| |
| |
| |
Verschenen boeken
De alleronaangenaamste arbeid uit welke de ziel weinig voedzel trekt. De Praefatio van Mr. Hendrik Constantijn Cras tot zijn Catalogus Bibliothecae Publicae Amstelaedamensis (1796), uit het Latijn vertaald en van aantekeningen voorzien door Chris L. Heesakkers en ingeleid door Piet Visser, [Amsterdam], Vossiuspers, 2000, 40 p., geen ISBN, f 15, -
Hendrik Constantijn Cras, befaamd hoogleraar in de juridische wetenschappen, werd in 1785 benoemd tot bibliothecaris van het Athenaeum Illustre. Deze bibliotheek bevond zich op dat moment in deplorabele toestand en Cras kreeg de taak de herstelwerkzaamheden van zijn plotseling overleden voorganger Verheyk voort te zetten. Verheyk had er al voor gezorgd dat het gebouw hersteld werd, had de kettingen van de boeken laten verwijderen en had nieuwe boekenkasten laten vervaardigen, met tralies tegen de dieven. Cras heeft vervolgens met hulp van boekhandelaar Petrus den Hengst (titelbeschrijving en register) en pedel Wedelmeyer (boekensjouwer) het boekenbezit van de bibliotheek geordend en beschreven.
Daarbij ging hij vernieuwend te werk. Zo was hij de eerste die besloot de hoofdtitels van seriewerken van een signatuur te voorzien, in plaats van de deeltitels. Hij plaatste de boeken binnen de gebruikelijke vakindeling op alfabetische volgorde en maakte vervolgens een driedeling naar formaat. Ook maakte hij een einde aan de boeken in open opstelling. En er kwam een uitleenbalie.
Om het stadsbestuur van Amsterdam ervan te overtuigen, dat een ruimere openstelling voor het publiek en groei van het boekenbezit inde toekomst noodzakelijk waren om de bibliotheek van het Athenaeum te laten uitgroeien tot een bibliotheek de stad Amsterdam waardig, liet Cras zijn Catalogus Bibliotheca voorafgaan door een uitgebreid voorwoord. Met een schets van de geschiedenis van de biblitoheek vanaf de vijftiende eeuw. Nu ook te lezen voor de niet-latinisten onder ons. (IV)
| |
Richard Booth with Lucia Stuart, My Kingdom of Books, Taly-bont, Ceredigion, Y Lolfa Cyf., 1999, 320 p., ISBN 0862434955, £14,95.
Veel te weinig antiquaren gaan over tot het vastleggen van hun herinneringen. Als ze dat wel doen dan vormen hun memoires meestal onderhoudende lectuur. Dat geldt ook voor My Kingdom of Books van Richard Booth, de oprichter van en stuwende kracht achter het boekendorp Hay-on-Wye. Toch komt Booth uit zijn memoires niet als een onverdeeld sympathiek personage naar voren. Hij bemoeit zich graag met van alles en nog wat en weet het dan altijd beter dan ieder ander. Dat neemt niet weg dat hij het dorpje in Wales waar hij zijn imperium heeft opgezet, weer op de kaart heeft geplaatst. Booth denkt groot, dat blijkt vooral uit de verhalen over zijn boekenaankopen. Tijdens zijn inkoopreizen naar Amerika bijvoorbeeld, verzond hij de boeken met, letterlijk, scheepsladingen vol naar Wales, waar hij zich minder bekommerde om de verkoop ervan. My Kingdom of Books wemelt dan ook van de portretjes van medehandelaren en andere boekverkopers, maar de kopers blijven nagenoeg buiten beschouwing. Booths fixatie op aankopen leidde er overigens wel toe dat hij regelmatig op de rand van het faillissement verkeerde. Toen Hay-on-Wye eenmaal naam had gemaakt als boekendorp, kreeg het initiatief navolging in andere landen, waarbij Booth graag een bemoeizieke vinger in de pap had. Met verve verhaalt hij over de al dan niet met succes bekroonde boekendorpen Redu (België), Montolieu (Frankrijk), Bredevoort (Nederland), Fjaerland (Noorwegen) en Waldstadt-Wünsdorf (Duitland). Een ziekte maakte dat Booth het enige jaren geleden rustiger aan moest gaan doen, een omstandigheid waaraan we waarschijnlijk ook deze lezenswaardige memoires te danken hebben. (HH)
| |
Elma van Haren & Hella S. Haasse, Verten van papier. Twee verkenningen in de Kaartenzaal van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam, Amsterdam, Het Spinhuis, 2000, 40 p., ISBN 9055891770, f 19,50.
In dit boekje, dat verschijnt in het
| |
| |
samenwerkingsverband van het Amsterdams Fonds voor de Kunst en de Universiteitsbibliotheek, wordt aan een dichter en een schrijver de vrije hand gegeven om iets over de Kaartenzaal van de ub Amsterdam te schrijven. De Kaartenzaal herbergt de grooste collectie atlassen van voor 1800 in Nederland. De zeer rijke collectie kaarten, globes en atlassen heeft de dichter Van Haren geinspireerd tot het schrijven van vijf gedichten die nogal middelmatig van niveau zijn.
De bijdrage van Haasse is daarentegen interessant en haar mijmering bij de kaarten en atlassen laat zich lezen als een kleine geschiedenis van de aardrijkskunde, cartografie en de ontdekkingsreizen. Haasse is een begenadigd essayist en weet naar aanleiding van allerlei details op kaarten een theorie uiteen te zetten die prikkelend is en nieuwsgierig maakt naar deze rijke gevarieerde collectie. (KvO)
| |
J.F. Heijbroek (red.), Geschiedenis in Beeld, Zwolle, Waanders, 2000, 296 p., geïll., ISBN 904094667, f 59,50.
In de eerste decennia van de twintigste eeuw verschenen enkele atlassen van Nederlandse historieprenten, maar daarna is het heel lang stil gebleven rond dit toch zo interessante onderwerp, terwijl er toch geen enkel ander land bestaat waar zoveel historieprenten - en vaak heel fraaie! - zijn gemaakt als bij ons. Naar aanleiding van drie tentoonstellingen (Rijksmuseum, collectie Fred. Muller; Dordrechts Museum, collectie Van Gijn; Historisch Museum Rotterdam, collectie Van Stolk) verscheen thans het hier aangekondigde schitterende werk. Na drie inleidingen over de drie verzamelaars volgt een ‘platenatlas’ met een keuze uit de drie collecties. Anders dan in de oude atlassen lag de keuze niet zozeer bij afbeeldingen van belangrijke historische gebeurtenissen, maar meer op de bijzondere platen uit de drie collecties. Dit heeft een schitterend kijkboek opgeleverd met tal van verrassende prenten en tekeningen, zoals de slapende boer uit Stolwijk, de ijsbreker op de Amstel, de neushoorn Clara, de dwerg Lolkes, de doop van een negerin in Delft, enzovoort. Bij iedere prent een zinnig commentaar. Een aanrader! (AGvdS)
| |
P.G. Hoftijzer en O.S. Lankhorst, Drukkers, boekverkopers en lezers tijdens de Republiek. Een historiografische handleiding. Tweede, herziene en vermeerderde uitgave. Den Haag, Sdu Uitgevers, 2000. [Nederlandse cultuur in Europese context; monografieën en studies, 1]. Geïll., 265 p., ISBN 9012089336, f 39,90.
Herdrukken van boekhistorische studies zijn gewoonlijk voorbehouden aan belangrijke bibliografische werken die vaak meer dan een eeuw geleden voor het eerst in druk verschenen. Van het historiografisch overzicht van de Nederlandse boekgeschiedenis van Paul Hoftijzer en Otto Lankhorst dat in 1995 voor het eerst werd uitgegeven, is nu al een geactualiseerde tweede druk verschenen. Het feit dat de eerste druk is uitverkocht is tekenend voor de voortdurende bloei van het vakgebied, maar het is zeker ook de verdienste van de beide auteurs die een bijzonder handig naslagwerk samenstelden.
Was in de eerste druk de literatuurlijst bijgewerkt tot eind 1994, in deze herziene uitgave zijn de publicaties opgenomen die tot eind 1999 zijn verschenen. Ook anderzins is de lijst aangevuld en uitgebreid van 609 tot 994 nummers. De opzet van het boek in ongewijzigd, maar de tekst van de vijf hoofdstukken is fors uitgebreid en verrijkt met talrijke illustraties en foto's van de negentiende- en twintigste-eeuwse grondleggers van het vakgebied. Rest nog te vermelden dat ook de vormgever met zijn tijd is meegegaan. Het tamelijk lelijke omslag uit 1995 is vervangen door een smaakvol ontwerp met een afbeelding van Johannes van Vliets pamflettenverkoper uit circa 1630. (GV)
| |
Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis, 7 (2000), Leiden, Nederlandse Boekhistorische Vereniging, 2000, 241 p., geïll., ISBN 9075133073, f 59,50.
De zevende editie van het Jaarboek bevat voor elk wat wils. Negen bijdragen deze keer. De vijftiende eeuw komt terug in het artikel van E. Overgaauw over de herkomst van het Veghe-handschrift uit 1436 dat bewaard wordt in de Universiteitsbibliotheek in Münster. De zeventiende eeuw in het artikel van Inger Lee- | |
| |
mans over de productie van pornografische werken in de Nederlanden. Voor de achttiende eeuw het artikel van Jos van Heel over de banden tussen de Baron van Westreenen (van het Museum), een landsadvocaat en een antiquaar. Twee bijdragen voor de negentiende eeuw: de een van Paul van Capelleveen over de invloed van bookdesigner Charles Ricketts op Nederlandse tijdgenoten zoals Jan Veth, de ander van de hand van Van Alphen-specialist Saalmink. De twintigste eeuw ten slotte komt terug in bijdragen van Berry Dongelmans en Susanne Janssen. Conservator Johan de Zoete geeft een rondleiding door ‘zijn’ bedrijfsmuseum. Voor wie de najaarsexcursie van de Boekhistorische Vereniging uit 1998 naar Museum Enschedé nog eens over wil doen.
Opvallend en kleurrijk is de bijdrage van Kees Thomassen en Klaas van den Hoek over de in 1999 door de kb verworven Alba Amicorum van de gebroeders Harinxma thoe Slooten. Met een prachtig kleurenkatern! Het jaarboek wordt als vanouds besloten met de lijst boekwetenschappelijke publicaties uit 1999 en twee recensies. (IV)
| |
Frans A. Janssen en Sonja van Stek, Het bibliografische universum van Willem Frederik Hermans. Bibliografie van de afzonderlijk verschenen werken, Amsterdam, De Bezige Bij, 2000, 296 p., ISBN 9023462130, f 69,90.
Deze bibliografie geeft een overzicht van 479 werken van Hermans die zelfstandig zijn uitgegeven. Onder dit enorme aantal vallen natuurlijk de herdrukken, vertalingen van andermans werk en de wetenschappelijke studies. Janssen en Van Stek hebben voor het samenstellen van Het bibliografische universum gekozen voor de werkwijze van de analytische bibliografie: het boek wordt als materieel object bekeken met het oog op de tekstuele betrouwbaarheid van de bron. Volgens een vaste opbouw worden deze gegevens per druk van elk afzonderlijk werk opgesomd. De omslagen worden bij iedere titel afgebeeld. Alleen als de omslagen van de verschillende drukken identiek zijn wordt een afbeelding achterwege gelaten, staat in het voorwoord te lezen. Het boek bevat daardoor veel nieuwe gegevens, die vooral door de doorgewinterde Hermansverzamelaar en handelaar in Hermansiana gewaardeerd zullen worden. De uitgever heeft Het bibliografische universum smaakvol laten uitgeven en heeft zich duidelijk laten inspireren door de bibliografie van de werken van Louis Couperus die eerder dit jaar is verschenen. (KvO)
| |
François Nourissier, Un siècle NRF, [Parijs], Gallimard, 2000, 376 p., ISBN 2070116581, f 49,90 (importeur Nilsson & Lamm).
In de reeks Albums die jaarlijks de bijzetting van een auteur in de befaamde Bibliothèque de la Pléiade begeleiden, zette uitgeverij Gallimard ditmaal niet een geëerde auteur in de schijnwerper, maar het eigen bedrijf, toegespitst op het in 1908 voor het eerst verschenen tijdschrift La Nouvelle Revue Française. En niet ten onrechte, want de honderdjarige speelt al een eeuw lang een vooraanstaande rol in het Franse culturele leven. Men hoeft dit boekje maar door te bladeren en vele groten van de Franse literatuur passeren de revue, van Stéphane Mallarmé, Octave Mirbeau, Jules Renard en André Gide tot André Malraux, Louis Aragon en Louis-Ferdinand Céline. Un siècle nrf is opgezet volgens het vaste stramien van de Albums: een beknopte maar ter zake kundige tekst, gelardeerd met een groot aantal illustraties (in dit geval 326, waarvan een behoorlijk aantal in kleur), waaronder facsimiles van auteurshandschriften. (HH)
| |
Henry Petroski, The Book on the Bookshelf, New York, Alfred A. Knopf, 1999, 292 p., ISBN 0375406492, $26,00.
Soms kunnen wetenschappers uit een geheel andere discipline met een verrassende visie op de boekwetenschap komen. Dat geldt ook voor deze studie van Henry Petroski, een professor in de techniek, die eerder een monografie aan The Pencil wijdde. De meeste boekverzamelaars zien boekenplanken en -kasten vooral als gebruiksvoorwerpen die gevuld moeten worden, en waaraan ze, nadat de aankoop eenmaal is gedaan, weinig aandacht besteden. Petroski's
| |
| |
Studie maakt duidelijk dat dat niet terecht is. In The Book on the Bookshelf maakt hij duidelijk dat de ontwikkeling van de boekenplank een afgeleide ontwikkeling is. Hij begint zijn studie met boekrollen en de manier waarop die werden bewaard en wat de gevolgen waren toen de boekrol langzaam plaatsmaakte voor de codex-vorm. Petroski's geschiedenis van de boekenplank behandelt dan ook in feite twintig eeuwen geschiedenis van boekproductie, boekbanden, boekmachines, de inrichting en de architectuur van zowel particuliere als instituutsbibliotheken, maar ook van de mannen die met meer of minder geslaagde oplossingen kwamen als vooral de onstuitbare groei van de boekproductie weer eens voor problemen zorgde. En deze hele geschiedenis heeft hij met zo'n welversneden pen te boek gesteld, dat The Book on the Bookshelf na verschijnen in twee maanden tijd drie drukken beleefde. (HH)
| |
Harry Wiertz, Politieke en maatschappelijke geschiedenis uit de twintigste eeuw. Tweederde eeuw idealisme en educatie in uitgeverij Pegasus / Van Gennep en de eerste 999 titels waarin de Kritiese Bibliotheek / Sunschriften maatschappelijke onderwerpen van uitgeverij SUN, Amsterdam, aTqTriologos, 2000, geen ISBN. Te bestellen via tel. nr. 020.6272492/06.53548394, f 27, -.
Een curieus document is deze bibliografie van politiek getinte uitgaven uit, grofweg, de tweede helft van de twintigste eeuw. Het is een uitgave in eigen beheer van het Amsterdamse antiquariaat aTqTriologos, gevestigd in de Korte Koningstraat. De bibliografie bevat de beschrijving van de fondsen van het communistische Pegasus, van Van Gennep, en van de maatschappijkritische uitgaven van sun. De informatie is summier, want behalve titel en auteur worden alleen jaar van uitgave en aantal pagina's gegeven. Harry Wiertz koos ervoor de bibliografie op titel te ordenen in plaats van op auteur, zodat er jammer genoeg geen systeem in de fondsen zichtbaar wordt. Maar serietitels als ‘abc van het Communisme’ en ‘Marxistische Bibliotheek’ spreken boekdelen. Onmiskenbaar het (monniken)werk van een liefhebber. (LK)
| |
Peter van Zonneveld, De tuin van de Romantiek. Negende Bert van Selm-lezing, Amsterdam, De Buitenkant, 2000, 39 p., geïll., ISBN 9076452822, f 19,50.
De Bert van Selm-lezing is een jaarlijks terugkerend evenement ter nagedachtenis van de in 1991 overleden boekhistoricus Bert van Selm. De lezingencyclus is een initiatief van de Opleiding Nederlandse taal en cultuur van de Universiteit Leiden. De negende lezing op rij, getiteld ‘De tuin van de Romantiek’, werd op 5 september 2000 te Leiden uitgesproken door dr. Peter van Zonneveld. Uitgeverij De Buitenkant liet haar traditiegetrouw in boekvorm verschijnen. In De tuin van de Romantiek belicht Van Zonneveld op lichtvoetige wijze enkele aspecten van de Indische almanak. Zoals bbc-presentator Geoff Hamilton in zijn programma Gardeners World zijn kijkers meenam van bloem naar bloem, zo toont van Zonneveld de veelkleurige inhoud van de Indische almanak. De almanak met de mooie titel Warnasarie (‘veelkleurigheid aan bloemen’), die werd uitgegeven van 1848 tot 1858, dient daarbij als voorbeeld. Een bonte mengeling: de treurdichten om de verloren dierbaren, de bijdragen over het heimwei naar de Alma Mater, over de grootsheid van de Indische natuur en haar bevolking, over relaties en rasverschil en zelfs over de slavernij in Nederlands Indië. (IV)
|
|