42ste druk uit 1862 door Otto van hetzelfde zetsel zijn vervaardigd. Ik kan daar nu aan toevoegen dat ook de 46ste druk van hetzelfde zetsel is gedrukt. Het bijzondere van het nu gevonden exemplaar van de 46ste druk is dat het hier gaat om het uitgeversexemplaar, dat is gebruikt als kopij voor de volgende druk. Op
Ten behoeve van de volgende druk wordt onder meer een drukfout verbeterd (Collectie Bibliotheek Vereeniging; foto UB Amsterdam).
een aantal plaatsen zijn namelijk door of in opdracht van de uitgever met de pen correcties aangebracht. De eerste overgeleverde druk waaraan te controleren valt of de correcties ook geëffectueerd zijn, is de 50ste, verschenen in 1867 bij Otto, en bewaard ter Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Deze druk is, zoals ik in mijn vorige artikel al heb vermeld, van nieuw zetsel geproduceerd. Inderdaad blijken de meeste correcties in deze druk te zijn opgevolgd.
De varianten zijn in een aantal categorieën te verdelen. Ten eerste interpunctievarianten, bijvoorbeeld het toevoegen van uitroeptekens als Hendrik tot de Heer bidt, of het vervangen van komma's door puntkomma's. Ten tweede komt hier en daar een taalkundige of stilistische verbetering voor;
mits dat wordt mits, zal wordt
zult, vraagde wordt vroeg, daarvan wordt
daarover. Ten derde is de tekst op een enkele plaats wat gemoderniseerd. In mijn voorgaande stuk heb ik gemeld dat het muntstuk
zesthalf na de invoering van het decimale stelsel is veranderd in
kwartgulden. In de 50ste druk is de
kwartgulden veranderd in
kwartje. Ten vierde is een drukfout verbeterd, die in alle tot dan toe bij Otto verschenen drukken (voor zover overgeleverd) voorkomt, maar niet in de laatste bij Du Mortier en Zoon verschenen druk die ik onder ogen heb gehad (de 25ste uit 1853). Als Maria haar pop op serviesgoed
A.E.C. van Someren, de derde uitgever van De brave Hendrik (Collectie Bibliotheek Vereeniging; foto UB Amsterdam).
heeft laten vallen, bekijft haar moeder de dienstmeid, maar de dienstmeid wil de ware schuldige niet aanwijzen: ‘Maria had nu ook wel kunnen zwijgen; want hare moeder had op haar vermoeden; doch dit kon zij niet.’ Dit is geworden: [...] ‘want hare moeder had op haar geen vermoeden’ [...]. In alle bovengenoemde gevallen is de druk van 1867 veranderd overeenkomstig de met de hand gecorrigeerde tekst in de druk van 1865.
Dit is echter niet het geval bij de laatste categorie varianten, de spellingvarianten, waardoor in de handschriftcorrecties de spelling wordt geconformeerd aan de nieuwe spelling van De Vries en Te Winkel, bijvoorbeeld: mooije wordt mooie, vrolijk wordt vroolijk, mogt wordt mocht, zamen wordt samen. In het overgeleverde exemplaar van de druk van 1867 blijft mooije echter ongewijzigd mooije, etc. In mijn eerste artikel heb ik vermeld dat bij de fondsveiling van Otto in 1867 exemplaren zijn verkocht in de oude en in de nieuwe spelling van één of meer drukken. We mogen dus aannemen dat Otto nà de 46ste druk van