| |
| |
| |
Berichten
Duidelijkheid over nalatenschap Boudewijn Büch
Tijdens een persconferentie op 2 juni in het West-Indisch Huis te Amsterdam werd, ruim anderhalf jaar na het overlijden van Boudewijn Büch, uitsluitsel gegeven over de afwikkeling van diens nalatenschap.
Een selectie van ruim honderd objecten, die
Boudewijn Buch met een handtekening van Mick Jagger (foto: Sotheby's Amsterdam)
een representatief beeld geven van Büchs verzamelingen, wordt in beheer gegeven bij Teylers Museum in Haarlem, door de schrijver ‘het mooiste museum van de wereld’ genoemd. Van 5 februari tot 8 mei 2005 houdt het museum een tentoonstelling van deze objecten, die de veelzijdigheid van Boudewijn Büch als verzamelaar onderstrepen. Hij had belangstelling voor eilanden, ontdekkingsreizen, wetenschap, literatuur, geschiedenis, volkenkunde, kunst, muziek en helden als Goethe en Napoleon. Onder de geselecteerde objecten bevinden zich onder andere het beroemde botje van een dodo, een door Andy Warhol gesigneerd portret van Mick Jagger, de vroege Nederlandse reisjournalen van Willem Ysbrandts Bontekoe en Jacob van Neck, boeken van wetenschappers als Van Leeuwenhoek en Boerhaave en Goethe's Atlas zur Farbenlehre. Deze boeken vormen voor het museum een belangrijke aanvulling op de daar reeds aanwezige collectie natuurhistorische uitgaven uit de achttiende en negentiende eeuw.
Het literair archief van Boudewijn Büch wordt in langdurige bruikleen overgedragen aan het Letterkundig Museum. Dit archief meet tien strekkende meter en is daarmee voor een betrekkelijk jong gestorven schrijver bijzonder omvangrijk. In de loop der jaren heeft Büch veel van zijn eigen manuscripten en typoscripten in de verkoop gebracht, maar dit archief documenteert toch vrijwel alle facetten van zijn veelzijdige schrijverschap. Het omvat handschriften van jeugdgedichten uit de jaren zestig, dagboeken, tientallen agenda's en reisjournalen. Ook zijn correspondentie maakt deel uit van dit archief,
| |
| |
met jarenlange boezemvrienden als Peter van Zonneveld en Harry G.M. Prick, maar ook met bijvoorbeeld een groot aantal collegaschrijvers. Daarnaast zijn er vele foto's, tientallen affiches, een honderdtal floppies, royaal bestempelde paspoorten, tekeningen, uitgeverscontracten, drukproeven, een herbarium, scripts voor de Lassierijstreclames van vlak voor zijn dood, de indeling van zijn boekenkasten en het gecorrigeerde typoscript van zijn postuum verschenen roman Het geheim van Eberwein. Het Letterkundig Museum zal volgend jaar beginnen met de ontsluiting van dit rijke archief en hoopt er in 2006 of 2007 een tentoonstelling over leven en werk van de schrijver uit samen te stellen.
Op 22 september 2004 wordt de Collectie Boudewijn Büch, met uitzondering van de bibliotheek, geveild bij Sotheby's in Amsterdam onder de titel ‘Schatkamer van een wereldreiziger’. Büchs kunstverzameling omvat grafiek van onder anderen Andy Warhol, Roy Lichtenstein, Peter Blake en Keith Haring, een tekening door Käthe Kollwitz en een collectie fotografie. Daarnaast legde Büch een grote verzameling memorabilia over Goethe en Napoleon aan, zoals bustes, dodenmaskers, herdenkingsborden en gedenkpenningen. Maar ook de door hem bijeengebrachte memorabilia over zijn pophelden Mick Jagger en Elvis Presley zijn talrijk en vermeldenswaard. Büchs wetenschappelijke interesse uit zich in een verzameling bijzondere instrumenten, zoals microscopen, astrologische instrumenten en een grote globe uit 1833 van Heinrich Kiepert, terwijl zijn belangstelling voor verre reizen blijkt uit de grote collectie landkaarten en oude grafiek. De veiling bij Sotheby's omvat tevens alle meubelen en siervoorwerpen uit Büchs woonhuis, bibliotheek en studeervertrekken, alsmede zijn uitgebreide muziekverzameling.
Ten slotte zal vanaf november 2004 over een periode van anderhalf jaar de bibliotheek van Boudewijn Büch worden geveild bij Bubb Kuyper in Haarlem. De rijke verscheidenheid van de circa 100.000 werken omvattende bibliotheek zal in drie thematisch geordende veilingen onder de hamer komen. De gehele collectie zal worden beschreven en gedocumenteerd in uniform vormgegeven, geïllustreerde catalogi met beschrijvingen in het Engels en voorzien van een index. De paginering en de nummering van de veilingcatalogi zal doorlopend zijn, zodat ervan na afloop een luxe, gebonden en genummerde editie zal kunnen verschijnen. De catalogi worden door bekenden van Boudewijn Büch voorzien van inleidingen op zijn leven en werk als schrijver, reiziger en verzamelaar. De veilingen van de bibliotheek zijn als volgt gepland: van 23 t/m 26 november 2004 de deelcollecties Reizen, Natuurlijke Historie en Wetenschappen, van 31 mei t/m 3 juni 2005 Literatuur, Kunst en Bibliografie en van 29 november t/m 2 december 2005 Geschiedenis en Muziek. De veilingen zullen zoveel mogelijk alle op het onderwerp betrekking hebbende boeken en manuscripten bevatten, dus zowel oude als recente items, zowel kostbare als minder kostbare zaken. Op deze wijze wordt het mooiste en compleetste beeld van de bibliotheek getoond, en zal met de reeks catalogi een coherent beeld van de collectie voor het nageslacht zijn vastgelegd.
| |
Koninklijke aanwinsten in KB Brussel
Dankzij een anonieme mecenas kon de Koninklijke Bibliotheek in Brussel een aantal bijzondere werken verwerven. In december 2003 werd de bibliotheek van Leopold iii, die tot dan berustte in het kasteel van Argenteuil, geveild. Uit deze collectie verwierf de kb Brussel 74 boeken, die eerder toebehoorden aan Leopold i, Prins Filips, Graaf van Vlaanderen (de broer van Leopold ii) en Leopold iii zelf. Enkele werken, onder andere een geschiedenis van de Egyptische kunst, hebben toebehoord aan Koning Albert i en Koningin Elisabeth van Engeland.
Vermeldenswaard zijn een uitgave van Diane au Bois (1864) van Théodore de Banville met een gedicht opgedragen aan Leopold i. Uit de collectie van Prins Filips zijn vooral een zestiende-eeuws wapenboek en een Duits topografisch werk uit 1595 opvallend.
| |
| |
| |
Website biblia sacra
Aan de Universiteit van Amsterdam wordt een project uitgevoerd, waarbij gestreefd wordt naar een elektronische bibliografie van in Nederland en België gedrukte bijbels. De eerste resultaten zijn nu te zien op de nieuwe website, www.bibliasacra.com. De bijbels worden uitgebreid beschreven en er worden afbeeldingen van zowel typografisch als iconografisch relevant materiaal opgenomen. Daarbij is er aandacht voor de edities, maar ook voor individuele exemplaren (met gegevens over bijvoorbeeld provenance en bindwerk). Ook illustraties, lettertypes, voorwoorden, vertalers en drukkers van bijbels komen aan bod. Alle beschrijvingen worden met geavanceerde zoekmethodes ontsloten.
| |
Afscheid Frans Janssen
Op woensdag 8 september 2004 zal prof. dr. F.A. Janssen zijn ambt als hoogleraar in de Boek- en bibliotheekgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam neerleggen met het uitspreken van de rede ‘Bladspiegelingen: de rechthoek in de typografie’. De presentatie van de bundel met 26 artikelen van zijn hand Technique & Design in the History of Printing zal op dezelfde dag plaatsvinden.
| |
Dagboeken Harry Graf Kessler volledig uitgegeven
In 2002 verscheen onder de titel De dans op de vulkaan in de onvolprezen reeks Privé-domein een - inclusief voorwoord, notenapparaat en register - 289 pagina's tellende bloemlezing uit de dagboeken van kunstkenner, diplomaat en schrijver Harry graaf Kessler (1868-1937). Deze selectie, die zich vooral richt op Kesslers politieke betrokkenheid tijdens het Interbellum, is gebaseerd op de 850 pagina's tellende editie van Wolfgang Pfeiffer-Belli, Harry Graf Kessler, Tagebücher 1918 bis 1937, die oorspronkelijk in 1961 verscheen en ook weer een keuze is uit Kesslers complete dagboek, voor zover dat toen bekend was. Pfeiffer-Belli had namelijk niet de beschikking over het
| |
| |
volledige, 15.000 pagina's tellende manuscript, aangezien een groot aantal aantekeningen uit 1923 en haast alle notities uit 1924 onvindbaar waren, evenals de dagboeken uit de periode 1902 tot 1914, de tijd waarin hij de eerste plannen maakte voor zijn Cranach-Presse. De laatste werden in 1983 door employees aangetroffen in een bankkluis op Mallorca, waar Kessler ze in 1933 in veiligheid had gebracht, terwijl ook de dagboeken uit 1923 en 1924 eindelijk boven water kwamen. Hierdoor is nu nagenoeg Kesslers hele dagboek, dat hij heeft bijgehouden vanaf 1880 tot zijn dood in 1937, bekend.
Kessler werd als zoon van een Hamburgse bankier in Parijs geboren en bracht een deel van zijn jeugdjaren in Londen en Hamburg door. Hij was voorbestemd voor een diplomatieke loopbaan, waartoe hij in Bonn rechten ging studeren. Deze studie sloot hij een aantal jaren later af met zijn promotie te Leipzig. Kesslers belangstelling was echter veel ruimer en tijdens zijn studie volgde hij ook colleges literatuur, psychologie en kunst. In 1895 werd hij door een erfenis financieel geheel onafhankelijk en kon hij zich volop aan zijn liefhebberijen overgeven. In datzelfde jaar al was hij betrokken bij de oprichting van het kunst- en literatuurtijdschrift Pan, dat bij de Jugendstil aansloot en dat, zoals Burkhard Stenzel schreef in Harry Graf Kessler. Ein Leben zwischen Kultur und Politik (Weimar, etc. 1995) ‘door zijn exclusieve typografische vormgeving een uitzonderlijke, vooruitgeschoven plaats in[neemt]’ tussen de andere progressieve tijdschriften uit die tijd. In deze jaren legde Kessler contact met een groot aantal kunstenaars, onder wie Edvard Munch, Aristide Maillol, Detlev von Liliencron, Rainer Maria Rilke, Henry van de Velde en Hugo von Hofmannsthal. Kessler zocht zijn vrienden en bekenden echter niet alleen in de kunstwereld; hij zat als een spin in het web van zijn tijd. Stenzel meldt dat men heeft berekend dat in Kesslers dagboek en in de zesduizend brieven die van hem bekend zijn, ongeveer 40.000 personen worden genoemd.
In 1912 maakte Kessler de eerste plannen voor de oprichting van een private press, die uiteindelijk na de Eerste Wereldoorlog werden verwezenlijkt. Tijdens het Interbellum verscheen bij de Cranach-Presse een kleine reeks uitzonderlijke bibliofiele uitgaven. Kessler werd dan ook met raad en daad terzijde gestaan door een aantal mannen die veel hebben betekend voor de herleving van de boekdrukkunst aan het begin van de twintigste eeuw, zoals Anton Kippenberg van de Insel Verlag en Engelse (typo)grafische kunstenaars, zoals Emery Walker, Eric Gill, Edward Gordon Craig, J.H. Mason en Gage Cole (die als drukker bij de Doves Press werkzaam was). Kessler was een bibliofiele perfectionist en hij liet voor zijn uitgeverij dan ook speciaal papier maken, dat bekend staat als Maillol-Kessler Bütten, terwijl Edward Johnston al in 1913 begon met het ontwerpen van een letter voor de pers, de Cranach Textura. Na 1931 verschenen er geen nieuwe uitgaven van de Cranach-Presse meer en verkocht Kessler al het drukkersmateriaal. Hierna legde hij zich toe op het schrijven van zijn helaas nooit voltooide memoires, waarbij hij kon terugvallen op zijn dagboeken, die hij gedeeltelijk met het oog op toekomstige publicaties had bijgehouden. Kessler legde in zijn dagboeken dan ook niet zozeer zijn intiemste zielenroerselen vast, als wel impressies van en reflecties op gebeurtenissen, terwijl hij ook belangrijke gesprekken protocolleerde. Toch meent de Amerikaanse historicus Laird M. Easton in The Red Count. The Life and Times of Harry Kessler (Berkeley, etc. 2002) dat er ‘minder behoedzame passages [zijn] die de man achter het dagboek onthullen. Bepaalde obsessies, preoccupaties en thema's vormen een patroon dat een aandachtige lezer moeilijk kan ontgaan.’
Uit Eastons biografie wordt ook duidelijk dat het lange tijd onzeker was in welke vorm Kesslers dagboeken, die berusten in het Deutsche Literaturarchiv te Marbach am Neckar, zouden worden gepubliceerd. Aanvankelijk was het de bedoeling er een twintigdelige uitgave van te maken, daarna overwoog men het geheel op cd-rom uit te brengen, maar uiteindelijk is toch besloten tot een integrale editie in boekvorm in negen banden, waarvan eerder dit jaar de eerste verscheen. Het betreft hier het tweede deel over de jaren 1892-1897, waarin hij onder andere zijn
| |
| |
werkzaamheden voor Pan beschrijft. Het is de bedoeling dat er elk half jaar een deel zal verschijnen, waardoor het project in het voorjaar van 2008 voltooid zal zijn. De intekenaren ontvangen bij het derde deel, dat dit najaar verschijnt, een diplomatische uitgave van het gehele dagboek op een cd-rom die voorzien is van een zoekmodule. Het eerste deel, dat als laatste verschijnt, zal (ook alleen voor de intekenaren) een tweede cd-rom bevatten, waarop vele niet in de boekuitgave opgenomen illustraties, documenten en aanvullende registers zullen zijn opgenomen. De delen krijgen een omvang van tussen de 400 en 800 pagina's en de intekenprijs zal tussen de €35 en €54 liggen. Harry Graf Kessler, Das Tagebuch 1880-1937 wordt uitgegeven door Klett-Cotta te Stuttgart (www.klett-cotta.de). Een folder voor deze uitgave wordt in Nederland onder andere verspreid door de sympathieke onafhankelijke Duitse boekhandel Die Weisse Rose, Rozengracht 166, 1016 nk Amsterdam, waar natuurlijk ook intekening mogelijk is.
Hans Hafkamp
| |
Digitaal vuurwerk
Onlangs vierde de International League of Antiquarian Booksellers (ilab) haar 57e verjaardag met vier dagen digitaal vuurwerk (19-22 mei 2004). Via de website (www.ilab.org) kon men een ‘Virtual Book Fair’ bezoeken, waar ruim vijftig deelnemende antiquariaten hun boeken aanboden en handelaren en verzamelaars elkaar in een chat room ontmoetten. Op 19 mei opende Sir Roger Moore - aka James Bond - als ambassadeur van Unicef de ‘Virtual Book Auction’, waar men gedurende de festiviteiten kon bieden op 29 boeken en één kaart, aangeboden door diverse ilab-leden; de registratiekosten van $5 kwamen, evenals de veilingopbrengst, geheel ten goede aan Unicef. Onder de gulle gevers ook enkele Nederlandse antiquaren. Antiquariaat Secundus uit Zeeland stelde een eigen bibliofiele uitgave ter beschikking, ‘Reinaert de Vos’ door Stijn Streuvels en André van der Vossen (Ter Hole, 1997), afgeslagen op een helaas teleurstellende $70 (richtprijs $ 100). Het Oosters Antiquarium uit Leiden doneerde Hadrianus de Castellos Eastellos' De sermone Latino (Keulen, 1578), die, ruim boven de richtprijs van $150-250, uiteindelijk $410 opbracht, én een tweede druk van John Seldens fraaie Titles of Honor (Londen, 1631), waarvoor de belangstelling weer minder bleek (richtprijs $250-350; opbrengst $140). De zogenoemde ‘Education Day’ (21 mei) was gewijd aan digitale bronnen, bestanden en websites voor antiquaren, verzamelaars, boekhistorici en andere geïnteresseerden, met doorkliklinks. Een dag later gaven ilab-leden online advies aan verzamelaars en kon men in de chat room terecht voor taxaties. Ten slotte kon de bezoeker zijn bibliofiele kennis in een digitale, pittige ‘Biblio Quiz’ etaleren,
en meedingen naar de software rs Collectors 4 of één van de vier exemplaren van Steinbergs Five Hundred Years of Printing. Slechts één persoon, zo bleek na afloop van de festiviteiten, had de twintig zeer uiteenlopende boekhistorische vragen juist beantwoord.
Marika Keblusek
| |
| |
| |
Dertiende Bert van Selm-lezing
Op woensdag 8 september 2004 vindt de dertiende Bert van Selm-lezing plaats met de voordracht die prof. dr. W.P. Gerritsen zal houden onder de titel Boëthius en de tweede revolutie van het boek.
De spreker zal in deze lezing een synthese beproeven van literair-historische en boekwetenschappelijke gegevens. Aan de hand van handschriften en incunabelen uit onder meer de Leidse collecties zal hij laten zien hoe de laatantieke Consolatio-tekst van Boëthius tijdens de Middeleeuwen is overgeleverd en bestudeerd. Door zich vooral op de afwerking van diverse overgeleverde exemplaren te richten zal duidelijk worden dat opdrachtgevers en kopers nog een heel eigen stempel op het eindproduct wisten te zetten.
W.P. Gerritsen is sinds 2001 Scaliger-hoogleraar aan de Leidse universiteit. Hij zet zich in voor het beter zichtbaar maken in onderwijs en onderzoek van de bijzondere collecties uit de ub Leiden. Voordien was hij ruim dertig jaar als gewoon hoogleraar in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen verbonden aan de Universiteit Utrecht.
De lezing vindt plaats in zaal 011 van het Lipsius-gebouw, het vroegere Centraal Faciliteitengebouw (gebouw 1175), van het Witte Singel/Doelencomplex te Leiden en begint klokke 16.15 uur. Aansluitend wordt in het restaurant een drankje geschonken. Toegangskaarten voor de lezing kunnen tot eind augustus worden aangevraagd bij de Universiteit Leiden, Opleiding Nederlandse taal en cultuur, Commissie Bert van Selm-lezing, P.N. van Eyckhof 1, Postbus 9515, 2300 ra Leiden of via b.p.m.dongelmans@let.leidenuniv.nl. Men kan ook gelijktijdig met de bestelling van de uitgave van de lezing op de bankoverschrijving een toegangskaart aanvragen. De toegangskaarten worden kort na medio augustus toegestuurd. Voor nadere informatie: secretariaat van de Opleiding Nederlandse taal en cultuur, tel.: (071) 527 26 04.
De dertiende Bert van Selm-lezing zal worden uitgegeven door de Stichting Neerlandistiek Leiden in samenwerking met De Ammoniet en zal verschijnen op 8 september 2004. U kunt in het bezit komen van een of meer exemplaren door €11,00 (of een veelvoud daarvan) over te maken op postbankrekening 3881447 van de Stichting Neerlandistiek Leiden, Postbus 9515, 2300 ra Leiden; o.v.v. ‘Dertiende Bert van Selmlezing’. De bestelling is na afloop van de lezing af te halen of zal later worden toegezonden.
U kunt de Bert van Selm-lezing steunen door abonnee te worden. Dit kunt u kenbaar maken door op uw overschrijvingskaart of uw aanvraag voor een toegangskaart het woord ‘abonnee’ te vermelden. U krijgt dan voortaan automatisch een uitnodiging voor de lezing toegestuurd en u verzekert zich van een exemplaar van de gedrukte tekst, tegen voordeelprijs.
| |
John de Slegte overleden
John de Slegte, voormalig directeur-eigenaar van De Slegte, is op 13 juni j.l. in Noordwijk overleden. John de Slegte werd 77 jaar. Hij was de kleinzoon van oprichter Jan de Slegte en leidde het bedrijf van 1961 tot 1995. John werkte tijdens de oorlog al op de tweedehandsafdeling en kwam na zijn eindexamen aan de hbs in 1944 in dienst. Kort na de oorlog ging hij met zijn vader als eerste boekhandelaar naar Frankfurt om uitgeversrestanten op te kopen. Als directeur heeft hij daarna het bedrijf verder uitgebouwd tot 25 filialen in Nederland en België.
Ook nadat zijn zoon Jan hem in 1996 opvolgde als directeur was hij nog vaak in de winkel te vinden. Thuis verveelde hij zich maar. ‘Ik was een gedrevene’, zei hij twee jaar geleden tijdens een interview in NRC Handelsblad. ‘Er waren tijden dat ik 100.000 kilometer per jaar reed om al die zaken te bezoeken. Ik had persoonlijk contact met iedereen die er werkte. En ook nu kan ik het niet loslaten.’
|
|