De lithografie
Een uitvinding die precies op tijd kwam
Het moment van een belangrijke uitvinding komt zelden toevallig. Meestal is de tijd er rijp voor. Dat gold voor de uitvinding van de boekdrukkunst in de vijftiende eeuw en ook voor de uitvinding van de steendruk of lithografie ruim drie eeuwen later. Was het in de vijftiende eeuw het Humanisme dat een bredere verspreiding van het geschreven woord nodig maakte, in de achttiende en vroege negentiende eeuw zorgden de Verlichting, de Franse Revolutie en de opkomst van het Liberalisme voor de behoefte aan een druktechniek die het geschreven woord en het getekende beeld snel, goedkoop en vooral in grote oplagen kon vermenigvuldigen. De Verlichting verhevigde vanaf het begin van de achttiende eeuw in heel Europa het publieke wetenschappelijke debat. Later in de eeuw verbreedden politieke en maatschappelijke emancipatiebewegingen vooral het politieke debat. Steeds meer mensen konden en wilden lezen. Al die mensen wilden ook kennis nemen van de ingrijpende gebeurtenissen in de laatste decennia van de eeuw, zoals de Amerikaanse Revolutie, de strijd tussen de Patriotten en Prinsgezinden in de Republiek, het voorspel tot de Franse Revolutie, die Revolutie zelf, en het Napoleontische Keizerrijk dat daarvan het politieke gevolg was. De bekende druktechnieken konden slechts langzaam in die behoefte voorzien en waren tamelijk duur. Het kan dus ook nauwelijks verbazing wekken dat ongeveer tegelijk met de lithografie de sneldrukpers zijn intrede deed en het snel produceren van goedkoop drukwerk in grote oplagen mogelijk maakte. Natuurlijk was de Oostenrijker Alois Senefelder zich niet bewust van deze ontwikkeling op de drukwerkmarkt, toen hij op zoek was naar een mogelijkheid toneelstukjes snel, goedkoop, en in een redelijke oplage te kunnen vermenigvuldigen, en natuurlijk zochten muziekuitgevers gewoon naar een techniek die het goedkoop drukken van partituren in hoge oplagen mogelijk zou maken.
De vroegste geschiedenis van de lithografie, vooral in Frankrijk, maakt duidelijk dat deze techniek precies op tijd is gekomen. Ondanks de Restauratie van 1815, die de Bourbons terug op de Franse troon bracht, was alles door de Franse Revolutie anders geworden. Het Liberalisme vertoonde zich aanvankelijk schuchter, maar al spoedig in volle glorie en zeer kritisch op het politieke toneel. Het beroep van journalist kreeg meer inhoud en kranten werden de eerste massale media met een opiniërend karakter. Na de Juli-Revolutie van 1830 verscheen in Frankrijk vijf jaar lang het opinieweekblad La Caricature. Het had een wisselende oplage die rond de 1.000 schommelde en werd gedrukt op een sneldrukpers. Wie zich op het blad abonneerde of het los kocht, kreeg er wekelijks een scherpe en zeer actuele politieke prent bij, een litho getekend door Honoré Daumier of J.J. Grandville. Die litho's werden in zulke grote oplagen gedrukt dat de uitgever ze ook los verkocht, al dan niet ingekleurd. Op de politieke sfeer van de Juli-monarchie hadden deze prenten grote invloed. Voor het eerst toonde de lithografie haar grote kracht: snelle verbeelding van de actualiteit in een grote oplage. Met enige overdrijving zou je kunnen zeggen dat zonder de komst van de lithografie de politiek roerige negentiende eeuw geen kritische massamedia zou hebben gehad. Gedurende de negentiende en het begin van de twintigste eeuw zouden duizenden spotprenten gemaakt worden, in Frankrijk maar ook in de rest van de wereld. In Nederland bijvoorbeeld troffen de lezers van De Nederlandsche Spectator en De (Groene) Amsterdammer wekelijks een satirische litho bij hun weekblad aan. Net als Daumier en Grandville tekenden kunstenaars zoals Jan Holswilder, Johan Braakensiek, Jan Sluijters en Marius Bauer hun prenten direct op de steen.
In dit themanummer van De Boekenwereld ligt het accent vooral op het ontstaan en de vroege toepassing van de lithografie in Nederland. De ‘nieuwe’ techniek werd aanvankelijk niet zozeer artistiek toegepast, maar vooral gebruikt voor het vermenigvuldigen van partituren, landkaarten, met de hand geschreven documenten, karikaturen enzovoorts. Tegenwoordig is de rol van de steendrukkerijen veel minder prominent dan vroeger. Toch zijn er nog enkele volop in bedrijf, die hun opdrachten vooral uit de kunstwereld betrekken. De Boekenwereld sprak met de lithografen/eigenaars van één van die firma's.
In de korte bijdragen worden saillante of anekdotische thema's uit de wereld van de litho aangeroerd. Het nummer besluit met een voorlopige bibliografie.
In het gesprek met Gert Jan en Martijn Forrer komt een sombere toekomstverwachting naar voren voor het lithograferen als ambachtelijk vak. Moge dit nummer het bewijs leveren dat de belangstelling voor de steendruk, als vak én als kunstvorm, springlevend is.
De redactie