| |
| |
| |
Verschenen boeken
Averbode, een uitgever apart, 1877-2002. Onder redactie van Rita Ghesquière en Patricia Quaghebeur, Leuven 2002, 546 p., ISBN 90 31718 77 7, €75
Sinds 1134 is er in het Vlaamse Averbode een klooster gevestigd van de norbertijnen, een nijvere orde binnen het katholiek kloosterbestel In 1877 kwamen de broeders op het idee een drukkerij op te richten waarin drukwerk werd geproduceerd om de Maria-devotie te bevorderen. Al snel richtte de drukkerij zich op het opvoeden en scholen van het gelovige volk. Er verscheen stichtelijke kinderlectuur, opvoedings- en ontspanningslectuur. Van boekjes breidde de, inmiddels ook, uitgeverij het fonds uit naar tijdschriften. Er verschenen weekbladen voor volwassenen en kinderen. In die kindertijdschriften speelde, vreemd genoeg bij katholieken, de strip een belangrijke rol. Ook dat aspect komt ruim aan bod. De vele auteurs die aan het fonds meewerkten, worden in aparte tekstblokken geportretteerd.
De twee auteurs beschrijven de geschiedenis van uitgeverij Averbode aan de hand van het fonds en de biografieën van de paters die een grote rol speelden. Een uitgebreide bibliografie en biografisch repertorium completeren dit prachtige, lijvige boek. Het is rijk geïllustreerd en doet terugverlangen naar het ‘rijke roomse leven’. (JvW)
| |
Nicholas A. Basbanes, Among the Gently Mad. Strategies and Perspectives for the Book Hunter in the Twentyfirst Century, New York, Henry Holt and Company, 2002, XIV + 251 p., ISBN 08 05051 59 7, $25
Na twee omvangrijke, uiterst lezenswaardige studies over de wondere wereld van het boek publiceerde Basbanes dit ‘tussendoortje’. Anders dan in A Gentle Madness en Patience & Fortitude gaat hij in dit nieuwe boek minder in op vooral de geschiedenis van het geïnstitutionaliseerde verzamelen, maar vertelt Basbanes over zijn eigen ervaringen en die van andere hedendaagse verzamelaars. Hoewel de ondertitel de suggestie
zou kunnen wekken dat Basbanes een soort handboek voor (aankomende) verzamelaars heeft willen schrijven, is dat niet het geval. Daarvan zijn er volgens hem al voldoende op de markt. Hij houdt in Among the Gently Mad vooral een pleidooi voor het ontplooien van eigen creativiteit door bij het bepalen van een verzamelgebied niet klakkeloos te kiezen voor boeken die reeds door velen worden verzameld en daardoor prijzig zijn, maar je eigen interesse te volgen. Hierdoor ontstaan soms verzamelingen die later wetenschappelijk maar ook financieel uiterst waardevol kunnen blijken, hoewel de prijs van individuele boeken voor iedereen is op te brengen. Hij ondersteunt zijn pleidooi met veel anekdotische uitweidingen over collecties van niet direct voor de hand liggende boeken en degenen die deze bijeen hebben gebracht. Daarnaast gaat hij omstandig in op de veranderingen die zich de laatste tijd voordoen op de boekenmarkt door ontwikkelingen op internet, zoals de veilingen van eBay en de immer toenemende aanwezigheid van antiquariaten op het web, waardoor het
| |
| |
nu veel gemakkelijker is bepaalde titels te vinden. Hij belicht deze nieuwe verkoopkanalen aan de hand van ervaringen van zowel handelaars als kopers. Opvallend hierbij is onder andere de constatering dat voor veel antiquaren het aantal verkopen door internet beduidend is toegenomen, maar dat dit veel minder invloed heeft op de stijging van de omzet. Via internet worden, kortom, vooral de minder dure boeken verkocht. De meeste door Basbanes opgevoerde antiquaren zijn dan ook niet van plan de productie van catalogi helemaal op te geven, waarbij ook meespeelt dat een gedrukte catalogus meer recht doet aan het onderzoek dat soms aan een beschrijving is voorafgegaan. Net zoals zijn twee eerdere boeken is Among the Gently Mad weer een genoegen om te lezen voor wie geïnteresseerd is in het vreemde genus van de bibliofiel en de habitat waarin hij het best gedijt. (HH)
| |
Lizet Duwendak, ‘Door lezen wijder horizont.’ Het Haags Damesleesmuseum. Nijmegen, Vantilt, 2003, 407 p., geïll, geb., ISBN 90 75697 95 3, €24,90
‘ Door lezen wijder horizont’ is het proefschrift van literatuurhistorica Lizet Duyvendak. Het Haags Damesleesmuseum werd als leesgezelschap opgericht in 1894, vanuit de gedachte dat er voor ‘dames een zinvolle tijdsbesteding’ moest zijn en omdat vrouwen bij de reguliere leesgezelschappen niet welkom waren. Het ‘Damesleesmuseum’ bestaat nog steeds en is nu te karakteriseren als een kwaliteitsbibliotheek met ruim vijfhonderd leden die gemiddeld 2 à 3 boeken per maand mee naar huis nemen. Het Leesmuseum, waarvan men door ballotage lid kan worden, koopt literaire fictie en non-fictie aan, maar uitsluitend na zorgvuldige keuring door een leescomité. Niet om zo de erotische of subversieve boeken buiten de deur te houden; dat is niet de bedoeling. Het comité beoordeelt alleen de literaire kwaliteit. Omdat het hier om een club van lezende vrouwen gaat, van de betere standen en hoger opgeleid dan gemiddeld, wordt dit kwaliteitscriterium interessant. Want wat vinden deze dames goed? Dat is de rode draad in dit proefschrift: de wijze waarop de bibliotheek de collectie
samenstelde en in hoeverre de bibliotheek al dan niet afweek van de heersende normen die in het verleden nu eenmaal voornamelijk door mannen waren ingevuld. Het aardige is dan dat blijkt dat de lezeressen (vanaf 1970 mochten ook mannen lid worden, maar hun aantal bleef zeer beperkt) een uitgesproken smaak hebben, een uiterst literaire smaak, maar niet te beïnvloeden zijn door literaire prijzen of een jubelende kritiek. Eigenzinnig zogezegd. Geen Jan Cremer, geen Arnon Grunberg, maar ook geen Youp van 't Hek, geen Kees van Kooten. Wel W. Gombrowicz, Anna Blaman, J.G. Ballard, maar ook in de jaren dertig Hitlers Mein Kampf. Gaandeweg zwicht het bestuur steeds vaker voor de aanschaf van een ‘gezellig’ boek. Toch prijzen de huidige leden, door Duyvendak aan een enquête onderworpen, vooral het hoge niveau van de collectie. Duyvendak concludeert daaruit dat het beeld van de lezende vrouw als prototype van de lezende middelmaat moet worden bijgesteld. ‘ Door lezen wijder horizont’ volgt op een in 1994 verschenen monografie van dezelfde onderzoekster over ditzelfde leesmuseum. Wie dat boek al heeft, vraagt zich misschien af of de aanschaf van dit proefschrift geen verdubbeling in de boekenkast betekent? Nee, is daarop het antwoord, want ongeacht de onvermijdelijke overlap, is dit toch een heel ander boek.
| |
| |
Dat komt door de bijlagen waarin een groot deel van de collectie is beschreven, maar ook door het heldere beeld van het keurende leescomité, doorspekt met veelzeggende citaten. (LK)
| |
Paul Hoftijzer, De lof der boekdrukkunst. Zutphen, Walburg Pers 2003, 32 p., ISBN 90 5730 252 7, €15
Op 23 mei 2002 werd in Den Haag de eerste Tiele-lezing uitgesproken door Paul Hoftijzer, bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van het boek in de vroegmoderne tijd. In zijn verhandeling doet Hoftijzer verslag van de uiteenlopende en veranderende visies op de betekenis van de uitvinding van de boekdrukkunst in de loop der eeuwen. Beginnend bij de verschillende getuigenissen van tijdgenoten over de uitvinding die Johannes Gutenberg omstreeks 1450 in Mainz deed, volgt hij het debat waarbij de groeiende tijdspanne van de historische gebeurtenissen tot de beschouwers ook leidt tot een groter wordende afstand in de historische benadering van Gutenbergs revolutionaire vinding. Hoftijzer eindigt zijn beschouwing bij de laatste fase in de historiografische ontwikkeling, wanneer de discussie het domein is geworden van historici. De geschiedschrijving is bovendien in een stroomversnelling
geraakt onder invloed van de opkomst van digitale media, waardoor het gedrukte woord als communicatiemedium naar de achtergrond wordt verdrongen. (EK)
| |
Anna E.C. Simoni, The Ostend Story. Early tales of the great siege and the mediating role of Henrick van Haestens. ['t Goy-Houten], Hes & De Graaf Publishers bv, [2003]. [Bibliotheca Bibliographica Neerlandica, vol. XXXVIII], 230 p., ISBN 90 61941 59 8
In een komend nummer van De Boekenwereld zal een uitvoerig interview verschijnen met de Britse boekhistorica dr. Anna Simoni, die jarenlang was verbonden aan de British Library in Londen. Zij was de grondlegster van de Nederlandse afdeling van de ‘Department of Printed Books’ en publiceerde tal van belangwekkende boeken en artikelen op het gebied van de Nederlandse boekgeschiedenis. In The Ostend Story, dat verscheen als het 38e deel van de Bibliotheca Bibliographica Neerlandica, schetst zij hoe de dramatische verslagen van het Beleg van Oostende (1601-1604) kort na afloop van de gebeurtenissen in druk verschenen en een grote indruk maakten in de jonge Republiek. Een centrale rol in het boek speelt de Leidse drukker en uitgever Hendrick van Haestens, die niet minder dan drie uitgaven publiceerde over de gevechten. (GV)
| |
| |
| |
Lex Veldhoen, Jan Oudenaarden en Justin van Lopik, Met vlinderstrik en boerenzakdoek. Een Rotterdamse uitgeversfamilie. Rotterdam, Ad. Donker, 2003, 255 p. geïll. geb. ISBN 9061005396, €22,90
Een charmante kroniek van de Rotterdamse uitgeverij Ad. Donker, die voor een belangrijk deel gebaseerd is op gesprekken met de 91-jarige weduwe Donker, haar kinderen en kleinkinderen. Ad. Donker zelf is in 1986 gestorven, met een boek van Gogol in zijn hand. In de zomer van 1938 begon Donker, die al enkele jaren in het boekenvak zat, met een eigen uitgeverij. De eerste uitgave was werk van de bij de nazi's weinig geliefde Heinrich Heine. Wat daarna volgde toont de sporen van de oorlog en de papierschaarste: veel historische, en nationaal-getinte uitgaven, meest dunne boekjes. De plaatjes in een Prikkebeen-uitgave werden met de hand ingeplakt. De eerste grote titel kwam in 1946 met Rotterdam: de poort van Europa. Het moeilijk te karakteriseren fonds kende verder de reeks Donker Pockets, het ‘huisorgaan’ Kroniek voor den letterlievenden lezer, en het literaire Proefschrift; Maandblad voor de nieuwe generatie, dat in 1956 verscheen. Wellicht de grootste triomf was de uitgave van Antoine de Saint-Exupery's De Kleine Prins, dat een heuse everseller werd. Met vlinderstrik en boerenzakdoek vertelt eerst aan de hand van de interviews het verhaal van deze uitgeversfamilie, met alle ups en behoorlijk wat downs. De jongste generatie is van de boeken overgestapt op de kunst, zodat het voortbestaan van de uitgeverij als zelfstandige onderneming niet verzekerd is. Na een kleurenkatern met een selectie van omslagen uit Donkers fonds, volgt een schets van het Rotterdamse culturele leven in het algemeen vanaf 1938 tot nu, en het boek sluit af met een weinig transparante fondsreconstructie waarbij niet duidelijk wordt hoe betrouwbaar en compleet deze is. Mooie details en sfeervolle foto's. (LK)
|
|