| |
| |
| |
Agenda
Veilingen
Beijers, Achter Sint Pieter 140, 3512 HT Utrecht, tel. 030-310958:11,12,13 mei; kijkdagen: 4,5, 6,7, 8 en 10 mei. |
Burgersdijk & Niermans, Nieuwsteeg 1, 2311 RW Leiden, tel. 071-126381/121067: 25, 26,27 mei; kijkdagen: 21,22,23 mei. |
Van Gendt Book Auctions BV, Brandewijnsteeg 2, 1001 GN Amsterdam, tel. 0206231669/ 6239989: 15 en 16 juni; kijkdagen: 11,12,13 juni van 10.00-16.00 uur en 14 juni van 9.00-13.00 uur. |
Gijselman, Overtoom 197 Amsterdam, 1054 HT Amsterdam, tel. 020-6168586: 24 en 25 mei; kijkdagen: 20,21,22,23 mei. |
Bubb Kuyper, Jansweg 39, 2011 KM Haarlem, tel. 023-323986: 9 en 10 juni; kijkdagen: 4,5, 6,7 juni. |
Veilinghuis G. Postma, Oude Kijk in 't Jatstraat 62, 9712 EL Groningen, tel. 050-189725: 24 mei; kijkdagen 22 en 23 mei. |
Van Stockum, Prinsegracht 15, 2512 EW Den Haag, tel. 070-3649840/3649841: 23, 24, 25 juni; kijkdagen: 18,19,20 juni. |
| |
Beurzen
(aanvullingen en correcties s.v.p. aan A.G. van der Steur, Kruisstraat 3,2011 PV Haarlem)
|
mei 1993 |
7,8 |
Eindhoven, Hotel Dorint |
13,14,15 |
Brussel, Magdalenazaal |
15 |
Breda, Grote Kerk (B.O.B.) |
23 |
Amsterdam, Dam |
31 |
Zeist, Slot, oude boekenmarkt |
|
juni |
6 |
Zwolle, markt in stadscentrum |
12 |
Maastricht, Vrijthof (B.O.B.) |
20 |
Amsterdam, Amstel |
|
juli |
3 |
Groningen, markt Oude Kijk in 't latstraat |
18 |
Amsterdam, Dam |
|
augustus |
1 |
Deventer, markt in stadscentrum |
15 |
Amsterdam, Amstel |
|
september |
4? |
Utrecht, Janskerk (B.O.B.) |
4 |
Groningen, Aa-kerk |
|
oktober |
8, 9, 10 |
Leiden, Pieterskerk (B.O.B.) |
|
november |
5, 6, 7 |
Haarlem, Beyneshal, Nederlandse antiquarenbeurs |
|
november |
13, 14 |
Utrecht, Jaarbeurs, Int. Verzamelbeurs |
28? |
Amsterdam, Beurs van Berlage? |
|
|
gehele jaar |
Amsterdam: op vrijdag boekenmarkt op het Spui |
's-Gravenhage: 's zomers (mei t/m september) op donderdag en zondag boekenmarkt op het Lange Voorhout, 's winters (oktober tlm april) op donderdag boekenmarkt op het Plein. |
| |
Lezingen
Onder auspiciën van de Dr. P.A. Tielestichting wordt, in samenwerking met de vakgroep Boek-, bibliotheek- en informatiewetenschap van de Universiteit van Amsterdam, een serie lunchcolleges georganiseerd met als thema Bibliografisch onderzoek en teksteditie. Deze colleges vinden plaats op dinsdag 11,18 en 25 mei en op dinsdag 1 juni, steeds van 12.15 uur tot ongeveer 13.15 uur. Het programma ziet er als volgt uit:
11 mei: |
Dr. P.J. Verkruijsse, ‘Is tekstgeschiedenis historie?’ |
18 mei |
Mw. dr. M.T.C. Mathijsen, ‘Autorisatie als twistappel.’ |
25 mei: |
Prof. dr. H.T.M. van Vliet, ‘Schijn en werkelijkheid: de oorspronkelijke drukken van Couperus' werk.’ |
1 juni: |
Mw. dr. A. Kets-Vree, ‘Toeval, serendipiteit en systematiek. Bibliografische bevindingen van een editeur.’ |
De colleges zullen op de hierboven genoemde data in deze volgorde worden gegeven, onvoorziene omstandigheden daargelaten. Zij zijn toegankelijk voor contribuanten van de Tiele Stichting, leden van de Werkgroep Van Huffel, studenten van de vakgroep Boek-, bibliotheek- en informatiewetenschap van de Universiteit van Amsterdam en belangstellenden.
Plaats: Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, Singel 425, 1012 WP Amsterdam. Inlichtingen: 020-5252294, van dinsdag t/m vrijdagvan 9.30-17.00 uur.
| |
| |
| |
Tentoonstellingen
Schenkenschans: sleutel tot de Republiek 1599,1635-1636,1672. Prenten van een vesting op de splitsing van Rijn en Waal.
De Atlas van Stolk, een grote verzameling tekeningen en prenten betreffende de vaderlandse geschiedenis, presenteert tot en met 23 mei 1993 haar zeldzame aankoop van enkele zeventiende-eeuwse nieuwsprenten over Schenkenschans. Op de tentoonstelling wordt ook de geschiedenis van Schenkenschans aan de hand van prenten verduidelijkt.
De vesting werd in 1586 aangelegd op de splitsing van Rijn en Waal ten oosten van Nijmegen. Deze vesting was een belangrijk punt in de verdediging van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Het bleek een moeilijk in te nemen vesting, want in 1599 liep een Spaanse belegering op een mislukking uit. In 1635 viel Schenkenschans in Spaanse handen ten gevolge van verraad. Frederik Hendrik had acht maanden nodig om de vesting te heroveren voor de Republiek. In 1672 werd Schenkenschans opnieuw ingenomen, nu door de Franse troepen van Zonnekoning Lodewijk XIV. Hij beschouwde deze verovering als één van zijn belangrijkste wapenfeiten. Na de vrede van Nijmegen kwam Schenkenschans in augustus 1681 weer in Hollands bezit. Maar door de aanleg van het Pannerden-kanaal tussen 1701 en 1706 verloor de vesting haar strategische betekenis. Door ruil kwam Schenkenschans in 1861 in Pruisische handen en valt thans onder de Duitse gemeente Kleef.
Het belang van Schenkenschans voor de vaderlandse geschiedenis blijkt uit het feit dat de vesting veelvuldig is afgebeeld op kaarten en op nieuwsprenten. De teksten bij deze nieuwsprenten, een soort voorloper van de krant, zijn vaak in verschillende talen gedrukt, zodat het nieuws een zo groot mogelijk publiek kon bereiken. Het beleg van Schenkenschans in 1635-1636 komt ook voor op prenten het Tonneel der Steeden, de fameuze stedenatlas uit 1647 van Joan Blaeu. Op de tentoonstelling ligt deze atlas opengeslagen bij één van de met de hand ingekleurde etsen. Er is ook een maquette van de vesting te zien, in 1986 gemaakt voor het museum in Kleef.
Adres: Atlas van Stolk, Het Schielandshuis, Korte Hoogstraat 31, Rotterdam. Te zien t/m 23 mei 1993, van dinsdag t/m zaterdag van 10.00-17.00 uur, op zondag van 13.00-17.00 uur.
Afbeelding van Schenkenschans en omgeving in het Stedeboek van Joan Blaeu (foto Atlas van Stolk, Rotterdam).
| |
Indianen in het Amazonegebied en watertorens in Nederland
Tot en met 16 mei is in de Vleeshal in Haarlem een expositie te zien van foto's die Michel Pellanders in 1987 en 1988 maakte van Indianen uit het Amazonegebied. De foto's geven een beeld van het leven van tien Indianen-volken en van de gevolgen van het contact met de westerse cultuur. De foto's worden begeleid door geluidsopnamen die Pellanders reisgenote Marion Hoekveld heeft gemaakt.
In de Vishal, gelegen naast de Vleeshal in Haarlem, is vanaf 24 april 1993 een expositie te zien van foto's die Fons Brasser maakte van interieurs van Nederlandse watertorens. Sinds 1988 werkt Brasser aan dit nog niet voltooide projekt, waarvoor hij inmiddels 75 negentiende-en twintigste-eeuwse watertorens heeft bezocht.
Arara-indiaan, Brazilië (foto Michel Pellanders).
| |
| |
Adres: Grote Markt 18-20 Haarlem. Te zien respectievelijk t/m 16 mei 1993 en van 24 april 1993 t/m 31 mei 1993, van maandag t/m zaterdag van 11.00-17.00 uur en op zon- en feestdagen van 13.00-17.00 uur.
Getijden- en gebedenboek, Nederlands, Meester van de Haarlemse bijbel, ca. 1460-1475, perkament, originele band, f. 13v-14r, Annunciatie.
| |
Middeleeuwse boeken van het Catharijne-convent
Tot en met 13 juni wordt in het Museum Het Catharijneconvent te Utrecht de tentoonstelling ‘Middeleeuwse boeken van het Catharijneconvent’ gehouden. Ongeveer 150, meestal geïllustreerde, handschriften, incunabelen en enkele fragmenten van middeleeuwse boeken uit eigen collectie worden getoond. De tentoonstelling biedt een selectie van de oudste en meest bijzondere handschriften en gedrukte boeken van de negende eeuw tot omstreeks 1540. Niet alleen worden in het museum drie van de oudste en meest bijzondere boeken van ons land bewaard (de handschriften van Lebuïnus Ansfridus en Bernulphus), ook bevindt zich in de bibliotheek een aantal niet eerder getoonde meesterwerkjes, zoals een Psalmencommentaar (mogelijk uit Noord-Frankrijk in de originele band, ca. 1200), een minuscuul en zeer kwetsbaar boekje met in het Nederlands vertaalde Mariagebeden op rijm, schitterend verlucht, Utrecht (?), ca. 1330-1350, en een getijdenboekje met randversieringen uit de omgeving van de beroemde Meester van Katharina van Kleef (Utrecht, ca. 1440). Van de Lebuïnus, Ansfridus en Bernulphuscodices zal op de tentoonstelling het ‘binnenwerk’ van dichtbij te zien zijn. Uit de post-incunabelen worden vooral de met de hand ingekleurde Italiaanse, Franse en Nederlandse houtsneden getoond. Hieronder bevindt zich een aantal in Nederland unieke exemplaren. De tentoonstelling stelt duidelijke thema's aan de orde, zoals de invloed van de Karolingische hervormingen, de geschiedenis van de bijbel, de verluchting van Nederlandse, Vlaamse en enkele Franse getijdenboeken uit de sfeer van de Moderne Devotie.
In samenwerking met uitgeverij Waanders te Zwolle is een begeleidende catalogus uitgegeven, alle boeken zijn daarin afgebeeld, waarvan een groot aantal in kleur. De prijs voor deze catalogus bedraagt f 49,95, de gebonden uitgave kost f 75,-.
Adres:Nieuwegracht 63, Utrecht. Te zien t/m 13 juni 1993, van dinsdag t/m vrijdag van 10.00-17.00 uur, op zaterdag en zonen feestdagen van 11.00-17.00 uur.
| |
Kelten en Keltologen
Van 23 april tot en met 11 juni 1993 vindt in Amsterdam de manifestatie Celtica Nederland plaats. Deze omvat tentoonstellingen, een colloquium, een aantal publikaties en een serie lunchpauze-lezingen en heeft tot doel de cultuur van de Kelten voor het voetlicht te brengen. Eén van de tentoonstellingen is getiteld ‘Kelten en Keltologen’, te zien in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Zij biedt een kennismaking met de Keltische talen en literatuur en geeft een beeld van de wetenschap van het Keltisch, de keltologie. Centraal staat de vooraanstaande Nederlandse keltoloog Th.M. Chotzen (1901-1945) met diens bibliotheek. Van 1931 tot 1941 doceerde Chotzen het Keltisch aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn boekerij kwam als legaat in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. De keuze uit zijn boekenbestand wordt aangevuld met bruiklenen, waaronder middeleeuwse handschriften uit de Universiteitsbibliotheek van Leiden. Bij deze tentoonstelling verschijnen een catalogus en een beknopte biografie van Th.M. Chotzen.
Adres: Singel 425, Amsterdam.. Te zien van 23 april t/m 11 juni van maandag t/m vrijdag van 11.00-16.00 uur. Voor meer informatie over de manifestatie kan men terecht bij het secretariaat van Celtica Nederland, postbus 1427, 3500 BK Utrecht, tel. 030-512411.
| |
Willem Hofdijk (1816-1888). Een negentiendeeeuwse dichter als kunstenaar
‘Willem Hofdijk’ is een tentoonstelling die wordt georganiseerd ter gelegenheid van de
| |
| |
uitgave van 48 brieven die hij aan J.A. Alberdingk Thijm schreef tussen 1847 en 1851, de tijd dat hij in Haarlem woonde. Al zijn verwoede pogingen om eerst als dichter, dan als landschapschilder een bestaan op te bouwen komen in deze brieven duidelijk naar voren. De tentoonstelling geeft een indruk van zijn loopbaan als dichter en schilder aan de hand van schilderijen, gedichten, documenten en persoonlijke bescheiden.
Willem Jacobszoon Hofdijk werd in 1816 te Alkmaar geboren. Zijn eerste baan was assistent van een kostschoolhouder in Beusichem. Hier ontwikkelde hij zijn liefde voor de poëzie. Zijn eerste werk Rosamunde. Romantisch Dichtstuk (1839) vertoont duidelijk de invloed van de dichter-dominee Nicolaas Beets. Hofdijk zegde zijn baan op en werd schrijver (‘commies’) van de gemeente Alkmaar. Aangemoedigd door J.A. Alberdingk Thijm en Jacob van Lennep vertrok hij in 1847 naar Haarlem waar hij een nieuwe wending aan zijn carrière gaf: hij werd landschapschilder. Op voorspraak van Alberdingk Thijm ging hij in de leer bij de schilders Simon van de Berg en Christiaan Immerzeel. Hofdijk stuurde Alberdingk Thijm regelmatig brieven omhemopde hoogte te houden van zijn resultaten. Uit het aantekenboekje waarin hij zijn dichterlijke invallen noteerde ontstond Een Kunstenaarsidylle. Hij beschouwde zijn dichtwerk als onderschrift bij zijn schilderijen en de schilderijen als illustraties van zijn dichtwerk.
Hofdijk is een van de oprichters van de Haarlemse rederijkerskamer Laurens Jansz. Coster en oprichter en redacteur van het kunsttijdschrift Album der Schoone Kunsten.
Adres: Spaarne 16, Haarlem. Te zien t/m 17 mei 1993, van dinsdag t/m zaterdag van 10.00-17.00, op zon- en feestdagen van 13.00-17.0 uur.
| |
Valkerij, een passie
In de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag is nog tot en met 7 mei een tentoonstelling van boeken over de valkerij te zien. Zwaartepunt van de tentoonstelling is de nagelaten collectie boeken over valkerij van professor A.E.H. Swaen (1863-1947). Hij was hoogleraar Engels, maar valkerij en ornithologie speelden een belangrijke rol in zijn vrije tijd. Zo werd hij benoemd tot erelid van het Hongaars Ornithologisch Gezelschap, voorzitter van de Nederlandse Vereniging tot bescherming van vogels (1922-1947), erelid van de British Falconers Club en erevoorzitter van het Nederlands Valkeniersverbond
W.J. Hofdijk (1816-1889), titelblad Kennemerland Balladen, 1850-1852,5 de zelf de illustraties.
‘Adriaan Mollen’. Door zijn enthousiasme en inzet beleefde de valkerijde jacht met een afgerichte slechtvalk of havik op natuurlijke prooidieren een opleving in delen. Hofdijk verzorg-Nederland. Hij verzamelde boeken over de valkerij, maar schreef er zelf ook over. Zijn meest bekende werk is De valkerij in de Nederlanden (1937). Verder publiceerde hij De valk in de iconographie (1926), Cura Accipitrum (1937), Beknopte woordenlijst der Valkenierstaal (z.j.) en Jacht-bedrijff (postuum uitgegeven in 1948).
Al in 1250 schreef Frederik II van Hohenstaufen zijn beroemde werk De Arte Venandi Cum Avibus, waarin hij precies beschrijft hoe de valkenjacht destijds verliep. Het oudste bekende Nederlandse werk over de valkerij is het derde boek uit de Placaten ende Ordonanciën op 't stuck van de Wildernissen: Vlvghtbedryf
| |
| |
Titelpagina van Traité de Fauconnerie (foto Koninklijke Bibliotheek, Den Haag).
van Paulus Merula uit 1605. Een ander manuscript is 1636 gedateerd, getiteld Jacht-Bedrijff, toegeschreven aan Cornelis Jacobsz. van Heenvliet. Een belangrijk werk werd in 1619 geschreven door Edmund Bert: An Approved Treatise of Hawkes and Hawking, waarvan op de tentoonstelling een herdruk te zien is. Zijn zienswijze op de valkerij wordt ook nu nog onderschreven. Het vermaarde Traité de Fauconnerie van Hermann Schlegel en A.H. Verster van Wulverhorst, met prachtig plaatwerk, is ook te zien. De tentoonstelling geeft verder een indruk van de boeken zoals die in het laatste millenium zijn geschreven. De oplagen waren en zijn ook vandaag de dag klein. Zelfs van de Traité de Fauconnerie zijn vermoedelijk maar 200 exemplaren gedrukt. Belangrijk, en fraai om te zien, is het boek van Lt. Kolonel N.J.A.P.H. van Es, getiteld De valkerij in Europa sinds de vroegste tijden (1913). Bij de tentoonstelling verschijnt een gelijknamige, geïllustreerde catalogus. Prijs: f 15,-.
Adres: Prins Willem-Alexanderhof 5, Den Haag. Te zien t/m 7 mei 1993, van maandag t/m vrijdagvan 9.00-17.00 uur.
| |
Frans de Jong: Schilderen met de drukpers
In het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum/Museum van het Boek is van 6 mei tot en met 17 juli een expositie van het werk van Frans de Jong te zien. De Jong volgde de opleiding typografie aan de Haagse Kunstacademie bij Schuitema en Kiljan en werkte op allerlei terreinen van het drukkersvak. Pas op 39-jarige leeftijd presenteerde hij zich als drukkunstenaar met prenten en kleine gebruiksgrafiek. Zijn werk kenschetst zich door een veelheid van kleuren en technische experimenten. De Jong gebruikt veel materiaal-, iris- en sjabloondruk voor zijn werk waarin vooral poëtische elementen als ironisch verwerkte maatschappijkritiek een belangrijke rol spelen. De tentoonstelling biedt een keuze uit zijn oeuvre. Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde publikatie van de hand van Gerrit Jan de Rook, Kees Thomassen en Jan Keijser.
Adres: Prinsessegracht 30, Den Haag. Te zien van 6 mei t/m 17 juli, van maandag t/m zaterdag van 13.00-17.00 uur.
| |
De verzameling Jacobus A. Klaver
Het Rijksprentenkabinet maakt niet alleen tentoonstellingen uit eigen bezit maar toont sinds de jaren vijftig ook regelmatig particuliere collecties van tekeningen en prenten. De tentoonstelling ‘De verzameling Jacobus A. Klaver’, die van 8 mei tot en met 25 juli 1993 in het Rijksmuseum te zien zal zijn, is hiervan het meest recente voorbeeld.
In de achttiende en de negentiende eeuw ontstonden in Nederland belangrijke verzamelingen van tekeningen die echter later bijna alle weer werden verkocht. Naast verzamelingen van tekeningen die musea bijeenbrachten ontstonden er in onze eeuw nieuwe particuliere collecties. Door het schaarser en duurder worden van tekeningen is het verzamelen echter steeds moeilijker geworden. De ruim honderd Nederlandse tekeningen uit de zeventiende eeuw en enkele uit de zestiende en vroege achttiende eeuw zijn gedurende de laatste twintig jaar bijeengebracht door de Amsterdamse verzamelaar Jacobus A. Klaver. Het zijn niet alleen werken van kunstenaars met bekende namen maar ook karakteristieke bladen van andere meesters die de tentoonstelling en de catalogus tot een verrassing maken. In een tijd dat tekeningen van grote meesters als Rembrandt en Ruisdael nauwelijks meer verkrijgbaar zijn, is Klaver erin geslaagd aantrekkelijke werken van bekende en minder bekende meesters te verwerven.
Het hele scala van onderwerpen, die in een veelheid van stijlen en technieken zijn weergegeven, wordt min of meer chronologisch
| |
| |
gepresenteerd: van een gevoelige zestiendeeeuwse tekening door Dirck Crabeth en karakteristieke pentekeningen van lacques de Gheyn uit het begin van de zeventiende eeuw tot de latere zeestukken van Willem van de Velde en Ludolf Bakhuizen en de uitbundige gekleurde bloemstukken van Herman Saftleven en Herman Henstenburgh. Tussen deze uitersten zijn het Nederlandse en zuidelijke landschappen, figuurstudies, bijbelse voorstellingen en portretten die een rijk beeld van de zeventiende-eeuwse tekenkunst bieden. Enkele bladen behoren tot de zeldzaamheden: een marktscène door Gerard ter Borch de Jonge, een aquarel van een Hollands riviergezicht door Allaert van Everdingen en een genrescène op perkament getekend door Frans van Mieris. Een zeldzaamheid is ook het album met 55 aquarellen van de Zwolse tekenaar Gerrit Grasdorp. Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus die is geschreven door Marijn Schapelhouman en Peter Schat born. Alle tekeningen zijn in kleur afgebeeld.
Adres: Rijksmuseum, Stadhouderskade 42, Amsterdam.
Adriaen van de Venne, Adam en Eva met hun kinderen. Tekening, 103 × 137 mm.
Te zien van 8 mei t/m 25 juli 1993, van dinsdag t/m zaterdag van 10.00-17.00 uur, op zondag van 13.00-17.00 uur.
| |
De botanica in de Zuidelijke Nederlanden (einde vijftiende eeuw-ca. 1650)
In het museum Plantin-Moretus in Antwerpen is tot en met 12 juni 1993 een tentoonstelling van zestiende- en zeventiende-eeuwse botanische geschriften te zien.
In de zestiende eeuw evolueerde de botanica van een hulpwetenschap van de geneeskunde tot een zelfstandige discipline dankzij de wetenschappelijke bedrijvigheid van de drie beroemde Vlaamse plantkundigen Rembert Dodoens, Carolus Clusius en Mathias Lobelius. Door de zorg die de Antwerpse drukker Christoffel Plantijn besteedde aan de iconografische kwaliteit van hun publikaties kregen de werken van dit ‘Vlaamse triumviraat van de plantkunde’ bijzondere bekendheid in heel Europa. Zo legden zij de basis voor de verdere ontwikkeling van de botanica. Op deze tentoonstelling worden hun plant- | |
| |
kundige studies getoond samen met verscheidene andere botanische werken die gepubliceerd werden in de Zuidelijke Nederlanden vanaf de introductie van de boekdrukkunst in onze streken tot het midden van de zeventiende eeuw.
Naast de originele werken zelf, de houtblokken en koperplaten en een aantal ontwerptekeningen uit de zestiende en zeventiende eeuw worden ook gedroogde en levende planten, afkomstig uit de plantentuin van de Rijksuniversiteit van Gent, getoond als ver gelijkingsmateriaal bij de zestiende-eeuwse plantenafbeeldingen. De tentoonstelling be steedt ook aandacht aan de tuinaanleg in de zestiende eeuw.
Adres: Vrijdagmarkt 22-23, Antwerpen. Te zien t/m 12 juni 1993, van dinsdag t/m zon dagvan 10.00-17.00 uur.
|
|