De Boekenwereld. Jaargang 15
(1998-1999)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 286]
| |
Een Middelburgse jongen met een prijsboek over Romeinse oudheden: het portret van Isaac Brungné du Buisson door Barent Luyten, 1746
De rugtitel van een boek op een schilderij kan aanvullende informatie geven over de geportretteerde. Een goed voorbeeld hiervan zijn de geleerdenportretten, waarop een boek uit het vakgebied als een verwijzing naar het beroep van de voorgestelde fungeert. Zo informeert de vermelding Corpus Iuris dat het om het portret van een jurist gaat. Een soortgelijke verwijzing komt voor op het portret van Isaac Brungné du Buisson, in 1776 als ca. zestienjarige geschilderd door Luyten.Ga naar eind1. De jongeman staat tegen de achtergrond van een gordijn op kniehoogte met aanziend gelaat afgebeeld. Hij draagt
| |
[pagina 287]
| |
Pieter Philippe, een uitvouwbare en gegraveerde plattegrond van het oude Rome, Urbis veteris Romae delineatio Septimio Severo imperante, naar een tekening van Jacob Torenvliet (1635-1719). De beide edities behoorden tot het standaard-repertoire van prijsboeken in quarto-formaat, zoals die op de stedelijke Latijnse scholen ten tijde van de Republiek en in het vroege Koninkrijk werden uitgereikt.Ga naar eind8. In de zeventiende tot en met de negentiende eeuw was een uitgave van Rosinus zelfs mede door het formaat de geëigende prijs voor leerlingen die naar de hoogste klas werden bevorderd. Zo werd blijkens een rekening van de Bossche boekverkoper Jan van Garel uit mei 1658 een exemplaar van Rosinus' Antiquitates in 's-Hertogenbosch ten behoeve van de voorjaarspromotie van dat jaar geleverd.Ga naar eind9. Bijna twee eeuwen later werd het boek nog in Zwolle tijdens de winterpromotie van 1826 uitgereikt.Ga naar eind10. De prijswinnaars ontvingen hiermee een boek over een onderwerp, dat niet direct een vast onderdeel vormde van het lesprogramma op de Latijnse school.Ga naar eind11. Onderwijs in de Romeinse oudheden maakte namelijk deel uit van het curriculum in de artes-faculteit, de algemene universitaire propedeuse die iedere student moest doorlopen, alvorens tot één van de drie faculteiten (theologie, rechten en medicijnen) te worden toegelaten. Het handboek van Rosinus werd op bijna alle universiteiten in de Republiek gebruikt en het was dus wel een zeer toepasselijke voorbereidende gift van de Latijnse school. Een uitzondering was de universiteit van Utrecht, waar het compendium van de Utrechtenaar Willem Hendrik Nieupoort (ca. 1670-1712), Rituum qui olim apud Romanos obtinuerunt succincta explicatio (eerste druk; Utrecht 1712), in zwang was.Ga naar eind12. Ook dit werk was een geschikt prijsboek, dat mede wegens het octavo-formaat veelal aan leerlingen van lagere klassen werd uitgereikt.Ga naar eind13. De Griekse oudheden kregen overigens pas in de tweede helft van de achttiende eeuw aandacht als gevolg van de hernieuwde belangstelling voor het Grieks; van een doorwerking hiervan op de Latijnse school was op zijn vroegst in de eerste helft van de negentiende eeuw sprake.Ga naar eind14. Wie was de geportretteerde Isaac Brungné du Buisson (ca. 1730/1731-1808)? Hij was afkomstig uit Middelburg en zal leerling van de Latijnse school aldaar zijn geweest, ook al ontbreken de gegevens hierover.Ga naar eind15.
Pieter Philippe (naar Jan Goeree), Frontispice van Johannes Rosinus, Antiquitates Romanae, ed. S. Pitiscus, Utrecht, W. van de Water, 1701. Gravure, 211 × 165 mm.
Nadere informatie over bijvoorbeeld het jaar van zijn inschrijving als leerling is niet voorhanden. Ook is onbekend, wanneer hij de school verlaten heeft. De verslagen van de halfjaarlijkse promoties, die veelal in de rubriek ‘Akademienieuws’ van de Boekzaal der Geleerde Wereld werden opgenomen met vermelding van de namen van de naar de academie gepromoveerde leerlingen, geven hierover evenmin uitsluitsel: Middelburgse promotieverslagen werden in die tijd onregelmatig in de Boekzaal gepubliceerd. Isaac zal de school in juni hebben verlaten, want op 11 juni 1747 liet hij zich als rechtenstudent inschrijven in het Album Studiosorum van de Leidse universiteit.Ga naar eind16. Op grond van de datering van het schilderij (1746) en het gegeven dat hij de Rosinus-editie als prijs zal hebben ontvangen bij zijn bevordering naar de hoogste of rectorsklas, kan Isaacs schooltijd bij benadering tussen 1741 tot 1747 worden gedateerd. Als hoogste prijs, bij het verlaten van de school, zou Isaac immers een boek in folio-formaat krijgen. Op het voorplat van het afgebeelde | |
[pagina 288]
| |
prijsboek is het wapenstempel vaag te onderscheiden. Het stadswapen op de beide platten was een typisch kenmerk voor een prijsboek van een Latijnse school: hiermee werd nog eens het stedelijke karakter van deze onderwijsinstelling par excellence benadrukt. De gewoonte om prijsboeken van stedelijke Latijnse scholen met het stadswapen te bestempelen ontstond in de Republiek in de jaren twintig van de zeventiende eeuw en Middelburg heeft op dit gebied een lange traditie. Zo is het oudste ons bekende prijsboek dat met een stadswapen is bestempeld zelfs een in perkament gebonden exemplaar van de Latijnse school te Middelburg. Het gaat om een exemplaar in quarto-formaat van Nicetas Acominatus, Imperii Graeci historia ab anno 1117 in quo Zonaras desinit ad annum 1203, ed. H. Wolfius, Genève Erven Eustathius Vignon, 1593, dat op 9 april 1622 aan Johannes Ceterius werd uitgereikt bij zijn promotie ad publicas Scholas, d.w.z. naar de universiteit.Ga naar eind17. Het stempel op beide platten van dat prijsboek toont het stadswapen van Middelburg - een gekanteelde burcht met een geopende poort - binnen een ovalen cartouche met een sterk gestileerde lauwerkrans. Dit type is in gebruik geweest tot ca. 1647, toen het vervangen werd door een bijna identieke variant. Deze variant komt op de Middelburgse prijsboeken voor tot ca. 1723. In de periode van ca. 1723 tot 1773 werd weer een nieuw stempel gebruikt: het stadswapen op een wapenschild, gedekt door een kroon met fleurons; het geheel is nu niet meer gevat in een cartouche. Bewaard gebleven Middelburgse prijsboeken uit de periode 1723-1773 die met dit derde type zijn bestempeld, zijn zeer schaars. In feite werd er tot op heden slechts één exemplaar teruggevonden, waaruit het getuigschrift later verwijderd is.Ga naar eind18. Dit maakt een datering van het jaar van uitreiking niet mogelijk. De datering van dit stempel heeft dan ook een relatief karakter en is gebaseerd op het jaar waarin het boek werd gedrukt (1726) en het jaar waarin in ieder geval weer een ander stempel werd gebruikt (1773). Het prijsboek dat Isaac du Buisson vasthoudt, moet dus met het derde type van het Middelburgse stadswapen zijn bestempeld. Nadien heeft Middelburg voor prijsboeken van de Latijnse school nog twee andere stempels in gebruik gehad.Ga naar eind19. Middelburgse prijsboeken werden in die tijd gebonden door de zogenaamde Rosettenrolbinderij. Dit is de noodnaam voor het boekbindersatelier, waaraan op grond van bindwerk met overeenkomstige kenmerken (in dit geval een kenmerkend rolstempel) een groep boekbanden kan worden toegeschreven.Ga naar eind20. De Rosettenrolbinderij was werkzaam tussen ca. 1734 tot 1765 of 1813 en behoorde tot de grotere en belangrijkere Middelburgse ateliers. Ongeveer twintig banden zijn van dit atelier bekend, waaronder ook prijsboeken voor de Latijnse school van Veere. De meeste van deze banden zijn redelijk sober bestempeld, met kaders van rollen, hoekstempels en een centraal plaatstempel. Het kenmerkende rolstempel waarmee het kader op de platten in goudstempeling werd aangebracht, is op de boekband op het schilderij niet scherp te onderscheiden. Mogelijk heeft de schilder zich hier enige vrijheid gegeven en is de bestempeling van het kader op het voorplat niet geheel natuurgetrouw afgebeeld. Over de Latijnse school van Middelburg omstreeks 1746 zijn ons slechts enkele gegevens bekend. Het rectoraat werd bekleed door Wilhelm Otto Reitz (1702-1768), die deze functie van 1742-1768 vervulde.Ga naar eind21. In de voorlaatste klas zal Isaac leerling zijn geweest van de begaafde conrector en oudleerling Johannes Gavel en in de lagere klassen van W. Prumers. Het is verder bekend dat in die tijd de traditionele optocht bij de promotie weer in ere was hersteld. Hierbij trok een plechtige stoet van het schoolgebouw naar het auditorium in de Koorkerk, een gewoonte die door rector Petrus Surendonck omstreeks 1691 was ingevoerd. Onderstaande beschrijving geeft een indruk van deze gebeurtenis: ‘Op den dag der promotie kwamen curatoren bijeen in het gebouw [n.l. van de school]. De praemia werden geteekend en de lijst der promovendi vastgesteld. Daarop trok men in optocht naar het auditorium. Vooraf gingen twee stadsboden in een houten bak dragende de prachtig gebonden en met het stadswapen versierde prijzen. Dan volgden het college van curatoren, rector en praeceptoren, candidati Academiae en ten slotte de overige leerlingen secundum classem et ordinem [= volgens klas en niveaugroep]. In het auditorium aangekomen, opende de rector met een zwierigen welkomstgroet de plechtigheid. Dan hielden de candidaten hunne oraties. Voorts werden door den president-curator de prijzen uitgedeeld, de namen der gepromoveerden door den rector voorgelezen, waarna deze den actus met eene oratie besloot.’Ga naar eind22. | |
[pagina 289]
| |
Over de schilder Luyten is zo goed als niets bekend. De portretten van Isaac du Buisson en zijn zusje zijn vooralsnog de enige bekende, goed gedocumenteerde werken van hem. Luyten behoorde òf tot het leger derderangskunstenaars die de oude kunstenaarsbiografen zijn ontgaan en waarover we daarom niets weten, òf tot de vierderangskunstenaars wier werkzaamheden zich grotendeels afspeelden op de grens met het werk van ambachtslieden. Het is niet met zekerheid bekend in welke stad Luyten werkzaam was. Aangenomen mag worden dat hij in Middelburg gevestigd was en daar wellicht ook zijn opleiding had genoten. Zijn voornaam Barent is bekend uit een veilingcatalogus uit 1749. Er werden toen van hem ‘Een oud man by de Kaars’ en een stuk met ‘Twee vrolyke Gezellen’ verkocht. Daarnaast is nog van hem bekend dat hij ‘Een Vioolspeelder’ heeft geschilderd en tenslotte moet er nog een historiestuk met ‘Venus en Adonis’ van hem bestaan.Ga naar eind23. Ook over de verdere levensloop van Isaac du Buisson zijn weinig details bekend. Na zijn Leidse studiejaren keerde hij in ieder geval terug naar Middelburg, waar hij woonde aan de Noordstraat en het beroep van advocaat heeft uitgeoefend.Ga naar eind24. Hij is in 1787-1788 door Aert Schouman geschilderd als een van de regenten van het Nieuwe Gasthuis. Omstreeks dezelfde tijd werd hij als regent van het Burgerweeshuis nogmaals geportretteerd.Ga naar eind25. Op 13 mei 1808 overleed hij op 78-jarige leeftijd als een zeer vermogend man wonende aan de Middelburgse Kinderdijk.Ga naar eind26. Zijn huwelijk met Johanna Becius (1738-1811) was kinderloos gebleven, reden waarom zijn jeugdportret als jongen met een prijsboek samen bleef met dat van zijn zusje via wier nazaten het vererfd is.Ga naar eind27. | |
[pagina 291]
| |
BijlageWrijfsels van wapenstempels op Middelburgse prijsboeken van de Latijnse schoolDe verschillende typen zijn gerangschikt in chronologische volgorde, d.w.z. te beginnen met het stempel dat voor het eerst op een prijsboek van de Latijnse school te Middelburg is aangetroffen. Er wordt van ieder type een (relatieve) datering gegeven van de periode waarin het desbetreffende stempel voor bestempeling van prijsboeken in gebruik is geweest. Hierbij wordt telkens de vroegst en de laatst gesignaleerde stempeling vermeld. De datering is gebaseerd op het jaar van uitreiking, zoals vermeld in het getuigschrift. Als het getuigschrift ontbreekt, dan is het jaar van druk van het boek vermeld. Het jaar van druk is een zeer betrekkelijk gegeven: tussen de druk van het boek en het binden als prijsboek en bestempeling met het stadswapen kan een groot aantal jaren liggen. | |
Middelburg 1Het stadswapen in een ovaal met gestileerde lauwerkrans. Formaat: hoog: 50 mm.; breed 37 mm. Signalering: 1622, blijkens getuigschrift, op perkamenten 4o met linten. (Nicetas Acominatus, Imperii Graeci historia, Genève 1593; Stadsbibliotheek Haarlem, 28 B 34). | |
Middelburg 2Het stadswapen in een ovaal met sterk gestileerde lauwerkrans; de burcht en de kantelen zijn smaller dan bij type 1. Formaat: hoog: 47 mm.; breed: 35 mm. Signalering: 1647, blijkens getuigschrift, op folio (Seneca, Opera, ed. J. Lipsius, Antwerpen 1632; Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, 1776 C 2 = 309 A6). 1723, blijkens getuigschrift, op perkamenten 4o (Horatius, ed. R. Bentley, Amsterdam 1713; ub Amsterdam, collectie Oldewelt G 29). | |
Middelburg 3Het wapenschild gedekt door een kroon met fleurons. Formaat: hoog: 68 mm.; breed: 60 mm. Signalering: na 1726, blijkens druk, op perkamenten 4o (Valerius Maximus, Factorum dictorumque memorabilium Libri ix, ed. A. Torrenius, Leiden 1736; ub Amsterdam, collectie Oldewelt G 30). | |
Middelburg 4Staande Minerva met schild (met hierop een Medusa-kop) in de linker- en lans in de rechterhand. Haar linkervoet steunt op een naar rechts gekeerde, liggende sfinx. Links van haar een uil (symbool voor de Wijsheid) en rechts een kraaiende haan (symbool voor de Waakzaamheid). Boven de pluim van haar helm het met een kroon gedekte en door een cartouche van voluten omgeven stadswapen. Links en rechts hiervan een zwevende, gevleugelde cupido, die op een bazuin blaast en een lauwertak in de hand houdt. Ter weerszijden van Minerva een piëdestal, samengesteld uit voluten en bovenop een stapeltje boeken met een brandend olielampje. Het geheel staat op een console met een afhangend tapijt met twee kwastjes, waarop de vermelding ‘pallas medioburg’ (afkorting voor ‘Pallas Medioburgensis’ = de ‘Middelburgse Pallas’). Formaat: hoog: 112 mm.; breed: 80 mm. Signalering: 1775, blijkens testimonium, op perkamenten folio (Herodotus, Historiarum libri ix, ed. P. Wesselingius, Amsterdam 1763; ub Amsterdam, collectie Oldewelt F 14). 1856, blijkens getuigschrift, op bruin gemarmerd leren 4o (Valerius Flaccus, Argonauticon, ed. P. Burmannus, Leiden 1724; Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage, 1775 C 11). | |
[pagina 292]
| |
Middelburg 5Het stadswapen binnen een cartouche met voluten, ter weerszijden omgeven door een lauwertak en gedragen door twee cupido's. Deze cupido's houden ieder het uiteinde vast van een guirlande die van de cartouche neerhangt. Dit geheel steunt op een boog, waaronder op een soort etagière een stapeltje liggende en staande boeken, met hier bovenop een zittende uil; hieronder weer een guirlande. Formaat: hoog 83 mm.; breed 68 mm. Signalering: 1773, blijkens getuigschrift, op perkamenten8o (Vetus testamentum, ed. L. Bos, Franeker 1709; k.u. Leuven, Centrale Bibliotheek, 3 B 6785). 1851, blijkens druk, op gemarmerd leren 4o (Poetarum scenicorum Graecorum, ed. W. Dindorf, Oxford 1851; collectie Spoelder). Tenslotte is er nog een wapenstempel dat waarschijnlijk nooit is gebruikt voor de prijsboeken van de Latijnse school. Het stempel komt wel voor op de prijsboekjes voor de andere stadsscholen die tussen ca. 1780-1830 werden uitgereikt door de Heeren opsienders van de Schoolen der Stad Middelburg. De inhoud van deze boekjes is veelal Frans- en Nederlandstalig. | |
Middelburg 6Het wapenschild afgebeeld op de borst van een adelaar met uitslaande vleugels. Het geheel gevat in een gestileerde, cirkelvormige lauwerkrans. Deze krans hangt aan een spijker d.m.v. twee linten die door een strik met elkaar verbonden zijn; aan de onderzijde een soort guirlande. Formaat: hoog: 85 mm.: breed: 67 mm. Signalering: 1780, blijkensgetuigschrift, op perkamenten 8o (J.F. Martinet, Petit catéchisme de la nature, Amsterdam 1780; collectie Spoelder). Na 1830, blijkens druk, op halfleren 8o [N.N.], Beautés de l'histoire romaine, Parijs 1830; ub Amsterdam, collectie Oldewelt, K 46). |
|