De Boekenwereld. Jaargang 15
(1998-1999)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 93]
| |
De kinderwagen van Jan VethDe gelithografeerde portretten van Jan Veth, die vanaf 1891 onder de titel Bekende Tijdgenoten in het weekblad De Amsterdammer verschenen, behoren tot de hoogtepunten in Veths oeuvre en markeren tevens een vernieuwing in de reproductieve portretgrafiek.Ga naar eind1. Tot die tijd had het blad Eigen Haard als enige Nederlandse periodiek weliswaar regelmatig portretprenten opgenomen, maar dat waren wat primitieve houtgravures, meestal gemaakt naar foto's. Het was daarom een belangrijk moment toen eind 1890 zowel hoofdredacteur De Koo als uitgever Van Holkema van het weekblad De Amsterdammer accoord gingen met Veths voorstel om vanaf 1891 portretten te gaan publiceren als losse bijlagen. Tot eind 1894 zouden in totaal 32 van deze ‘bekende tijdgenoten’ in De Amsterdammer verschijnen en tussen 1895 en 1898 ook nog eens een achttiental in De Kroniek van P.L. Tak, onder de titel Portretten van De Kroniek. Een deel van het succes van zijn gelithografeerde portretten schreef Veth toe aan zijn uitmuntende drukker Van 't Hoff, werkzaam bij de Amsterdamse firma Tresling & Co., die zijn litho's in proef drukte. De uit Den Haag afkomstige Van 't Hoff had daar de bloeitijd van de lithografie meegemaakt en had een grote liefde voor het ambacht. Deze liefde en vakkennis wist hij nog aan het eind van de eeuw over te brengen op zijn leerling en opvolger bij Tresling, H. ten Broecke, die ook voor Veth werkte. Over de technische problemen voor een lithografische tekenaar moet niet te licht worden gedacht. De stenen waren vrij dik en als de prent een behoorlijk formaat moest krijgen - de portretlitho's van Veth meten circa 300 × 200 mm. - waren ze behoorlijk zwaar. Veth woonde in Bussum en de stenen moesten bij Tresling in Amsterdam afgedrukt worden. Veths necroloog, A.J. Derkinderen, schetste de rol van Veths echtgenote - Anna Dirks - daarbij: 's avonds bracht zij de betekende lithosteen met een kinderwagen naar het Bussumse station, ‘om de onkosten van den kruier uit te sparen’. Daar ging de steen op de trein om in Amsterdam door een knechtje van Tresling te worden opgehaald. Moest er nog iets worden veranderd, dan diende de steen dezelfde weg weer terug af te leggen. A.G. van der Steur
Jan Veth, Portret van Jozef Israëls, januari 1893. Litho, 268 × 346 mm. Bijlage De Amsterdammer 19 februari 1893. Voor de weekbladen werden de litho's van Veth op dun, gelig papier afgedrukt met een onderschrift met de naam van de voorgestelde en een aanduiding van de aflevering waar de prent een bijlage bij was. Van vrijwel alle portretlitho's werden ook afdrukken gemaakt op zwaar papier, zonder tekst (dus ook zonder de naam van de voorgestelde). Een twaalftal van deze afdrukken op zwaar papier verscheen in kleine oplage in een portefeuille onder de titel Bekende tijdgenoten, 12 lithografieën door Jan Veth, [z.p.] [z.j.].
|
|