze, vaak handgekleurde platen uit 1785-1791 (schatting €600-800). €1600 werd betaald voor J. l'Admirals Naauwkeurige waarneemingen omtrent de veranderingen van veele insekten of gekorvene diertjes, in de uitgave van Houttuyn met 33 handgekleurde platen uit 1774. ‘Het boek is van een angstaanjagende schoonheid’, schreef Büch erover.
Enkele vroege uitgaven van Antoni van Leeuwenhoek, brievenedities uit 1685 en 1695-97, werden voor €2000 en €2100 verkocht, een eindje boven de schattingen. De vijftien delen (1939-1999) van de nog steeds verschijnende verzamelde brieven van Van Leeuwenhoek verdubbelden de schatting: €900 (€400-500), evenals de 37-delige Houttuyn-uitgave van Linnaeus: 22.000 bladzijden, waarvan de vijf die aan de dodo gewijd zijn in een lang Büch-citaat werden uitgelicht; €3600 (schatting €1500-2000). Een ander boek met dodobeschrijving, de Latijnse Ornithologiae libri tres van Willughby uit 1676, door Büch als een van zijn pronkstukken beschouwd, werd voor €1600 aan een handelaar verkocht (schatting €900-1000). Extinct Birds van L.W. Rothschild (1907), een enorme tegel van een boek, waarin een kleurig staatsieportret van een trotse dodo, verwisselde voor €2400 van eigenaar. Op de vier nummers die geheel aan de dodo gewijd waren, werd flink geboden door een klein aantal dodonisten (of didinici). Neu aufgefundene Abbildung des Dronte und eines zweiten kurzflügeligen Vogels van G. von Frauenfeld (1868) ging voor €1100 (schatting €600-800), twee exemplaren van het nederige Dodo-studiën van Oudemans uit 1917 voor €400 en €475, en een lot moderne studies werd voor €275 aan een Nederlandse enthousiasteling verkocht - alle drie de schattingen meer dan verdubbeld.
| |
| |
Een ander boeiend wetenschappelijk boek was Technica Curiosa van de jezuïet Caspar Schott, de man die het experiment met de Maagdenburgse halve bollen van Guericke in de wereld bracht. ‘Dat de wereld weet van deze bollen kreeg, was vanwege een boek van Kaspar Schott (1608-1666), een geleerde jezuïet, die een briefwisseling onderhield met Guericke, en als eerste het experiment van zijn correspondentievriend in een boek, voorzien van een prachtige plaat, bekendmaakt. Het is uit dít boek van Schott - een soort technische encyclopedie met een heel lange titel waarvan ik slechts een gedeelte citeer - Technica curiosa sive mirabilia artis [...] (1664) - dat de wereld de trekkende paarden en de halve bollen leerde kennen. De prachtige grote uitklapprent behoort tot de klassiekers uit de geschiedenis van de fysica. In het Guericke-Museum ligt een uiterst armoedig exemplaar van Technica curiosa en het speelt even door mijn hoofd om mijn eigen prachtexemplaar van dit boek dan maar aan de stad Maagdenburg te schenken. De gedachte speelt overigens niet lang door mijn hoofd, want verzamelaars geven geen boeken weg; verzamelaars slepen boeken namelijk naar hun eigen bibliotheek.’ (Steeds verder weg). Welnu, dit op €1500-2000 geschatte boek ging voor de inzet, €1500, naar een handelaar. Er is nog hoop voor de verzamelaar, althans als die een duizendje of drie in de achterzak heeft...
Heel bijzonder was de eerste uitgave van het eerste boek van Spinoza, Renati des Cartes Principiorum philosophiae pars I & II, More geometrico demonstratae uit 1663. Bij een schatting van €2000-2500 werd het boekje afgeslagen op €3600.
In de afdeling Reizen, Ontdekkingen en Kolonisatie was meer vuurwerk te zien. Het Iournael ofte Gedenckwaerdige beschrijvinghe vande Oost-Indische Reyse van Willem Ysbrantsz. Bontekoe van Hoorn (eerste uitgave, 1646, geschat op €3000-4000), één ontbrekende plaat en met plakband gerepareerd titelblad, ging voor €8000 naar een handelaar; een wat latere uitgave, maar met een dodoafbeelding, ging voor €1300 naar dezelfde handelaar (tweemaal de schatting). Bontius' medische Oost- en West-Indische Warande, vervattende aldaar de Leef- en genees-konst (1694) werd verkocht voor €3700 (€1000-1500) en een mooie Historie des Boecaniers of Vreybuyters van America van Exquemelin uit 1700 voor €2000 (€1000-1500). Heel interessant was een verzameling brieven van Nederlandse consuls te Algiers uit de periode 1715-1729 over de piraterij door de Algerijnse en Libische schepen. De tien brieven brachten €2400 op (€500-750).
Onder de boeken over de grote ontdekkingsreiziger Cook (de passie van voorwoordschrijver Diederik van Vleuten, die met een biografie van Cook in de hand in een antiquariaat te Sydney plots door de gedachte aan Boudewijn Büch was getroffen, en als het ware gemesmeriseerd Cook was gaan verzamelen) verraste de aankoop van een moderne herdruk van de Hakluyt-standaardeditie van de reizen van Cook (1988) voor maar liefst €1400 (schatting €150-200). Een bijzonder gave Franse uitgave van het verslag van Cooks tweede reis uit 1778 ging voor €2400 naar een van Büchs vaste handelaren (schatting €1200-1500). Op de door twee medereizigers van Cook verzamelde Australische en pacifische flora, J.R. & G. Forster: Characteres generum plantarum (1776) geschat op €2000-2500, werd echter in het geheel niet geboden.
Zeventig delen over zeereizen van de toonaangevende Hakluyt Society (in totaal verschenen er circa 200 in deze al een eeuw lopende serie) werden voor €1500 toegeslagen. De Nederlandse tegenhanger van de Hakluyt Society, de Linschoten Vereeniging die sinds 1909 meer dan honderd standaardwerken heeft uitgegeven, bezat Büch bijna compleet. Die 96 werken brachten €4600 op, iets meer dan de schatting.
Een exquise handgekleurde 32-delige leporello met miniwereldbol uit het begin van de negentiende eeuw, met wereldbewoners en hun kleding, van Sandwicheilandbewoner via Hottentot tot Tiroler, samen in een doosje van nog geen 6×6×6 cm, ging voor €950 naar een handelaar, iets boven de schatting, maar ons lijkt dat beslist niet duur. Een zeldzaam pamflet over de Zilvervloot van Piet Heyn uit 1629 met ets van Adriaen van de Venne werd door diezelfde handelaar gekocht voor €1700 (€500-600). Heel zeldzaam is een complete set van de Historische beschryving der reizen
| |
| |
Robinson Crusoe, London, 1719
uitgegeven in 1747-1767 in 21 delen. Meestal worden deze boeken gestript: de platen sieren uw muren en de tekst wordt weggemieterd. Dit mooie, rijk geïllustreerde exemplaar werd verkocht voor €8500 (€7000-9000). In een uiterst zeldzaam journaal uit 1722 wordt beschreven hoe zeeman J.J. Roos en een kompaan de ondergang van zijn schip, de Sandenburg, overleefden door ‘een discrete vorm van kannibalisme’ zoals de catalogus het noemt: ze aten de arm op van een overleden kameraad. De al eerder in deze alinea aangeduide handelaar had maar liefst €3000 over voor het onooglijke vod, tienmaal de schatting.
Eén van de vroegste boeken in de collectie was De Zeevaert oft Conste van ter Zee te varen, de Nederlandse vertaling van de Arte del Navigar van Pedro de Medina, verschenen in Antwerpen in 1580. Dit boek is belangrijk geweest voor de ontwikkeling van de Nederlanden als zeevarende natie, een echt gebruiksboek met afbeeldingen van instrumenten en dergelijke. Ditzelfde exemplaar werd in 1990 in verwaarloosde staat ook bij Kuyper geveild (opbrengst f3500 gulden (= €1650) bij een schatting van f5000-7500!), maar in de tussentijd prachtig gerestaureerd, ook de scheuren en wormgaten, opnieuw in fraai buigzaam perkament gebonden, en in deze veiling voor €2800 verkocht (schatting €2500-3000).
Twee buitengewoon interessante verzamelgebieden, door Büch gekoesterd, kwamen niet heel erg uit de verf. Het eerste is de Robinsonade, een uiting van ‘het verlangen van Europeanen naar wilde streken, nieuwe culturen en onbekende flora en fauna.’ (Een heel huis vol). Uiteraard afgeleid van een boek dat iedere Nederlander moet kennen, The Life and Strange Surprizing Adventures of Robinson Crusoe, waarvan een tweede druk uit hetzelfde jaar als de eerste (1719) met het eerste
| |
| |
van de twee vervolgen in eerste druk (Farther Adventures, eveneens 1719) het pronkstuk was - en onverkocht bleef bij een schatting van €3000-4000. Eén van de vele op dit boek gebaseerde, meestal opvoedkundig bedoelde Robinsonades, Le nouveau Robinson, uitgegeven in Amsterdam in 1790 en gestoken in perkamenten band met wapen van de stad Deventer, ging voor maar liefst €1150 naar de handel (€100-150). Diezelfde handelaar kocht zeventien van de 35 Robinsonades - en acht bleven er onverkocht.
De afdeling Utopia en imaginaire reizen viel ons nog meer tegen. Een vroeg quasi-vervolg op Ansons reizen, de eerste druk van G.-F. Coyers Découverte de l'Isle Frivole uit 1750, bleef onverkocht, wellicht vanwege de hoge schatting: €800-1000, evenals - met dezelfde schatting - een 32-delig overzicht van imaginaire reizen uit 1787-1788 door C.G.T. Garnier, incompleet, want de laatste zeven ontbraken in Büchs onafzienbare bibliotheek. Ook twee van de drie Onderaardse Reizen van Klaas Klim, een van de beroemdste imaginaire reisverhalen, door Ludvig Holberg, bleven op de planken achter, net als de drie reisboeken van Tyssot de Patot en de reis naar een nietbestaand Australië, Historie der Sevarambes van D. Vairasse d'Alais uit 1682. Behoorlijk was wel de prijs van een latere editie van het oorspronkelijk Nederlands utopisch reisverhaal door Hendrik Smeeks, Beschryvinge van het magtig Koninkrijk Krinke Kesmes uit 1776: €1100 (€150-200), net als Het koddig en vermakelyk Leven van Louwtje van Zevenhuizen, of het schermschool der huislieden van G. van Spaan uit 1752: €1300 (€1000-1500).
Een enorme uitschieter was Oost-Indische Voyagien, een uit dertien delen bestaand overzicht van reizen naar het huidige Indonesië, uitgegeven door J. Hartgers in 1648. Dit zeldzame boek bracht maar liefst €38.000 op (bij een schatting van €5000-7000).
Roussins Album de l'Ile de la Réunion uit 1879-1883, waarvaan een plaat ontbrak, maar wel met een portret van een tirannieke dodo, die een andere kant laat zien van Büchs favoriete knuffel, eigenlijk een zeer curieus tijdschrift in 26 afleveringen, ging voor €2500 naar een liefhebber.
De avondzitting van de veiling van de Bibliotheca Didina Et Pinguina besloeg de onderwerpen Zuid-Amerika, Antarctica en het gebied rond de Noordpool, Azië, Europa en Oceanië. Met uitzondering van Noord-Amerika en Afrika (die eerder die dag aan bod waren gekomen) kon de veilingbezoeker in een avond rondom de aarde trekken, al was het dan slechts op papier. Maar wat voor papier!
De veiling opende met een viertal exemplaren van het beroemde werk van José de Acosta (ca. 1539-1600) dat hij schreef over de ‘Westersche Indien’, oftewel Zuid-Amerika. Maar liefst drie edities van de Nederlandse vertaling van zijn Historia natural y moral de las Indias uit 1590 (overigens verscheen dit werk een jaar eerder geheel in het Latijn) kwamen onder de hamer, alsmede een vroege Engelse vertaling uit 1604. Als een der eersten hield Acosta zich op wetenschappelijk niveau bezig met de Nieuwe Wereld, en derhalve werd zijn studie in vele talen vertaald. De eerste editie van de Nederlandse vertaling stamt uit 1598, werd uitgegeven door J. Lenaerts te Enkhuizen en kreeg als volledige titel mee: Historie Naturael ende Morael van de Westersche Indien: Waer inne ghehandelt wordt van de merckelijckste dinghen des hemels, Elementen, Metalen, Planten ende Ghedierten van dien: also oock de Manieren, Ceremonien, Wetten, Regeeringen ende Oorloghen der Indianen. Het bracht evenveel op als de laagste schatting van het veilinghuis, €1200 exclusief veilingkosten.
Vrijwel heel Zuid-Amerika kwam daarna aan bod. Van Chili (A.F. Gardiner's Visit to the Indians on the Frontiers of Chili uit 1841) tot Brazilië (R. Walsh, Notices of Brazil in 1828 and 1829, gepubliceerd in 1830), en van Mexico (Spiegel der Spaense Tyranny in West-Indien, Het Magtig Ryk van Mexico en het Paerel, Goud en Zilverryk Peru, een latere editie van dit vertaalde pamflet over de Spaanse gruwelijkheden tegen de oorspronkelijke bevolking van Mexico en Peru, oorspronkelijk in Spanje verschenen in 1552) tot Argentinië (A.Z. Helms' Travels from Buenos Ayres, by Potosi, to Lima). Deze boeken brachten respectievelijk €150, €375, €300 en €200 op, exclusief kosten.
Van Zuid-Amerika zette de veilinghouder koers richting Antarctica. Wie aan dit continent
| |
| |
Een opdracht van Roald Amundsen
denkt, ziet meteen de hevige strijd voor zich van twee pioniers, Scott en Amundsen, die beiden rond 1911 als eerste de Zuidpool trachtten te bereiken. Voor Robert Scott liep het avontuur dramatisch af: hij overleed op de terugweg naar het basiskamp door koude en uitputting. Amundsen keerde echter wel terug van zijn expeditie en publiceerde het verslag van zijn helletocht. Boudewijn Büch was uiteraard in het bezit van een vroege editie van dit werk, namelijk een exemplaar van de tweede oplage van de eerste Engelse vertaling uit 1912. Nu is dit werk op zich al bijzonder, maar Büchs exemplaar had nog een extra verrassing: een opdracht van de ontdekkingsreiziger zelf! Op de eerste blanco pagina valt te lezen: ‘Commander William R. Sayles, U.S.N. With cordial good wishes. London Febr. 22nd 1918 Roald Amundsen’. Hoewel opdrachten van Amundsen ‘extreem zeldzaam’ zijn, werd slechts de inzet gehaald: €1200.
Opvallend was dat de twee hoogst geschatte lotnummers van de secties Noord- en Zuidpool onverkocht bleven. Zowel voor het zes delen tellende National Antarctic Expedition 1901-1904. Natural History (geschatte opbrengst €2000-3000) en The zoology of the voyage of H.M.S. Erebus & Terror, under the command of captain sir James Clark Ross, during theyears 1839 to 1843 van Richardson en Gray, uitgegeven in twee delen in 1844-1875 (geschatte opbrengst €4000-6000), kon geen nieuwe eigenaar worden gevonden.
Van de vrieskou zette de reis zich voort richting het broeierige Azië, om precies te zijn: naar de westkust van Korea, waar Lord Amherst en kornuiten in de negentiende eeuw per schip langs voeren. Het verslag van hun, niet geheel succesrijke, ontdekkingsreis was in Büchs reisbibliotheek in verschillende uitvoeringen vertegenwoordigd; behalve de eerste Engelse editie uit 1818, met aardige kaarten, ook de eerste Franse vertaling en twee Nederlandse vertalingen uit hetzelfde jaar. Eén daarvan, een tamelijk smetteloos exemplaar van Verhaal eener ontdekkingsreis langs de westkust van Corea en het groot Loo Choo eiland in de Japansche zee, bracht het vijfvoudige op van de richtprijs (€80-100) en verwisselde voor €500 van bibliotheek.
Een kwartier later liep de temperatuur bij het reisverslag van een avonturier die eveneens zijn halve vloot verloor, A. de Beaulieu, hoog op. De eerste en enige Nederlandse editie van dit werk uit 1669, waarvan de titel te lang is om geheel te citeren: De Rampspoedige Scheepvaart Der Franschen naar Oostindien, Onder 't beleit van de Heer Generaal Augustyn van Beaulieu, met drie Schepen, uit Normandyen, werd geschat op €200-300, maar na standvastig bieden afgehamerd op €600! Het was weliswaar een ‘very good copy’, maar vijf jaar geleden hoefde men er heel wat minder diep voor in de buidel te tasten. Dezelfde veilinghouder nam destijds genoegen met driehonderd Oudhollandse guldens.
Meer schipbreuk, maar dan voor de kust van Goa, bood Campbells A Narrative of the Extraordinary Adventures, and Sufferings by Shipwreck & Imprisonment. De andere boeken die gecatalogiseerd waren bij ‘India’ gingen eveneens bijna allemaal weg voor de geschatte prijs. Uitzondering
| |
| |
Een tirannieke dodo uit A. Roussin: Album de l'Ile de la Réunion
hierop vormde het zeldzame Op- en Ondergang van Cormandel. In zijn Binnenste geheel open, en ten toon gesteld van D. Havart: dit geïllustreerde werk uit 1693 werd verkocht voor €3400 (€800-1000).
Het uit het Engels vertaalde Journael Van de Reysen ghedaen door den Ed. Heer en Ridder Sr. Thomas Roe bracht een schappelijke €250 op, ondanks lichte waterschade. Interessant is dat Boudewijn Büch in Boekenpest (1988) uitvoerig over de ‘lees- en reishistorie’ van dit klassieke reisboekje heeft geschreven. Over de vorige eigenaren van zijn exemplaar was hem helaas niks bekend. Büch kende er, buiten zichzelf, maar één: ‘een heer met een Engels klinkende naam (weet ik uit het ingeplakte ex-libris) die het in 1938 kocht (heeft hij er zélf met inkt in geschreven) en het in augustus 1939 te Berlijn het binden in een niet ongeschikt bandje (idem; in potloodschrift)’.
Slechts één kavel verder troffen wij een boek aan met aanzienlijk minder geheimen. Het te Amsterdam gedrukte La Porte Ouverte (1670) blijkt in het bezit geweest te zijn van oriëntalist en vertaler in dienst van de koning François Pétis de la Croix, die zijn naam en de datum van aanschaf op het frontispice schreef - een Büch avant la lettre dus. Degene die het voor €300 (€300-400) wist te bemachtigen, heeft nu een informatieve pil over hindoeïsme in het zuiden van India. De schaarse en vroegere Nederlandse editie van deze open deur deed trouwens het dubbele: €600.
Via Borneo, Mauritius en St. Helena raakten we, al eilandhoppend, na een korte tussenstop bij een aantal laatzeventiende-eeuwse werken over de voc, steeds dichter bij huis: Europa. De zaal was niet warm te krijgen voor IJsland. Van de journalen en natuurbeschrijvingen bleef een groot deel onverkocht, ook het vrij kostbare reisboek over de zeiltochten die Y.J. de Kerguelen Trémarec in 1767-1768 tussen IJsland, Groenland en Engeland maakte. ‘Kerguelen kan helaas geen boeiend reisschrijver worden genoemd’ (aldus de vorige eigenaar in Het ijspaleis), is natuurlijk ook niet echt een aanbeveling. Meer belangstelling echter was er voor een handgeschreven logboek met liefst 38 gekleurde platen: €750, tweemaal de richtprijs.
De muiterij op de Bounty en het daaraan verbonden lot van kapitein William Bligh, die zijn importplannen voor West-Indië zag mislukken, spreken nog altijd tot de verbeelding. Zozeer dat de eerste vertaling van het verslag Verhaal van de Muytery, aan boord van het Engelsch Koningsschip de
| |
| |
Bounty (1790) zijn hoogste richtprijs verviervoudigde (€2400, exclusief opgeld!), terwijl de oorspronkelijke Engelse editie, geschat €3000-4000, op de planken bleef staan. De oproerkraaiers die hun straf wisten te ontkomen, leefden jarenlang in rust op het eilandje Pitcairn, ergens in de Pacific. Büch bezat drie banden over de geschiedenis van dit eigenaardige eiland en zijn bewoners - ‘zonder twijfel de laatste eenzame eilanders op de aardbol’, aldus de schrijver in Eilanden (1981). De tweede druk van Pitcairn: the Island, the People, and the Pastor; with a short account of The Mutiny of the Bounty (1853) ging weg voor €200 (€100-150).
Wat een collectie! Zal er in de toekomst nog een veiling van een verzameling als die van Boudewijn Büch mogelijk zijn? Büch overleed op de drempel van het internettijdperk. Voor zeldzame boeken hoef je niet altijd meer de hele wereld af te reizen, en de kennis die in bibliotheken ligt opgeslagen zit ook in het plastic kastje op je bureau, althans zo denken veel mensen. In elk geval is internet niet meer weg te denken voor de verzamelaar. Om Boudewijn zelf aan het woord te laten: ‘Aan het eind van de twintigste eeuw blijkt kennis vooral overvloed te zijn en dreigt de elektronische zondvloed aan de einder. De bibliotheek is geen eindpunt meer, de bibliotheek is het vertrekpunt geworden naar werelden van informatieve pretparken.’ (Bladeren in het hemelruim).
Het is overigens leerzaam om de hierboven genoemde titels eens op de verzamelwebsite www.used.addall.com op te zoeken. Daar prijken tientallen miljoenen boeken, maar in een minuutje zie je: de collectie-Büch is al over de hele wereld verspreid.
Paul Snijders, Menno Voskuil en Nick ter Wal
| |
Veiling Burgersdijk & Niermans
Op 16 en 17 november 2004 hield Burgersdijk & Niermans weer zijn halfjaarlijkse veiling van boeken, prenten en manuscripten. Veiling nr. 320, dus u begrijpt dat het veilinghuis al enige tijd bestaat! Dat is ook te zien aan de locatie: een prachtig hoekpand naast de Pieterskerk, met een sfeervolle veilingzaal.
De veilingmeesters Arne Steenkamp en Jelle Kleefstra zijn goed op hun taak berekend. Een veilingmeester moet alle ogen en oren open hebben, moet zijn gedachten erbij hebben om de biedingen met circa 10% te verhogen, moet zijn commissie in de gaten houden en vooral duidelijk zijn: als hij het eerste bedrag noemt, moet de zaal weten of dit de inzet is waarvoor men het lot kan kopen, of dat het een commissiebod is, waar men overheen moet bieden. Het publiek bestond zoals gewoonlijk uit een mengeling van handelaren en particulieren, waaronder veel studenten en medewerkers van de universiteit. Tenzij er maar één commissie is, wordt ieder lot ingezet op 80% van de taxatie en voor dat bedrag is het lot dan ook te koop als er geen tegenbieders zijn.
Het laatste jaar lijkt de economische malaise ook tot de boekveilingen te zijn doorgedrongen. Bij veel veilingen is het percentage onverkochte lots erg groot, vooral van de wat ‘gewonere’ boeken. Deze worden tegenwoordig in grote aantallen aangeboden op internet. Antiquaren worden steeds huiveriger om deze lots in te kopen en particulieren zijn meestal niet geïnteresseerd in alle boeken uit één lot. Bij Burgersdijk viel deze terughoudendheid echter alleszins mee, wellicht veroorzaakt door niet te hoge taxaties, het beschrijven van de leukere boeken in de lots en wellicht ook door de in de loop der jaren opgebouwde goodwill bij de cliëntèle.
Burgersdijk heeft vrijwel altijd een grote rubriek ‘Classical antiquity’ en begint daar ook altijd de veiling mee. Vrijwel alle lots in deze categorie werden verkocht tegende getaxeerde prijzen of hoger. Een bijzondere koper bij de sectie ‘klassieken’ is iedere veiling weer de blinde antiquaar William Poole uit Londens New Bond Street, die met een begeleider de veilingen aan tafel volgt door middel van brailleblaadjes waarop hij van tevoren de catalogusgegevens heeft overgebracht. Tijdens het bieden is hij dan driftig in de weer met een apparaat waarop hij al tikkend de opbrengsten toevoegt. Door middel van knikken en neeschudden geeft hij zijn begeleider door of deze mag doorbieden of moet stoppen. Je zou denken dat het vak van antiquaar voor een blinde wel het laatste is om aan te denken, maar het kan
| |
| |
blijkbaar toch! Bij de rubriek ‘religie’ waren ditmaal enkele lots met - vooral oude - bidprentjes, die royaal boven de taxaties uitkwamen. De rubriek ‘architectuur’ was groter dan normaal en ook hier werd goed geboden. Heel bijzonder was een dossier betreffende de bouw van de villa Ypenhof in het Rotterdamse Kralingen uit het begin van de 20e eeuw. Architect was Willem Kromhout en opdrachtgever A.J.M. Goudriaan. De opbrengst was €1300 (€600).
Bij de oude boeken op de laatste dag zaten uiteraard de meeste verrassingen. Zo werd er door vier telefonische bieders geboden op de eerste complete editie van Plato's Opera (Genève 1578). Opbrengst €4500 (€1400). Er waren drie exemplaren van Alle de wercken van Cats uit 1712 en 1726. Eén werd verkocht voor €600, twee werden opgehouden op €550 en €500. Een erg leuk lot van vroege Leidse pamfletjes bracht €850 op (€150). Een album amicorum uit de Middelburgse familie Snijders uit de jaren 1830 met enkele erg mooie tekeningen van Martinus Pouwelsen, A. Pieterszen, A. Kraijestein en anderen werd opgeboden tot €1900 (€800) en kwam terecht in een particuliere verzameling. Een soortgelijk Leids studentenalbum van M. van der Pot van een halve eeuw eerder werd aangekocht door de Leidse universiteitsbibliotheek voor €1200 (€650). Een zeldzaam miniatuur bijbeltje uit 1752 bracht €800 op (€200] en een leuk reisboekje van Olearius betreffende een reis naar Iran (Utrecht 1651) ging voor €900 naar een commissiegever (€400).
Op de laatste avond werden twee afzonderlijke collecties van oude boeken geveild. De Koninklijke Maatschappij voor Natuurkunde Diligentia uit Den Haag stootte haar uit de negentiende eeuw stammende bibliotheek af, omdat deze niet meer paste bij de huidige activiteiten van dit genootschap. Het ging hierbij om een relatief klein aantal oude boeken op het gebied van natuurkunde en natuurlijke historie. Antiquariaat Theo de Boer kocht een aantal highlights, zoals de Beschrijving van eene electrizeer-machine door Deiman en Paets van Troostwijk voor €1600 (€350]. Een convoluut van twee werken van Euclides (1606-1638) moest hij voor €2200 aan een commissiegever laten (€400]. Antiquariaat Bisschopshof kocht een andere Euclides (1695) voor €900 (€250] en voor hetzelfde bedrag het Plaetboec van Stevin (1668) (€500). Ledermüllers Amusement microscopique... met fraaie handgekleurde platen ging voor €2600 naar een commissiegever en een bijna complete set van de Flora Batava (29 delen) van J. Kops e.a. ging voor €7800 naar antiquariaat Memelink.
De tweede collectie op deze avond betrof de rechtshistorische bibliotheek van wijlen mr. dr. L. de Gou, burgemeester van Steenbergen, Venlo en Haarlem en auteur van bronnenpublicaties over onze staatsregelingen uit de Bataafse Republiek en Koninkrijk Holland. Kopers waren onder andere het Haagse antiquariaat Jongbloed, het Londense antiquariaat Unsworth en verschillende rechtshistorische instituten en particulieren. Van tijd tot tijd bemachtigde een zoon van De Gou, in de zaal aanwezig, ook een aandenken uit deze bibliotheek. Het grootste deel van deze boeken betrof gedegen juridische werken, niet altijd even zeldzaam, maar qua inhoud nog steeds van belang: Grotius, Bort, Van Bynkershoek, Damhouder, Van Leeuwen, Matthaeus, Schrassert, enzovoort. Enkele bijzondere titels: een complete set van het Dagverhaal der handelingen van de Nationale Vergadering 1796-1798 bracht €1500 op (€600) en een complete set (tien delen) van het Groot-Placaet-boeck van Holland ging voor €3300 naar Jongbloed (€2000). Zelf kon ik voor €330 de hand leggen op een Arnhemse prijsband met ingeplakte prijs voor Jonas Daniel Meyer die in 1789 op negenjarige (!) leeftijd van de derde naar de tweede klas van de Latijnse school werd bevorderd (€150]. Hij moet dus al op circa zevenjarige leeftijd op de Latijnse school zijn gekomen. Ook een gebonden manuscript met juridische adviezen rond 1700 aan het Hof van Holland door de rechtsgeleerde A. van den Ende kon ik voor €280 verwerven (taxatie €380).
Geheel aan het slot van de veiling waren er nog enkele manuscripten, waaronder een notulenboek van regenten van het Delftse weeshuis uit de jaren 1702-1769. Voor de taxatieprijs van €600 werd het Delftse gemeentearchief de nieuwe eigenaar, en terecht!
A.G. van der Steur
|
|