| |
Veilingen
Eric Speeckaert, Brussel, 27 april 1996
In de Galerie Simonson werd op de zonnige zaterdag 27 april 1996 de Bibliotheca topographica et genealogica belgica. Livres et manuscrits anciens de généalogie, héraldique et topographie sur la Belgique, la France [...] de la collection Michel Wittock te koop aangeboden. In de inleiding van de fraaie cataloog stelt Michel Wittock dat de opbrengst van de veiling bestemd is voor de verruiming van de Bibliotheca Wittockiana, het in 1983 opgerichte centrum voor bibliofilie en voor de boekband in het bijzonder en gevestigd te Brussel, Bemelstraat 21. Ook haalt hij anekdotes aan i.v.m. zijn aankopen en brengt hij hulde aan zijn leidster van het eerste en latere uur, Francine van der Perre, antiquare gespecialiseerd in de genealogie.
Op deze veiling waren zeer veel amateurs afgekomen en allen hadden geworsteld met de stralende tempterende zon en de tuin enerzijds en het zachte leer en het wijswitte papier anderzijds. Het bieden schoot los onder de deskundige leiding van Degreef junior - kruissnelheid 60 nummers per uur -, die binnen mooi weer maakte en de zaal aan het lachen bracht met zijn toewijzingen aan ‘homme avec des lunettes’ - tweederde van de zaal beantwoordde aan die beschrijving - of zijn selectieve weigering een bod te verhogen met slechts 1000 bf, wanneer het een Nederlandstalige bieding betrof. Er was ambiance.
Bijna alle werken, een driehonderdtal, waren in goede tot fraaie staat en dat verklaart ongetwijfeld mede de gulle resultaten. Een niet overdreven prijskaartje van 425.000 bf viel echter te beurt aan Blaeus Novum ac Magnum Theatrum Urbium Belgicae Regiae, band met monogram van Louis xiv, of aan Saumery's Délices du pais de Liège. 400.000 bf, of nog aan de Délices du Brabant van Cantillon, 191 platen, 45.000 bf.
Délices waren er genoeg: des Pays-Bas, Liège, Bassompierre, 1769, 155 platen, 23.000 bf; de editie van Foppens van 1711, 89 platen, 30.000 bf.
De hoofdbrok van de auctie werd het Wapenboek van het Gulden Vlies, in het Frans, klein in - 4, 51 bladen, ca. 1560, in een Engelse marokijnband van Douglas Cockerell dat voor 600.000 bf doorgeslikt werd (schatting 180.000 bf). In de andere hoofdbrok, de Almanach de Gotha, 1773-1944, 176 vols. had niemand trek en ze werd ingehouden, de estimatie van 450.000 bf was te hoog gegrepen.
| |
| |
Leo Belgicus-kaart, frontispice van Strada's De Bello Belgico. Hoewel de scheiding tussen Noord en Zuid door de Vrede van Munster in 1648 beslecht was, zouden de Zeventien Provinciën zelfs tot 1815 als een eenheid worden afgebeeld. De geestelijke vader van deze kaart is de Oostenrijker Michael von Aitzing.
De foliant met Maurice, Le Blason des Armoiries de la Toison d'Or, La Haye, Rammazeyn, Brusselles, Foppens, 1667 versierde 90.000 bf en een manuscript bestaande uit 198 bladen, klein in-folio, zestiende/zeventiende eeuw, met meer dan 1000 blazoenen van families uit de Nederlanden werd bekroond met 210.000 bf. Een in de tijd gekleurd exemplaar van Martins Généalogie [...] des Forestiers et Comtes de Flandre, Anvers, Pierre Balthasar, (1580), samengebonden met Vosmerus' Principes Hollandiae et Zelandiae, Antverpia, Christophorus Plantinus, 1578 werd afgeklopt op 180.000 bf.
Voor La Légende des Flamenz, Artisiens et Haynuyers, Paris, (François Regnault), 1522, in-4, één ontbrekend blad, negentiende-eeuwse band, moest 100.000 bf betaald worden. De twee zeventiende-eeuwse kalfsleren banden die Strada's De Bello Belgico, Rome 1640-'47 omhulden, 30 platen en twee frontispicen met de Leo Belgicus, infolio, werden
| |
| |
voor 750.000 bf geruild. Ondanks serieuze watervlekken kreeg Godsenhovens Chroniicke van de Hertoghen van Brabant, Antwerpen, Vrients, 1606, 42.000 bf.
Naast de klassiekers, met de klassieke prijzen, zoals Sanderus' Flandrie illustrata van 1732, 200.000 bf, zoals Grand Théatre sacré du Duché de Brabant, 1792, 120.000 bf, zoals Le Roy en zijn Castella samen met L'Erection, 1699, in een wapenband van Nicolas Fouquet, 95.000 bf, sprongen een aantal werken uit de band, figuurlijk. Histoire de la ville de Mons van Boussu, 1725, dwong respect af met 55.000 bf (schatting 10.000 bf). Wie van stenen houdt moet Bergen zeker eens bezoeken. De grote albasten sculpturen van Dubroeucq (zestiende eeuw) in de collégiale Sainte-Waudru (Waltrudis) zijn van een pakkende schoonheid, in een authentiek, ongerestaureerd interieur. Poutrain en zijn Histoire de la ville de Tournai, 1750, klom ook tot 50.000 bf (est. 10.000 bf). De acht volumes in-4 met Bertholets Histoire ecclésiastique et civile du duché de Luxembourg et comté de Chiny, 1741, bereikte 130.000 bf (est. 70.000 bf).
Het Teatro del Belgio van Gualdo Priorato, Francofort, 1673, folio, 136 platen, was een koopje voor 46.000 bf. Wat niet kan beweerd worden van Guicciardini's Descrittione di tutti Paesi Bassi, 1567, in een semi-oude band, 65.000 bf of van zijn Description de tous les Pais-Bas, Plantin, 1582, 75 platen, in een gefacelifte verduurde band, 150.000 bf.
Zou je uit boeken levenswijsheid kunnen halen? Of alleen boekenwijsheid? Buiten scheen de zon.
Marc Cappaert
| |
Burgersdijk & Niermans, 14-15 mei 1996
Het Leidse veilinghuis maakte een klapper met het Zeeuws-blauwe katern in zijn dikke catalogus. De 187 nummers omvatten circa 750 schrifturen, uiteenlopend van een negentiende-eeuws servet van het restaurant in de trein van Roosendaal naar Vlissingen via de Leerrijke beschouwing van de merkwaardige bijzonderheden, welke op den moord, in 1840 te Hoedekenskerke gepleegd, betrekking hebben (door G.B. Swalue) tot het Theatrum Praecipuarum Urbium Ducatus Brabantiae nec non Comitatuum Flandriae et Zelandiae accuratè adumbratum et in lucem editum (1660). Dat laatste werk bevat 65 stads- en kasteelgezichten, waarvan 36 in Zeeland, gegraveerd door Nicolaus Visscher. Het was het kostbaarste boek in deze afdeling, en bracht f12.000,- op bij een schatting van f 8000,- / f10.000,-. Dat geeft de tendens goed weer. Veel nummers van deze afdeling werden boven de hoogste raming verkocht, vaak aan handelaars, hoewel op de kijkdagen diverse enthousiaste Zeeuwse verzamelaars gezien werden.
Naast plaatsbeschrijving was ook de poëzie vertegenwoordigd met een belangrijk werk, door emblemen ondersteund. Van de Zeeusche Nachtegael (1623) wordt de literaire waarde door sommigen betwijfeld, misschien ook door de dichters zelf, want wat is een Zeeuwse nachtegaal anders dan een kikker? Twee handelaars lieten zich hierdoor echter niet weerhouden. De winnaar betaalde f3750,- (f1800,- / f2000,-).
Met genoegen herdachten de Goezenaren in 1777 hun toetreding tot het kamp van de prins van Oranje, blijkens de Historie van de satisfactie, waar mede de stad Goes en het eiland Zuid-Beveland zich begeeven hebben onder het stadhouderschap van Prins Willem van Orange, in het jaar 1577, waarvan het eerste exemplaar f700,- opbracht (f150,- / f200,-) en het tweede f 750,-. Staetkundig Zeeland, een handgeschreven verslag van de situatie in Zeeland in het midden van de zeventiende eeuw sloeg zijn schatting tweemaal met f 1500,-.
Een door honderden aanzienlijke burgers ondertekende gelukwens aan Willem V bij zijn herstel als stadhouder in 1787, versierd met een uitbarsting van leeuwen, kanonnen, pieken, trommen, bommen en vaandels, werd voor f1500,- verworven door het Koninklijk Huisarchief. Men vraagt zich af welke voorzaat van ons Staatshoofd deze gulhartige adhesiebetuiging van zich geslingerd heeft, en waarom.
Dan was daar de Cronijcke van Zeeland van Johan van Reygersberch. Een editie uit 1644, met 50 portretten en wapens verlucht, bracht f450,- op (f400,- / f500,-), niet zo veel eigenlijk, wanneer men het vergelijkt met de anderhalf keer hoger geraamde edities van 1551. Deze kostten f3500,- en f2600,-. ‘De Smallegange’, ofwel de Nieuwe Cronyk van Zeeland (1696) mocht evenmin ontbreken. Het eerste exemplaar van dit zeer gewilde hoogtepunt van de Nederlandse geschiedboekproduktie, mét de Beschryvinge van den
| |
| |
Zeelandschen adel verliet het pand voor f7000,- (f4500,-/f5500,-). Een tweede Smallegange, zonder adel, kwam maar nauwelijks boven zijn schatting uit met f4750,-. Terwijl een losse Beschryvinge, zes vellen tekst en zeven bladen met familiewapens, in dit geval mooi handgekleurd, maar liefst f1600,- deed (f400,-/f500,-).
Van de met veel liefde en precisie getekende achttiende-eeuwse topografische verzamelwerken noem ik hier de Vaderlandsche gezigten, waarvan het geveilde deel slechts de 180 Zeeuwse prenten omvat. De gelukkige koper betaalde f4800,- (f2500,- / f3000,-). En tenslotte de Atlas van Zeeland van Isaac Tirion uit 1760, die behalve kaarten ook achttien portretten en 107 stads- en dorpsgezichten bevat. Deze meesterlijke collectie bleef binnen de schatting met f5500,-.
In de eerste helft van de catalogus vielen enkele recentere luxe edities van standaardwerken op. Nu bedaagd geacht Nederlands cultureel erfgoed, schier onverkoopbaar in zijn respectabele dagelijkse linnen, werd hier in heelperkament en marokijn aangeboden. Vooral de Geschiedenis van Nederlandsch Indië van Stapel uit 1938-1940 was een juweel, in vijf stoere versierde perkamenten banden: f1000,- (f500,- / f600,-). En wat dacht u van Hazewinkels Geschiedenis van Rotterdam, drie delen, in groen geiteleer? Slechts f350,- (f300,- / f350,-)! Voorts verwierf een fijnproever de tiende druk van de Camera obscura uit 1878, ja, die grote geïllustreerde, in rood halfmarokijn met hoeken voor f550,-: tweemaal de raming.
Op de kijkdag trokken de leesplankjes veel belangstelling van particulieren. De opbrengsten bleven even boven de ramingen. Aap-noot-mies met aanvullingen uit circa 1905 deed f200,- en f210,-; Aap-roos-zeef, de katholieke versie uit diezelfde jaren f220,-.
Weinig opmerkelijks bij de moderne letterkunde. Of het moest zijn dat Hermans' slordige opdracht Reve's mooie brief met stukken sloeg: f850,- tegen f300,-, bij gelijke hoogste schatting (f300,-). Wie dood is, heeft niets meer te klagen.
Bij het niet-Zeeuwse Oude Boek was de zestiende eeuw in trek. Een zeldzame Lyonse poëziebloemlezing (1579) van O. Mirandula kwam haast tot tien maal de estimatie met f1500,-.
Karikatuur van Jacob Gole naar Cornelis Dusart uit Omstootinge der christelyke zeden. Door de wan-schik en ongeregeltheden der moniken (ca. 1690).
‘Duistere, sinistere tronies die je op vale toverlantaarnplaatjes aangrijnzen’ noemt Landwehr de door Jacob Gole naar Cornelis Dusart geëtste karikaturen van katholieke geestelijken in Omstootinge der christelyke zeden door de wan-schik en ongeregeltheden der moniken (circa 1690). Er is zelden zo cynisch, zo schrikbarend gedrukt. Een geleerde handelaar wist het te bemachtigen voor f2200,-, slechts weinig boven de schatting.
De beroemde polderkaarten waren vertegenwoordigd, in boekvorm, met 't Hooge Heemraedschap van Delfland (1712); een kaartenhandelaar wist het binnen de schatting, voor f3400,- te verwerven. Rhynland (1746) was er zelfs tweemaal. De ongekleurde ging voor f3000,- weg (f3500,- / f4000,-), maar op de handgekleurde werd niet geboden bij een inzet van f4200,-.
Het zenith van de veiling was echter een wondermooi exemplaar van het Toonneel der Steden van Joan Blaeu uit 1649. De twee folianten bevatten meer dan 300 kaarten en prenten van de zeven Verenigde en de tien Koninklijke Nederlanden alsmede 650 pagina's tekst. De gelukkige koper kreeg het Toonneel voor iets meer dan de laagste schatting, f52.000,-.
Paul Snijders
| |
| |
| |
Bubb Kuyper, 22 mei 1996
Bij Bubb Kuyper kwam een drietal typoscripten van de dichter Cees Buddingh' onder de hamer. De laatste tijd worden er regelmatig boeken en papieren uit het persoonlijke archief van Buddingh' op de markt aangeboden en in het geruchtencircuit wordt gefluisterd dat dat nooit de bedoeling is geweest van de dichter. Of de geveilde papieren uit dezelfde bron komen weet ik niet, maar de opbrengst had hoger gemogen: gemiddeld rond de f500,- voor een complete bundel.
Een in een mooie, kalfslederen band gezette Ethica van Spinoza in de vertaling van Gorter werd door het Spinozahuis aangekocht voor f300,- (schatting f100,- / f150,-).
In huize Reve zal sip gekeken zijn toen bleek dat het merendeel van de zeventien aangeboden manuscripten onverkocht bleef. De antiquaar van wie verwacht werd dat hij alles wel zou opkopen zat blijkbaar niet te wachten op losse, uit boeken genomen hoofdstukken in handschrift. Menig antiquaar zal potlood en gum ter hand hebben genomen toen de eerste druk van Reves dichtbundel Het zingend hart goed bleek voor f140,- / (f60,- / f80,-).
Annie M.G. Schmidt blijkt opeens verzameld te worden: een particulier had f650,- over voor een afwimpelingsbrief, het dubbele van de ook al hoge richtprijs (f300,- / f500,-).
Verzamelt de Koninklijke Bibliotheek tegenwoordig ook literaire handschriften? De instelling betaalde f350,- voor een interessante brief van Marsman aan Dirk Coster (f300,- / f500,-).
Een bijzondere deelverzameling werd gevormd door 40 lotnummers met boeken uit de bibliotheek van John Buckland Wright. Het betrof voornamelijk titels uit het fonds van Stols, stuk voor stuk mooie exemplaren, maar over het algemeen bleek de voorname provenance nergens uit. De eerste nummers van de collectie gingen nog voor redelijke bedragen van de hand: f400,- bijvoorbeeld had een handelaar over voor Alfred Douglas' Two loves and other poems, een door Stols verzorgde privé-uitgave voor Du Perron in een oplage van 50 exemplaren (schatting f250,- / f350,-). Maar snel daarna steeg de koorts en werden er bijna voortdurend onverantwoord hoge bedragen genoteerd, met als absurd hoogtepunt een ongenummerd H.C.-exemplaar op Japans van de bundel Serenade van Slauerhoff dat voor f6000,- werd afgeslagen (f400,- / f600,-). Tijdens de auctie Polak in mei 1993 was een exemplaar op Japans uit de bibliotheek van Emile baron van der Borch van Verwolde in een band van Van Bommel goed voor f850,-, wat overigens weer een absurd lage opbrengst is. De gulden middenweg was hier reëel geweest.
Fokas Holthuis
| |
Van Stockum, 5 en 6 juni 1996
Het is aardig om te constateren dat ieder veilinghuis, naast old and rare, zijn eigen specialismen voert en dat ook de inzenders dat langzamerhand leren: voor letterkunde en bibliofilie ga je naar Kuyper, Burgersdijk is goed in Klassieken en Van Gendt staat vooral bekend om de prentenveiling. Bij Van Stockum valt steeds weer de afdeling manuscripten en documenten op. Ook miniatuurboekjes worden in Den Haag vaker geveild dan elders.
Van letterkunde moet Van Stockum het de laatste jaren niet echt hebben: er waren weinig opvallende boeken op dit gebied en dat leidde dus ook niet tot vuurwerk.
De sjieke Haagse firma bracht op de eerste dag van haar zomerveiling een forse collectie erotica onder de hamer. Een paar jaar geleden zou dat waarschijnlijk nog tot torenhoge opbrengsten hebben geleid, maar omdat het de laatste tijd wat rustiger is aan het eroticafront kabbelde ook deze sectie rustig voort.
Anders lag dat bij de afdeling handschriften en oude boeken. Bij wijze van uitzondering werd er ook 's avonds geveild, een geslaagd experiment wat mij betreft: alle groten in het vak waren aanwezig.
De slotavond opende met 43 miniatuurboekjes en in deze sectie geldt meestal: hoe kleiner, hoe duurder, zeker waar het oude boekjes betreft. Dat gold zeker voor Sekere maniere des gebeds en beweginge vandien, een 48 pagina's tellend werkje uit 1678 in een contemporain roodmarokijnen bandje met gouden beslag. Het formaat was 1 bij 1,5 centimeter (ter vergelijking: een ‘gewone’ postzegel van 80 cent meet maar liefst 2 bij 2,5 centimeter). De firma Rosenthal had er f22.000,- voor over (schatting f15.000,-).
De afdeling manuscripts - autograph letters - documents opende met vier handschriften van rond 1500 die allemaal liefdevol werden geadopteerd door antiquariaat Forum. Een Roermonds handschrift met kleinere werken van Augustinus in een oude band
| |
| |
(E. de Dene), De warachtighe fabulen der dieren (Brugge, P. de Clerck, 1567).
bracht f 27.000,- op ( f 15.000,-). Een handschrift van werk van Aristoteles, op papier en in het Latijn, liet zich voor f 14.000,- noteren ( f 8000,-). Een in fluweel gestoken getijdenboek uit Bayeux met zeven miniaturen spande de kroon met f 31.000,- ( f 35.000,-).
Het onderdeel documents is een afdeling waar Van Stockum patent op lijkt te hebben: geen enkel ander veilinghuis heeft zo'n rijk aanbod aan oude aandelen en verkoopakten, alba amicorum en familiedocumenten. Het is veelal voer voor stads- en streekarchieven, wanneer antiquaren als Loose en Van der Steur tenminste niet toehappen.
Ook de oude boeken stonden garant voor een paar - voor de onderbieders althans - zenuwslopende momenten. Bij een vertaling van de fabels van Aesopus door de Rederijker Eduwaert de Dene, De warachtighe fabulen der dieren, voorzien van 107 geëtste emblemata door Marcus Gheeraerts, moest een handelaar uit Brugge, waar het boek in 1567 verscheen, het bij f 28.000,- afleggen tegen Forum (f 6000,-). Forum won met f 17.000,- de strijd met dezelfde tegenstander om Apologi creaturarum van de Rederijker Jan Moerman, een Plantijndruk uit 1584 met 65 geëtste emblemata, eveneens door Gheeraerts (f 5000,-).
Een mooi exemplaar van Brederodes Groot lied-boeck uit 1622 ging voor f 5500,- naar een koper in commissie (f 4000,-).
Voor minder geld viel er ook te kopen. Voor f 500,- kocht een commissie de laatste druk van Practicque om te leeren reeckenen, cypheren ende boeckhouden met die regel coss ende geometria van de Amsterdamse schoolmeester Nicolaus Petri Daventriensis, die in het dagelijks leven overigens gewoon Claes Pietersz. heette. De eerste druk van deze titel verscheen in 1583, de laatste druk uit 1635 kwam, zonder titelpagina en portret, onder de hamer (f 500,-).
Eveneens curieus was een boek over Pausin Johanna, ook wel Paus Johannes viii: Histoire de la papesse Jeanne van Frederik Spanheim, één van de laatste boeken in het historisch debat over de vrouwelijke paus. Eén van de prenten in het werk verbeeldt de onverwachte bevalling tijdens een processie, die haar geslacht verried. Spanheim, theoloog tegen wil en dank (op zeventienjarige leeftijd
| |
| |
werd hij door zijn vader, op diens sterfbed, na lang aandringen overgehaald om theologie te gaan studeren), noemt in zijn boek meer dan 500 bronnen die over haar schrijven. Of hij ook schrijft over de legendarische roodmarmeren stoel met een gat in de zitting, die sindsdien in het Vaticaan zou staan, weet ik niet. Deze derde druk uit 1736 was in ieder geval goed voor een opbrengst van f 475,- (f 300,-).
Fokas Holthuis
| |
Van Gendt, 12 juni 1996
De veiling van Van Gendt beloofde voor de derde maal op een rij een bijzondere te worden. Ditmaal was het een verzameling literaire handschriften en brieven die de gemoederen vooraf bezighield. In de catalogus was weinig aandacht aan de beschrijvingen gegeven, maar het gebodene werd door de zaal gelukkig op waarde geschat.
Boeken waren er natuurlijk ook. Een boek dat ook al in de vorige veiling was opgenomen,
Brief van E. du Perron aan J.J. Slauerhoff, d.d. eind augustus 1936.
maar toen wonderwel onverkocht bleef, was een buitengewoon interessante association copy van Het leelijke jonge eendje, gelithografeerd door Theo van Hoytema. Het betrof een wat beschadigd proefexemplaar, met een ingeplakte, gesigneerde en gelithografeerde kwitantie van Van Hoytema: ‘ontvangen van... Aeg. Timmerman de somma van f 10,- voor 1 proefexemplaar v/h LJE’. In Tim's herinneringen (Amsterdam, H.J. Paris, 1938) heeft Timmerman een apart hoofdstuk gewijd aan Van Hoytema waarin hij uitvoerig beschrijft hoe hij dit exemplaar in 1893 tijdens hun eerste ontmoeting aanschafte. Zelfs de kwitantie komt daarbij ter sprake. De verzamelaar die er f 650,- voor over had was er terecht dolblij mee (schatting f 300,- / f 500,-). Een in de catalogus kapot beschreven maar in werkelijkheid prima exemplaar van de eerste druk van De kleine Johannes van Frederik van Eeden was met f 100,- een koopje. De handelaar die f 220,- over had voor een eerste druk van Hermans' Het behouden huis neemt wel met héél weinig winst genoegen.
Echte vondsten zijn er bij Van Gendt in de lotjes regelmatig te vinden: De koper die f 340,- betaalde voor De loop is bijna volbracht van Henriëtte Roland Holst - Van der Schalk - hoewel het één van de 100 gesigneerde exemplaren betrof geen bijster kostbaar werk - kreeg daar volgens de catalogus nog 3 others bij: één van die drie was Le bateau ivre van Arthur Rimbaud in de editie van de Vijf Ponden Pers, een boek dat een eigen nummer in de catalogus verdiend had (f 150, / f 200,-). Aan het eind van de uren uitgelopen ochtendzitting was het de beurt aan 34 lotnummers Nederlandse letterkunde in handschriften en brieven. Hoewel het veilinghuis in de pers niet wilde zeggen van wie de collectie afkomstig was, was één blik in de catalogus genoeg om te zien dat het hier de brieven en handschriften uit de nalatenschap van Danny (de Glopper -) Bolle betrof. Zij werkte in 1930 bij Stols en later in de boekhandel van haar vader in Rotterdam (‘Pieter D. Bolle n.v.. De nieuwe bazaar van goedkoope boeken’). Zij organiseerde ooit een tentoonstelling over Forum en kwam zo in contact met veel schrijvers. In de jaren '40 was zij goed bevriend met de Amsterdamse wijnkoper Jan Boex, die ook veel vrienden had in letterkundige kringen. Bloem droeg zijn in 1946 verschenen bundel Quiet though sad aan hen op (‘Aan D. en J.’).
Gelukkig liet ook het Letterkundig Muse- | |
| |
um tijdens deze sectie van zich spreken. Tien van de dertien nummers met handschriften van Roland Holst gingen naar het museum, weliswaar steeds voor het twee- tot viervoudige van de richtprijs, maar daarmee nog steeds goedkoop. Het museum legde voor f700,- ook beslag op het complete handschrift en typoscript van Van Duinkerkens vertaling van L'église habillée de feuilles van Francis Jammes (f800,- / f 1000,-).
Drie briefjes van Du Perron aan Danny Bolle - als tweede aanvulling op de valreep gepubliceerd in het laatste deel van Du Perrons Brieven - stegen netjes tot f 1000,- rond (f 100,- / f 150,-).
Van het allergrootste belang was een drietal nummers met brieven aan Slauerhoff. Drie interessante brieven van uitgevers aan Slau over leveringen en royalties werden voor f 1100,- afgeslagen (f 100,- / f 150,-). Een paar onbekende en niet-bestudeerde brieven van naaste verwanten aan de dichtende scheepsarts brachten het met f 1600,- terecht tot achtmaal de richtprijs. Topstuk was een verloren gewaande brief van Du Perron aan Slauerhoff, te dateren in de laatste week van augustus 1936. Het is één van de laatste brieven voordat de twee definitief met elkaar gebrouilleerd raakten. Over hun breuk en de aanzet daartoe zwijgt Du Perron in zijn brieven aan anderen meestal, wellicht wilde hij de zaak binnenskamers houden. Op 17 september schrijft hij echter aan Marsman: ‘Met Slauerhoff heb ik kans gezien mij te brouilleeren, en ditmaal definitief; de man heeft mij een zóó prollig en ploertig briefje geschreven dat ik er wel een eind aan heb moèten maken.’ Slauerhoff zou op 5 oktober 1936 overlijden. Een drieregelig, getypt briefje van Du Perron, waarin hij Slau te kennen gaf al diens post retour te zullen zenden, hoorde ook bij de koop. Wellicht het laatste wat hij van zich liet horen? Het belang van deze documenten valt niet te overschatten en het zinderende biedspel eindigde dan ook pas bij f 3600,- ten faveure van een verzamelend antiquaar, bij wie de twee velletjes in goede handen zijn (f 300,- / f 400,-).
Fokas Holthuis
|
|