| |
Berichten
Sierpapier in Modena en Milaan
In 1993 verscheen een uitvoerige catalogus van de sierpapierverzameling in het Musei civici in Modena. Het boek, getiteld Carte decorate (uitgegeven door Franco Cosimo Panini in Modena; isbn 8876862595) werd samengesteld en geschreven door Michela Gani en bevat ook een bijdrage van Alberto Milano. In deze publicatie wordt de gehele collectie brokaat-, sits-, stijfselverf- en marmerpapier van het museum (476 nrs.) beschreven en gedeeltelijk afgebeeld. Het museum bezit tenminste één uniek brokaatpapier (nr. 101) en het prachtige blad met de jachtscenes van Johann Carl Munck, nr. 7 (Haemmerle 225 en 281, en Heijbroek/Greven 46). Ook is er een interieurfoto opgenomen van een zaal waar het gehele jaar door de sierpapiercollectie wordt getoond. En wie de niet-geëxposeerde bladen wil zien, kan de laatjes onder de vitrines uittrekken. In de catalogus worden de sierpapieren vrij uitvoerig beschreven, maar verwijzingen naar de Duitse literatuur blijven merkwaardigerwijs achterwege. Nergens is een brokaatpapier voorzien van een Haemmerle-nummer, hoewel de eerste druk van dit standaardwerk uit 1961 (in 1977 verscheen de tweede herziene druk) wel in de literatuuropgave voorkomt.
In de Bibliotheca Civica ‘Luigi Poletti’, die zich in hetzelfde gebouwencomplex bevindt, wordt in de afdeling zeldzame werken een monsterboekje bewaard, waarvan verschillende bladzijden in kleur in de bovengenoemde catalogus zijn afgebeeld. Dit monsterboekje (ca. 1790-1800) is waarschijnlijk afkomstig van de sierpapierfabriek van Carlo Bertinazzi in het nabijgelegen Bologna.
In het prentenkabinet van de Bertarelli-verzameling in het Castello Sforzesco te Milaan wordt ook een prachtige collectie sierpapier bewaard. Een keuze hieruit, bestaande uit drie portefeuilles met marmer-, brokaat-, bronsvernis-, en sitspapier, en een monsterboek van de families Remondini en Rizzi kunnen er bekeken worden. Wanneer men bereid is een afspraak te maken, is het mogelijk de rest van de collectie, die zich in een ander gedeelte van het kolossale gebouw bevindt, te consulteren. Over het sierpapier uit de
| |
| |
collectie-Bertarelli zijn de afgelopen jaren enkele publicaties verschenen, vooral van de hand van Alberto Milano. Nog te koop is: Alberto Milano en Elena Villani, Le carte decorate della Raccolta Bertarelli, Milano (Arnoldo Mondadori Arte) 1991. isbn 8824201369, prijs: 30.000 lire.
J.F. Heijbroek
| |
De KB verwerft boek uit het bezit van Willem van Oranje
De Koninklijke Bibliotheek heeft onlangs een zestiende-eeuws boek verworven dat afkomstig is uit de particuliere bibliotheek van Willem van Oranje. Het boek is herkenbaar aan het in goud bestempelde en met verschillende kleuren wasverf versierde vorstelijke wapen dat op de leren band is aangebracht. J. Storm van Leeuwen, conservator boekbanden van de kb, ontdekte het boek bij antiquariaat Asher Rare Books in IJmuiden; het was nèt door M.J. Roos uit de Verenigde Staten meegenomen.
De band bevat César renouvellé, een militair tractaat van Gabriel Symeon (Parijs 1558) waarin richtlijnen aan de vorst worden gegeven hoe die zich ten tijde van oorlog dient te gedragen en hoe hij zich zo goed mogelijk op oorlog kan voorbereiden. ‘Het traktaat [...] werd opgedragen aan de Franse Kroonprins en daarmee vermoed ik dat elk zichzelf respecterende veldheer van de hoge, Franse adel over deze kostbare uitgave beschikte. Het exemplaar van de prins is trouwens minder uitbundig versierd dan banden van de hoge Franse adel, maar is wel heel verfijnd’ aldus Storm van Leeuwen. De uitgave is verlucht met enkele houtsneden en slechts de tekstkolommen zijn omlijnd met rode inkt.
De bibliotheek van Willem van Oranje bevatte 48 boeken, waarvan tot nu toe vijf exemplaren bekend zijn. In 1567 worden 48 boeken met het wapen van de prins genoemd, helaas zonder titelopgave. Na de dood van Willem van Oranje raakte zijn bibliotheek verspreid. Over de herkomst van het boek is weinig meer bekend dan dat het boek ooit in Parijs werd verhandeld.
De aanwinst zal vanaf 28 april te zien zijn op de tentoonstelling Boeken van Oranje-Nassau in het Museum van het Boek te Den Haag.
Band van het tractaat César renouvellé door Gabriel Symeon (Parijs 1558) met het wapen van Willem van Oranje (foto en collectie Koninklijke Bibliotheek Den Haag).
| |
Bibliotheek van Bert van Selm onder de hamer
Dit najaar zal het Leidse veilinghuis Burgersdijk & Niermans de collectie boeken van de neerlandicus en boekhistoricus Bert van Selm (1945-1991) veilen. De verzameling bestaat voor het overgrote deel uit boeken op boekhistorisch gebied, en werd met veel passie door Van Selm door de jaren heen bijeengebracht. Tot kort voor zijn overlijden werden nog lang begeerde aanwinsten aan de collectie toegevoegd, zoals treffend werd beschreven door Frits van Oostrom in het levensbericht van Van Selm in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1995-1996. Van Selm promoveerde op een onderzoek naar zeventiende-eeuwse boekhandels- en veilingcatalogi, dat werd uitgegeven door uitgeverij hes onder de titel Een menighte treffelijcke Boecken.
| |
| |
| |
British Library opengesteld voor publiek
Het nieuwe gebouw van The British Library (The St. Pancras Building) is in april van dit jaar opengesteld voor het publiek. De permanente tentoonstellingsruimte, waar beroemde documenten, zoals de Magna Charta en de Lindisfarne Gospels zijn tentoongesteld, is eveneens voor iedereen toegankelijk. In november vorig jaar werd de eerste leeszaal, de Humanities Reading Room, al in gebruik genomen. In 1999 zal de bouw van het complex voltooid zijn en wordt de bibliotheek officieel geopend.
De bouw van het nieuwe onderkomen van The British Library, naar ontwerp van de architect Colin St. John Wilson, is een heuse lijdensweg gebleken. Het besluit tot het stichten van de nieuwbouw dateert van 1962 toen de Britse regering besloot de bibliotheek tegenover het museum te vestigen. Daarvoor moest een deel van de historische wijk Bloomsbury worden gesloopt. Hiertegen rees veel protest. Toen de regering in 1972 een wet goedkeurde, waarin werd vastgelegd dat in de nieuwe bibliotheek ook de verzameling octrooien en wetenschappelijke werken een plaats behoorden te krijgen, bleek de omstreden locatie in Bloomsbury te klein. Nieuwe bouwgrond werd gevonden naast het station van St. Pancras. In 1982 legde prins Charles de eerste steen voor de nieuwe bibliotheek, die 25 miljoen boeken moest herbergen. De bouwwerkzaamheden ondervonden echter veel oponthoud door de verregaande bureaucratie en financiële tegenslagen. Het oorspronkelijke plan is sindsdien verscheidene keren gewijzigd. Het gebouw is daardoor wat de oppervlakte betreft zeker een derde kleiner dan in het oorspronkelijke plan werd aangegeven.
De accommodatie voor de lezer en de boeken en de verschillende diensten gaan er echter op vooruit in het nieuwe gebouw. De ‘Online Public Access Catalogue’ en een geautomatiseerd boekopvraagsysteem helpen de gebruikers bij het zoeken en opvragen, zodat 80% van het materiaal dat in de bibliotheek aanwezig is binnen 30 minuten geraadpleegd kan worden.
De zogenaamde Round Reading Room (1854-1856 van architect Sydney Smirke) in het British Museum blijft gehandhaafd voor gebruikers die boeken uit de eigen collectie van het British Museum willen raadplegen. Plannen om de leeszaal aan te houden voor het inzien en opslaan van boeken van voor 1850 bleken niet haalbaar door de hoge kosten en de slechte klimatologische omstandigheden die in dit gebouw heersen.
K. van Ommen
| |
Studiedag ‘Het Réveil in druk’
Op 20 november 1998 organiseert het samenwerkinsgverband van de Stichting Het Réveil-Archief, de Universiteitsbibliotheek uva en de Universiteitsbibliotheek vu een lezingendag over de relatie tussen het Réveil en de drukpers. Aan de orde komen onderwerpen als: het Nederlandsch Godsdienstig Traktaat-Genootschap; het Evangelisch Jaarboekje Magdalena, Het Réveil en het kinderboek; de drukkers en uitgevers (Höveker en Wormser) van het Réveil. Vanaf 23 oktober zijn bovendien paralleltentoonstellingen over het Réveil in de beide universitaire bibliotheekgebouwen te bezichtigen.
Tijd en plaats: Studiedag 20 november 1998: Universiteitsbibliotheek vu, De Boelelaan 1105, Amsterdam ('s ochtends) en de Universiteitsbibliotheek uva, Singel 425, Amsterdam ('s middags). Tentoonstellingen op bovenstaande adressen van 23 november tot 23 december 1998.
Inlichtingen: de secretaris van de Stichting Het Réveil-Archief, dr. J. Vree, Dotingalaan 112, 1381 ge Weesp. Tel. 0294-430219.
| |
Engelse achttiende-eeuwse prentkunst in de Whitworth Art Gallery te Manchester
In maart werd in The Whitworth Art Gallery te Manchester, dat een van de grootste Engelse prentencollecties buiten Londen herbergt, een symposium gehouden, gewijd aan ‘The Print in Eighteenth Century Britain’. Dit symposium sluit aan bij de toenemende wetenschappelijke belangstelling voor Engelse achttiende-eeuwse prentkunst en de neerslag daarvan in publicaties als The Age of Caricature; Satirical Prints in the Reign of George iii van Diana Donald (1996) en The English Print 1688-1802 van Tim Clayton (1997). Breed opgezette studies, waarin de belangwekkende rol en betekenis van prentkunst in de Engelse achttiende-eeuwse samenleving inzichtelijk wordt gemaakt. Tien sprekers, de meeste
| |
| |
Richard Newton, Wearing the Breeches, 1794, gekleurde ets, 291 × 395 mm (foto en collectie The Whitworth Art Gallery, University of Manchester).
verbonden aan Engelse universiteiten, deden verslag van hun lopende onderzoek. Hoewel de titel van het symposium een breed scala van onderwerpen doet vermoeden, lag het accent op satirische prentkunst en volksprenten. Goedkope houtsneden en prenten die tot op heden nogal eens over het hoofd werden gezien vanwege de geringe maatschappelijk status van de afgebeelde figuren (zoals de ‘dustman’ en negers op de prenten van George Cruikshank) werden aan de hand van dia-presentaties geanalyseerd.
Het werk van de Londense karikaturist Richard Newton (1777-1798) werd door David Alexander besproken. In 1794 maakte Newton een aquarel van een tentoonstelling van satirische prenten in de prentenwinkel van zijn opdrachtgever, de uitgever William Holland. Holland's Exhibition Room is hoogst waarschijnlijk de enige voorstelling die er van het interieur van een prentenwinkel, waar karikaturen worden verkocht, bestaat. De afbeelding toont een royale zaal gevuld met tientallen satirische prenten die de wanden van onder tot boven vullen. De bezoekers, uitgedoste dames en heren, keuren de prenten nauwelijks een blik waardig; zij hebben slechts oog voor elkaar. Newton, kon toen hij dit schilderde niet vermoeden dat het oeuvre dat hij zou nalaten, wonderlijk genoeg nauwelijks zou worden opgemerkt. Dankzij een aan het symposium gekoppelde tentoonstelling en de daarbij verschenen monografie van David Alexander, Richard Newton and English Caricature in the 1790s, is Newton aan de vergetelheid onttrokken. Het vakmanschap en de creativiteit waarmee hij thema's als het koningshuis, de machtswellust van politici - waaronder de vroegste aanvallen op de jonge Napoleon -, en de machtsstrijd tussen man en vrouw op de hak wist te nemen, getuigen van een tijdloze zeggingskracht.
Polemisch van karakter was de lezing van Eirwen Nicholson die de chronologie, die over het algemeen wordt gehanteerd met betrekking tot Engelse spotprenten, ter discussie stelt. Nicholson beweert dat de wortels van dit type prent teruggaan op de Engelse zeventiende-eeuwse en vroeg-achttiende-eeuwse beeldtraditie en niet,
| |
| |
zoals dikwijls in de literatuur wordt verondersteld, omstreeks 1720 aanvangt en voornamelijk teruggrijpt op Nederlandse inspiratiebronnen zoals Romeyn de Hooghe. Hoewel haar voorbeelden overtuigend waren, kan niet worden ontkend dat de enorme aantallen spotprenten die in Engeland werden uitgegeven, pas van na 1720 dateren. Vanuit kwantitatief oogpunt bezien, valt er dan ook heel wat voor de algemeen geldende chronologische indeling te zeggen. Nicholsons' afwijkende perspectief ten opzichte van een algemeen geaccepteerde kunsthistorische indeling was echter verfrissend.
Lucy Peltz bracht een bepaalde wijze van het verzamelen van prenten onder de aandacht. Hoewel nu ondenkbaar, was het voor verzamelaars tussen 1790 en 1820 een ware rage om prenten te kopen of uit boeken te knippen en als illustratie in te plakken in een ongeïllustreerd boek. Verzamelaars maakten zo van een reeds uitgegeven boek een persoonlijk document, samengesteld naar eigen inzicht, belangstelling en smaak. Dit nauwelijks onderzochte fenomeen, ‘grangerization’ of ‘extra illustration’, genaamd, werpt licht op de status van prenten in de achttiende eeuw en de rol die de prentenhandel innam bij het inspelen op deze trend. Een collectie van essays betreffende dit verschijnsel zal onder de titel Producing the Past onder redactie van Peltz (Universiteit van Manchester) volgend jaar verschijnen.
Het symposium bleek een goede en inspirerende gelegenheid om kennis te nemen van actueel onderzoek op het gebied van de achttiende-eeuwse Engelse prentkunst. Hopelijk was het geen eenmalige gebeurtenis, maar zal het in de komende jaren een vervolg hebben.
Harriet Stroomberg
| |
De Catalogus Librorum Werbrouck heruitgegeven
Op 27 mei 1748 kwam in het Bisschoppelijk Paleis van Antwerpen de omvangrijke en veelzijdige boekcollectie van Jozef Werbrouck onder de hamer. Werbrouck, de veertiende bisschop van de Scheldestad, was op Kerstavond van het jaar daarvoor bij een even dom als onwaarschijnlijk ongeval om het leven gekomen.
De catalogus van deze veiling is ondertussen een grote zeldzaamheid geworden die noch in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel, noch in de universiteitsbibliotheken van Gent, Antwerpen of Leuven aanwezig is. Daarom heeft de Carbolineum Pers een facsimile ervan het licht doen zien, gemaakt op basis van een exemplaar uit een privécollectie, dat bovendien in handschrift alle opbrengsten bevat. In de inleiding schetst Boris Rousseeuw een portret van bisschop Werbrouck. Daarnaast besteedt hij ook aandacht aan Joannes Grangé, de stadsdrukker die de catalogus verzorgde.
De 32 pagina's tellende inleiding is met de hand gezet uit de 14 punts Van Dijck van Jan van Krimpen, nieuw gegoten door de Stichting Lettergieten in Westzaan. Inleiding en facsimile zijn vervolgens met de handpers gedrukt op geschept gevergeerd Zerkall papier, in een oplage van vijftig genummerde exemplaren. Het boek, dat een omvang van 80 pagina's heeft, is verlucht met negen illustraties, waaronder een kleurenfoto van bisschop Werbroucks portret, en vijftien handgekleurde initialen. De Catalogus Librorum Werbrouck is genaaid in omslag.
Deze uitgave is te bestellen door overmaking van f 260,- op ing-rekening 65.56.34.657 ten name van Boris Rousseeuw, Elf Novemberstraat 22, 2910 Wildert (Essen), België.
Hans Hafkamp
| |
Hans Furstner overleden
Bij het ter perse gaan van dit nummer van De Boekenwereld bereikte de redactie het bericht dat op 3 mei Hans Furstner op 85-jarige leeftijd is overleden. Hij studeerde Duitse taal- en letterkunde in Amsterdam en promoveerde te Groningen. Van 1946 tot 1969 was hij als tweede secretaris werkzaam bij de Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels en daarnaast van 1960 tot 1969 als redacteur van het Nieuwsblad voor de Boekhandel. Daarnaast was hij tot 1977 hoofd van de afdeling Boekhandel en Uitgeverij aan de toenmalige Frederik Muller Akademie in Amsterdam. Furstner schreef in 1985 Geschichte des niederländischen Buchhandels en publiceerde af en toe in De Boekenwereld.
|
|