| |
| |
| |
Agenda
Beurzen
Apeldoorn: Antiquarenbeurs Apeldoorn. Canadianclub, Vosselmanstraat, Apeldoorn: 25 januari, 10.00-17.00 uur.
Toegang f 2,50. Tevens expositie Indische boeken en alle kinderboekenweekgeschenken. Informatie: 055-213042 |
Amsterdam: Europese antiquarenbeurs, RAI Congrescentrum, Europaplein, Amsterdam. Geopend: 27 februari, 16.00-21.00 uur, 28-29 februari 11.00-18.00 uur. |
| |
Tentoonstellingen
‘Voor het goede doel’, Loterijen en collectes op prenten
In museum Het Schielandshuis is tot en met 19 januari 1992 de tentoonstelling ‘Voor het goede doel’, Loterijen en collectes op prenten van de Atlas Van Stolk te zien. De expositie toont hoe door de eeuwen heen het inzamelen van gelden voor liefdadige doeleinden door middel van loterijen en collectes plaatsvond.
Vroeger werden, om aan een loterij bekendheid te geven, ‘loterijkaarten’ gedrukt; deze aankondigingen werden opgeplakt of opgehangen daar waar zij de aandacht van een groot publiek zouden trekken. Bij deze verlotingen werden voornamelijk zilveren voorwerpen als prijzen uitgeloofd. De loterijkaarten hebben meestal een vaste indeling. Bovenaan staat één prent, waarop het doel of een voorstelling met de te winnen prijzen staat afgebeeld. In het tekstgedeelte staan de voorwaarden van de trekking en een beschrijving van de uitgeloofde prijzen, meestal met hun waarde in guldens. Soms komt er ook een ‘Bede aen alle meedoogende menschen’ op voor met stichtende teksten als ‘Denckt wat ghy d'Armen geeft, dat ghy dat leent den Heer’.
Het succes van de loterijen die door particulier initiatief georganiseerd werden bleef niet onopgemerkt. Zo wilde de overheid er ook van profiteren. Op 4 april 1726 werd de Generaliteitsloterij goedgekeurd bij resolutie van de Staten-Generaal. Deze zou later de Staatsloterij gaan heten.
Loterijkaart met brand te Grootebroek op 20 augustus 1694. Ets en gravure (door J. Luiken?) en boekdruk. Van Stolk 2924 (foto: Stichting Atlas Van Stolk, Rotterdam).
Aan het begin van de negentiende eeuw, toen het gevoel van nationalisme hoogtij vierde, begon men ook verlotingen te organiseren ten behoeve van het vaderland. De prijzen waren nu dikwijls produkten van huisvlijt die door burgers werden geschonken. Voorafgaande aan de trekking werden de prijzen tentoongesteld. Deze tentoonstellingen werden niet zelden door leden van het Koninklijk Huis bezocht, die soms ook eigengemaakte handwerken als prijs afstonden. Er waren altijd evenveel loten als prijzen, zodat geen enkele deelnemer met lege handen naar huis ging. Het gevolg hiervan was, dat er wel eens spotprenten verschenen van bijvoorbeeld een ‘gelukkige’ prijswinnaar die een enorm schilderij had gewonnen dat onmogelijk in zijn kleine bovenhuis getakeld kon worden. Dankzij een dergelijke loterij kon in 1841 ‘ter vereering van de heldhaftige zelfopoffering’ van Van Speyk een vuurtoren te Egmond aan Zee opgericht worden. Ook het Rembrandt standbeeld te Amsterdam kon, mede door de opbrengst van een verloting van een album met kunstwerken, onthuld worden in 1852.
| |
| |
Er werden ook collectes gehouden ten behoeve van mensen die verdreven waren uit hun woningen. Tenslotte zijn er enkele gedenkplaten te zien van natuurrampen zoals branden, overstromingen, die uitgegeven werden ‘ten voordeele der noodlijdenden’.
Bij de tentoonstelling verschijnt een vouwblad met meer achtergrondinformatie en een korte beschrijving van alle geëxposeerde prenten.
Adres: Korte Hoogstraat 31, Rotterdam.
Geopend t/m 19 januari 1992, dinsdag t/m zaterdag 10.00-17.00 uur, zon- en feestdagen 13.00-17.00 uur. ■
| |
Haagse stadsgezichten 1550-1800
In het Haags Historisch Museum wordt tot en met 23 februari 1992 een grote tentoonstelling gehouden van topografische schilderijen en tekeningen van Den Haag en omgeving, waarin de ontwikkeling van het stadsgezicht als genre centraal staat.
Voor het eerst worden alle topografische schilderijen uit de periode 1550-1800, die tot de collectie van het Haags Historisch Museum behoren, getoond. Daaronder bevindt zich bijvoorbeeld het spectaculaire, bijna 5 meter brede, ‘Gezicht op Den Haag’ van Jan van Goyen. Deze 62 schilderijen zijn met 90 schilderijen en tekeningen uit binnen- en buitenlandse particuliere en openbare collecties aangevuld.
Behalve van Jan van Goyen is werk te zien van andere bekende kunstenaars als Jan Steen, Gerrit Adriaansz. Berckheyde, Willem Buytewech, Bartholomeus van Bassen, de familie La Fargue, Jan ten Compe en Isaac Ouwater. Maar ook kleinere meesters als Adam van Breen, Cornelis Elandts enAnthony en Jacob van der Croos zijn met werken vertegenwoordigd.
Niet alleen de ontwikkeling van het topografische genre wordt op de tentoonstelling duidelijk gemaakt - van de zestiende-eeuwse voorlopers in vogelvluchtperspectief tot en met de intieme kabinetstukjes uit de achttiende eeuw - maar ook hoe het stadsbeeld van Den Haag in die eeuwen veranderde. Op de zestiende-eeuwse werken zijn nog talrijke huisjes met trapgevels afgebeeld, op de zeventiende-eeuwse verrijzen classicistische gebouwen - zoals de St. Sebastiaansdoelen, waarin het Haags Historisch Museum is gevestigd - en op de achttiende-eeuwse zien we dat de voorname huizen aan de toen heersende mode van statige facades en rijk versierde ingangspartijen zijn aangepast.
De aanleiding voor het houden van deze tentoonstelling is de gelijktijdige verschijning van het eerste deel van de catalogus van alle schilderijen uit het bezit van het Haags Histo-risch Museum. In dit omvangrijke standaardwerk, samengesteld door Charles Dumas, met medewerking van Jim van der Meer Mohr en de museumstaf, worden alle werken uitvoerig
Jan ten Compe, Gezicht op de Hout- en Turfmarkt met de Nieuwe Kerk aan het Spui. Tekening uit de collectie van het Gemeentearchief to Den Haag.
| |
| |
behandeld, waarbij zowel historische als kunsthistorische aspecten aan bod komen. Prijs f 89,50.
Adres: Korte Vijverberg 7, Den Haag.
Geopend t/m 23 februari 1992, dinsdag t/m vrijdag 11.00-17.00 uur, zaterdag en zondag 12.00-17.00 uur. ■
Knipsel van de Amersfoortse knipster Frouke Goudman-Cupido, aanwezig op de tentoonstelling Vier eeuwen papierknipkunst in Museum Flehite te Amersfoort.
| |
Vier eeuwen papierknipkunst
In Museum Flehite in Amersfoort is tot en met 12 januari 1992 een tentoonstelling over papierknipkunst te bezichtigen. Deze tentoonstelling bestaat uit drie hoofdonderdelen. Allereerst wordt aan de hand van teksten en foto's een overzicht gegeven van vier eeuwen papierknipkunst in Nederland. Daarbij wordt onder andere ingegaan op vragen als: hoe is de papierknipkunst in de loop der eeuwen veranderd, waarvoor knipte men, wat waren de onderwerpen en symbolen die men gebruikte etcetera. Ook wordt ingegaan op het materiaal en de techniek.
In het tweede gedeelte van de expositie staat een selectie uit de verzameling van de uit Vreden (vlak over de Duitse grens bij Winterswijk) afkomstige Hermann Gebing centraal. Deze gepassioneerde verzamelaar heeft knipsels uit diverse eeuwen en uit alle hoeken van de wereld bijeengebracht. Heel duidelijk is de evolutie zichtbaar van volkenkundige knipsels naar illustratieve knipsels en knipsels waarbij de artistieke uitdrukkingsvorm voorop staat. Speciale aandacht krijgen ook bijzondere knipsels uit Japan en Israël. Bij de laatste wordt zelfs gebruik gemaakt van lasertechniek.
In het Prentenkabinet van het museum wordt ten slotte aandacht besteed aan twee Amersfoortse knipsters: Joke Varkevisser en Frouke Goudman-Cupido. De eerste werkt vooral ‘traditioneel’ qua voorstelling, maar weet door een speciale techniek een driedimensionaal effect in haar knipsels te bewerkstelligen. Frouke Goudman heeft geheel andere uitgangspunten. Haar voorstellingen lijken collages te zijn van een wit en een zwart stuk papier. In werkelijkheid gaat het om één stuk papier. Door vouwen en knippen worden de gewenste resultaten bereikt.
Adres: Westsingel 50, Amersfoort.
Geopend t/m 12 januari 1992, dinsdag t/m vrijdag 10.00-17.00 uur, zaterdag en zondag 14.00-17.00 uur. ■
| |
Marius Bauer 1867-1932. Een reis door India
Tot en met 27 januari 1992 organiseert Teylers Museum een tentoonstelling over de reis die de Nederlandse kunstenaar Marius Bauer in 1897-1898 door India maakte. Deze reis leidde tot een hoogtepunt in zijn oeuvre en is een verrassend aspect van de Nederlandse kunst omstreeks 1900. Nog nooit werd het materiaal van deze tocht in een enkele tentoonstelling samengebracht.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw maakte Bauer zijn eerste reizen, op zoek naar de onderwerpen van zijn dromen. Terwijl de andere schilders zich beperkten tot de gewone onderwerpen van het Hollandse landschap en de stad, trok Bauer naar Turkije (1888), Egypte (1894) en Rusland (1896). Hoe verder hij kwam, hoe meer hij onder de indruk raakte. In 1898, na de tocht van meer dan vier maanden door India, was hij definitief voor het Oosten gewonnen.
Bauers werk is wel omschreven als fantastisch. Veel van wat hij schilderde zou hij be-dacht hebben en nooit in werkelijkheid zo hebben waargenomen. De vele, tijdens deze expositie voor het eerst getoonde schetsboekjes, onthullen zijn werkelijke verhouding tot de realiteit: het fantastische ontstaat vooral door zijn interpretatie, door, zoals hij het zelf formuleerde, ‘een doorzichtige sluier over de werkelijkheid’. Hij baseerde zich doorlopend op de impressies in zijn reisalbums.
Naast de schetsboekjes omvat de expositie Bauers bekende grote etsen, alsmede brieven,
| |
| |
Marius Bauer, Hindoejongen. Collectie Museum Boymans-Van Beuningen, Rotterdam (foto: F. Frequin).
documenten, foto's en meer dan dertig schilderijen en aquarellen, die grotendeels afkomstig zijn uit particulier bezit. Bij de tentoonsstelling, die eerder te zien was in Kasteel Het Nijenhuis te Heino, verscheen een uitvoerige, geïllustreerde publicatie. Prijs f 39,50.
Adres: Spaarne 16, Haarlem.
Geopend t/m 27 januari 1992, dinsdag t/m zaterdag 10.00-17.00 uur, zondag 13.00-17.00 uur. ■
| |
De Librije van Enkhuizen
In de bovenzaal van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen wordt tot en met 5 januari 1992 de tentoonstelling De Librije van Enkhuizen houden. De collectie van de Librije wordt tegenwoordig bewaard op de eerste verdieping van de Westerkerk in Enkhuizen. Hieruit is voor deze tentoonstelling een selectie gemaakt van 58 boeken uit de vijftiende tot en met de zeventiende eeuw. Vooral is gelet op bijzondere werken, bijvoorbeeld door handschriftelijke aantekeningen of fraaie illustraties. Bij de tentoonstelling is een catalogus verschenen De Librije van Enkhuizen. Prijs f 17,50.
Adres: Wierdijk 18, Enkhuizen.
Geopend t/m 5 januari 1992, maandag t/m zaterdag 10.00- 17.00 uur, zondag 12.00-17.00 uur. ■
| |
De prijs is het bewijs
In de Koninklijke Bibliotheek zal van 25 januari tot en met 28 februari 1992 een tentoonstelling over prijsbanden worden gehouden. De prijsband is een opmerkelijk fenomeen in de Nederlandse bindkunst uit de periode van ca. 1625 tot ca. 1850. Iedere boekliefhebber kent ze wel, die perkamenten banden, in goud bestempeld met onder andere een stadswapen centraal op de platten en linten om het boek te sluiten. In elk antiquariaat, op elke veiling of boekenbeurs, in elke bibliotheek met een oud fonds vindt men er tenminste één, vooral wanneer de verzamelaar of handelaar speciale aandacht voor de klassieken heeft.
Onderzoek van Chris Coppens, conservator bij de Centrale Bibliotheek van de KU Leuven - waarvan de tentoonstelling in de KB wordt overgenomen - heeft geleerd dat de prijsband allerminst een Nederlands fenomeen was. Ook Frankrijk, België, Duitsland en Engeland kenden sterke tradities op dit terrein.
In Nederland werden prijsbanden in de Latijnse School, de voorloper van het gymnasium, bij de overgang cadeau gedaan aan goede leerlingen. De overhandiging van de prijs vond plaats gedurende een plechtig samenzijn, meestal in een van de kerken van de desbetreffende stad en soms begeleid door orgelmuziek. Aangezien in Nederland de scholen gefinancierd werden door de steden, prijkte het stedelijk wapen op de banden.
Dankzij de hulp van de prijsbanden-specialist J. Spoelder kon de tentoonstelling uitgebreid worden met informatie over de plechtigheid waarbij de prijs werd overhandigd, over de opdracht tot het binden van de prijzen, de thema's die gemaakt moesten worden om voor de prijs in aanmerking te kunnen komen en veel meer. In de tentoonstelling zijn ook prijsbanden opgenomen die uitgereikt werden door kerkelijke instellingen, privépersonen en niet-stedelijke scholen. Ook deze banden hadden tot doel iemand een speciale beloning te geven voor een bijzondere prestatie.
Aan de catalogus De prijs is het bewijs, vier eeuwen prijsboeken, door Chris Coppens, met een inleiding van Jan Storm van Leeuwen (Centrale Bibliotheek KU Leuven, 1991) is voor
| |
| |
de KB een speciaal katern met inleiding van onder andere J. Spoelder toegevoegd.
Adres: Prins Willem-Alexanderhof 5, Den Haag Geopend t/m 28 februari 1992: tijdens werktijden. ■
Prijsband Rotterdam 1711. De perkamenten band is met goud bestempeld en heeft twee paar groene sluitlinten (foto KB, Den Haag)
| |
Aanwinsten prenten en tekeningen
In het Rijksprentenkabinet te Amsterdam is t/m 1 maart 1992 de aanwinstententoonstelling te zien. De prentverzameling werd verrijkt met bladen die opvallen door een grote verscheidenheid. Enkele zestiende-eeuwse gravures behoren tot de vroegst te dateren aankopen. Van iets later datum zijn fraaie werken van Giorgio Ghisi (1520-1582) en Hendrick Goltzius (1558-1617), meesters van wie het prentwerk vrijwel compleet in het prentenkabinet aanwezig is.
Verschillende verzamelingen werden uitgebreid. Hierbij is vooral aandacht besteed aan de buitenlandse scholen. De collectie kleurendrukken werd verrijkt met diverse kleurenmezzotinten, waaronder vier sfeervolle werken van de Deen Peter Ilsted (1861-1933). Ook de verzameling kunstenaarsportretten werd aangevuld evenals de collectie ornamentprenten, waaraan verschillende zeldzame bladen zijn toegevoegd. Daarnaast zijn er werken uit de Duitse romantiek aangekocht, zodat ook deze periode nu beter vertegen-woordigd is. Ook door schenkingen is de prentenverzameling verrijkt. De belangrijkste zijn de reeks etsen door Charles Meryon (1821-1868) en een groep prenten uitgevoerd in drogenaald van de hand van Muirhead Bone (1876-1953).
De aanwinsten op het gebied van de tekenkunst zijn niet zo talrijk, maar wel van hoge kwaliteit. Een belangrijke aankoop is een tekening door Paulus van Vianen (ca. 1570-1613). Het betreft het ontwerp voor de zilveren plaquette De Godenmaaltijd (1604), die sinds 1920 in bezit van het Rijksmuseum is. Uit de verzameling van L.A. Houthakker werden zeven tekeningen verworven, waaronder twee ontwerpen voor gebrandschilderde ramen door Dirck Crabeth (werkzaam ca. 1540-1574) en een schitterend ontwerp voor een kroonluchter van de hand van Jean-Demosthène Dugourc (1749-1825). Het grote bestand aan Hollandse tekeningen uit de zeventiende eeuw kon worden uitgebreid met werk van onder andere Jan Asselijn (1610-1652) en Adriaen Honich (gestorven na 1673). Zeldzaam is het boekje met 45 tekeningen door Cornelis Saftleven (1607-1681). Ook andere collecties werden door aankopen of schenkingen aangevuld. Een hoogtepunt in de verzameling Engelse aquarellen is Gezicht op Farnley Hall in Yorkshire door Joseph Mallord William Turner (1775-1851). Een andere belangrijke aanwinst is een Indiase miniatuur met een bijzonder expressieve voorstelling van een door jagers aangevallen olifant (Kotah, 1720).
Op documentair gebied werd een ensemble van 182 tekeningen en verschillende series prenten door Johan Braakensiek verworven. Adres: Stadhouderskade 42 (rechter hoofdingang), Amsterdam.
Geopend t/m 1 maart 1992, dinsdag t/m zaterdag 10.00-17.00 uur, zondag 13.00 - 17.00 uur. ■
| |
Rectificatie
In De Boekenwereld 8 (1991-1992), nr. 1, p. 28 is in de linkekolom, regel een, een hinderlijke fout geslopen. Men dient te lezen: In januari 1896 verscheen het eerste nummer van De Hollandsche Revue. ■
|
|