Catalogi
Uit Frankrijk ontving ik van Leo Kerssemakers een hartelijke briefkaart met de afbeelding van een alleraardigst in een vallei liggend dorpje, waar hij een groot deel van het jaar verblijft. Dit naar aanleiding van mijn ‘Kerssemaker-vraag’ in een vorige aflevering. Ik weet nu dat er diverse Kerssemakers in het boekenvak actief zijn. Drie broers: Peter (Hieronymus Bosch, Amsterdam), Jeff (Dodecaèdre, Parijs) en Leo (Alfa Antiquarian Booksellers, Grave-postbus; dit vanwege zijn verblijf in Frankrijk) en tenslotte Leo's zoon Emile (onder eigen naam, Grave-Brugstraat).
Boekhandel en Antiquariaat H. de Vries te Haarlem bestaat 90 jaar. Ik herinner me hoe ik daar, samen met mijn grootvader, in de jaren 1945-'50 tijdens vakanties boeken (bijvoorbeeld Geheimschrift der Aarde door Van der Vlerk en Kuenen) kocht. De firmanten, Herman en Johan de Vries, waren tijdens de Tweede Wereldoorlog betrokken bij de verspreiding van Vrij Nederland. Herman werd opgepakt; Johan ontsnapte de dans door toeval en begon meteen (13-12-1943) met notities voor een dagboek om later, wanneer Herman uit gevangenschap zou zijn teruggekeerd, verslag te kunnen doen van het reilen en zeilen van de zaak. Na de oorlog bleek Herman in Dachau te zijn gestorven; het dagboek bleef in het firma-archief liggen. Nu, 50 jaar na de bevrijding, zijn de uitgewerkte notities verschenen onder de titel Notities voor Herman (isbn 9075439 016; f27,50). Het boek bevat opmerkingen over het personeel en hun problemen, de politieke, economische en militaire toestand en over contacten met collega's en uitgevers. Uiteindelijk bleek boeken verkopen niet moeilijk; er was een algemene vlucht in goederen. Heel mooi ging in dat opzicht de constante contante verkoop van intekeningen op de pas in 1945 verschenen W.P. (Winkler Prins Encyclopedie). Interessant is het alfabetisch personen- en zakenregister; bij het lezen daarvan komen allerlei herinneringen boven. Zoals de naam van de nsb-burgemeester S.L.A. Plekker, die bij de ‘goeden’ tot Slaaplekker werd. Ook bevat het boek een lijst met titels, die in de dagboektekst verkort (met in- en verkoopprijzen) worden genoemd. Hoewel de aanleiding gruwelijk was, is het een aardig boek om te lezen en even die tijd weer op te roepen.
De uitgeverij Het huis aan de drie grachten te Amsterdam heeft een speciaal nummer (nr. 35) van het tijdschrift Over Multatuli uitgegeven n.a.v. de voltooiing van de Volledige Werken. Het nummer bevat onder meer de toespraken gehouden bij de aanbieding, een gesprek met Willem Frederik Hermans en een artikel over de verloren en tot ons gekomen handschriften. De tekst is gelardeerd met tekeningen van Siegfried Woldhek en andere afbeeldingen met bijvoorbeeld facsimiles. (isbn 9063881339 / issn 0166.2058).
Na enige tijd weer twee pure grafiek-catalogi. Laurentius uit Voorschoten (lauren) biedt verschillende typen goed beschreven en afgebeelde zeventiende-eeuwse prenten aan. Zijn specialiteit (de papierbeschrijving met precies gedateerde watermerken) wordt, vooral bij het drietal etsen van Rembrandt van Rijn niet vergeten. Jongere grafiek in diverse technieken vindt u bij Ronald Jansen (jansro) in Weesp.
Daarnaast biedt Swertz uit Utrecht in een jubileum-catalogus een aantal geïllustreerde boeken aan. Hierbij 65 nrs. Werkmaniana (swertz). Bij deze catalogus nr. 100 behoort de gedrukte tekst van de rede Het verborgen woord door Hans Eschauzier gehouden bij de opening van de tentoonstelling met die naam in de kb.
Fokas Holthuis heeft in zijn catalogus, verschenen ter gelegenheid van de beurs te Mechelen, een zeer afwijkende trofee: een gewassen (en gestreken!) overhemd van Adriaan van Dis (holthu 7/16/f125,-).
Insekten staan in de belangstelling: Backhuys (Oegstgeest), Cosmos (Zutphen) en Schierenberg (Amsterdam) wijden er deze reis een catalogus (gedeelte) aan.
Dat niet alles in de wereld van boek en document prijzig behoeft te zijn bewijst Van der Steur. In een, ook qua prijzen, zeer gevarieerde catalogus met vooral familie-documenten treft men zo een aan R.Th. Bijleveld gerichte envelop aan (steur 16/1080/f1,-!). Grapje, bedankt.
J.A. Brongers