| |
| |
| |
Berichten
Geschiedenis in beeld
In drie musea in ons land wordt van 8 juli tot half oktober 2000 een tentoonstelling gehouden over historische atlassen. Een historische atlas is een verzameling prenten, tekeningen en foto's die betrekking hebben op de geschiedenis van een gebied of een stad, in dit geval op Nederland en de overzeese gebiedsdelen. Veel belangrijke maar ook in onze ogen onbeduidende gebeurtenissen zijn in de loop der tijden door bekende kunstenaars in beeld gebracht. Soms gebeurde dat in de tijd zelf, soms ook pas later. Graveurs, tekenaars en fotografen hebben volop hun aandeel geleverd. Nederland kent drie van zulke historische atlassen: één in Amsterdam (de Atlas van de boekhandelaar Frederik Muller), één in Rotterdam (de Atlas van de houthandelaar Abraham van Stolk) en één in Dordrecht (de Atlas van de jurist mr. Simon van Gijn).
Niet alleen de strijd tegen de Spanjaarden, de Engelse zeeoorlogen, ons koloniale verleden en de Franse overheersing zijn vastgelegd, maar ook de glorierijke wapenfeiten van stadhouder-koning Willem iii, het binnenhalen van de zilvervloot door Piet Heyn en de miraculeuze ontsnapping van Hugo de Groot zijn met veel gevoel voor humor of juist heel serieus uitgebeeld. Ook minder gewichtige gebeurtenissen zoals een schaatswedstrijd voor vrouwen gehouden in Leeuwarden rond 1800 en de Wereldtentoonstelling in Amsterdam in 1883 komen aan bod.
Bij de drie tentoonstellingen verschijnt het boek Geschiedenis in beeld, een uitgave van Waanders Uitgevers in Zwolle in samenwerking met de drie musea. Kleuren en zwart/wit illustraties, ca. 320 p. Prijs: f 59,50.
| |
Frederik Muller
Frederik Muller (1817-1881) was de belangrijkste Nederlandse boekverkoper in de negentiende eeuw. Van kinds af aan was hij vertrouwd met boeken. In het ‘Bibliopolium’, de zaak van zijn oom Johannes Müller aan de Kalverstraat 10 (zie De Boekenwereld ii [1994-1995], p. 154-160), hielp hij mee met het sorteren en catalogiseren van boeken, prenten en tekeningen. In 1840 ging Muller werken bij het antiquariaat van Jac. Radink. Samen met hem organiseerde hij zijn eerste veilingen. In 1843 begon hij voor zichzelf in een kelder aan het Rokin 143. Door uitbreiding van de zaak moest Muller nog een paar keer verhuizen tot hij in 1849 een groot pand aan de Herengracht 329 betrok. In 1876 werd F. Adama van Scheltema compagnon. Hun firma Frederik Muller & Co vestigde zich in 1880 in de Doelenstraat 10. Vooral na de dood van Muller in 1881 richtte de firma zich steeds meer op de kunsthandel en kreeg wereldnaam als veilinghuis tot aan de liquidatie in 1963.
| |
De historische atlas van Frederik Muller
In 1881 kocht het Rijksprentenkabinet de historische atlas van Frederik Muller die bestond uit prenten en tekeningen over de geschiedenis van ons land. De verzameling is chronologisch geordend en bestaat uit ruim 25.000 bladen. Muller heeft zijn collectie vooral in de jaren vijftig, zestig en zeventig van de negentiende eeuw opgebouwd, toen een aantal belangrijke collecties op dit gebied op de markt kwam. Het verzamelgebied strekte zich uit van de vroegste geschiedenis van ons land tot 1881, het jaar waarin Muller overleed. Muller heeft vrijwel alle historieprenten die op Nederland betrekking hebben, in chronologische volgorde beschreven in een vierdelige catalogus. Deze is verschenen tussen 1863 en 1882 en is nog steeds een standaardwerk, dat door de meeste kunsthandels en veilinghuizen wordt gebruikt. Bij het samenstellen van dit boek steunde Muller op zijn eigen verzameling en op die van anderen, zoals van Van Stolk en Van Gijn.
| |
Tentoonstelling in het Rijksmuseum
Op de tentoonstelling in de afdeling Nederlandse Geschiedenis is een keuze te zien uit de door Muller gecatalogiseerde prenten en tekeningen. De werken zijn niet chronologisch maar thematisch gehangen. Getoond worden onder meer prenten en tekeningen die betrekking hebben op loterijen, vorstelijke ontvangsten, lijkstaties, veld- en zeeslagen, overstromingen en aangespoelde potvissen. Ook zijn er Oudhollandse bordspelen,
| |
| |
kinderprenten en boeken te zien die de vaderlandse geschiedenis als onderwerp hebben.
Historieprenten hadden nieuwswaarde op het moment van uitgave. Om de concurrenten een slag voor te zijn brachten de uitgevers/graveurs prenten van een bepaalde gebeurtenis zo snel mogelijk op de markt. Terwille van die snelheid werd vaak een oude koperplaat gebruikt; de voorstelling of het opschrift werd bijgewerkt en aangepast aan de nieuwe situatie, zoals blijkt uit prenten met bijna dezelfde voorstelling, die verschillende gebeurtenissen weergeven.
Ter afsluiting van de tentoonstelling wordt getoond hoe (kunst) historici met historieprenten omgingen. Zo had de negentiende-eeuwse liberale historicus Robert Fruin serieuze belangstelling voor de historieplaat als visuele bron. Hij stimuleerde en adviseerde Muller bij het samenstellen van zijn catalogus. Fruin was zo gefascineerd door dit deel van het vakgebied dat Muller onder de aandacht had gebracht, dat zijn bewonderaars hem bij zijn 25-jarig hoogleraarschap aan de Leidse universitiet in 1885 een door Cuypers ontworpen kastje met ruim honderd historieprenten aanboden. Johan Huizinga stond wat ambivalenter tegenover de historieprent. Hij nam zelf de tekenpen ter hand en illustreerde de vaderlandse geschiedenis op karikaturale wijze. Zijn geschieduitbeeldingen verschenen later in druk.
Flora's mallewagen. Spotprent op de windhandel in bloemen in 1637. (Rijksprentenkabinet [fm 1758], Rijksmuseum Amsterdam)
Alle prenten en tekeningen uit de atlas van Frederik Muller zijn op microfilm gezet om zó de collectie voor het publiek toegankelijk te maken en de bladen voor slijtage te behoeden. Binnenkort zal ook een selectie uit de atlas op het Internet te bekijken zijn.
| |
Tekenaars maken geschiedenis
Van 8 juli tot en met 1 oktober wordt in het Schielandshuis in Rotterdam een tentoonstelling gehouden met de Atlas Van Stolk als onderwerp. Deze verzameling telt circa 100.000 prenten, tekeningen en foto's over de Nederlandse geschiedenis, vernoemd naar de oprichter Abraham van Stolk. Het is de enige collectie in Nederland die nog steeds aangevuld wordt met twintigste-eeuws materiaal.
Abraham van Stolk (1814-1896) kwam uit een Rotterdamse familie van houthandelaren. Een groot deel van zijn leven stond hij aan het hoofd van het familiebedrijf Abraham van Stolk & Zoonen. Het verzamelen van historieprenten was een liefhebberij. Door zijn collectie, maar ook door zijn prominente rol in verschillende besturen, was hij in zijn tijd een bekende Rotterdammer. Op 70-jarige leeftijd trok Van Stolk zich terug uit de houthandel en kon hij zich eindelijk volledig aan zijn verzameling wijden. Omstreeks 1890 was zijn atlas zo omvangrijk geworden dat Van Stolk aan Gerrit van Rijn, de
| |
| |
latere gemeentebibliothecaris, de opdracht gaf zijn verzameling te beschrijven. In 1895 verscheen het eerste deel van de catalogus.
Na de dood van Van Stolk bleef de collectie in de familie. Eerst bij zijn zoon Jacobus (1845-1920), vervolgens bij de kleinzoon Abraham (1872-1929) en daarna bij de achterkleinzoon Jacobus (1897-1964). Iedere nieuwe eigenaar verzamelde met dezelfde voortvarendheid. In de loop der jaren werd het steeds moeilijker de groeiende collectie in een particulier woonhuis te beheren. Daarnaast bezocht een toenemend aantal geïnteresseerden de collectie.
In 1967 aanvaardde de gemeente Rotterdam de Atlas Van Stolk als bruikleen en nam de taak op zich de atlas in stand te houden, open te stellen en uit te breiden. Deze taak wordt uitgevoerd door het Historisch Museum Rotterdam. In 1976 werd de Atlas Van Stolk ondergebracht in het oude Raadhuis van Delfshaven. Tien jaar later verhuisde de collectie naar het geheel gerestaureerde Schielandshuis in het Rotterdamse centrum.
| |
De tentoonstelling
De tentoonstelling in het Schielandshuis is verdeeld over twee zalen. In de eerste ruimte wordt aandacht besteed aan het ontstaan van de Atlas Van Stolk en aan de verzamelaar Abraham van Stolk. Daarnaast komt Van Stolks rol als majoorcommandant
Een pijlinktvis of loligo, gevangen op 12 november 1661 in de Noordzee, voor de kust tussen Scheveningen en Katwijk aan Zee. (Rijksprentenkabinet [fm 2182], Rijksmuseum Amsterdam)
Jan van Schaffelaar werpt zich van de toren, door Marius Bauer, 1885. (Stichting Atlas van Stolk [Suppl. na fm 334], Historisch Museum Rotterdam)
van het in 1867 opgerichte Korps Vrijwilligers aan de orde.
In de tweede zaal is een keuze te zien uit de tekeningen van de Atlas Van Stolk. Zij nemen in de collectie een prominente plaats in. De historische gebeurtenissen worden chronologisch gepresenteerd. Tekeningen van de vroegste gebeurtenissen zijn meestal eeuwen later getekend en geven dus een historische terugblik. Een illustratief voorbeeld hiervan is een pentekening, gemaakt door Marius Bauer in 1885, van de heldhaftige Jan van Schaffelaar die in 1482 van de toren van Barneveld sprong om daarmee het leven van zijn metgezellen te sparen. Van groter belang zijn de tekeningen van ooggetuigen. Van gebeurtenissen uit het recente verleden zijn dikwijls tekenopdrachten aan kunstenaars gegeven. Enkele voorbeelden van dit soort opdrachten zijn de inhuldiging van koningin Juliana in 1948, de watersnoodramp in 1953 en de vliegtuigramp in de Bijlmermeer in 1992.
| |
Atlas Van Stolk op Internet
De tentoonstelling is tevens het officiële startsein voor de presentatie van de Atlas Van Stolk op Internet. De gedrukte catalogus van de verzameling en een selectie van circa 8000 prenten zullen dan via Internet te raadplegen zijn. De beschrijvingen in deze catalogus, waarvan nog dagelijks gebruik wordt gemaakt, gaan tot 1850.
| |
| |
Ook een deel van de Atlas Van Stolk uit de twintigste eeuw is te raadplegen via Internet; ongeveer 2300 politieke tekeningen van L.J. Jordaan zijn gedigitaliseerd. Jordaan tekende tussen 1904 en 1961 voor onder meer De Groene Amsterdammer, Het Parool en Vrij Nederland. Het gaat hierbij niet alleen om spotprenten van vaderlandse figuren zoals Drees en Luns, maar ook buitenlandse kopstukken zoals Churchill, De Gaulle en Nixon komen uitgebreid aan de orde.
| |
Mr. Simon van Gijn in het Dordrechts Museum
In het Dordrechts Museum is deze zomer een selectie prenten, tekeningen en foto's te zien uit de verzameling van de Dordtse jurist mr. Simon van Gijn. Hij werd in 1836 geboren in Vlaardingen en verhuisde in 1842 met zijn ouders naar Dordrecht. Reeds als kind was hij geïnteresseerd in geschiedenis en begon al vroeg met het verzamelen van kunstvoorwerpen. Hij ging rechten studeren in Leiden en promoveerde in 1862 op stellingen. In 1864 werd hij lid van de bankiersfirma Hooghwinkel & Co. In dat zelfde jaar trouwde hij met Cornelia Agatha Vriesendorp en betrok het monumentale pand aan de Nieuwe Haven 29, thans het museum Mr. Simon van Gijn. Tijdens zijn leven heeft hij een grote kunstverzameling bijeengebracht. Op deze tentoonstelling staan zijn historische atlassen van Nederland en Dordrecht centraal.
| |
De Atlassen Van Gijn
Van Gijn heeft tijdens zijn leven meer dan 25.000 prenten, tekeningen en foto's verzameld. Deze collectie is in het museum aan de Nieuwe Haven aanwezig. Zijn grootste verdienste ligt in het beschrijven van de prenten en tekeningen, die betrekking hebben op de geschiedenis van Nederland. Hij bracht deze samen in de Atlas Historia Batava Illustrata. De handgeschreven catalogus hiervan bevindt zich nog in het museum.
Separaat heeft Van Gijn een verzameling aangelegd die bestaat uit meer dan 5000 tekeningen, prenten, foto's en topografische kaarten over de geschiedenis van Dordrecht en omstreken. Deze atlas gaf hij de naam Dordracum Illustratum. Van deze collectie heeft hij een vierdelige gedrukte catalogus samengesteld, waarvan de eerste twee delen plus het register in 1908 zijn verschenen. Van Gijn heeft Dordracum Illustratum in 1916 overgedragen aan de gemeente Dordrecht en deze atlas bevindt zich sindsdien in het Stads Archief.
| |
De tentoonstelling
In de eerste zaal komt de verzamelaar Van Gijn uitgebreid aan bod. Een reconstructie van zijn bibliotheek, foto's, documenten, antiquarische boeken en handschriften geven op de tentoonstelling een indruk van het sfeervolle herenhuis aan de Nieuwe Haven en zijn bewoners.
In de volgende twee zalen ligt het accent op Historia Batava Illustrata. Prenten worden getoond die betrekking hebben op de Tachtigjarige Oorlog, veldtochten, zeeslagen en andere opmerkelijke gebeurtenissen uit de zeventiende eeuw. Uit de achttiende en negentiende eeuw zijn naast prenten, tekeningen van kunstenaars als D. Langendijk en J.W. Pieneman te zien. Het Huis van Oranje krijgt aandacht met onder meer aquarellen van de hofkostuums van prins Willem v. Aan de hand van correspondentie en ander beeldmateriaal wordt Van Gijns medewerking aan belangrijke tentoonstellingen belicht. Om het beeld van de oorspronkelijke collectie te completeren, worden ook uit Dordracum Illustratum topografische tekeningen en prenten getoond. In het prentenkabinet van het Dordrechts museum is een keuze te zien van tekeningen en prenten van scheepstypen, ambachten en volksvermaak. Speciale aandacht wordt besteed aan W.C. Staring, aquarellist van militaire onderwerpen.
Vanwege verbouwing en renovatie van museum Mr. Simon van Gijn aan de Nieuwe Haven, vindt de tentoonstelling plaats in het Dordrechts Museum.
De Dordtse verzamelaar mr. Simon van Gijn, gefotografeerd door J.G. Hameter. (Gemeentearchief Dordrecht)
| |
| |
| |
De historische atlassen van
Frederik Muller - Rijksmuseum
Stadhouderskade 42, Amsterdam
(8 juli-15 oktober)
Simon van Gijn - Dordrechts Museum
Museumstraat 40, Dordrecht
(8 juli-15 oktober)
Abraham van Stolk - Schielandhuis
Korte Hoogstraat 31, Rotterdam
(8 juli-1 oktober)
| |
Uitgeverij De Graaf Publishers overgedragen aan HES Publishers BV
Per 1 januari 2000 heeft de eigenaar van uitgeverij De Graaf Publishers alle activiteiten overgedragen aan Hes Publishers bv te 't Goy-Houten. hes Publishers is verheugd dat zij de uitgeverij van De Graaf mag continueren en zullen zich blijven inzetten voor uitgaven op een hoog wetenschappelijk en cultureel niveau onder een nieuwe naam: hes & De Graaf Publishers bv.
Adres: Tuurdijk 16, 3997 ms 't Goy-Houten. Tel. 030.6011955. E-mail: Hesselink@forumhes.nl
| |
Negende Bert van Selm-lezing
Op dinsdag 5 september zal de negende Bert van Selm-lezing plaatsvinden met de voordracht die Peter A.W. van Zonneveld zal houden onder de titel De tuin van de Indische Romantiek.
Hollandse ‘stoomschepen’ op de bevroren Zuiderzee. Spotprent door een onbekende Engelse karikaturist. (Rijksprentenkabinet [fm 6312a], Rijksmuseum Amsterdam)
Fraai verzorgde en elegant geïllustreerde boekjes vol verhalen en gedichten, vooral bestemd voor vrouwen. Dat waren de literaire almanakken, die in de negentiende eeuw hun bloeiperiode beleefden. Omstreeks 1840 kreeg ook Nederlands-Indië eigen almanakken, waarvan de inhoud was aangepast aan de bovenlaag van de koloniale samenleving. Heimwee naar Holland, historische Romantiek en interesse in de natuur en de inheemse cultuur bepaalden de thema's en de motieven. Dieper verscholen liggen opvattingen over het concubinaat, de slavernij en de westerse superioriteit. Zo weerspiegelen deze Indische juweeltjes een koloniaal wereldbeeld, met soms verrassende nuances.
Peter van Zonneveld is verbonden aan de Opleiding Nederlands van de Universiteit Leiden. Hij promoveerde in 1993 op De Romantische Club. Leidse student-auteurs 1830-1840. Hij publiceert met name op het gebied van de negentiende- en twintigste-eeuwse Nederlandse en Indisch-Nederlandse letterkunde. Hij was een van de editeuren van de in 1998 verschenen studie-uitgave van de Camera Obscura. Samen met Annemarie Felzer bezorgde hij in de periode 1996-1999 de Werken van Godfried Bomans.
De lezing vindt plaats in zaal 011 van het Centrale Faciliteitengebouw (gebouw 1175) van het Witte Singel/Doelencomplex te Leiden en begint klokke 16.15 uur. Toegangskaarten voor de lezing kunnen vanaf heden tot 15 augustus worden aangevraagd bij de Universiteit Leiden, Opleiding Nederlands, Commissie Bert van
| |
| |
Selm-lezing, P.N. van Eyckhof 1, Postbus 9515, 2300 ra Leiden. De toegangskaarten worden kort na medio augustus toegestuurd. Voor nadere informatie: secretariaat van de Opleiding Nederlands, tel. 071.5272604.
Met ingang van dit jaar kunt u zich ook abonneren op de Bert van Selm-lezing. Indien u abonnee wilt worden, kunt u dit kenbaar maken door op uw aanvraag voor een toegangskaart het woord ‘abonnee’ te vermelden. U krijgt dan automatisch elk jaar een uitnodiging voor de lezing toegestuurd.
Uitgeverij De Buitenkant verzorgt ook dit jaar de uitgave van de Bert van Selm-lezing.
| |
Tijdelijke sluiting Museum van het Boek wegens verbouwing
Het Museum van het Boek/Museum Meermanno-Westreenianum in Den Haag zal dit jaar een ingrijpende verbouwing ondergaan. De publieksruimten, de depots en de leeszaal zullen worden verbeterd. In verband hiermee is het gehele museum gesloten van 21 augustus 2000 tot en met 22 maart 2001.
De vaste presentatie - met de verzamelingen van W.H.J. Baron van Westreenen - en het scriptorium - de ‘middeleeuwse’ schrijfwerkplaats - sluiten reeds op 21 juni 2000. Ook is vanaf die datum de leeszaal gesloten en zijn de collecties niet meer toegankelijk. Bruikleenaanvragen kunnen om deze reden tot januari 2002 niet worden gehonoreerd. De leeszaal zal naar verwachting vanaf 2002 weer toegankelijk zijn.
Tijdens de verbouwing zullen de overige functies van het museum, zoals collectievorming, normaal doorgang vinden.
| |
Van beroep: fondsredacteur
Er zijn lezers voor wie de liefde voor het boek verder gaat dan een geregelde gang naar de boekwinkel. Dat zijn de mensen die van boeken lezen hun beroep willen maken. Zo'n beroep is dat van de fondsredacteur op een uitgeverij. Een fondsredacteur doet meer dan kopij corrigeren, hij of zij is ook belast met speuren naar en werven van nieuwe talenten, nadenken over de koers van de uitgeverij, het lezen van ter uitgeverij binnengekomen manuscripten, en het nadenken over eventuele redactionele ingrepen die de opbouw van een boek nog sterker maken. Het gaat om taken die bij iedere uitgeverij voorkomen, niet altijd onder de functieomschrijving van fondsredacteur. Soms spreekt men van ‘acquirerend redacteur’ of ‘uitgeefredacteur’, of binnen grotere concerns gewoon van ‘uitgever’. Omdat de functie een beroep doet op academische vaardigheden, zoals analytisch kunnen denken, snel een tekst kunnen doorgonden, veel inhoudelijke kennis bezitten, zijn het vaak academici die doorstromen naar de functie van fondsredacteur. Sinds september 1999 bestaat er ook een afstudeerprogramma voor. De Universiteit van Amsterdam biedt namelijk de Minor ‘Redacteur/editor’ aan, opgezet voor studenten die een toekomst in die richting ambiëren. Het programma duurt twee jaar, op parttime-basis, en omvat collegeblokken die een inleiding bieden op het boekbedrijf en op de betekenis van het boekbedrijf in de samenleving. Daarnaast is er aandacht voor redactionele vaardigheden in de vorm van taalbeheersing, en het analyseren van fictie en non-fictie. Een belangrijk onderdeel van de opleiding wordt gevormd door een zes maanden durende stage bij een uitgeverij, die intensief wordt begeleid. De Minor is toegankelijk voor alle studenten met een propedeuse in de geesteswetenschappen, daarnaast, in overleg, voor mensen met bijvoorbeeld een afgeronde hbo-opleiding. Voor alle deelnemers geldt een toelatingsprocedure die
bestaat uit een motivatiegesprek en een taaltoets. Er is plaats voor 20 studenten. Voor aanmeldingen en meer informatie: Lisa Kuitert, Spuistraat 134, 1012 vb Amsterdam tel. 020.5254727. Of e-mail: lisa.kuitert@hum.uva.nl De eerste van de drie selectierondes vindt plaats op 3 juli. In september beginnen de colleges. Maak van het jaar 2000 een nieuw begin, en meldt u aan. Doe het bijtijds want vol is vol.
Lisa Kuitert
| |
Hieronymus van Alphen Prijs uitgereikt aan Netty van Rotterdam
Op 1 april heeft de Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur de door haar ingestelde Hieronymus van Alphen Prijs uitgereikt aan Netty van Rotterdam. Het is de eerste keer dat deze prijs is toegekend. De uitreiking vond plaats tijdens een studiedag van de stichting in het Meertens Instituut te Amsterdam.
De Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur (sgkj) heeft als doel de bevordering en verbreiding van de kennis over de geschiedenis van de kinder- en jeugdliteratuur. Hiertoe worden jaarlijks twee studiebijeenkomsten georganiseerd. Bovendien worden onder deskundige leiding tentoonstellingen en collecties bezocht.
| |
| |
Het bestuur van de sgkj heeft begin dit jaar besloten jaarlijks een prijs toe te kennen aan iemand die zich op bijzondere wijze heeft ingezet voor het onderzoek naar de geschiedenis van de kinder- en jeugdliteratuur. Daarmee wordt een extra stimulans beoogd voor de bevordering en de verspreiding van de kennis over het oude kinder- en jeugdboek. De prijs bestaat uit een oorkonde en een beeldje dat geïnspireerd is op Van Alphens gedicht De Pruimenboom.
De Hieronymus van Alphen Prijs is aan Netty van Rotterdam toegekend vanwege haar grote verdiensten voor de sgkj en daarmee voor de bevordering van het oude kinder- en jeugdboek. In 1986 was zij een van de oprichters van de Werkgroep Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur, die vanaf 1993 als stichting is voortgezet. Vanaf het begin in 1986 tot 1 januari 2000 bekleedde zij de functie van voorzitter. Zij was tevens lid van de commissie die het symposium Tot volle waschdom. Nieuwe hoofdstukken voor de geschiedenis van de kinder- en jeugdliteratuur (1 en 2 oktober 1999) heeft voorbereid. Vermelding verdient zeer zeker ook dat zij een enorme bijdrage heeft geleverd aan het gezicht van de sgkj naar buiten. Vooral dankzij haar inspanningen is de sgkj thans een serieuze gesprekspartner in de wereld van het oude kinderboek.
| |
Het bibliografisch universum van Willem Frederik Hermans
In september zal bij uitgeverij De Bezige Bij een bibliografie verschijnen van alle afzonderlijk verschenen werken van Willem Frederik Hermans, die wordt samengesteld door Frans A. Janssen en Sonja van Stek. Dit rijk geïllustreerde boek, Het bibliografisch universum van Willem Frederik Hermans, geeft een overzicht van de drukken en herdrukken van alle werken van Willem Frederik Hermans, in totaal bijna 500 boeken. Deze bibliografie geeft een compleet beeld van de productiviteit van Hermans en zijn uitgevers en is een wegwijzer naar de materiële verschijningsvormen van zijn werken.
Daarnaast geeft dit boek een doorsnede van de boekproductie in Nederland in de tweede helft van de afgelopen eeuw, toont het de handelwijze van verschillende uitgevers en werpt het licht op de diversiteit in verschijningsvorm van boeken. Van de 500 boeken worden onder meer de drukgeschiedenis, productiewijze, grafisch ontwerpers en tekstwijzigingen in herdrukken beschreven. Het is de eerste keer dat in Nederland de methoden van analytische en tekstuele bibliografie op een modern auteur worden toegepast.
Deze bibliografie is een complement op Schrijven is verbluffen (samengesteld door Rob Delvigne en Frans A. Janssen), de bibliografie van Hermans' bijdragen aan tijdschriften, dag- en weekbladen en andere niet-zelfstandig verschenen publicaties.
In september organiseren het Willem Frederik Hermans Instituut, de Balie en de slaa een grootscheeps Willem Frederik Hermans Festival in de Balie te Amsterdam. Hella Haasse zal de openingslezing houden. Verder worden onder meer de films Als twee druppels water en De blinde fotograaf vertoond en zal de bibliografie Het bibliografisch universum van Willem Frederik Hermans worden gepresenteerd.
Frans A. Janssen en Sonja van Stek, Het bibliografisch universum van Willem Frederik Hermans, Uitgeverij De Bezige Bij, isbn 9023462130, f 79,90.
| |
‘Lezen in rangen en standen: negentiende-eeuwse bibliotheken opnieuw bezocht’
Van 18 september tot en met 18 oktober zal in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam een tentoonstelling te bezichtigen zijn over negentiende-eeuwse bibliotheektypen. Op 15 september zal tevens een symposium over dit onderwerp georganiseerd worden. Voor informatie kunt u terecht bij Chantal Keijsper.
Telefoon: 020-5252399.
Email: keysper@uba.uva.nl
|
|