Bibliografische notities 15
Het lijdt waarschijnlijk geen twijfel, dat op het top-tien lijstje van liefhebbers en verzamelaars van het zeventiende-eeuwse geïllustreerde Nederlandse boek de schilder-dichter Adriaen van de Venne meestal niet zal ontbreken. Door hem geïllustreerde boeken als Emblemata of Zinnewerck van J. de Brune (1624), Silenus Alcibiadis en Maechdenplicht van J. Cats (1617 en 1618, en dan noemen we slechts twee van de door hem versierde Catsen) behoren tot de hoogtepunten van het genre in genoemde periode. Over hem en met name zijn Tafereel van de belacchende werelt (Den Haag 1635) is een studie van indrukwekkende omvang verschenen van de hand van M. van Vaeck, Gent, Kon. Ac. voor Ned. Taal- en Letk., 1994, ingenaaid met stofomslag. Wat krijgt u, na bestelling bij het secretariaat van de Academie (Koningstraat 18, B-9000 Gent, tel. (09)2252774, fax 2232718) voor uw 2.100 Belgische franken? Drie boeken. Deel I (de delen worden op de titelpagina steeds ‘deel’ genoemd en een pagina verder bij de inhoudsopgave ‘band’) omvat in 296 pagina's de Prolegomena. Daarin komen achtereenvolgens aan bod: het leven en werk van Van de Venne (20 pagina's); de drukgeschiedenis van De Belacchende Werelt (een zinvol analytisch-bibliografisch onderzoek, ook al kende de bundel slechts één editie van één zetsel); variantenoverzicht met commentaar en verklarende aantekeningen (met 180 pagina's het omvangrijkste stuk in dit deel, met in pagina-volgorde indien toepasselijk de varianten met commentaar, gevolgd door het genereuze woord- en zakencommentaar). Een aantal facsimiles en de bibliografie, verdeeld in Bronnen en Studies/Tekstuitgaven besluiten dit eerste deel.
Deel II is de facsimile-editie: een samengestelde ‘ideal copy’ van verschillende variant-exemplaren, behalve om praktische redenen als volgt verdedigd: ‘Bovendien mag men het feit dat in onze facsimile-editie een niet bestaand exemplaar werd gereproduceerd, niet overtrekken. Uiteindelijk werden alle gereproduceerde drukvormen in die vorm ook werkelijk in de gecollationeerde exemplaren aangetroffen. Alleen de in de facsimile-editie gepresenteerde combinatie van drukvormen vonden we tot nog toe niet in een bestaand exemplaar terug.’ Het facsimile is helder en goed leesbaar afgedrukt, de platen doen als vaak naar het origineel verlangen (overigens best betaalbaar, die oorspronkelijke druk: met een beetje geduld, speurzin en slagvaardigheid bemachtigt u voor rond de f2000,- een exemplaar).
Deel III heet simpelweg ‘Studie’ en die naam draagt het met ere: in 300 pagina's wordt de tekst literair en cultuurhistorisch uitgebeend. Deze signalering kan geen recht doen aan de rijkdom van dit deel. Aan bod komt in het eerste deel het boek als Democritische satire. Deel twee handelt over De Belacchende Werelt als kermisverhaal, met een mooi hoofdstuk van ruim 30 pagina's over De Haagse hofkermis als setting voor de De Belacchende Werelt. Voorts komen in dit deel de boeren ter sprake: de amoureuze boeren, het boek als boerensatire, wijze boeren, de boeren en vrijen en trouwen, de diverse kermisgasten, zigeuners en bedelaars, raadselspreuken. Tezamen telt dit deel bijna 200 pagina's en het is mijns inziens verreweg het boeiendste stuk van het hele werk. De laatste ruim 30 pagina's behandelen de invloed van Van de Venne op het Haagse literaire leven van zijn tijd, met name op de dichter/uitgever Isaac Burchoorn.
John Landwehr blijft een wonder van bibliografische inventiviteit en produktiviteit. Als je dat negatief benadert, zeg je bij een aantal van zijn publikaties: wat jammer, dat het voor driekwart af is. Jammer vooral, omdat niemand zich graag zet aan de vervolmaking van een onderwerp dat al voor het grootste deel in kaart gebracht is. Min of meer ideaal was de oplossing bij de prachtige VOC bibliografie: de ongebreidelde materiaalzucht en het Fingerspitzengefühl van Landwehr en de wetenschappelijke acribie en polijstkunst van Van der Krogt - zo schijnt het mij althans toe - leverden een boek op dat weinig te wensen overlaat. Hoe zit dat met zijn nieuwste forse kind in boekvorm (want hij publiceerde min of meer terzelfder tijd ook over Van de Passe in het Jaarboek van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen en hij schreef een boekje over abecedaria en dan zal ik nog wel van het een en ander niet op de hoogte zijn)?
Bij huisuitgever HES verscheen Het Nederlandse Kookboek 1510-1945. Een bibliografisch overzicht. 't Goy-Houten 1995, 230 pagina's, illustraties, linnen, prijs f95,-. Het eerste deel van de eerste zin van de ‘Hors d'oeuvre’ is enigszins cryptisch: ‘Dit overzicht behelst Nederlandse kookboeken - in welke taal ook - uitgegeven in de Zuidelijke Nederlanden tot