De Boekenwereld. Jaargang 10

Catalogi

Eerst even enige ‘gossip’ uit antiquariaatsland. Op mijn bureau krijg ik, maar helaas door de verschijningsfrequentie en produktieperiode van De Boekenwereld nooit op tijd, berichten over ‘de Leidse boekenzondag’, ‘boeken in de Beurs van Berlage’ of ‘boeken aan de Amstel’, ‘boeken in Deventer’ etc. Ik maak U er maar weer eens in het algemeen op attent!

Het antiquariaat ‘De 20e eeuw’ (de heer en mevrouw Buddelmeijer) te Eindhoven is verhuisd naar St. Petrusstraat 27, 5612 GS Eindhoven, 040-455185. Het is een gesloten antiquariaat geworden; het is nu gespecialiseerd in: lees- en prentenboeken voor kinderen en sprookjesboeken. Eveneens verhuisd, is Antiquariaat Hans Lindner in Mainburg (Dtsl.) (LINDNE).

Nieuw in de rubriek of echt nieuw zijn: (DONDER) te Utrecht, (IXION) te Amsterdam, (LAARMA) te Goes, (HOTEI) te Leiden, (SCRINI) te Zutphen en (SUMBA) te Den Haag. Welkom!

Een, voor mij, buitenlandse nieuweling is Björck & Börjesson uit Stockholm. Zij bieden een prachtige collectie betreffende Carolus Linnaeus (1707-1778) aan. We vinden er een door A. Hoffman onder leiding van Linnaeus bewerkte dissertatie De potu chocolatae uit 1765 (Björck 535/187/Sw Kr 1200, -). We leren uit deze publikatie dat kardinaal Richelieu een hypochondrische fase in zijn leven te boven kwam door chocoladegebruik. Een tip?

Van de Utrechts-Amersfoortse meestergrappenmaker Everard Meyster (ca. 1617-1679) wordt aangeboden Drooge Buckens: In de Schuur van Amore-fortis gedroogd, Utrecht 1675. Hier is nog bijgevoegd: Negotianum Satyricum, Of de Quinta Essentia Van de Toeback door Jean Pleyn de Courage, 1713. Na de Gedruckte Copie van 1776 en Op den Toebackschen Quind-Nar, Wiens Satyrice Quintessentien van 't Negotianum, In roock en damp vervloogen, Hem druypt in d'eygen oogen (BISSCH 4/144/f 2400, -). Terecht vraagt men zich in een gedicht af: ‘Wie zal der keyen key in Meisters kop genezen?’

In 1850 was de Göttinger student, later door zijn maag-resectie-techniek wereldberoemd geworden chirurg, Theodor Billroth (1829-1894), zeer onder de indruk gekomen van de Zweedse Nachtegaal Jenny Lind (1820-1887). Ik hoorde dit van één van mijn Amersfoortse, medisch-historische, vrienden. In zijn Briefe (9de editie, Hannover 1922) en Ju-

[p. 99]

gendbriefe (Leipzig 1941) schrijft hij hoe hij haar hoorde zingen en hoe hij met haar danste op een thé-dansant: ‘Sie ist nicht zu beschreiben. Nur singen kann ich mit ihrem Liede: Wie der Gesang zum Herzen drang, Vergesz ich nimmer mein Lebelang!’ Nog een jaar voor zijn dood, 43 jaar na het thé-dansant, schreef hij hierover aan zijn dochter. Aangeboden worden de door haar gezongen Schwedische Lieder met op de titelpagina een litho van de jonge Lind. (KUIK 10/189/f 45, -). Even later ging Lind naar Amerika om er onder leiding van Barnum (jazeker: van Bailey) dat continent te veroveren. Ook uit die periode is er, hoewel met enige watervlekken (tranen?), aanbod (KUIK 10/190/f 20,-).

Na de kunst de economie; twee catalogi geheel gewijd aan deze discipline, die in de praktijk toch altijd weer moeilijk blijkt. Twee edities (de eerste en de zevende) van J.B. Say, Cours complet d'économie politique pratique, resp. 1828/29 en 1844 (GERITS 53/273/f 4000, -) resp. (JONGH 79/182/f 350,-).

We eindigen met het lijfblad voor boekfanaten Lettergreep van (GRIFFE). De helft van deze ‘catalogus’ wordt altijd gevuld met lezenswaardige essays en columns. Deze keer een prachtig verhaal over het zakentalent dat verscholen bleek in een pastoor S.J.; het geloof van onze Hasseltse antiquaar werd er toch ernstig door beschadigd.

■

J.A. Brongers