De Boekenwereld. Jaargang 11
(1994-1995)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 50]
| |
In memoriam dr. Hans Ludwig Gumbert (1903-1994)
| |
[pagina 51]
| |
en opgegroeid in een huis vol boeken. Mijn vader was een groot verzamelaar van klassieke en Duitse literatuur, alles in eerste drukken. Ook veel filosofie. [‘Nog helemaal een negentiende-eeuwer’, zoals G. hem elders typeerde]. Maar vader was ziekelijk (‘lijdend’) en ik kocht vanaf mijn veertiende jaar namens hem op veilingen. Een repetitor in Göttingen attendeerde mij op Georg
Een mini-tentoonstelling in ‘Het Oude Boek’ (foto M. Andriessen-Canoy).
Christoph Lichtenberg (1742-1799): ‘Die man is heel belangrijk, daar moet u goed op letten’. Dat werd voor mij een levenslange liefde. U bent op dezelfde datum -1 juli -geboren als Lichtenberg. Betekent dat iets voor u? Neen, het is zuiver toeval. Floreerde dat Nijmeegse antiquariaat? Ik leverde veel moderne Franse boeken tegen een goedkope koers, omdat ik niet als de leden van de boekhandelaarsvereniging aan een vaste prijs gebonden was. Ik richtte mij vooral op oude letterkunde en geschiedenis, daarnaast ook wel op filosofie en oude theologie. Natuurwetenschap, geneeskunde en moderne Nederlandse bellettrie vielen daarbuiten. Mijn winkel was een plaats waar boekverzamelaars, studenten en professoren als Van der Heijden en Hermesdorf (die veel incunabelen kocht) dagelijks binnenliepen. [Marianne Andriessen-Canoy herinnert zich nog bezoeken van onder anderen Godfried Bomans, Louis de Bourbon en prof. Frits van der Meer]. Zoiets schijnt in een antiquariaat nu niet meer mogelijk te zijn, dat het een ontmoetingsplaats is van boekenliefhebbers. Ook werden er volop catalogi uitgegeven. [De steeds ongedateerde exemplaren die Frits Knuf mij ter inzage gaf geven het gewone vooroorlogse beeld van een antiquariaatscatalogus: saai bedrukt, zonder veel bibliografisch apparaat, alleen met prijzen om te watertanden. PB.]. Maar in april 1942, toen de jodenster werd ingevoerd, ben ik ondergedoken. Of liever gezegd, bovengedoken want ik hield me schuil op de vliering van het pand in de Van Welderenstraat. De zaak werd [pro forma] verkocht aan een vrouwelijke bediende [Marianne Andriessen-Canoy] en door haar en mijn [niet-joodse] vrouw [Martl Gumbert-Bischoff] voortgezet. In mijn onderduiktijd schreef ik het boekje Nietsche, Homer, Fr. A. Wolf, dat als Privat-uitgave in 50 exemplaren werd gedrukt. Na de oorlog wilde ik echter mijn vleugels breder uitslaan. Eerst zou ik met een vriend samen een antiquariaat beginnen vanuit een huis aan de Vecht, de vroegere woning van de dichter Lucas Rotgans. Toen - najaar 1946 kwam plotseling het aanbod van de psychiater Valkema Blouw, enig aandeelhouder en eigenaar van Beijers [toen nog op adres Wed 5-7], om daar directeur te worden. Die zaak was volkomen vervallen. Ze was al onder de vorige directeur G.W. Schultz een éénmansbedrijfje geworden. Valkema Blouw had het bedrijf gekocht voor zijn neef Paul Valkema Blouw, die inderdaad even directeur werd, maar abso- | |
[pagina 52]
| |
luut geen manager-type was en het dan ook niet aankon. Mijn taak was de zaak in goede banen te leiden. Op 1 januari 1947 trad ik daartoe als directeur in functie. Ik werd al meteen geconfronteerd met een grote puinhoop: de kijkdag voor de eerste veiling-J.F.M. Scheepers [6-7 januari 1947], waar werkelijk niets klaar bleek te liggen, zodat ik de kijkers moest vragen om 's mid- dags terug te komen, waarna ik in allerijl wat boeken op tafel legde. In oktober 1947 koos Paul Valkema Blouw de wijste partij en vertrok. [Hij zou zich later manifesteren als een knap bibliograaf en boekhistoricus]. Ik bleef alleen over, met Kees Wolbers, de knecht. Op 1 juli 1964 werd Edgar Franco mede-directeur. Zijn vrouw Nel Schinkel was als zestienjarig meisje in 1948 in de zaak gekomen en bleek weldra een onmisbare kracht. Toen ze echter in Engeland met Franco trouwde, verliet ze de firma voor drie jaar. Daarna kwam ze weer bij Beijers terug en Franco met haar. [Ook zij werd nadien mede-directeur van Beijers.]
Waren er ‘modellen’ aan wie u zich spiegelde? Van wie hebt u het antiquarenvak feitelijk geleerd? Van niemand! Ik ben autodidakt, heb alleen geleerd door het lezen van catalogi en door fouten te maken. Bij mijn eerste veiling, Scheepers dus, ging ik bij het bieden van f 1,- ineens over op f 1,25. Maar Schultz corrigeerde mij en zei dat het f 1,10 behoorde te zijn. Vergeet niet dat het antiquariaat
H.L. Gumbert aan het werk inde kelder van ‘Het Oude Boek’ (foto M. Andriessen-Canoy)
na 1929 jaren heeft gekend waarin de boeken niets opbrachten. Mijn voorganger Schultz veilde wel eens in deze trant: ‘Heren, nog iemand belangstelling voor deze bladzijde [van de catalogus]?’
Wat beschouwt u als uw beste catalogi? Mijn eerste embleem-catalogus [nr. 52], waarmee ik in 1950 een nieuw terrein blootlegde. En verder catalogus 84 The History of Classical Learning uit 1952.
In die jaren gaf u ook het tijdschrift Folium [1951-1957] uit. Waarom bent u daarmee gestopt? Omdat ik onvoldoende respons kreeg, tenminste niet van bekwame medewerkers. Wel journalistieke stukken van mensen als A. Hallema uit Breda. En verder kostte het me ook veel tijd. Geld was niet het springende punt.
Had of hebt u veel contact met collega's in het vak als Horodisch, Hertzberger, Max Elte, de Israëls? Heel beslist weinig of geen contact. Ik stel prijs op een zakelijke relatie maar heb zelf nauwelijks behoefte aan sociale contacten. Waar ze, niet met collega's maar met een enkele verzamelaar, soms ontstonden, ging het initiatief altijd van die ander uit. Bijvoorbeeld met J.C. Versnel uit Rotterdam of met Henri Dirxk uit Antwerpen. Wel heb ik altijd een gruwelijke hekel gehad aan F.W.G. Théonville [1888-1969; eigenaar van | |
[pagina 53]
| |
het oudere Utrechtse antiquariaat en veilinghuis Van HuffelGa naar eindnoot3., dat benijd en soms ook bespot werd omdat het zoveel kasteel-bibliotheken onder de hamer bracht] en nog meer aan de Parijse antiquaar Pierre Berès. Berès zette Théonville tijdens een veiling onder druk om een reeds aan mij voor een klant toegeslagen kostbaar boek
De eerste catalogus van Antiquariaat ‘Het Oude Boek’, waar de naam van Gumbert op vermeld staat (collectie Bibliotheek KVBBB, Amsterdam).
alsnog aan hem te verkopen. Anders zou hij alle eerdere aankopen annuleren. En Théonville bezweek voor die chantage, waarna ik onmiddellijk de veiling verliet. Dat gaf grote consternatie! Ik ben nooit meer bij Van Huffel over de vloer geweest.
Kunt u nog iets meer vertellen over uw relatie tot diverse verzamelaars? Ik heb als gezegd met andere mensen überhaupt weinig contact, buiten het puur zakelijke. Zo ben ik onder mijn [oudere] collega's misschien de enige die tegen Hertzberger nooit ‘Menno’ zegt. Het blijft altijd: ‘Mijnheer Hertzberger’. Goede contacten waren er niettemin met J.C. Versnel, een fijnzinnig mens en een heel ander type dan de meubelmaker Scheepers. Deze laatste, een goedlachse figuur met rossig-rood haar, zag er allerminst als een boekenman uit. Ik heb overigens ook wel grote verzamelingen geveild zonder dat ik de verzamelaar tevoren gekend heb. De kantoormeubelleverancier J.H. Gispen uit Nijmegen bijvoorbeeld.Ga naar eindnoot4. Ook met de papierhandelaar Ulco Proost (1885-1966)Ga naar eindnoot5. was tevoren weinig contact geweest. Dat was kwalitatief bezien misschien wel het beste dat hier ooit over de tafel is gebracht. Een heel bijzondere collectie was verder de bijbelverzameling van J.H. Heule, geveild in juni 1966. De verzamelaar was, meen ik, iets bij het Bijbelgenootschap. Dan was er een zekere Middelkoop uit Zaandam, die alles over de Zaanstreek verzamelde.
Omslag van de veilingcatalogus van de veiling van de collectie van J.H. Gispen. Datum van de veiling: 29 mei 1973 (collectie Bibliotheek KVBBB, Amsterdam).
Bij de kijkdagen reisde een hele trein vol Zaandammers onder leiding van Gerrit Jan Honig, die toen 71 jaar was, naar Utrecht. Twee dagen lang, van 's morgens tot 's avonds, kwam Honig die boeken bekijken, want Zaandammers kopen niet graag een kat in de zak. Uit dit contact toen met Honig kwam voort dat ook diens eigen grote collectie later, in oktober 1969, bij Beijers geveild is geworden. Maar wat nu de veiling-Middelkoop betreft: helaas, letterlijk alles werd door Berès opgekocht voor een Amerikaanse klant. En al die Zaandammers en andere kopers kwamen voor niets. Triest! De beste herinneringen echter bewaar ik aan Henri Dirkx alias ‘Suikerjan’ zoals zijn winkel in Antwerpen heette. Het was een lange bleke man die veel veilingen bezocht en altijd enkel het allerbeste kocht. Zijn formidabele collectie Franse literatuur zal nog in Parijs geveild worden. Ongeëvenaard op het gebied van Balzac en Stendhal. Het Nederlandse gedeelte, dat onlangs [23 juni 1981] bij ons onder de hamer kwam, valt - hoe bijzonder ook - hiermee eenvoudig niet te vergelijken. | |
[pagina 54]
| |
Hoe staat het tegenwoordig in Nederland met de boekverzamelciars? Welk perspectief ziet u daar voor de toekomst? Vóór 1953 werd er vooral gekocht door particulieren. Tussen 1953 en 1970 domineerden de instellingen en bibliotheken, hetgeen de prijzen sterk opdreef. Zij hoefden het immers niet uit eigen zak te bètalen.
Een veiling bij Beijers (foto M. Andriessen-Canoy).
Na 1970 is dat institutionele kopen sterk ingekrompen en zijn de particulieren weer sterk in opmars. Echter, nu is daar het aspect van de belegging bijgekomen. Rijke particulieren kopen zo eens per jaar een heel duur boek. Maar dat kun je toch geen verzamelaars noemen. Ik ben, in dat opzicht, over de toekomst zeer pessimistisch. Ik heb enige tijd gedacht dat Johan Polak [1928-1992] zich als een verzamelaar van formaat zou presenteren, maar ben daar toch in teleurgesteld. Neen, er zijn weinig jonge verzamelaars in Nederland.
Als je de activiteiten van de New-Yorkse antiquaar H.P. Kraus volgt, krijg je wel de indruk dat alles nog op de markt te koop is. En dat er ook volop kopers zijn. Hans Kraus heeft een onnoemelijk rijke vrouw getrouwd. Voor hem is het antiquariaat speelgoed. Kan zonder probleem een boek van 1 miljoen dollar jarenlang onder zich houden. Ook Berès, die zich nog met alles bemoeit, is schatrijk.
Wat verzamelt u zelf? Lichtenberg en Duitse Aufklärung. Maar ik geef niets om bibliofiele drukken; de mooie vorm zegt me niets. Ik bezit zelf misschien drie of vier mooie boeken. U bent, zonder flatterie, een geleerd antiquaar die zelf, in tegenstelling tot uw meeste collega's, ook graag de pen opneemt. Ik ben nu druk bezig met de drukproeven van een boek over Lichtenbergs bibliotheek op basis van zijn correspondentie, uitleencahier en catalogus. Tot mijn diepe ergernis heeft een Duitse universiteit mijn plan weggekaapt om de brieven van Lichtenberg uit te geven. Alles was al geregeld met de eigenaars van de handschriften. Schandelijk! Dat noemen ze daar institutionalisieren. Het heeft me een jaar van mijn leven gekost, al ben ik er nu wat overheen. Gelukkig heb ik een goede verstandhouding met een van de editeuren van de brievenuitgave.
Hebt u verder nog veel geschreven? Buiten Folium en mijn Lichtenbergpublikaties [Lichtenberg und Holland, Utrecht 1973; Lichtenberg in England, 2 din. Wiesbaden 1977] nog een enkel artikel over emblematiek in het Rossipauls tijdschrift Das Antiquariat. [Nadien schonk Gumbert mij zijn uitgave van Lichtenbergs Fragmente einer Trink- und Rauslehre (1983). Privatdruck in 300 Exemplaren met de aantekening ‘meinen Freunden und den Mitgliedern der Lichtenberg-Gesellschaft zum 1. juli 1983: dem 241. Geburtstag Lichtenbergs, dem 130. Geburtstag des Boekverkoopers-Collegie “Eendragt” te Utrecht und meinem 80. Geburtstag’.]
Ons gesprek, waarbij Gumbert een glas chocomel combineerde met een kleine sigaar (‘de eerste sigaar na het ontbijt is altijd de lekkerste’), eindigde om kwart over elf. In 1993 heb ik Gumbert nog een keer geïnterviewd, ditmaal uitsluitend over het al genoemde tijdschrift Folium.Ga naar eindnoot6. In die tussenliggende periode was hij sterk verouderd, half doof en blind, en haast doorschijnend geworden. Toch bleef hij tot en met de veiling-Johan Polak in mei 1993 de boeken zelf afslaan. Voor veel trouwe bezoekers van de veilingen bij Beijers leek het soms, alsof de man die deze firma in de jaren '50 uit het diepste verval tot grote bloei had gebracht, haar nu eigenhandig weer naar de ondergang voerde door niet tijdig het roer over te geven aan een jongere kracht. Dat leverde soms pijnlijke taferelen op, al deed het aan het niveau van de ingebrachte goederen merkwaardig genoeg weinig afbreuk. Zo groot was de reputatie van de firma Beijers onder generaties van boekenbezitters. Wat een fraaie reeks van bibliotheken zijn in die | |
[pagina 55]
| |
afgelopen jaren door Gumbert en zijn trouwe medewerkers binnengesleept. Ik noem maar enkele namen die mij meteen te binnen schieten: de bibliotheek van de heren van de Fraeylemaborg te Slochteren (okt. 1971), de boekerij van de dichter RN. van Eyck (sept. 1972); de collectie populair proza van M. Buisman J.Fzn. (12-13 december 1972) en de kleine maar exquise, anoniem geveilde verzameling van mr. H.W. Bosscha (11 maart 1980). Van deze laatste collectie stond zelfs Gumbert, die toch zoveel boeken gezien had, perplex. Wat bij al die goed verzorgde en nauwkeurig beschreven catalogi van de firma Beijers opviel waren de lage prijstaxaties. Dat was bewuste politiek om potentiële kopers niet bij voorbaat af te schrikken. Maar de ervaring leerde dat, als de gegadigden eenmaal binnen waren, de prijzen hun eigen weg gingen. De reputatie van Beijers-Gumbert berustte echter niet alleen op de schitterende veilingen. Gumbert, die zelf geen leermeester had gehad, werd gewild of ongewild ook een antiquarenmaker. Hoeveel antiquaren
H.L. Gumbert op latere leeftijd.
van nu hebben bij hem niet het vak geleerd: van Alfa (Leo Kerssemakers) tot Forum (Bas Flesselink), van Edith Rosenthal tot Wout van Leeuwen. Als eenmaal de geschiedenis van dit Utrechtse veilinghuis beschreven zal worden, verdient ook dit aspect volle aandacht. Ten slotte, het mag best gezegd: Gumbert was een eigenzinnig man, maar hij was ook een erudiet aan wie terecht een buitenlands eredoctoraat verleend werd en een boekenkenner die wist wat hij verkocht. Zulke antiquaren moeten we in ere houden. |
|