Boekbesprekingen
‘Stols blijft Stols, denk daarom.’ Briefwisseling J. Greshojf-A.A.M. Stols. Deel 2,1945-1951. Bezorgd door Salma Chen en S.A.J. van Faassen.’ s-Gravenhage, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, 1992 (Achter het Boek 25), XXXII + 444 p. ISBN 9072731034. f 70,-.
Er leek in 1992 wel sprake van een ware Stolsrevival. Nadat er bij de opening van de eretentoonstelling die in 1965 in het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum / Museum van het Boek aan Stols werd gewijd, was aangekondigd dat er een complete fondsbibliografie zou verschijnen, is het lange tijd stil geweest rondom Stols. Er werd bij die gelegenheid zelfs een dummy van die bibliografie aan Stols overhandigd. Intussen werd er blijkbaar in alle rust voortgewerkt aan een passend monument voor Stols, want niet alleen is die bibliografie er nu, er is meteen een Stols-documentatie van gemaakt door C. van Dijk. Dat was aanleiding voor Max Nord om in een uitvoerig artikel in Vrij Nederland van 19 september 1992 (p. 52-57) aandacht voor Stols op te eisen. En onderwijl werkten Salma Chen en Sjoerd van Faassen verder aan de correspondentie tussen Jan Greshoff en Alexander Stols, waarvan dan vorig jaar het tweede deel verscheen onder de titel ‘Stols blijft Stols, denk daarom’.
Het eerste deel van deze correspondentie kwam uit in 1990 onder de titel ‘Beste Sander, Do it now!’, als nummer 24 van de reeks Achter het Boek van het Letterkundig Museum en Documentatiecentrum. Het werd in dit blad besproken door de Stols-kenner C. van Dijk (De Boekenwereld 7 (1990-1991), p. 23-24). Omdat in die recensie de verdiensten van Stols als uitgever en boekverzorger en van Greshoff als vriend en toeleverancier aandacht hebben gekregen, zal ik daar in het onderstaande niet opnieuw uitvoerig bij stilstaan.
Het tweede deel van deze Greshoff-Stolscorrespondentie omvat de brieven uit de jaren 1945-1951. In die periode schreven de vrienden elkaar ruim 200 brieven, waarvan Greshoff zo'n zestig procent voor zijn rekening nam. Omgekeerd zijn niet alle brieven aan Greshoff van Stols zelf afkomstig, omdat de editeurs ook enkele brieven van Boosten & Stols of Stols' zaakwaarnemers hebben opgenomen. Dat Greshoff de meeste brieven schreef, is niet zo verwonderlijk, zeker niet voor deze periode. Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vertrok Greshoff met zijn gezin naar Zuid-Afrika en hoewel hij ook daar al snel een uitgebreide kennissenkring opbouwde, bleef hij levenslang op Nederland en het Nederlandse culturele leven georiënteerd. Ondanks een haat-liefdeverhouding met zijn nieuwe thuisland en enkele pogingen om in Nederlands-Indië of de Verenigde Staten zijn brood te verdienen is Greshoff uiteindelijk in Zuid-Afrika gebleven en verliepen zijn contacten met Nederland en dus met Stols vrijwel uitsluitend via de post.
De bespreking van een briefuitgave als deze kan zich richten op twee aspecten, namelijk op de uitgave zelf, de tekstverzorging door de editeurs, en op de inhoud van de erin opgenomen correspondentie. Over dat eerste aspect kan ik kort zijn. Ik ben zeer ingenomen met deze uitgave die van een grote zorgvuldigheid getuigt wat de teksten betreft. Bovendien is het een fraaie en rijk geïllustreerde uitgave die wat het uiterlijk betreft Stols waardig genoemd mag worden. Toch zijn er bij alle waardering die ik heb, wel enkele vragen te stellen over de wijze van tekstbezorging. De editeurs hebben gekozen voor een mengvorm tussen een tekstkritische en een diplomatische uitgave van de brieven. Zo worden tal van zaken gestandaardiseerd, zoals de dateringen, de ondertekening en de bladindeling. Volkomen terecht. Anderzijds worden de spelling en interpunctie gehandhaafd en verschrijvingen of tikfouten ongewijzigd overgenomen, soms met ‘sic’ of ‘lees’ waarachter de verbetering staat om het geheel leesbaar te houden. Waarom men met deze fouten zo scrupuleus is omgegaan, is mij niet duidelijk. Om te laten zien dat de briefschrijvers zich soms vergissen en fouten maken? Wat mij betreft is dat voor een brieveneditie helemaal niet nodig. Het gaat immers niet om scheppend werk waarbij de varianten wellicht een rol zouden kunnen spelen bij de interpretatie.
De correspondentie wordt net als in het vorige deel vooraf gegaan door een gedegen inleiding en gevolgd door een uitvoerige toelichting in noten bij de doorgenummmerde brieven.
En dan de brieven zelf. Na Greshoffs vertrek braken voor Stols en zijn uitgeverij moeilijke jaren aan. Een mogelijke aanstelling als typografisch adviseur bij de PTT ging niet door en omdat Stols over een uitgeversfonds