Adam Pynacker, Hertenjacht. Grafiet of zwart krijt, penseel in grijs, 156 × 237 mm (foto en collectie Amsterdams Historisch Museum, Amsterdam).
(Fondation Custodia, Verzameling Frits Lugt, Parijs).
Ook enkele kunstenaars die Italië niet bezochten, maar zich in Nederland door hun bereisde collega's lieten inspireren, komen aan de orde. De belangrijkste is Nicolaes Berchem, van wie de grootste tekening uit zijn oeuvre te zien is, een Gezicht in het Colosseum. Hij is rijk vertegenwoordigd met een reeks tekeningen in verschillende technieken.
Het reizen naar het zuiden was niet zonder gevaar. Op de Noordzee en op de Middellandse Zee maakten kapers de kust onveilig. Maar ook het reizen over land was onzeker: paarden, een schuit en redelijk onderdak waren niet altijd te vinden. De reis werd in groepsverband gemaakt, onder meer om redenen van veiligheid. Onderweg werd de reiziger geconfronteerd met formaliteiten: een paspoort was een noodzakelijk document, evenals een certificaat van gezondheid. Verder waren er strenge grens- en poortcontroles. Het zoeken van onderdak was voor degenen die met een bode reisden geen probleem, andere moesten zelf een herberg zoeken. Eenmaal in Rome waren kunstenaars, net als andere vreemdelingen die zich op de arbeidsmarkt begaven, verplicht zich in te schrijven in bestaande arbeidsorganisaties. Voor de schilders waren dat de Academia Romana di Belle Arti en de Compagna dei Santi Quattro Coronati. De kunstenaars konden verschillende routes naar Italië nemen. Een liep door Duistland langs de Rijn naar Bazel en dan via de Alpen naar Milaan, of door Oostenrijk via Innsbruck naar Noord-Italië en Venetië. De derde route door Frankrijk werd gekozen door bijna alle kunstenaars die in de tentoonstelling voorkomen. Van een aantal kunstenaars weten we dat ze daar zijn geweest en er hebben gewerkt, zoals Jan Asselijn en Herman van Swanevelt die er in 1655 ook is gestorven. De reis naar het zuiden ging langs de Loire en dan verder naar Lyon. Van Zuid-Frankrijk kon de reis worden vervolgd door de bergen, langs de kust of per schip van Marseille naar Genua, Livorno en Civitavecchia. Vaak werd op de terugreis Venetië bezocht, bijvoorbeeld door Pieter Lastman en Gerard ter Borch, die er Italiaanse schilderijen kopieerden.
Van enkele kunstenaars, zoals Cornelis Poelenburch en Jan Asselijn, weten we dat ze in Florence verbleven, anderen zullen daar op de heen- of terugreis ook zijn geweest, evenals in Siena. Rome was de plaats waar het tenslotte om te doen was en alle Italianisanten zullen er zijn geweest, al is niet van allen het verblijf gedocumenteerd. In de omgeving van Rome was natuurlijk Tivoli favoriet, maar ook Bracciano, Torre di Chia en Civitavecchia werden bezocht. Verder zuidwaarts trokken velen niet.
Adres: Stadhouderskade 42, Amsterdam: ingang West, tel. 020.6747047. Openingstijden: dagelijks van 10.00-17.00 uur.