Berichten
Spectaculaire aanwinst voor KB: getijdenboek met pelgrimstekens
De Koninklijke Bibliotheek werd onlangs verrijkt met een buitengewoon opmerkelijk Zuidnederlands getijdenboek. Het bijzondere aan dit middeleeuwse handschrift is dat het nog een volledige verzameling van drieëntwintig zilveren pelgrimstekens bevat. De cultuurhistorische achtergrond maakt het voor de KB een zeer aantrekkelijk stuk en een belangrijke aanvulling op de omvangrijke collectie middeleeuwse handschriften.
Pelgrimstekens in een onlangs door de KB verworven getijdenboek (foto Koninklijke Bibliotheek, Den Haag).
Pelgrimstochten namen een zeer belangrijke plaats in in het leven van de middeleeuwse mens. Hij ondernam deze tochten uit religieuze motieven of als strafbedevaart, hem opgelegd door de stedelijke overheid voor begane misdaden. Historische bronnen leren ons over de plaatsen die bezocht werden zoals Santiago de Compostella, Rome en zelfs Jeruzalem. Tot de belangrijkste bronnen voor pelgrimstochten behoren de insignes die sedert de vorige eeuw, maar vooral in de afgelopen decennia bij duizenden te voorschijn zijn gekomen bij opgravingen. Veel minder bekend is dat er naast deze eenvoudige, uit tin en lood gegoten massawaar ook pelgrimstekens uit zilver of verguld zilver werden verkocht. Het zijn dunne, veelal ronde plaatjes, die door de rijkere pelgrims werden verworven. Terwijl de gewone pelgrimstekens nogal eens op de kleding werden vastgezet, ten teken van de volbrachte pelgrimstocht, blijkt dat de zilveren insignes vooral in getijdenboeken werden vastgenaaid. Op grond van hun zegening op de heilige plaatsen werden deze insignes geacht hun heilbrengende krachten ook na terugkeer te behouden en het lag dan ook voor de hand ze in het eigen, persoonlijke gebedenboek te bewaren.
De kwetsbaarheid van de dunne plaatjes en het kostbare materiaal zijn er de oorzaak van dat praktisch alle pelgrimstekens in getijdenboeken elders verloren zijn gegaan. Het door de KB verworven handschrift bevat pelgrimstekens van bedevaarten naar onder andere Aken, Keulen, Geeraardsbergen en 's-Gravezande. Alle pelgrimstekens zijn, op één uitzondering na, uniek. Het handschrift was vanaf 1467 tot in de negentiende eeuw in het bezit van de familie d'Oiselet, die op lege gedeeltes van de bladzijden geboorte- en sterfjaren van de familieleden bijhield. Een of meer leden van deze familie moeten omstreeks 1500 de pelgrimstekens hebben verzameld en ze op het schutblad achterin het boek hebben vastgezet.
In 1979 vestigde de Duitse bibliothecaris en specialist in pelgrimstekens, Kurt Köster, voor het eerst de aandacht op deze metalen insignes. Hem waren in de loop der jaren vier middeleeuwse handschriften bekend geworden, waarin nog enkele van deze tekens aanwezig waren. In een groter aantal handschriften zijn alleen nog sporen van deze tekens zichtbaar. Ook in de collectie van de Koninklijke Bibliotheek bevinden zich diverse handschriften die dergelijke sporen vertonen. Naast Zuidnederlandse voorbeelden zijn er eveneens een Frans en een Noordnederlands handschrift met duidelijke sporen van ingenaaide insignes aanwezig.