De Boekenwereld. Jaargang 12
(1995-1996)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Boek moet volk nieuwe weg wijzen.Ga naar eind1.
| |
PropagandaEigenaar Zijfers, geboren op 11 december 1895 in Amsterdam, was afkomstig uit de effectenhandel die hij samen met zijn compagnon De Haan dreef vanuit de Am- | |
[pagina 3]
| |
sterdamse Raadhuisstraat.Ga naar eind7. Hiermee verdiende hij het benodigde kapitaal voor zijn meer ideologische onderneming. De Duitse Sicherheitsdienst zou zich later in bewonderende termen over zijn inzet en ijver uitlaten. Zijfers bleek een uitstekende voorlichter, rapporteerde de SD, die het publiek op energieke wijze bekendmaakte met de problematiek van de Nieuwe Orde. Of het nu ging over het jodendom, de vrijmetselarij of de Engelse plutocratie, in Zijfers' boekhandel werden geïnteresseerden geestdriftig wegwijs gemaakt in de nationaal-socialistische ideologie. Aan zijn zorgvuldige en trefzekere lectuurkeuze kon menig Rijksduitse boekhandelaar nog een voorbeeld nemen, meende de rapporteur van de Sicherheitsdienst. Dat hij zich hierbij vaak bediende van een wat onbeholpen Duits (‘Adolf Hitler auch unser Führer, Holland gehört zu Deutschland!’), mocht vooralsnog geen belemmering zijn.Ga naar eind8. Even overwoog de SD nog Zijfers als informant te gebruiken, maar zij liet later dit voornemen weer snel varen. Zijfers' nerveuze karakter verleidde hem te vaak tot weinig steekhoudende uitspraken en dat maakte hem voor de inlichtingendienst onbruikbaar.Ga naar eind9. Zijn kwaliteiten lagen elders. Zijfers stortte zich volledig op zijn rol als nationaal-socialistische boekhandelaar en liet er geen gras over groeien. Binnen twee jaar beschikte hij over filialen in Haarlem, Den Haag
en Rotterdam. Later zouden alleen de vestigingen in Rotterdam, Kruiskade 5, en in Den Haag, Wagenstraat 47, overblijven. Tevens riep hij een Stichting ‘De Driehoek’ in het leven, die tot doel had via ‘geschriften, grammofoonplaten en andere geoorloofde middelen, de nationaal-socialistische gedachte in Nederland te verbreiden’.Ga naar eind10. Zijfers volgde met zijn Driehoekwinkels een gerichte tactiek. Door de verkoop van sigaren en sigaretten moesten de winkels zowel rendabel blijven als publiek naar binnen lokken, teneinde de passanten te confronteren met nationaal-socialistische propaganda. Boeken en brochures betrok hij onder meer van Nenasu, De Amsterdamsche Keurkamer, Uitgeverij ‘De Batavier’, de Nederduitsche Uitgeverij en Uitgeverij ‘Der Vaderen Erfdeel’. Daarnaast verkocht De Driehoek nationaal-socialistische kranten en tijdschriften als Volk en Vaderland, Het Nationale Dagblad, Ontwakend Volk, De Wolfsangel, Nieuw Nederland en Freude und Arbeit. Het personeel diende volledig achter de nationaal-socialistische gedachte te staan. Van werknemers werd verlangd dat
Brochure Sluipend gif, gericht tegen de contemporaine Nederlandse literatuur, waarmee Zijfers in 1937 zijn etalage opsierde (collectie auteur).
zij beschikten over een correct verleden, een behoorlijk voorkomen, goed met het publiek overweg konden, een behoorlijke kennis van het nationaal-socialisme hadden en bovendien eenvoudig van geest waren. In iedere vestiging werd één persoon voor alles verantwoordelijk gehouden, zowel financieel als moreel. Deze diende zelfs zonodig bereid te zijn voor zijn ideaal een gevangenisstraf te riskeren, naar het goede voorbeeld van Führer Adolf Hitler.Ga naar eind11. Regelmatig ontving het personeel circulaires met instructies, bijvoorbeeld voor het inrichten van de etalage. Die diende optimaal te worden benut. Zo werd het personeel in februari 1937 verzocht de winkelruit te versieren met het boek Kwik de fascistenjongen, de Nederlandse vertaling van Schenzingers boek Der Hitlerjunge Quex, drie jaar eerder al verschenen bij de Amsterdamse uitgeversmaatschappij Literbo en in 1933 in Duitsland verfilmd door Hans Steinhoff.Ga naar eind12. De reden was dat het boek in prijs verlaagd was en dus extra onder de aandacht gebracht moest worden. Enkele weken later werd plaatsgemaakt voor de actuele brochure Sluipend gif, een onder pseudoniem geschreven aanklacht tegen de contemporaine Nederlandse literatuur.Ga naar eind13. Daarnaast werden sigaren als lokmiddel gebruikt. In een circulaire van 3 april 1937 heette het: ‘Laat niemand ontsnappen zonder hem of haar eens een klein of groot kistje sigaren aange- | |
[pagina 4]
| |
praat te hebben of de aandacht op een nieuw boek gevestigd te hebben. Leg U ook toe in dezen verkiezingstyd Uw bezoekers de brochures te verkoopen opdat ze daarmee hun naaste omgeving bewerken. [...] Op deze wyze moet U over al Uw brochures combinaties maken tegenover Uw klant, dan vliegt de boel weg.’Ga naar eind14. Hoewel in 1936 antisemitisme nog geen onderwerp voor de NSB was, had Zijfers daar geen moeite mee. Toen het in Musserts hoofdkwartier bekend werd dat De Driehoek het sterk antisemitische weekblad Der Stürmer van Julius Streicher in de schappen voerde, reageerde men nog fel. ‘De N.S.B. zal niet dulden, dat haar beginselprogram, haar brochures, enz. worden verkocht naast een blad als “Der Stürmer”, waaruit een geest spreekt, welke in lijnrechte tegenstelling is met die van het Nederlandsche Volk en de N.S.B. zelve, terwijl bovendien in dat blad herhaaldelijk de N.S.B. en de persoon van haar Algemeen Leider Mussert op infame wijze werden beleedigd, op grond van het feit, dat de N.S.B. Joodsche leden heeft en Mussert geen antisemiet is.’Ga naar eind15. Dat was Zijfers wel en hij zou zich van de verkoop van antisemitische publikaties niet laten afhouden. | |
IndiëBinnen de NSB was het gebruikelijk massale bijeenkomsten te organiseren in Lunteren, zogenaamde Hagespraken. Duizenden leden en sympathisanten trokken hier naartoe om te zingen en te luisteren naar de topsprekers uit de Beweging. De Driehoek was natuurlijk ook van de partij. Zo leurden in mei 1937 medewerkers van Zijfers' winkels bij de ingang van het Hagespraakterrein druk met de brochure Einde der Democratie, een nationaal-socialistisch antwoord op Eenheid door Democratiebeweging (E.d.D.) waarin zich veel anti-NSB'ers hadden verenigd.Ga naar eind16. Maar Zijfers zocht het verder. Ook aan Nederlandsch-Indië werden boeken en brochures geleverd, zij het met veel moeilijkheden. De voornoemde E.d.D.-brochure werd door de Indische autoriteiten in beslag genomen en eenzelfde lot trof een publikatie van de Britse fascistenleider Sir Oswald Mosley. Als reden voor inbeslagneming werd gegeven dat Nederland en dus ook Nederlandsch-Indië een neutraal land was.Ga naar eind17. Lastig was het voor Zijfers dat er in Bandoeng een winkel gevestigd was met dezelfde naam, eveneens geleid door een actieve NSB'er. ‘In de loop der jaren heeft De Driehoek te Bandoeng ons zeer veel nadeel bezorgd, daar vele in Indië veronderstelden, dat De Driehoek te Bandoeng en te Amsterdam dezelfde zijn. Wij hebben van het begin af aan niets, maar dan ook niets daarmee te maken gehad’, schreef Zijfers aan een kameraad in Indië.Ga naar eind18. De Driehoek-concurrent in Bandoeng, M. Roubos, bestelde onder meer boeken bij uitgeverij De Amsterdamsche Keurkamer. Soms verliep dat niet zonder risico's. Begin 1940 verging het schip ‘De Ameland’ met aan boord een zending boeken voor Roubos' winkel. Hieronder bevonden zich toevalligerwijs enkele exemplaren van Willy Corsari's Schip zonder haven. Een wel heel toepasselijke titel op dat moment.Ga naar eind19. Zijfers, die vanwege zijn effectenhandel over royale liquide middelen beschikte, trad herhaaldelijk als geldschieter op. Toen uitgever George Kettmann in 1938 de rechten verwierf voor een Nederlandse uitgave van Mein Kampf en hij de financiering niet rond kon krijgen, sprong Zijfers bij voor ruim de helft van het begrote bedrag.Ga naar eind20. Een andere keer financierde hij twee kostbare geluidswagens voor een NSB-propagandatocht door de Nederlandse provincies.Ga naar eind21. Naast advertenties in met name Volk en Vaderland probeerde De Driehoek ook zelf met een tijdschrift onder de aandacht van het publiek te komen. Tegelijkertijd kon de boekhandel zo tevens de binding met haar
Voorkant van de brochure die tijdens de tweede Hagespraak van de NSB te Lunteren in 1937 werd uitgegeven. De Driehoek adverteerde hierin met uitgaven (collectie auteur).
| |
[pagina 5]
| |
bestaande cliëntèle beter in stand houden. Het eerste nummer van Driehoek Nieuws verscheen in maart 1939. Het tijdschrift werd gratis op verzoek aan belangstellenden toegezonden. In een woord vooraf dat het eerste nummer begeleidde, legde Zijfers er nog eens de nadruk op dat zijn bedrijf weliswaar commercieel was, maar dat het met name die lectuur en grammofoonplaten naar voren wilde brengen ‘welke die nieuwen geest, die ook in ons volk gekomen is, t.w. den geest van het Nationaal Socialisme en van het Fascisme, vertolken en weergeven’.Ga naar eind22. Naast een selectie van boeken en platen bracht Driehoek Nieuws korte boekbesprekingen die voor de Nederlandse nationaal-socialist of sympathisant van belang werden geacht. Later volgden aanbiedingen voor tafelvlaggetjes van fascistische landen en partijen, platenspelers, zwarte hemden en dassen en zelfs uniformkoppels. In het nummer van september 1939 schreef Zijfers: ‘Meermalen hooren wij ook de opmerking, dat De Driehoek naar verhouding te veel Duitsche boeken verkoopt. Niets zou ons liever zijn, dan onze voorraad Nederlandsche boeken uit te breiden. Het aantal Nederlandsche boeken, dat voor onze zaken geschikt is, is helaas echter op het oogenblik nog klein, doch zal ongetwijfeld in de toekomst steeds grooter worden.’ Vergoeilijkend voegde hij hieraan toe dat in dit nummer van Driehoek Nieuws ook ‘de geschikte Engelsche en Fransche boeken’ worden aangeboden.Ga naar eind23.
Cover van het eerste nummer van het boekentijdschrift Driehoek Nieuws van maart 1939 (foto RIOD, Den Haag).
NSB-spotprent op de Eenheid door Democratie-beweging (Uit Hagespraak-brochure, collectie auteur).
De pretentieuze poging van boekhandel De Driehoek om tot een nationaal-socialistisch boekentijdschrift te komen, leidde na dit zevende nummer schipbreuk. Waarschijnlijk was het effect ervan toch te gering en wogen de kosten uiteindelijk te zwaar. Een eerdere poging om een dergelijk periodiek voor fascistische uitgaven op te zetten ondernam Kettmann in 1934. De Boekerij, het reclameblad voor De Amsterdamsche Keurkamer, moest het echter al na het eerste nummer opgeven.Ga naar eind24. | |
De wordende cultuurReclame voor de nationaal-socialistische zaak was in 1939 zeker welkom. Na de Italiaanse inval van Abessinië, Hitlers annexatiepolitiek, de Kristallnacht en de Spaanse Burgeroorlog had de NSB na haar aanvankelijke successen enkele jaren eerder, behoorlijk aan populariteit moeten inboeten. Het ledental zakte dit jaar naar 37.000 en nog geen twee maanden voor de Duitse inval was Musserts aanhang geslonken tot een krappe 29.000 leden.Ga naar eind25. De NSB werd, zoals Kettmann dat in een brief aan de schrijver Jef Hinderdael duidelijk maakte, in een onnationale hoek gedrongen.Ga naar eind26. Ook aan de houding van de boekhandel was dat te merken. Nationaal-socialistische boekhandelaren en uitgevers moesten met lede ogen toezien hoe hun immigrantencollega's werden bevoorrecht.Ga naar eind27. Volk en Vaderland (Vova) besteedde hieraan eind 1939 nog een artikel. Onder de kop ‘De wordende cultuur tegengewerkt’ schreef het NSB-blad, dat boekhandel De Driehoek na vier jaar nog geen erkenning door de Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels ten deel was gevallen, terwijl het Duitse Börsenverein der deutschen Buchhändler, de Duitse boekhandelsorga- | |
[pagina 6]
| |
nisatie, wel tot erkenning van De Driehoek was overgegaan. Vova meende dat in Nederland de nationaal-socialistische culturele invloed kunstmatig werd afgeremd. ‘Er is immers geen zaak ter wereld - zelfs geen werk van verblindende genialiteit - of ze heeft in onzen tijd reclame noodig [...] Het is de volhardende zorg, om methodisch juist datgene wat in een bepaalde levensbeschouwing past, algemeen ingang te doen vinden. [...] Wie nagaat, hoe weinig het groote publiek afweet van figuren als René de Clerq, Cyriel Verschaeve en Wies Moens, terwijl een enkele bladzijde van hun werk oneindig veel meer diepgang heeft dan de begijntjes belletrie van Timmermans of Thiry, moet wel inzien, dat de oorzaak van deze verwaarloozing niet aan het publiek moet worden geweten, maar eenvoudig voortkomt uit een zeker gemis aan reclame’. Er waren immers genoeg boekhandels in de provincie met erkenning die slechts kastpapier, griffels en prentenboeken verkochten, waarom kon de Vereeniging dan niet De Driehoek erkennen, schreef Vova verontwaardigd.Ga naar eind28. Maar het zou nog twee jaar duren eer die erkenning, zij het noodgedwongen, afkwam. Vanaf september 1939 weerspiegelden de nieuwe boektitels de spanning aan de vooravond van de dreigende catastrofe. In het Nieuwsblad voor den Boekhandel stonden veel advertenties voor actuele boekwerken, zoals Ik ken deze dictators van G. Ward Price, De Germaansche invasies van Ferdinand Lot, Wat zijn Duitschland's oorlogskansen van B. Liddel Hart, Een jaar in het Derde Rijk van Denis de Rougemont en Hermannn Rauschnings boeken De nihilistische revolutie en Hitler's eigen woorden, beide laatste ingeleid door Menno ter Braak. Ook verscheen er bij De Amsterdamsche Keurkamer eindelijk een Nederlandse vertaling van Hitlers Mein Kampf, die, zoals eerder vermeld, mede gefinancierd werd door Zijfers. Tevens was er in het Nieuwsblad veel aandacht voor aanbiedingen van oorlogskaarten en verduisteringspapier. Daarnaast werd het vakblad ingeschakeld om boeken in te zamelen voor de gemobiliseerde Jan Soldaat, zodat die wat te lezen had. | |
Het BolwerkBegin 1940 moest De Driehoek op last van de rechter van naam veranderen. Een boekhandel met dezelfde naam in Den Dolder werd dikwijls verward met De Driehoek. Ook de PTT had hier moeite mee en vaak kwamen poststukken op de verkeerde plek terecht. De Driehoek schreef een prijsvraag uit voor de beste vervangende naam.Ga naar eind29. Er volgden veel reacties. Uiteindelijk viel de keus op Het Bolwerk, een naam waarop meer inzenders waren gekomen. Van 1 tot en met 9 maart 1940 organiseerde De Driehoek een boekententoonstelling onder de titel Wat nieuw Europa leest!, gevolgd door een catalogus met dezelfde titel. De achterliggende gedachte van Zijfers was, dat het Europese volk systematisch van de waarheid werd afgehouden. ‘Pers en radio, evenzogoed als de film, staan voor 99 pct. in dienst van de tegenpropaganda’, schreef Zijfers in de inleiding van de brochure die ter gelegenheid van het evenement verscheen. ‘Waar is de Nederlandsche boekhandelaar, die onomwonden boeken over de volksbewegingen durft te plaatsen in zijn uitstalkast? [...] Waar is de uitgever, die openlijk een Nederlandsch boek over het nationaal socialisme durft aan te bieden? Waar is de uitgever, die den moed heeft groote, buitenlandsche standaardwerken in het Nederlandsch te vertalen om ook het Nederlandsche Volk de gelegenheid te geven er kennis van te nemen? Zij zijn er niet, op misschien een enkele uitzondering na. Hoeveel jaren heeft Nederland niet moeten wachten op de vertaling van het standaardwerk van Adolf Hitler, Mein Kampf? [...] Deze eerste boekenlijst heeft het doel, een kleinen indruk te geven, van wat Nieuw Europa aan leesmateriaal heeft te bieden.’Ga naar eind30. Zijfers dekte zich meteen in tegen het verwijt dat het leeuwenaandeel hiervan voornamelijk door Duitse boeken werd bepaald. De Nederlandstalige werken waren ingedeeld in de categorieën Rondom het Nationaal-Socialisme en Volk, Stam en Vaderland. De meeste actuele uitgaven waren brochures. Van Scharten-Antink ontbrak niet Littoria. De verlossende arbeid, over Mussolini's drooglegging van de Pontijnse moerassen. Andere rubrieken waren Volksche lectuur met werken over de Germanen van Jan de Vries en J.C. Nachenius, de latere rastheoreticus van de Nederlandsche SS, en Jodenvraagstuk en vrijmetselarij, met onder meer De protocollen van de wijzen van Sion, die door de nationaal-socialisten (waaronder Hitler zelf in Mein Kampf) werden aangevoerd als het onomstotelijke bewijs dat Joden uit waren op de wereldmacht. In de uitgebreidere Duitstalige variant van deze categorie dook deze titel | |
[pagina 7]
| |
Catalogus van de boekententoonstelling Wat nieuw Europa leest!, georganiseerd door De Driehoek (collectie auteur).
eveneens op, samen met een andere antisemitische klassieker, Der internationale Jude, van autofabrikant Henry Ford. Minder groot was het aanbod dat viel onder de noemer Volksche dichtkunst. Veel dichters in de ‘volksche’ traditie waren er
Liederenbundel Nieuw Europa zingt van De Driehoek. De grammofoonplaten van de liederen waren bij Zijfers' winkel verkrijgbaar (collectie auteur).
nog niet. Alle titels waren afkomstig van uitgeverij De Amsterdamsche Keurkamer, zoals Kettmanns dichtbundels De jonge leeuw en Het erf aan zee en de verzamelbundel Ochtend-appèl. Naast boeken, brochures en rookartikelen konden klanten bij Het Bolwerk ook terecht voor politiek actuele grammofoonplaten. Van harte aanbevolen werden NSB-liederen die de boekhandel onder eigen label uitgaf, zoals De Zwarte Soldaten en Mussertman, het vaderlandse Wilhelmus, Koning Voetbal, Valerius' Gedenck Clancken, het Italiaanse fascistenlied Giovinezza, S.A. Liederpotpourri en het Horst Wessellied.Ga naar eind31. Van alle liederen die in een catalogus werden opgenomen, waren grammofoonplaten verkrijgbaar bij Zijfers' boekhandel. In het lied kwam immers ‘de kracht van het volk tot uiting’.Ga naar eind32. Om het met dit repertoire onbekende publiek een voorproefje te geven, liet Zijfers zo nu en dan enkele pittige nummers vanuit zijn winkel door de Kalverstraat schallen. Die ongevraagde traktatie werd niet door iedereen op prijs gesteld. Op 2 april 1940 vroeg het Tweede-Kamerlid voor de SDAP, M. van der Goes van Naters, de toenmalige minister van Justitie, P.S. Gerbrandy, schriftelijk om uitleg. Hoe was het mogelijk dat aan de ene kant Hermann Rauschnings boek Gesprekken met Hitler in beslag werd genomen en aan de andere kant bij boekhandel Het Bolwerk de weinig neutrale grammofoonplaat Wir fahren gegen Engeland werd verkocht, vroeg Van der Goes Naters de verantwoordelijke bewindsman. Gerbrandy antwoordde een maand later. De reden voor inbeslagneming was dat met Rauschnings boek een bevriend staatshoofd werd beledigd. Tegen de verkoop van Wir fahren gegen Engeland was echter niets te ondernemen binnen de bestaande strafbepalingen. Ook de opperbevelhebber van land- en zeemacht, door de minister nog hierover geraadpleegd, zag in het incident geen aanleiding voor het nemen van maatregelen.Ga naar eind33. | |
Meidagen 1940Veel NSB'ers ondergingen tijdens de chaotische meidagen van 1940 een weinig benijdenswaardig lot: mishandeling van de politieke delinquenten was geen uitzondering en de omstandigheden waarin ze werden gevangengehouden waren verre van humaan. Enkele van hen werden vermoord. Die gebeurtenissen gaven aanleiding tot verschillende verbitterde publikaties. Eén hiervan werd door Het Bolwerk | |
[pagina 8]
| |
uitgegeven en was van de hand van journalist Jan de Haas. In Vijf dagen terreur beschreef hij ook het lot van de vestiging aan de Rotterdamse Kruiskade. De winkelchef van deze Bolwerkboekhandel werd geïnterneerd en op zaterdag 11 mei beschoten Nederlandse militairen met mitrailleurs zijn zaak. Vrouw en kind moesten in de kelder
Boven en p. 9: Interieur-opname van de verbouwde boekhandel Het Bolwerk in november 1940 (foto's RIOD, Den Haag).
schuilen. Drie dagen later brandde het gehele pand met complete inventaris af.Ga naar eind34. NSB-districtsleider en secretaris van de nationaal-socialistische Raad voor Kerkelijke Aangelegenheden, Henk Leeuwenberg, verbaasde zich om een geheel andere reden over de brochure. Dat De Haas joden, marxisten en vrijmetselaren tot ‘volksvijanden’ van het nationaal-socialisme rekende, was hem reeds bekend en daar had hij geen moeite mee. Maar dat hiertoe ook de jezuïeten behoorden, zoals de brochure vermeldde, bleef bij Leeuwenberg als een dikke graat in zijn keel steken. Een dergelijke houding zou slechts tot verdeeldheid leiden, schreef hij verontrust aan Het Bolwerk. Daarom pleitte de ex-jezuïetenleerling voor eenheid van het Nederlandse volk en verzocht hij om medewerking om dit misverstand zo snel mogelijk uit de weg te ruimen.Ga naar eind35. Het Rotterdamse filiaal werd op 19 november 1940 heropend en uitnodigingen voor deze feestelijke gebeurtenis werden naar de nieuwe Duitse instanties verstuurd. Zijfers bleek echter nog niet helemaal thuis in de Duitse taal. Het Referat Schrifttum van de Hauptabteilung für Volksaufklärung und Propaganda ergerde zich aan de uitnodiging, waarin sprake was van ‘National-Sozialistische Propaganda-führendes Geschäft’, voor Duitse oren een onmogelijke term. Zijfers diende in het vervolg toch ook vooral oog te hebben voor de stilistische kanten van het Duits.Ga naar eind36. Het waren kleine oneffenheden. Zoals ook de keer dat Het Bolwerk door de SD op de vingers werd getikt. Toen de winkel in de Kalverstraat overging tot het invoeren van een leesbibliotheek, maakte de SD een opmerking over de catalogus. Hierin was het boek Die Grundlagen der Nationalsozialismus opgenomen. De schrijver hiervan, Alois Hudal, stond in Duitsland zwaar onder verdenking en werd als uitgesproken ‘feindlich’ beschouwd. Een schoonheidsfoutje dat werd opgelost door de catalogi voortaan eerst voor te leggen aan het Referat Schrifttum van het Rijkscommissariaat.Ga naar eind37. De leesbibliotheek zou overigens in 1943 weer worden opgeheven.Ga naar eind38. Zijfers' zaak in Amsterdam groeide gestaag en al snel had hij meer ruimte nodig. De bezetting was slechts enkele maanden oud toen zich een kans voordeed. Zijfers kon het aangrenzende pand op nummer 5 in gebruik nemen, waar kort daarvoor nog het Belgisch Verkeersbureau gevestigd was. Op maandag 25 november 1940 werd de sterk verbeterde en uitgebreide zaak feestelijk geopend. Onder de aanwezige prominenten bevond zich ook de SD'er Klaus Barbie, destijds kort in Nederland werkzaam.Ga naar eind39. In zijn openingstoespraak memoreerde Zijfers nog enkele wapenfeiten van zijn boekhandel en gaf hij een sneer naar uitgevers als Allert de Lange, Em. Querido en Andreas Blitz, die zich hadden opgeworpen om ‘het Nederlandsche publiek blind te maken’ met vaak slechte vertalingen. Zijn eigen Nederlands kon echter ook een opknapbeurt gebruiken. ‘Laat ieder Nederlander jong, oud, rijk of arm weer kunnen zeggen “wat heb ik van dat boek genoten” en laten zij ervan doordrongen zijn, dat wij Nederlanders behooren tot het Germaansche volk en in deze gemeenschap dienen op te bouwen, tot welzijn van het Nieuw-Europa’, oreerde Zijfers.Ga naar eind40. Zowel Volk en Vaderland als Het Nationale Dagblad besteedden in hun kolommen aandacht aan het vernieuwde winkelpand. Veel aandacht was er voor het interieur: ‘De linkerwand is geheel ingenomen door periodieken van allerlei aard - Signaal Hamer, De Misthoorn en een keur van Duitsche bladen. Naast de monumentale trap is een knusse hoek gevormd van jongens- en meisjeslectuur, terwijl aan den muur eenige mooie portretten - o.a. van | |
[pagina 9]
| |
Hitler en Mussert - het nationaal-socialistische karakter te sterker doen uitkomen. De bovenzaal, waar het licht uit de in glas aangebrachte gouden kronen bijzonder aangenaam aandoet, is langs de wanden geheel met boekenkasten ingericht, terwijl deze overzichtelijke indeeling ook op de groote middentafels is volgehouden, zoodat de bezoeker zich al spoedig thuisvoelt. Een keur van Nederlandsche en Duitsche boeken [...] getuigt hier van den nieuwen geest, die nog slechts schoorvoetend in Nederland wordt gevolgd, maar thans na jaren van strijd met volle kracht baanbreekt.’Ga naar eind41. | |
Strijd met de VereenigingDe veranderende tijden waren ook in de boekhandel merkbaar. De boekencensuur was een van de eerste maatregelen waarmee de boekhandel te maken kreeg. ‘Hoe moeilijk het voor velen is, om inderdaad aan den ondergang eener verouderde wereld te gelooven, blijkt uit de verbijstering, welke den Nederlandschen boekhandel beheerscht’, schreef Vova. ‘Vrijwel zonder dat het publiek iets van de genomen maatregelen bespeurt, is niet alleen de gehele emigranten-literatuur uit den winkelkasten verdwenen, maar zijn ook zgn. “twijfelgevallen”, waarin bedekt achter veel literaire zachtzinnigheden tegen de groote nationale arbeidersrevoluties in Italië en Duitschland werd geageerd, onverkoopbaar geworden. Dat het uit-de-markt-nemen van b.v. het geheele Querido-Verlag en de Forumserie een groot financieel nadeel voor de boekverkoopers beteekent, is duidelijk voor ieder die weet, hoe men zich door de letterkundige critiek in “democratisch” vaarwater heeft laten trekken.’Ga naar eind42. Over het algemeen nam de Nederlandse boekhandel in het begin van de bezetting een afwachtende houding aan. De Duitse autoriteiten drongen aan op een ‘loyale medewerking’. Maar zo vrijblijvend kwam de nieuwe cultuur niet van de grond. Uitgever Kettmann raakte door het gereserveerde gedrag van de boekhandel zo geïrriteerd, dat hij hieraan twee langere artikelen wijdde in Volk en Vaderland, later gebundeld onder de titel Om de nieuwe cultuur bij zijn eigen uitgeverij verschenen. ‘Wat beteekent “loyale medewerking” ten aanzien van het boek? Is het alleen de kist-verpakking van Bruinboek-auteurs, die niet meer in den winkel te koop mogen zijn? Beperkt zich de taak van de boekverkooper na de bezetting tot de vrijwel negatieve houding, om geen boeken met anti-Duitsche strekking in voorraad te hebben? Of is men eindelijk bereid, om aan de nieuwe volksche cultuur, welke stelselmatig door liberaal-kapitalistische machten werd onderdrukt, de plaats te geven, welke haar toekomt?’, schreef Kettmann.Ga naar eind43. Voor Zijfers was het antwoord hieropduidelijk. Hem kon zeker geen afwachtende houding worden verweten. Zijn problemen lagen dan ook elders. Voor een volwaardig boekhandelaarsbestaan stond hem nog één obstakel in de weg, namelijk zijn erkenning door de Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels. Die strijd voerde hij al jaren tevergeefs. Aanvankelijk hield de Vereeniging Zijfers af met het argument dat hij minstens twee jaar als boekhandelaar werkzaam moest zijn.Ga naar eind44. In 1938 stond hij weer op de stoep. Dit keer maakte de boekhandelsorganisatie bezwaar omdat in zijn winkels ook rookwaren werden verkocht.Ga naar eind45. Begin oktober 1940 stelde de Vereeniging een alternatief voor: Zijfers kon wegens onvakkundigheid niet worden erkend, maar hij mocht wel iemand aanstellen die wel bevoegd was. Het lijdelijke verzet van de Vereeniging maakte de eigenaar van Het Bolwerk razend. Was dit nu de ‘Nieuwe Tijd’ waarnaar hij jarenlang had uitgekeken? Toen hij in februari 1941 het boekenweekgeschenk onder ogen kreeg reageerde Zijfers met een brief vol venijn aan de Vereeniging: ‘Heden kwam ik in het bezit van dit Geschenk, en ik kan U dan ook mededeelen, dat dit werkje buitengewoon deskundig is samengesteld. Een mooi gebonden werkje met waarlijk goede medewerkers, | |
[pagina 10]
| |
die gebruikt worden om een aantal Jodendichters des te beter naar voren te kunnen brengen. [...] Op niet minder deskundige wijze ben ik niet toegelaten als lid van Uw Vereeniging, niet omdat ik “ondeskundig” was, maar omdat ik geweigerd heb die prullenlectuur van Joodsche emigranten te verkoopen.’Ga naar eind46. De Vereeniging hield voet bij stuk. Ten einde raad riep hij de hulp in van het Referat Schrifttum van de Hauptabteilung für Volksaufklärung und Propaganda. Dat had uiteindelijk succes. Maar de Vereeniging hield wel de eer aan zichzelf. ‘Naar aanleiding van een dringend verzoek van de Hauptabteilung Volksaufklärung und Propaganda, Ref. Schrifttum, dat wij als een opdracht meenen te moeten beschouwen, hebben wij besloten [...] alsnog aan U persoonlijk de erkenning te verleenen.’Ga naar eind47. De hele affaire met de Vereeniging zat Zijfers zo dwars, dat hij zich opwierp als de architect
Etalage Het Bolwerk in de Amsterdamse Kalverstraat, vermoedelijk in de meidagen van 1940 (foto RIOD, Den Haag).
voor een nieuwe boekhandelsorganisatie, compleet met reglement. ‘Het lykt my het beste [...] een nieuwe vereeniging te stichten waarin geen Joden - vrymetselaars - Jezuiten worden opgenomen.’ De oude Vereeniging was immers volgens hem een ‘broeinest van Nederlandsche smeerlappery op uitgeversgebied’.Ga naar eind48. Als naam koos hij ‘Boekhandel voor Dietschland’. De nieuwe organisatie kon haar intrek nemen in de Heerengracht 124-128, het adres van de oude Vereeniging die vanzelfsprekend ontbonden zou worden. Waarschijnlijk hoopte hij dat de nieuwe machthebbers met veel enthousiasme zijn idee onmiddellijk zouden uitvoeren. Maar die hadden de medewerking van de Vereeniging nodig voor de aansluiting van de branche op de Kultuurkamer. Het maakte Zijfers niet minder actief. Eenmaal lid schroomde hij ook niet de regels te overtreden en buiten de reguliere handel om publikaties te verspreiden. In juli 1941 vernam hij dat de Propaganda Abteilung van het Rijkscommissariaat de antisemitische brochure Joden in Nederland verspreidde. Prompt bood hij aan dit geschrift via zijn winkels in omloop te brengen.Ga naar eind49. Een andere keer vroeg hij toestemming aan het Referat Schrifttum om tijdens een lezing van de Duitse schrijver Hans Friedrich Blunck, die eind 1942 op uitnodiging van de Nederlandsch-Duitsche Kultuurgemeenschap door Nederland reisde, een boekentafel te mogen inrichten. Dat mocht, maar hierbij moest ook de zojuist bij uitgeverij De Schouw verschenen anthologie van Jan Eekhout over de Groot-Duitse dichtkunst liggen.Ga naar eind50. Belangrijk voor de goede gang van zaken in de boekhandel was natuurlijk ook de houding en inzet van het personeel. Op gezette tijden werd een ‘groote bedrijfsraad’ gehouden met de medewerkers van Het Bolwerk in de Kalverstraat. Tijdens deze vergaderingen werden de lopende zaken en nieuwe voorstellen behandeld. Een idee van Zijfers was bijvoorbeeld de werkzaamheden van zijn personeelsleden te laten rouleren. Dit had volgens hem het voordeel dat de kameraden (veel personeel was lid van de NSB) meer begrip voor elkaars moeilijkheden kregen. Bovendien was een dergelijke aanpak ook doeltreffend als een van de medewerkers ziek was of met vakantie.Ga naar eind51. In 1943 werd duidelijk dat de verkoop van tijdschriften en kranten te veel administratieve rompslomp gaf. Zijfers besloot hiermee te stoppen.Ga naar eind52. Daardoor kwam wel | |
[pagina 11]
| |
Etalage Het Bolwerk in 1942 (foto RIOD, Den Haag).
een belangrijk deel van de nationaal-socialistische propaganda te vervallen. Uit een aan het verslag van februari 1943 toegevoegde boekenlijst wordt ook iets duidelijk over de omvang van de boekhandel en van welke uitgeverijen boeken werden betrokken. In januari kocht Het Bolwerk voornamelijk bij de uitgeverijen De Arbeiderspers, Kluwer, Kroonder, Rutgers, Hijman, Stenfert, Kroese en v.d. Zande en Strengholt. Het grootste aantal, 500 exemplaren, werd ingeslagen van Abel, een Hongaarse roman van Aron Tamasi, verschenen bij de Arbeiderspers. De enige nationaal-socialistische uitgeverij waarvan op dat moment werd gekocht was Westland uit Amsterdam. Het ging om royale aantallen: 300 exemplaren van Sven Hedins Amerika in de strijd der kontinenten, 300 exemplaren van Anton Hantschels Bakoe, 250 stuks van Eugen Bartelmäs' boek over de Hitlerjugend Het jonge rijk en eenzelfde aantal van Mont Royal, een roman van Werner Beunmelburg. Die forse aantallen roepen meteen de vraag op hoe succesvol eigenlijk de winkels van Zijfers waren. De eerste jaren bleek boekhandel De Driehoek zonder meer een verlieslijdende onderneming. Was Zijfers niet een gedreven nationaal-socialist geweest, dan had hij als geroutineerd zakenman de fakkel al lang gedoofd of aan anderen overdragen. Zonder zijn persoonlijke inzet en financiële steun, waren vrijwel zeker de zaken in een faillissement ten onder gegaan. In het begin stak hij het geld dat de effectenhandel hem opleverde - hij maakte onder meer een aanzienlijke winst met Engelse War Loans - in zijn boekhandels.Ga naar eind53. Enkele cijfers. Het eerste jaar leden de boekwinkels een verlies van f 17.500, - en stopte Zijfers f 52.000, - extra in zijn zaken om de liquiditeitspositie te garanderen. In 1937 schoot hij er maar liefst f 35.000, - bij in en moest hij een bedrag van f 56.000, - bijpassen. Een jaar later was het verlies minder, maar toch altijd nog f 20.000, - en Zijfers pompte wederom een bedrag van f 30.000, - in de Driehoekzaken. In 1939 zakte het negatieve saldo naar f 18.000,-. Over de drie daaropvolgende jaren ontbreken helaas de gegevens. De laatste balans dateert uit 1943. Van een zieltogend bestaan was niets meer merkbaar. Alle filialen van Het Bolwerk behaalden een gezamenlijke omzet van f 463.000, - en boekten een brutowinst van f 153.000, - (netto bleef hiervan zo'n f 20.000, - over). Het beste resultaat kwam van het filiaal in de Kalverstraat, daarna volgden respectievelijk Den Haag en de winkel in Rotterdam. De winst kwam voornamelijk uit boeken en muziek. | |
[pagina 12]
| |
‘Bob’ Zijfers in 1963 (collectie auteur).
Rookartikelen waren inmiddels al uit het aanbod verdwenen.Ga naar eind54. Het succes van de Bolwerkwinkels voor de nationaal-socialistische propaganda is moeilijk meetbaar. Vóór mei 1940 hebben Zijfers' winkels zeker hun steentje bijgedragen, waarvan Musserts beweging moet hebben geprofiteerd. De Duitse bezettingsautoriteiten maakten echter weinig gebruik van de mogelijkheden van Het Bolwerk. Zij hadden hun eigen plannen. Zij zagen meer in een eigen uitgeverij en eigen boekhandels, zoals de met veel Duits geld opgezette Volksche Uitgeverij Westland en de van joden overgenomen geariseerde ‘volksche’ boekhandels. Over het verloop van de Bolwerkwinkels in 1944 en in 1945 is weinig bekend. Mogelijk is dat gedeeltelijk toe te schrijven aan een opvallend voorval. Zijfers reisde nogal eens naar Duitsland voor zijn winkels. Op 3 februari 1944 werd hij echter op het station van Leipzig door de SD gearresteerd op verdenking van homosexualiteit. Twee maanden mocht hij in een Duitse gevangenis doorbrengen. Op 26 april 1944 lieten de Duitsers hem weer vrij. Dat deze gebeurtenis voor hem consequenties heeft gehad is wel aannemelijk, maar niet zeker. Na de oorlog werd Zijfers voor zijn gedragingen tijdens de bezetting veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. Hij overleed op 11 juni 1975 in Driebergen.Ga naar eind55. |
|