| |
| |
| |
Verschenen boeken
Hans Bayens, Tekeningen van een antiquariaat. Inleidingen door E. Ariëns Kappers & P. Schatborn, [Amsterdam] Hans Bayens [2000], 30 p., ISBN 908059 2617, f 25,-.
Van 6 oktober tot en met 8 november 2000 was in Galerie Imago (Nieuwezijds Voorburgwal 371, Amsterdam) een tentoonstelling te zien van tekeningen, schilderijen en kleinplastiek van Hans Bayens. Alle werken hadden betrekking op ‘het antiquariaat’, tevens de titel van de tentoonstelling. Bij de expositie verscheen een fraai verzorgd boekje met een keuze uit de krijttekeningen. Die zijn gemaakt in de prentwinkel van Erik Ariëns Kappers in de Nieuwe Spiegelstraat. Vanaf 1988 kwam Bayens daar regelmatig op bezoek. Hij tekende wijlen Wim Schnitzler, met wie Erik de winkel deelde, en verschillende bezoekers, die ieder op hun eigen manier de schragen met prenten doorkeken. Schnitzler werd steeds met een rode sjaal afgebeeld. Hierover merkt de inleider snedig op: ‘als hij de sjaal bij zich had, wist ik dat Bayens ergens op die dag het pand zou betreden, papier en krijtjes ter hand zou nemen en enige rake schetsen zou gaan maken’. Het Rijksprentenkabinet kocht twee van deze charmante tekeningen. (JFH)
HANS BAYENS ‘het antiquariaat’, tekeningen, schilderijon en kleinplastiek
| |
Peter van der Coelen, De Schrift verheeld. Oudtestamentische prenten uit renaissance en barok, Nijmegen, University Press, 1998, 349 p., geïll., ISBN 90 57100347, f 85,-.
Dit mooie, inhoudsrijke boek beschrijft in zes hoofdstukken opkomst en ontwikkeling van de zestiende- en zeventiende-eeuwse oudtestamentische prentenreeksen en prentenbijbels. Hoewel de stof voortdurend in wijder Europees perspectief wordt geplaatst, ligt het accent op de Noord-Nederlandse productie. Opmerkelijk is het nagenoeg ontbreken van de scheiding der geesten: zowel katholieke als protestantse kunstenaars en uitgevers leggen een grote mate van gelijkgezindheid aan de dag in themakeuze, iconografische behandeling van de stof en de korte tekstuele uitleg. Ook in joodse kringen was (en is nog steeds!) de waardering voor dit prentmateriaal groot. Na een inleidend hoofdstuk gaan de drie volgende met name in op de kunstenaars en hun themakeuze en de verwerking daarvan. Zeer interessant is het vijfde hoofdstuk, waarin de uitgever en het kopend publiek centraal staan. Het zesde hoofdstuk analyseert het kijkgedrag en het prentengebruik van twee historische kijkers: de kunstenaar Velazquez en het kind Lodewijk xiii. Een goed personen- en plaatsnamenregister, inclusief bijbelse namen, maken het boek zeer toegankelijk. (FWK)
| |
B.P.M. Dongelmans, P.G. Hoftijzer, O.S. Lankhorst (red.), Boekverkopers van Europa. Het 17de-eeuwse Nederlandse uitgevershuis Elzevier, Zutphen, Walburg Pers, 2000. [Bijdragen tot de Geschiedenis van de Nederlandse boekhandel, Nieuwe Reeks Deel V] 352 p., geïll., ISBN 9057301164, f 79,50.
In november 1997 organiseerde de Nederlandse Boekhistorische Vereniging een congres in Leiden ter herdenking van het feit dat Lodewijk (1) Elzevier - grondlegger van de beroemde uitgeversfamilie - 450 jaar daarvoor werd geboren. Het gros van de destijds uitgesproken bijdragen aan het congres zijn nu gebundeld in het fraaie vijfde deel van de ‘nieuwe reeks’ Bijdragen. De artikelen, geschreven vanuit zeer diverse invalshoeken, zijn ondergebracht in vijf categorieën: ‘Historiografie’, ‘Aspecten van het fonds’, ‘Relaties met het buitenland’, ‘Verzamelaars’ en ‘Elzevirivaria’, afgesloten met een uitvoerige bibliografie van publicaties over de Elzeviers door O.S. Lankhorst. Ongetwijfeld zal deze bundel een nieuwe impuls geven aan de bestudering van de Elzeviers, een traditie die haar hoogtepunt vond in de ‘Elzeviriomanie’, die op haar beurt weer onderwerp is van een van de bijdragen. Een stimulans om de befaamde ‘Elzeviertjes’ ook daadwerkelijk te gaan lezen zal het niet zijn, daarvoor staat de moderne lezer te ver af van de zeventiende-eeuwse wereld. Maar dat hoeft ook niet, zo betoogt Paul Dijstelberge in zijn bijdrage over de typografie van de Elzeviers: ‘Hoe duidelijk de letters ook zijn, het worden geen begrijpelijke klanken, laat staan beelden. Het zijn staketsels langs een spoor waar geen trein meer langs komt. Toch doet zich
| |
| |
soms het wonderlijke verschijnsel voor dat de verschillende vlakken met hun betekenisloze tekens verdwijnen in iets dat ik alleen met het woord “kunst” benoemen kan.’ (GV)
| |
Bruno Ernst, K. Schippers & Jeroen Stumpel, ‘Ogenschijnlijk’. Kerstnummer van grafisch Nederland 2000, Amstelveen, Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen, 2000, 134 p., geïll., ISBN 90708961333, f 89,-.
‘Ogenschijnlijk’ is het kerts- of nieuwjaarsgeschenk dat per traditie door de Nederlandse drukkers, lithografen en boekbinders aan hun relaties wordt toegestuurd. De inhoud van ‘Ogenschijnlijk’ bestaat uit een bonte verzameling optische illusies, variërend van rasterbeelden en anagliefen (te bekijken met een 3d-bril) tot eeuwenoude trompe-l'oeils. De fotograaf Erwin Olaf maakte een speciale anamorfose voor het boek. De bijdragen van Ernst en Stumpel gaan in op de kunsthistorische kanten van visueel bedrog en over het ‘zien’ in het algemeen. ‘Ogenschijnlijk’ is een kijk-, doe- en leesboek voor een brede doelgroep van grafsich geïnteresseerden tot iedereen die op een plezierige wijze zichzelf wil laten verrassen en bedriegen. Belangstellenden die het boek niet van hun lithograaf, drukker of binder hebben ontvangen, kunnen het bestellen door overmaking van f 89, - op bankrekening 69.73.36.506 t.n.v. kvgo Publicaties, Amstelveen, onder vermelding van ‘Ogenschijnlijk’. Het boek is ook te koop in de betere boekhandel. (KvO)
| |
Lawrence & Nancy Goldstone, Slightly chipped. Footnotes in Booklore, New York, St. Martin's Griffin, 2000, 213 p., ISBN 0312263953, $12,95.
Lawrence en Nancy Goldstone publiceerden in 1997 hun eerste boek over het verzamelen van boeken onder de titel Used and Rare, Travels in the Book World nadat er eerder een aantal romans van hen was verschenen. In dit tweede boek worden op een af en toe wel zeer luchtige wijze, de genoegens van het verzamelen van boeken in de Verenigde Staten van Amerika uit de doeken gedaan. Het echtpaar is voornamelijk geïnteresseerd in ‘Modern first editions’ en ‘The Hypermodern Market’; onder het laatste worden de antiquarische boeken verstaan van nog geen vier à vijf jaar oud. Als we ze moeten geloven, wordt er bijvoorbeeld voor een eerste editie van Snow Falling on Ceders van David Guterson uit 1996 (oorspronkelijke prijs $19) tegenwoordig $125 tot $150 neergeteld. Als het echtpaar aandacht besteedt aan oudere boeken zijn zij te veel geneigd om informatie over de lezer uit te storten die door velen onder ons als (over)bekend zal worden beschouwd. Zo wijdden zij ruim zes bladzijden uit over wie William Morris was en wat hij zoal deed. Eigenlijk is de aanprijzing van de uitgever op het omslag van het boek de beste samenvatting die van de omzwervingen en voetnoten van de Goldstones te geven is: ‘A sort of Year in Provence for book lovers’. (KvO)
| |
Tijn Hottinga, De Katholieke Illustratie: de verkochte bruid. Honderd jaar tijdschriftgeschiedenis, Baarn, Tirion, 2000, 192 p., geïll., ISBN 9043901636, f 49,50.
De ondertitel doet anders vermoeden, maar dit boek is toch vooral een gezellig gedenkboek, geschreven door een voormalig redacteur van De Katholieke Illustratie op verzoek van De Spaarnestad (bekend van het fotoarchief in Haarlem). Noten, literatuuropgave en ook een volledig register heeft het boek niet. Daar staan wel veel mooie illustraties tegenover, sommige in kleur. De Katholieke Illustratie werd opgericht in 1866 in Den Bosch door uitgever H. Bogaerts. Ruim een eeuw hield dit katholieke bolwerk stand. Nadat het tijdschrift was overgenomen door uitgeverij De Spaarnestad steeg de oplage spectaculair. Waren er in 1867 nog 15.000 abonnees, aan het begin van de twintigste eeuw was de oplage gestegen tot ruim honderdduizend exemplaren. Natuurlijk stond het blad onder grote invloed van kerkelijke gezagsdragers, ook in de aandacht die er was voor beeldende kunst en literatuur. De titel van de rubriek ‘Uit het rijke roomsche leven’, hoewel na 1932 nooit meer verschenen, spreekt nu nog tot de verbeelding. Het tijdschrift probeerde een jaar voor opheffing in 1967 door het schrappen van het woord ‘Katholieke’ uit de titel
| |
| |
nog met de progressievere winden mee te waaien. Tevergeefs. Na een fusie bleef over het blad Nieuwe Revue. H. Bogaerts zal zich in zijn graf hebben omgedraaid. (LK)
| |
Ton Jongenelen, Van smaad tot erger. Amsterdamse boekverboden 1747-1794, Amsterdam, Stichting Jacob Campo Weyerman, 1998, XXVIII, 86, (1) p., geïll., ISBN 9071726037, f 29,50.
Kleine maar fijne bibliografie. Na een interessante, informatieve inleiding volgen 254 verboden titels, waarvan er maar liefst 117 niet in Knuttel zijn opgenomen. Dit laatste wordt mede veroorzaakt doordat de auteur zich in tegenstelling tot Knuttel niet beperkte tot de verboden boeken, maar ook de vervolgde boeken opnam, d.w.z. titels waarop verdachten achteraf gevonnist zijn. De bibliografie is chronologisch gerangschikt, met de datum van het verbod als ijkpunt. Naast de integraal geciteerde titel zijn er o.a. concordanties met Knuttel (2x), Petit, Atlas van Stolk e.d., een chronologie en traject van het verbod en - heel informatief - bij elke titel een commentaar waarin ingegaan wordt op de specifieke omstandigheden van het verbod. Helaas geven de beschrijvingen geen informatie over het aantal pagina's van de publicaties. Een personen- en een titelregister ontsluiten de bibliografie afdoende. (FWK)
| |
Blake Morrison, The Justification of Johann Gutenberg, London, Chatto & Windus, 2000, 259 p., ISBN 0701169656, £14,99.
In deze historische roman schetst Morrison een beeld van de persoon Johann Gensfleisch, beter bekend als Johann Gutenberg, de uitvinder van de boekdrukkunst. Gutenbergs testament wordt op 23 december 1999 om 14.45 uur in het Gutenberg-museum te Mainz uit de archieven opgediept. Het telt 144 pagina's, waarvan er negen onbeschreven zijn. De vondst is uitzonderlijk omdat het hier gaat om een ‘bekentenis’ of ‘rechtvaardiging’ van een van de grootste figuren uit de westerse beschaving. Tot nu toe was alle kennis rondom Gutenbergs persoon vaag en oppervlakkig. In een heldere stijl wekt Morrison Gutenberg tot leven. Wat waren zijn drijfveren? Wie hielpen hem in zijn ambitie boeken te maken en waarom wilde hij zijn levensverhaal laten optekenen voor het nageslacht? Op al deze vragen geeft Morrison een antwoord in deze prettig leesbare roman.
Er is ook een Nederlandse editie verschenen bij Nijgh & Van Ditmar onder de titel De rechtvaardiging van Gutenberg, isbn 903884932x, f 45,-. (KvO)
| |
Robin Myers and Michael Harris (red.), Journeys through the Market. Travel, Travellers and the Book Trade. New Castle / Folkestone, Oak Knoll Press / St Paul's Bibliographies, 1999 [Publishing Pathways], 152 p., geïll., ISBN 1584560142 (VS) 1873040563 (UK), $39,95.
In deze uitgave in de reeks ‘Publishing Pathways’ onder redactie van Robin Myers en Michael Harris zijn zes artikelen opgenomen van de sprekers op een Londense conferentie, gehouden bij de Royal Geographical Society in november 1998. In de bijdragen wordt steeds met een andere invalshoek de relatie tussen reizen en de boekhandel gelegd, waardoor het een diverse en interessante bundel is geworden. Anthony Payne (directeur van het Londense antiquariaat Bernard Quaritch) belicht de achtergronden van de reisuitgaven van Richard Hakluyt. Michael Harris gaat in op de berichtgeving omtrent schipbreuk en andere maritieme rampen in de Britse periodieke pers in de late zeventiende eeuw. In de bijdrage van Jeremy Black over de Grand Tour staat onder meer de waarschuwing te lezen van de Britse reiziger Philip Thicknesse (1768) over de onbetrouwbare Nederlanders: ‘[...] I must observe therefore that strangers who are permitted to the honour of eating and conversing with the high and mighty people of the Pais-bas should avoid playing with them; first, because they understand play; and secondly because they do not always, as Englishmen do, pay when they lose... Never trust to the word of a tradesman in this country, nor buy anything without paying the price and taking a receipt; there is no dependence on any man in business, nor
| |
| |
that he will send you home the same goods you have bought.’ Black publiceerde eerder over de Britse reizigers in The British Abroad. The Grand Tour in the 18th century (1992), in zijn artikel in deze bundel ligt de nadruk op de gedrukte uitgaven die naderhand van de Grand Tours verschenen. Giles Barber schetst de ontwikkeling van de ‘guide books’ die Britse toeristen een leidraad boden bij hun bezoek aan het continent, van de vroegste voorbeelden uit de incunabeltijd totdat omstreeks 1870 de opkomst van de trein een nieuwe periode van reizen op het vasteland inluidde. De bloei van het geïllustreerde reisboek over het Midden-Oosten in de eerste helft van de negentiende eeuw staat centraal in het artikel van Charles Newton, terwijl de Schotse boekhistoricus Bill Bell in zijn bijdrage ingaat op de lectuur van de 1,5 miljoen Britse emigranten, die tussen 1830 en 1880 hun land verlieten om in Australië een nieuwe toekomst op te bouwen. De tijd aan boord van de schepen gedurende de maandenlange reis werd door velen besteed met het lezen van speciale uitgaven die de emigranten geestelijk en praktisch voorbereidden op hun toekomst in het Beloofde Land. De bundel wordt besloten met een overzicht van informatiebronnen van de Royal Geographical Society, van de hand van conservator Andrew Tatham. (GV)
| |
Papier en Water / Paper and Water. Artikelen door H. Voorn, P. Gentenaar e.a., [Rijswijk 2000], 205 p., ISBN 9080418331, f 79,50.
In het Museum Rijswijk wordt om de twee jaar de Holland Papier Biënnale georganiseerd. Motor achter deze manifestatie is Peter Gentenaar. Iedere keer staat één thema centraal en bij de laatste drie biënnales verscheen ook een boek. Eerst Voelbaar Papier / Tactile Paper, daarna Papier en Vuur / Fire and Paper en het afgelopen jaar Papier en Water / Paper and Water. Naast afbeeldingen van papieren objecten en sieraden telt de bundel negen opstellen die voornamelijk betrekking hebben op papierfabricage, watermerken, de techniek van het marmeren e.d. Speciale aandacht wordt besteed aan Henk Voorn, die zich jarenlang met de geschiedenis van het Nederlandse papier heeft beziggehouden. Interessant is de bijdrage van Peter Koeze, die schrijft over watermerken in Nederlandse bankbiljetten 1814-2002, een onderwerp dat door vrijwel alle auteurs over de geschiedenis van het Nederlandse bankbiljet wordt genegeerd. Theo Laurentius vertelt in zijn bijdrage ‘Watermerken en kettinglijnen’ over de verschuiving van het watermerkenonderzoek naar de bestudering van kettinglijnpatronen. Henk Porck besluit de fraai verzorgde bundel met een ‘laudatio’ op Henk Voorn, die twee artikelen over de papierfabricage in ons land voor zijn rekening nam. (JFH)
| |
Marcel Raadgeep, Ik krijg zo'n drang van binnen... Bibliografie van Annie M.G. Schmidt, Delft, eigen beheer, 1999, 160 p., geïll., folio, ISBN 9080242438, f 42,50 (incl. verzendkosten).
In zijn korte en nostalgische voorwoord gebruikt de voormalige Annie M.G. uitgever Reinold Kuipers woorden als ‘onvermoeibaar’, ‘soms absurd aandoende finesse’ en ‘monnikenwerk’ om de bibliografie van Raadgeep te prijzen. Nu kun je bij het samenstellen van welke bibliografie dan ook natuurlijk met nooit genoeg finesse te werk gaan, maar bewonderenswaardig is het allemaal wél. In zeven hoofdstukken zijn ondergebracht: zelfstandige publicaties, vertalingen, bladmuziek, publicaties met een bijdrage, publicaties onder redactie van A.M.G.S., publicaties in kranten en tijdschriften en publicaties over A.M.G.S. Alle hoofdstukken met in de marge een afbeelding van alle omslagen (hoofdstuk 1, 4, 5 en 7) of een selectie (overige). Van alle boektitels worden alle herdrukken verantwoord, bij gewijzigde drukken volgt zelfs een volledig nieuwe beschrijving. Voornaamste conclusie: Annie M.G. Schmidt heeft heel veel geschreven en is ook heel veel vertaald. Dit indrukwekkende corpus wordt besloten door maar liefst veertien bijlagen van allerlei aard, bijvoorbeeld de oplagecijfers van alle drukken van alle zelfstandige publicaties (gigantisch bij de meest succesvolle), en een alfabetische index op illustratoren van zowel de zelfstandige publicaties als de vertalingen.
Het boek ziet er zeer verzorgd uit, maar vertoont niettemin de typische kenmerken van de eigen-beheer-editie, met name tot uitdrukking komend in de slechte kwaliteit van de zwaar verkleinde monochrome plaatjes en de vloek aller bindwijzes: de ringband. Heeft Raadgeep niet aangeklopt bij De Arbeiderspers en/of Querido? Gezien de talloze drukken en herdrukken in zeer grote aantallen moet Annie M.G. Schmidt voor beide uitgevers een financieel drijfanker van de eerste orde geweest zijn. Een fraai door hen verzorgde editie in kleur van deze bibliografie zou een terecht eresaluut geweest zijn. Nu moet u bestellen bij de samensteller: Paulus Buijsstraat 13, 2613 hl Delft. (FWK)
|
|