| |
| |
| |
Verschenen boeken
Boek&Boek. 't Adressenboek. Stripspeciaalzaak, tweedehands boekbedrijf en antiquariaat in Nederland 2002-2003. Samenstelling W. van Starkenburg, z.p. z.d., ongepag., geen ISBN, euro 9,95.
De negende editie van de tweejaarlijks verschijnende adressengids voor het boekenvak is recentelijk uitgekomen. De handel in tweedehandse en antiquarische boeken en prenten is volgens de samensteller in korte tijd sterk veranderd. Er verdwijnen steeds meer winkels; waar twee jaar geleden nog 456 winkels geteld werden, zijn dat er nu nog maar 427. Van de winkels die wel blijven, daalt het aantal openingsuren. Veel antiquaren hebben ook de weg naar het internet gevonden: 180 van de genoemde bedrijven hebben inmiddels een webadres, ten opzichte van 110 in de vorige editie. De samensteller vindt wel dat ‘voor de koper die het boek toch in handen wil hebben, de wereld er niet veel eenvoudiger op is geworden. Er wordt veel meer aangeboden en vrijwel alle titels zijn te koop. De tijd van de onverwachte vondst lijkt echter voorbij.’ Met de uitstekende overzichten in Boek&Boek, dat ingangen biedt op bedrijfsnaam, specialisme en vestigingsplaats, lijkt dit laatste ook voor Nederlandse antiquariaten op te gaan. (EK)
| |
Helleke van den Braber e.a. (red.), Floppen en fiasco's. Mislukkingen uit de tijdschriftgeschiedenis. Lustrumboek van TS. Tijdschrift voor tijdschriftstudies, [Nijmegen], Uitgeverij Vantilt, 2002, 134 p., geïll., ISBN 9075697635, euro 13,50.
In 1997 werd het tijdschrift Ts. Tijdschrift voor tijdschriftstudies opgericht. Anno 2002 viert de redactie van dit blad het eerste lustrum met Floppen en fiasco's. En waar gaat dit lustrumboekje over? Over tijdschriften die het nou net niet gered hebben. In acht bijdragen (van onder meer Joost Kloek, Sjoerd van Faassen, Willem van den Berg en Renée Vegt) worden de opkomst en snelle ondergang van een aantal tijdschriften uit de achttiende, negentiende en twintigste eeuw beschreven. Het kon liggen aan de gekozen bladformule die niet aansloeg bij het grote publiek. Of het tijdschrift was te saai, omdat het ‘mengelwerk’ ontbrak. Of het tijdschrift profileerde zich te weinig. Of de bladformule leek te veel op die van een beroemde voorganger. De oorzaken van het vroegtijdig teloorgaan van een tijdschrift zijn en waren legio. Wie meer wil weten over de op- en nedergang van bijvoorbeeld Vaderlandsche Jonge Juffers (1787), het Muzijkaal tijdschrift (1836) of de Nederlandse Playgirl (1987) neme Floppen en fiasco's ter hand. Het leest prettig: met plaatjes, een separaat notenapparaat en een index. (IV)
| |
Jos M.M. Hermans en Aline Pastoor, De Oudheid in handen. Klassieke handschriften in de Provinsjale & Buma Biblioteek fan Fryslân, Leeuwarden, PBF & Utjouwerij Bornmeer, 2002, 128 p., ISBN 9080519448, euro 18.
Ter gelegenheid van het honderdvijftigjarig bestaan van de Provinsjale & Buma Biblioteek fan Fryslân (pbf) heeft de bibliotheek een overzicht gemaakt van de handschriften met Latijnse teksten uit of over de Oudheid die zich in haar collectie bevinden. De achttien handschriften die aan deze criteria voldoen worden gepresenteerd in het tweede deel van De Oudheid in handen, de catalogus. Het gaat om vaak bijzondere stukken uit verschillende productiecentra en uit verschillende periodes. Veel stukken zijn afkomstig uit de bibliotheek van de Franeker Academie, waar de pbf erfgenaam van is. Vier handschriften worden speciaal uitgelicht: een handschrift uit Fulda (ca. 836), een elfde-eeuwse schooltekst van Horatius, een Nieuw Testament uit het Fraterhuis in Zwolle (1452) en een codex met teksten van Cicero.
De bibliotheek wil deze onbekende collectie breed onder de aandacht brengen en heeft daarom ook gekozen voor een educatieve opzet. Het wil ‘voor een breed publiek verhelderen hoe in de hoge en late Middeleeuwen met oude teksten werd omgegaan, waarom men zelf de handschriften in handen wilde hebben’. Productie, vorm én gebruik van de handschriften komen aan de orde en worden geïllustreerd aan de hand van de handschriften uit de catalogus. Het boek is zeer fraai uitgegeven, met prachtige kleurenfoto's van de verschillende handschriften. Ook is zorg besteed aan de
| |
| |
registers en is een Engelse samenvatting toegevoegd. De ambitie van de auteurs dat het boek als lesmateriaal gebruikt kan worden in voorbereidend en wetenschappelijk onderwijs lijkt mij door de open stijl alleszins gerechtvaardigd. De handschriften kunnen ook via Internet bekeken worden op www.pbf.nl. (EK)
| |
Mathijs Suidman i.s.m. Jasper Enklaar, De goudmijn van Gutenberg. Uitgeven in een nieuw tijdperk, Zutphen/Apeldoorn, Plataan, 2001, 159 p., ISBN 9058071219, euro 18,99.
Dit boek is een fris betoog dat vooral bij internetprofeten aan zal slaan. Suidman beweert hier namelijk dat uitgevers met de uitvinding van Gutenberg op dit moment voor de grootste uitdaging ooit staan: de sprong in het diepe, met de nieuwe media. Het gaat hem in zijn betoog niet eens zozeer om de techniek van internet, maar om de communicatieve strategieën die ongekende mogelijkheden bieden. Uitgevers zijn geen ‘publiceerders’ meer, geen drukkers meer, of boekendistributeurs, maar beheerders van content, een begrip dat voor it'ers iets nieuws lijkt te zijn, maar wat bezadigde boekenlezers gewoon ‘inhoud’ noemen. Uitgevers moeten zich meer als makelaar van content opstellen en er meer mee doen dan de inhoud op papier of net kwakken. Ze moeten rechtstreeks contact zoeken met de consument, en behalve een reisboek, ook reizen gaan aanbieden en dergelijke. Voor Echte Boeken (van papier dus) is er hoop, áls door de opkomst van alle digitale informatie een nichemarkt tot ontwikkeling komt voor Echte Boeken: mooi bezorgde en gebonden speciale edities, met verzorgde typografie of bijzondere illustraties, in een oplage of een vorm die nu eens niet oneindig reproduceerbaar is. Deze boeken zullen niet goedkoop zijn, maar dat is in de nieuwe verhoudingen juist een ‘unique selling point’. Dat weten we dus alvast. Onmiskenbaar met flair geschreven, en ook bevat het boek aardige observaties, maar of de suggesties in de praktijk uitvoerbaar zijn, valt te bezien. (LK)
| |
Vijfendertig jaar verzorging omslag: Leendert Stofbergen, met een inleiding van H.L. Bouman, Amsterdam/Meppel, Boom, 2002, ongepag., ISBN 9053527524, euro 8,50.
Dit kleine boekje is een eerbetoon aan de in 2001 overleden vormgever Leendert Stofbergen, die behalve voor De Bezige Bij ook veel omslagen voor Uitgeverij Boom heeft ontworpen. Dit eerbetoon van laatstgenoemde uitgeverij bestaat uit een minieme inleiding, van anderhalve bladzij, gevolgd door een galerij van omslagen van Stofbergen voor Boom. Het doet aan een tentoonstellingscatalogus denken. Enige toelichting was welkom geweest. Nu staat er slechts een jaartal onder elk omslag. Stofbergens kenmerk was: een collage van elementen waarin het onderwerp van het boek met een vleugje humor tot uitdrukking komt. Zo maakte hij drie omslagen voor drie drukken van het boek Agressie bij de mens van Anthony Storr, de eerste druk had een ‘kras’ op het witte omslag, de tweede een brandgaatje, de derde een pleister. In het boekje staat welgeteld één omslag dat nooit gepubliceerd werd. Daarvan hadden we wel meer voorbeelden willen zien. Met weinig moeite was hier meer van te maken geweest. Nu is het toch niet veel meer dan een omgevallen fondskast van Boom. (LK)
| |
Adriaan van der Weel (red.), Een instinct voor boeken. Een selectie uit het werk van Jacques den Haan, Leiden, Academic Press, 2001, 160 p., ISBN 907437221X, euro 11,32.
Over ‘selling points’ gesproken (zie het stukje over Suidman): die voor Een instinct voor boeken luiden als volgt: ‘zeer geschikt als cadeauboek of simpelweg zelfverwennerij’. De uitgeverij stuurt deze en nog veel meer ‘selling points’ mee bij het recensie-exemplaar, en dat lijkt me typisch een verschijnsel waar Jacques den Haan (1908-1982) zich in een van zijn ironische stukjes over het boekenvak vrolijk over zou hebben gemaakt. Jacques den Haan was boekhandelaar geweest voordat hij overging tot een bestaan als schrijver/essayist. Hij publiceerde in Het Parool, Algemeen Handelsblad, Maatstaf en Litterair Paspoort. In dat laatste blad had hij een eigen rubriek ‘Talking shop’. De bundeling daarvan haalde drie drukken. Verschillende bundelingen zijn er van zijn werk gemaakt, uitgegeven in goedkope reeksen met hoge oplagen, zoals Ooievaar pockets (Bert Bakker) en Literaire Pockets (De Bezige Bij), die je op boekenmarkten nog vaak tegenkomt. Zijn stijl is losjes en associatief. Den Haan schreef over van alles, maar vooral over lezen. Hij las naar eigen zeggen meer dan een boek per dag. In Een instinct voor boeken zijn vooral die stukken bijeengebracht die over boeken en boekhandel gaan. De bundeling besluit met een interview van Hans van Straten met Jacques den Haan uit ca. 1968. De uitgave van Een instinct voor boeken is onderdeel van het ‘Publishing Project’ 2001 van Leidse studenten boekwetenschap, wat Den Haan ongeacht de ‘selling points’ uiterst sympathiek zou hebben gevonden. (LK)
|
|