Verschenen boeken
Jan-Hendrik Bakker, Toewijding. Over literatuur, mens en media. Amsterdam/ Antwerpen. ISBN 90 45007 86 x, 367 p., €23,50
Het woord ‘toewijding’ in de titel slaat op aandachtig, geconcentreerd en ‘met toewijding’ lezen, wat men in de geschiedenis van de leescultuur ook wel ‘intensief lezen’ noemt. Filosoof en journalist Jan-Hendrik Bakker gaat in dit boek, een vervolg op zijn proefschrift Tijd van lezen, na in hoeverre deze vorm van lezen nog mogelijk is nu cyberspace en digibytes het papieren boek lijken te verdringen. De breedte van die vraagstelling is in het resultaat terug te vinden. In een hybridisch betoog, doorspekt met veel Derrida, Foucault, Heidegger, George Steiner en Nietzsche, springt Bakker heen en weer van het autobiografische van Augustinus naar de dichters op Poetry International, en van Gutenberg tot de hypertextliteratuur van Michael Joyce, met wie een interview is opgenomen. Hypertextliteratuur, zo wordt dan duidelijk, is literatuur die de lezer zelf samenstelt op basis van door een auteur per computer geleverde fragmenten - een omgekeerd cadavre-exquis, zou je kunnen zeggen. Uit het vraaggesprek blijkt dat hypertextliteratuur meer is dan een grappig spel, er zit een complete filosofie achter deze nonlineariteit, waardoor de auteur ‘schepper van een narratieve ruimte’ wordt, in plaats van tijd. Het einde van de roman, dat al zo'n anderhalve eeuw gepredikt wordt, laat dus nog even op zich wachten? Zelfreflectie is eigen aan het toegewijde lezen, legt Bakker uit, en die reflectie zou door de opkomst van nieuwe media wel onder druk kunnen komen te staan. Hij noemt Augustinus de eerste autobiograaf.
Bakker besteedt ook, bien etonnés de se trouver ensemble waarschijnlijk, ruim aandacht aan die goede oude boekgeschiedenis. Het hele verhaal over Gutenberg en zijn vinding, zelfs de Costermythe krijgt hier een plaats. Volgens Bakker krijgen kinderen op sommige scholen nog steeds aangeleerd dat Coster de ware uitvinder is.
Toewijding brengt veel gezichtspunten bij elkaar, in een vorm die veel met hardop nadenken gemeen heeft. Er wordt moeiteloos heen en weer gesprongen tussen genres en functies van het boek zonder dat het voor het betoog kennelijk consequenties heeft, en conclusies laat Bakker doorgaans aan de lezer. Maar omdat hardop nadenken in de boekgeschiedenis juist weer te weinig gebeurt, is dit een boek dat aandacht verdient. (LK)