| |
| |
| |
Berichten
Mooi marginaal
Met ingang van najaar 2004 zullen in Haarlem onder de titel ‘Mooi Marginaal’ tweejaarlijks de mooiste bibliofiele en marginale drukwerken worden uitgekozen en tentoongesteld.
‘Mooi Marginaal’ is een initiatief van het genootschap Het Beschreven Blad te Haarlem en heeft als doel het bevorderen van de belangstelling voor kleinschalige uitgaven van het gedrukte woord. Daartoe is een organiserend comité in het leven geroepen, dat bestaat uit Dick Jalink, Bubb Kuyper, Arie Lenoir, Nop Maas en Margreeth Pop-Jansen. Het project is ondergebracht bij de Stichting Haarlem Boekenstad te Haarlem.
In Nederland en België zijn enkele honderden marginale drukkers actief, die met loodzetsel en oude drukpersen het traditionele drukkersambacht uitoefenen zoals dit eeuwenlang het geval was, totdat de moderne druktechnieken hun intrede deden. Met vaak eenvoudige middelen, maar steeds met liefde en aandacht, vervaardigen zij drukwerk dat gekoesterd wordt door een kleine kring van liefhebbers. ‘Mooi Marginaal’ wil de aandacht van een groter publiek vestigen op deze bijzondere publicaties.
Een jury van deskundigen zal de mooiste door marginale drukkers vervaardigde drukwerken uitzoeken uit de productie van de twee voorafgaande jaren. De jury zal maximaal vijftig drukwerken selecteren. Ze zal daarbij het hele scala van marginale drukwerken, zowel met oude als met moderne technieken vervaardigd, in ogenschouw nemen: van plano's en gelegenheidsuitgaafjes tot en met prestigieuze boekwerken.
De uitverkoren drukwerken worden bekendgemaakt tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Gravenzaal van het Haarlemse stadhuis. Vervolgens worden ze in Haarlem (en mogelijk elders) tentoongesteld. Bij de expositie verschijnt een catalogus waarin het juryrapport is opgenomen en waarin bekroonde drukwerken worden afgebeeld.
Iedere margedrukker kan zijn productie uit 2002 en 2003 in enkelvoud opsturen naar het secretariaat van ‘Mooi Marginaal’. De inzendingen dienen vergezeld te gaan van een beschrijvingsformulier dat verkrijgbaar is bij het secretariaat. De inzendtermijn sluit op 31 januari 2004. Na de jurering en tentoonstelling(en) worden de drukwerken teruggestuurd aan de inzenders. Het complete reglement en beschrijvingsformulieren zijn bij het secretariaat verkrijgbaar. Ze zijn ook beschikbaar op de website van ‘Mooi Marginaal’ (www.mooimarginaal.nl).
Secretariaat: Bubb Kuyper, Jansweg 39, 2011 km Haarlem, tel.: (023) 532 39 86, fax: (023) 532 3893, e-mail: kuyper@bubbkuyper.com.
| |
Praemium erasmianum voor Hanno Wijsman
De Stichting Praemium Erasmianum heeft een van de vijf Studieprijzen voor bijzondere dissertaties op het gebied van de geesteswetenschappen en de maatschappij- en gedragswetenschappen toegekend aan historicus Hanno Wijsman (1970). Naast Wijsman krijgen op 21 november nog twee andere promovendi van de Universiteit Leiden de Praemium Erasmianum uitgereikt.
Wijsman promoveerde in 2003 op het proefschrift Gebonden weelde. Productie van geïllustreerde handschriften en adellijk boekenbezit in de Bourgondische Nederlanden (1400-1550).
Een belangrijk criterium voor de bekroning van de proefschriften is de interdisciplinariteit van de benadering, de casusoverstijgende behandeling van het onderwerp en het bredere belang van het boek voor andere disciplines. De Studieprijs bestaat uit een geldbedrag van €3000 en een oorkonde.
| |
Uitgeversbanden
Recent verscheen een bundel opstellen voor de scheidende archivaris van het Koninklijk Huisarchief, Bernard Woelderink: Een vorstelijk archivaris, Zwolle, Waanders, 2003. Hierin schreef Coen Schimmelpenninck van der Oye de bijdra- | |
| |
ge ‘In karton of half moiré?’ waarin hij ingaat op het verschijnsel van de halflinnen uitgeversband zoals die tussen 1834 en 1845 (soms nog tot 1848) in Nederland werd gebruikt. Meestal met een bedrukt rugschildje, soms ook met een bedrukt voorblad. In die tijd noemde men deze banden ‘gecartonneerd’ of ‘half moiré’, naar het gevlamde effect van het linnen dat voor de rug gebruikt werd. Het vroegste voorbeeld lijkt J. Olivier Jz, Merkwaardigheden uit den Tiendaagschen Veldtocht der Nederlanders in België uit 1834. Schimmelpenninck geeft als bijlage de titels van 66 boeken die in de genoemde jaren in halflinnen uitgeversbanden zijn verschenen. Een mooie aanzet voor een verdere ontginning van de geschiedenis van de uitgeversband in ons land.
A.G. van der Steur
| |
Toren voor de bibliotheek van het rijksmuseum
Voor de bibliotheek van het Rijksmuseum wordt een nieuwe toren van zeven verdiepingen gebouwd. De collectie zelf zal voornamelijk onder de grond worden opgeslagen.
Begin oktober werd het voorontwerp van het Nieuwe Rijksmuseum gepresenteerd. Over de bibliotheek en het Prentenkabinet was toen niet meer bekend dan dat ze in de nieuwbouw terecht zouden komen. Inmiddels is bekend dat ze, als studiecentrum, onderdeel worden van het ‘wetenschappelijke cluster’. De bibliotheektoren komt aan de kant van het Museumplein. Gezien vanaf het Concertgebouw ligt de toren aan de rechterkant. Op die plek ligt nu nog een garage, naast de voormalige Teekenschool. Onder de grond wordt een in omtrek enorme doos met twee verdiepingen gebouwd. Daar zal de collectie worden ondergebracht. Op de zeven verdiepingen is ruimte voor onder meer de medewerkers, voor een ‘digitale straat’ en voor de fotoboekencollectie. Een van de verdiepingen geeft via een slurf toegang tot het gebouw van de Teekenschool. In dat gebouw wordt het Prentenkabinet gehuisvest. Ook is daar de ruimte voor de gezamenlijke studiezaal gepland.
Bibliothecaris Geert-Jan Koot benadrukte dat dit voorlopige plannen zijn die verder uitgewerkt gaan worden. Ook het budget, begroot op 90 miljoen euro, moet nog vastgesteld worden.
| |
Nieuwe aanwinst ub Groningen
Op 28 oktober werd in de ub Groningen een belangrijke nieuwe aanwinst gepresenteerd: een rijk gedecoreerd manuscript, dat rond 1500 in de provincie Groningen werd vervaardigd. Het handschrift is een op perkament geschreven gebedenboek in het Middelnederlands. Het opent met de getijden tot Alle Heiligen. Dan volgen een serie gebeden ingedeeld volgens het kerkelijk jaar - van Kerstmis tot Pasen - en enige reeksen gebeden tot een groot aantal verschillende heiligen. Het boek meet 11×16 cm en telt 138 bladen. Het is versierd met penwerk, grote en kleine initialen en randversieringen. Er zijn zestien grote initialen met geschilderde en van bladgoud voorziene randdecoraties en tientallen decoraties in de marges. De stijl en het kleurgebruik van deze versiering, waarin vele bloemen, planten en vogels voorkomen, vertonen grote verwantschap met handschriften die worden toegeschreven aan de kloosters van Selwerd en Thesinge.
De verwerving van dit gebedenboek betekent een fraaie aanvulling op de collectie van in de provincie Groningen vervaardigde handschriften en het biedt materiaal om onze kennis van de boekproductie in deze streek verder te vergroten. Zowel de tekst als de decoratie bevatten belangrijke nieuwe informatie van boek- en kunsthistorische en van kerkhistorische aard.
Terwijl twee decennia geleden nog nauwelijks bekend was dat in Groningen in de middeleeuwen boeken werden geproduceerd, heeft onderzoek intussen aangetoond dat dit wel degelijk het geval was. Toeschrijving van handschriften aan Groningen gebeurt vooral op grond van hun decoratie, omdat andere aanwijzingen voor het bepalen van de plaats van ontstaan meestal schaars zijn. Publicaties van de onderzoeksresultaten leidden ertoe dat handschriften die reeds aanwezig zijn in openbare collecties in binnenen buitenland als Gronings herkend konden worden, en hetzelfde geldt voor nieuw op de
| |
| |
Een bladzijde uit het nieuw verworven gebedenboek (foto: ub, Groningen)
markt verschijnende manuscripten. Het nu verworven gebedenboek, dat werd aangeboden door een Nederlandse antiquaar, bevond zich in de eerste helft van de twintigste eeuw in een particuliere collectie te Chicago, waar het bekend stond als ‘Prayers, in Dutch’.
Het handschrift kon mede worden verworven dankzij financiële steun van het College van Bestuur van de rug, de Stichting Nicolaus Muleriusfonds en de Vereniging van Vrienden van de Universiteitsbibliotheek.
| |
Nieuwe huisvesting voor openbare bibliotheek van Amsterdam
De komende jaren zal op het Oosterdokseiland, naast het Centraal Station in Amsterdam, de grootste openbare bibliotheek van Nederland gebouwd worden. De bibliotheek moet in 2007 klaar zijn en kost 88 miljoen euro.
De nieuwe centrale bibliotheek wordt gebouwd omdat de huidige aan de Prinsengracht veel te klein is. Dat gebouw kan het toenemende aantal bezoekers niet aan en de faciliteiten schieten tekort. Zo heeft de huidige bibliotheek driehon- | |
| |
derd studieplaatsen, waar de toekomstige er twaalfhonderd biedt. De helft daarvan heeft internetaansluiting, waarbij bezoekers begeleiding kunnen krijgen van deskundige medewerkers.
De bibliotheek krijgt ook een auditorium voor onder meer lezingen, toneel- en muziekvoorstellingen. Verder komt er een tentoonstellingsruimte, een leescafé en worden cursussen aangeboden. De uitleen en het terugbrengen van boeken gaat helemaal automatisch.
Het ontwerp van Jo Coenen bestaat uit drie oplopende terraslagen die met elkaar verbonden zijn door liften, trappen en roltrappen. Onder het gebouw komt een parkeergarage. Het totale oppervlak wordt 27.500 vierkante meter, ruim twee keer zo groot als nu. De bibliotheek gaat zeven dagen per week open van 10.00 uur tot 22.00 uur.
| |
10.000 Gratis e-boeken
Sinds 1971 worden vele belangrijke cultuurhistorische en literaire teksten in digitale vorm voor het publiek toegankelijk gemaakt onder de titel ‘Project Gutenberg’. Inmiddels zijn al 10.000 klassieke teksten beschikbaar gesteld, waaronder de bijbel en het volledige werk van Shakespeare. De 10.000e tekst werd dit najaar gepubliceerd: de Magna Carta. Gemiddeld wordt er één e-text per dag toegevoegd aan de verzameling.
‘Project Gutenberg’ draait geheel op vrijwilligers. Zij doen de invoer en lezen de ingevoerde tekst na op fouten. De Gutenberg Library is in ruwweg drie onderdelen verdeeld: naslagwerken (encyclopedieën en almanakken, maar bijvoorbeeld ook Edward Gibbons History of the Decline and Fall of the Roman Empire), zware literatuur (waaronder Dante, Shakespeare en Moby Dick, maar ook de Nederlandse vertaling van Heinrich Heine De Beurs Lacht) en lichte literatuur (bijvoorbeeld Alice in Wonderland, Sherlock Holmes, Tarzan, de fabels van Aesopus en de Nederlandsche Sagen en Legenden van Josef Cohen). Hoewel de standaardtaal Engels is, worden er dus ook werken in andere talen aangeboden.
‘Project Gutenberg’ richt zich volledig op klassieke teksten, niet in de laatste plaats vanwege het copyright. De teksten worden vooral gebruikt als naslagwerk, om een citaat te zoeken of de herkomst ervan te bepalen. Voor een groot aantal teksten is gebruikgemaakt van de nieuwste wetenschappelijke editie. Alle teksten zijn te vinden op http://gutenberg.net. (EK)
| |
Leo voogt nieuwe directeur museum Meermanno
Sinds 1 december 2003 is Leo Voogt (44) de nieuwe directeur van Museum Meermanno. Zijn benoeming past in het streven van het museum om zich een steviger positie te verwerven binnen de boekenbranche. De voorzitter van de Raad van Toezicht, Jeltje van Nieuwenhoven, toonde zich bij het aantreden van Voogt enthousiast: ‘De kennis, de ervaring en het netwerk van Leo Voogt geven ons veel vertrouwen. Na de succesvolle verbouwing van het museum zal hij in staat zijn om het museum nationaal en internationaal verder te profileren als de plek waar boekgeschiedenis en druk- en boekkunst elkaar ontmoeten. Museum Meermanno moet meer in het hart van het Nederlandse boekenvak komen te staan en heeft door zijn collectie en deskundigheid ruime kansen om verbindingen te leggen met andere instellingen en sectoren. Onder Voogts leiding zal daaraan nu voortvarend worden gewerkt.’
Voogt heeft in zijn carrière als historicus en wetenschappelijk bibliothecaris diverse functies binnen het boekenvak vervuld. Zo werkte hij ondermeer voor Veilinghuis & Antiquariaat Burgersdijk & Niermans, bij de Raad van Advies voor Bibliotheekwezen en Informatieverzorging, bij de Koninklijke Bibliotheek, bij de International Federation of Library Associations and Institutions (ifla), bij de Koninklijke Vereniging van het Boekenvak en tot op heden als directeur bibliotheekrelaties bij de wetenschappelijke divisie van Uitgeverij Elsevier. Leo Voogt vervult diverse nevenactiviteiten, waaronder het lidmaatschap van de Adviesraad van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis en kroonlid van de Raad voor Cultuur. Leo Voogt volgt Marie Christine van der Sman op, die met ingang van 1 september jl. directeur van de Nederlandse Museum Vereniging is geworden.
| |
| |
| |
Nbv-congres vrouw en boek
Op donderdag 25 en vrijdag 26 maart 2004 houdt de Nederlandse Boekhistorische Vereniging een congres met de titel Vrouw en Boek: People's business bij uitstek. Dit congres zal plaatsvinden in de Doelenzaal van de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam.
In de geschiedenis en de literatuurgeschiedenis is het genderperspectief niet meer weg te denken, maar in de boekgeschiedenis is aan de rol van de vrouw als uitgever, boekhandelaar, bibliothecaris en lezer nog niet systematisch aandacht besteed. Daarom organiseert de nbv dit jaar een congres waarin vrouwen in het boekenvak centraal staan. In een tiental lezingen, gehouden door gerenommeerde boekhistorici en historici, zullen verschillende aspecten van de rol van de vrouw in het boekenvak worden belicht: van krantenverkoopsters in de achttiende eeuw tot het lezen van vrouwen in groepsverband. De tweede dag zal worden afgesloten met een forumdiscussie, waarin vrouwen uit het boekenvak (een uitgeefster, een recensente, een boekverkoopster, een auteur en een bibliothecaris) hun gedachten zullen laten gaan over de positie van de vrouw in het boekenvak anno 2003.
De kosten voor het congres (inclusief inschrijving voor de lezingen, koffie/thee, lunch en een drankje na afloop) bedragen voor nbv-leden €45 en voor niet-nbv-leden €55. Voor meer informatie kunt u terecht op www.kb.nl/nbv.
| |
Presentatie bibliopolis
Op 1 december werd in de Koninklijke Bibliotheek het boek Bibliopolis ten doop gehouden. De tekst en de - rijkelijk aanwezige - illustraties van Bibliopolis zijn afkomstig uit het elektronische systeem Bibliopolis (www.kb.nl/bibliopolis), dat eind vorig jaar werd gepresenteerd. Zoals Wim van Drimmelen, algemeen directeur van de kb, in zijn welkomstwoord aangaf, is Bibliopolis het resultaat van een paradox. De boekwetenschappers die de kb benaderden om mee te werken aan de totstandkoming van een handboek van de Nederlandse boekgeschiedenis, kregen eerst het elektronische systeem en pas een jaar later, als afgeleide van het systeem, het boek.
Tijdens de bijeenkomst is uitgebreid aandacht besteed aan de digitale ontwikkelingen, zoals bij de presentatie van het elektronische systeem Bibliopolis de nadruk lag op de ‘klassieke’ boekwetenschap. Paul Wauters van Networked Research and Digital Information (een onderzoeksgroep van het niwi) toonde betoverende plaatjes over hoe elektronische systemen de verwarring van de wetenschapper over de veelheid aan informatie die beschikbaar is, zouden kunnen opheffen. Voorts trok hij de vergelijking tussen de mogelijkheden die werden gezien bij de opkomst van microfilm en de huidige lofredes op internet. Adriaan van der Weel van de Universiteit Leiden zette deze denktrant in zijn ‘feestrede’ voort en toonde zich dankbaar te leven in een tijd van nieuwe ontwikkelingen. Hij stelde zich latere generaties voor die ons internet zouden bezien als het ‘wiegeweb’ en sprak de hoop uit dat de kb ondersteuning zou blijven bieden om het ‘cyberdocuversum’ te beheersen.
Het eerste exemplaar werd vervolgens overhandigd aan Laurens van Krevelen, de voorzitter van de Tiele-stichting, die ‘de boekenwereld’ opriep gezamenlijk een oplossing te zoeken voor het omgaan met digital rights management (auteursrecht, met name op afbeeldingen, op intranet). Bibliopolis is uitgegeven door Waanders uitgevers en kost €34,50. (EK)
| |
Koopman prijs prijs voor boekbanden
In het najaar van 2002 schreef de Koninklijke Bibliotheek de Koopman Prijs voor Boekbanden 2004 uit, waarvoor Nederlandse binders een werk konden inzenden. De Collectie Koopman bestaat uit circa 8000 literaire en meest bibliofiele, geïllustreerde uitgaven die bij testament aan de kb zijn geschonken. Een speciaal Fonds Anny Antoine/Louis Koopman voorziet in uitbreiding en onderhoud van de collectie. Het testament bepaalt dat alle boeken in de collectie gebonden moeten worden. In dat kader is de Koopman Prijs voor Boekbanden uitgeschreven: enerzijds om
| |
| |
mooie banden om de Koopman-boeken te verwerven, anderzijds om de Nederlandse boekkunst te stimuleren door middel van een eenmaal in de drie jaar uit te reiken prijs.
Vier binders krijgen nu de opdracht een boek uit de Collectie Koopman te binden: Jeff Clements, Jan Daemen, Geert van Daal en Berdien van Lieshout.
In het najaar van 2004 zal de officiële prijsuitreiking zijn. Die valt samen met een tentoonstelling van de vier nieuwe banden en alle 32 inzendingen, aangevuld met een overzicht van werken uit de Collectie Koopman. Tegelijkertijd zal de speciale website van de Collectie Koopman worden gepresenteerd.
| |
Doopsgezinde prenten
Op donderdag 20 november 2003 is in de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam de beelddatabank van doopsgezinde prenten officieel in gebruik gesteld. Door digitalisering van de prentencollectie van de Doopsgezinde Bibliotheek is deze nu veiliggesteld en zijn de ruim 1500 portretten, historieprenten en afbeeldingen van gebouwen via internet te raadplegen. Voor het eerst is een grote verzameling uit de Bijzondere Collecties van de ub in haar geheel digitaal toegankelijk gemaakt.
Behalve portretten van doopsgezinde leraren uit vijf eeuwen - waaronder een grote collectie van de enige Nederlandse reformator Menno Simons - bevat de databank afbeeldingen van Luther, Calvijn, Zwingli en vele historische figuren uit de Nederlandse (kerk)geschiedenis. De historieprenten geven een beeld van de vroegste geschiedenis van de wederdopers, met de gewelddadigheden uit 1534/1535, alsmede de gruwelijkheden waaraan de eerste christenen en - na de Hervorming - de doopsgezinde martelaren werden blootgesteld. Bouwtekeningen van gebouwen waarin doopsgezinden bijeenkwamen, prentbriefkaarten en affiches completeren de beelddatabank.
|
|