dood in het concentratiekamp Theresienstadt. Hilde zelf, die juist in verwachting was, werd eveneens gearresteerd, belandde in het kamp Westerbork maar overleefde wonderwel de oorlog, net als haar man Fritz die al die tijd op verschillende adressen ondergedoken had gezeten.
Ondanks deze afschuwelijke ervaringen gingen Fritz en Hilde Rosenthal, jong nog en vol energie, na afloop van de Tweede Wereldoorlog meteen weer aan de slag, nu vanuit Hilversum, waar ze herfst 1947 hun bescheiden catalogus 190 uitgaven. In het voorwoord spraken zij de hoop uit, ‘that now at last we might be able to reestablish our good business relations in all the countries of a world more rational and peaceful than hitherto’. Tot hun geluk kregen zij na veel moeite met Amerikaanse hulp in 1950 ook een aanzienlijk deel van de door de Nazi's in beslag genomen boekenvoorraad uit München terug. Nu leken alle voorwaarden aanwezig voor een betere toekomst, te meer omdat de Rosenthals inmiddels verblijd waren met de geboorte van hun dochter Edith. Maar in 1955 - juist in die cruciale fase van wederopbouw van het familiebedrijf - stierf Fritz door een bizarre speling van het lot. Onder de ogen van zijn vrouw overleed hij binnen enkele seconden als gevolg van een foutieve injectie door een arts. Hilde, machteloos toeziend, kon alleen nog beloven dat zij de zaak zou voortzetten. Die belofte werd haar drijfveer. Met ontembare energie heeft zij inderdaad Ludwig Rosenthal's Antiquariaat jarenlang geleid, eerst in Hilversum en sinds midden jaren '80 aan de Riouwstraat te Den Haag, later bijgestaan door Edith, die in 1989 de leiding overnam. Toen de firma in 1994 verhuisde naar het huidige adres te Leidschendam, had Hilde Rosenthal zich al uit het actieve leven moeten terugtrekken. Haar eens zo krachtige geest was de laatste drie jaren van haar leven sterk verzwakt.
Als er één kwalificatie op Hilde Rosenthal van toepassing is, dan is dat wel het woord dapper. In een door mannen beheerst domein was zij lange tijd Nederlands eerste en enige vrouwelijke antiquaar, niet handelend in gezellige frutsels, maar in incunabelen, postincunabelen en andere geleerde boeken. Daarmee was zij tegelijk een typische representante van het klassiek-Duitse geleerdenantiquariaat. Haar mooi verzorgde en grondig gedocumenteerde
Hilde Rosenthal (1910-1998).
catalogi, waarvan ik speciaal die uit 1984 bij de 125ste verjaardag van de firma memoreer, getuigen daarvan op iedere bladzijde.
Veeleisend voor zichzelf en voor haar me dewerksters (haar antiquariaat had lang iets van een Dreimädelhaus), bescheiden maar ook zelfbewust, toonde Hilde Rosenthal altijd het grootste respect voor haar klanten. En dat respect was zonder uitzondering wederkerig. Men kon op haar woord rekenen. Hoewel het de laatste jaren stil om haar werd, bleef zij tot het laatst in vriendschappelijk contact met collega's als H.L. Gumbert (van J.L. Beijers te Utrecht), Max Elte en Dolf van Gendt. Het is haar en ons geluk dat Ludwig Rosenthal's Antiquariaat ook na Hilde's dood wordt voortgezet.
P.J. Buijnsters