Tentoonstelling van kostbare facsimile-uitgaven
De bibliotheek van de vu bezit ten behoeve van onderwijs en onderzoek een omvangrijke verzameling facsimiles. Dat zijn in druk uitgevoerde kopieën van handschriften en zeldzame drukken waarvan de originelen zich doorgaans elders bevinden. Een groot deel van deze studieverzameling bevindt zich in de magazijnen van de afdeling Handschriften en Oude Drukken en kan in de studiezaal geraadpleegd worden. Zij maakt het bijvoorbeeld mogelijk kennis te nemen van de inhoud van zeldzame of kwetsbare stukken, of het schrift en de verluchting van ver verwijderde handschriften te bestuderen en te vergelijken. In de studiezaal van de afdeling is nu de tentoonstelling Unica vermenigvuldigd te bezichtigen die een indruk geeft van de rijkdom van deze weinig bekende collectie, die onmogelijk volledig getoond kan worden. Ook laat zij zien wat een veelheid aan gradaties in nauwkeurigheid en perfectie zulke facsimiles kunnen vertonen.
De getoonde facsimiles hebben betrekking op originelen die dateren van de negende tot en met de achttiende eeuw. Uit de negende eeuw stammen de Leidse Aratea (een leerdicht over het heelal) en het Utrechts psalterium. Het schrift en de illustraties van deze beroemde handschriften gaan terug op voorbeelden uit de klassieke oudheid. De facsimiles zijn zeer zorgvuldig uitgevoerd en reproduceren niet alleen tekst en illustratie, maar ook de vorm van de bladzijden en de opbouw van het boek. Zij stellen studenten en onderzoekers in staat werken te bestuderen die een gewone sterveling nooit in handen krijgt. Een dergelijke perfectie wordt overigens niet bij alle uitgaven nagestreefd.
Naast fraaie facsimiles van handschriften als middeleeuwse getijdenboeken vindt men ook reproducties van vroege gedrukte werken: bijvoorbeeld het oudste gedrukte boekje dat integraal bewaard is gebleven (Eyn Manung der Cristenheit widder die Durcken, 1454) en de wereldkroniek van Schedel uit 1493 met zijn prachtige houtsneden. De zogenaamde Armenbijbel (Biblia pauperum) is vertegenwoordigd als handschrift en als blokboek. De negentiende-eeuwse lithografische facsimile van het blokboek en zijn twintigste-eeuwse fotografische tegenhanger zijn een goed voorbeeld van de veranderingen in de reproductietechnieken.
Het jongste werk is weer een handschrift: een beschrijving van het ritueel van de beide avonden die voorafgaan aan het joodse paasfeest. Deze zogenaamde Pessah-Haggadah werd in 1769 te Kopenhagen door Yehuda Leib Ha-Cohen geschreven en van prachtige miniaturen voorzien.
Deze kleine tentoonstelling, die 28 facsimile-uitgaven omvat, is tot eind maart 2002 te bezichtigen in de studiezaal Oude Drukken (hoofdgebouw 1 b-41/31), maandag-vrijdag 9.00-12.30 en 13.00-16.45 uur.
Adres: Vrije Universiteit, Bibliotheek Afd. Handschriften en Oude Drukken / Studiecentrum voor Protestantse Boekcultuur, De Boelelaan 1103, 1081 hv Amsterdam, tel. 020.444.51.84, e-mail: odr@ubvu.vu.nl.