| |
| |
| |
Veilingen
Christie's 21 mei
Op 21 mei veilde Christie's te Amsterdam 228 kavels grafiek van moderne en hedendaagse kunstenaars. Er werden 185 kavels verkocht voor een totaal van iets meer dan f 550.000,- (exclusief veilingkosten), oftewel gemiddeld bijna f 3.000 - per kavel. Hiervan waren er 71 die minder dan f 1.000,- opbrachten, maar tezamen toch nog altijd goed voor f 47.760,-. Er waren ook 13 kavels met een taxatie onder de f 1.000 - die meer opbrachten: tezamen f 21.200,-. In totaal waren er 79 kavels met een taxatie van f 1.000,- of minder.
Waarvoor nu deze cijfers en de nadruk op f 1.000,-? Opdat ieder zijn eigen conclusies kan trekken ten aanzien van de beleidslijn die het concurrerende Sotheby's sinds dit jaar hanteert: er worden geen werken meer geveild met een taxatie die lager is dan f 1.000,-. Voor het Boekenwereldpubliek heeft dit de konsekwentie dat er geen prentveilingen meer zullen plaatsvinden in het gebouw aan de Nes, dat overigens door het veilinghuis aan het eind van het jaar verlaten zal worden om zich voortaan uitsluitend aan het Rokin te manifesteren.
De laatste prentveiling van Sotheby's en de veiling van Christie's laten zien hoe enkele grote vissen die in de massa der kleintjes zijn meegekomen het gemiddelde omhoogtrekken. Vorig jaar was het bij Sotheby's een atlas van f 63.000-, terwijl bij Christie's een aantal prenten van Escher (in totaal waren er 17) en Duitse expressionisten de gemiddeldes opjoegen. De toekomst zal moeten uitwijzen of de inzenders blijven aankloppen bij een huis dat alleen exclusiviteiten wil veilen in kleine veilingen, en de mindere dingen doorzendt naar een plaats waar men er niet zeker van is of de inzending ook zal opbrengen wat hij feitelijk waard is. Zal een veilinghuis dat bovendien weinig nummers veilt - en dus dunne catalogi produceert - nog zijn geloofwaardigheid kunnen houden bij de inzenders die misschien meer uitgaan van een algemene indruk van levendigheid dan nauwkeurig de totaalopbrengsten en jaarcijfers vergelijken?
In ieder geval lijkt het mij aan de hand van de mei-veiling van Christie's duidelijk dat ook met prenten onder de f 1.000,- de gemiddelde opbrengst van een veiling bevredigend kan zijn als de basis maar goed is.
In een internationaal deelnemersveld viel daar de Japanse belangstelling voor Escher op: de houtsnede Dag en Nacht (B.303) vertrok bij een taxatie van f 8.000,- - f 12.000, -
Hendrik Nicolaas Werkman, Zuiderzee eiland 3, 648 × 497 mm. Monotype in kleuren uit ca. 1935-1937. Verkocht bij Christie's Amsterdam op 21 mei 1991, nr. 182, voor f 10.000,-.
voor f 22.000 - naar het land van de Rijzende Zon. Ook de litho Waterval (B.439) verkocht bij dezelfde taxatie voor f 22.000,-. De andere prenten van Escher bleven rond de taxaties, waaronder enkele fraaie, minder vaak geziene mezzotinten zoals de Druppel (B.356): opbrengst f 17.000,-, taxatie f 12.000,- - f 16.000,-; Vlakvulling I (B.373): opbrengst f 6.000-, taxatie f 5.000 - - f 7.000,- en Vlakvulling II (B.422): opbrengst f 5.500-, taxatie f 3.000 - - f 5.000,-.
De dure prenten waren te vinden bij de expressionistische Duitse houtsneden, afkomstig uit twee Belgische collecties, namelijk van de kunstkriticus Roger Avermaete en van het kunstenaarsechtpaar Heinrich Campendonck en Edith van Leckwijck: Conrad Felixmüller, Verlobung, 1917/18: f 5.500 - (taxatie f 3.000,- - f 5.000,-); Conrad Felixmüller, Der Sohn, 1918: f 3.800,- (taxatie f 2.000,- - f 3.000,-); Ernst Ludwig Kirchner, Tanz, 1926:
| |
| |
f 7.000,- (taxatie f 7.000,- - f 10.000,-); Karl Schmidt-Rottluff, Drei am Tisch, 1914: f 18.000,- (taxatie f 12.000,- f 16.000,-); Erich Heckel, Schneetreiben, 1914: f 10.000,- (taxatie f 10.000,- - f 15.000,-); Franz Mare, Geburt der Pferde, 1913: f 36.000,- (taxatie f 10.000,- - f 15.000,-); Franz Mare, Die Hirtin, 1912, waarschijnlijk een van tien exemplaren: f 18.000,- (taxatie f 6.000,- - f 8.000,-). Dat niet alle grafiek in dit genre even makkelijk tegen elke prijs verkoopt, bewezen twee Kirchners, Die Frau im Garten, 1916 en Erinnerung, 1926 die werden opgehouden voor respectievelijk f 8.500,- en f 7.500,-, een Max Pechstein, Kühe, 1919 en een Erich Heckel, Mann in der Ebene, 1917, die beide werden opgehouden voor f 6.500,-.
Bij deze prijzen valt de Nederlandse grafiek in het niet, en wie een financieel volwaardige grafiekveiling wil organiseren moet zich dus wel verzekerd weten van buitenlands werk. Behalve Escher haalt slechts het werk van Jan Toorop een internationaal prijsniveau. Hij was hier onder andere vertegenwoordigd met de fraaie litho De Zaaier, anders dan de titel doet vermoeden feitelijk twee jonge vrouwen (het Verlangen en de Berusting) weergevend tegen een symbolistische achtergrond met bloemen, sterren, een zaaiende figuur, twee duiven en een vijver met twee zwanen: opbrengst f 8.000,- (taxatie f 3.000,- - f 5.000,-) en het bescheiden etsje Kanaal met schilder, dat met opdracht aan een Domburgse kennis f 1.800,- deed (taxatie f 1.200,- - f 1.600,-).
In de prijsklasse tussen ca. f 5.000,- en f 2.000,- die in de veiling ruim vertegenwoordigd was met namen als Christo, Jim Dine, Keith Haring, Mary Cassett, Mare Chagall, James Ensor, (naar) Ferdinand Léger, Jean-François Millet, Joan Miro, Pablo Picasso etc, komen we ook wat Nederlandse prenten tegen. Johan Dijkstra, Chez Dicque, Rue d'Or, Table des Génies, een fraaie in twee kleuren gedrukte expressionistische houtsnede uit 1926 deed f 4.500,- tegen de wat optimistischer verwachting van f 4.000,- - f 6.000,-; Charley Toorop, een forse droge naald-ets, in de catalogus omschreven als The card game, maar volgens de oeuvrecatalogus die aan de kunstenares gewijd is een portret van het boerengezin Akerboom uit Bergen: f 2.600,- voor een Nijmeegse verzamelaar (taxatie f 1.000,- - f 1.500,-). Dit exemplaar van de prent was ook historisch interessant doordat uit de opdracht ‘Voor Henny van Charley’ bleek dat deze afdruk ooit was geschonken aan de schrijver Hendrik Marsman met wie de kunstenares in 1924 - ook het jaar waarin de prent ontstaan was - een korte, maar hevige liefdesrelatie had.
Tussen de f 2.000,- en f 1.000,- kon men terecht voor: de Cobra-litho's uit de vroegere periode (Appel: f 1.800,- en f 1.600,-; Corneille: f 3.000,-, f 1.200,-, f 1.500-, etc), Samuel Jessurun de Mesquita, Vrouw die de vloer schrobt, fraaie grote houtsnede, f 1.900,- (taxatie f 1.500,- f 2.000,-) en Bart van der Leek, Vrouw met koe, litho uit 1921, f 1.900,- (taxatie f 1.200,- - f 1.600,-). Tussen f 1.000,- en f 500,- blijft de grote groep Nederlanders steken: middelmatige recente Cobra-litho's, Kees van Bohemen, Eugène Brands, Bram van Velde, Peter Alma, Johan van Heil, Lodewijk Schelfhout en Jan Wiegers.
Een aparte vermelding verdienen tenslotte nog de opbrengsten van twee monotypes door Hendrik Nicolaas Werkman, unieke drukken die zich op de grens van de schilderkunst en de grafische kunst begeven en eigenlijk maar zelden op de markt verschijnen: Zuiderzee eiland 3 was door een vorige eigenaar achter ontspiegelend glas ingelijst en verloor daardoor (tijdelijk) veel van zijn potentie maar haalde toch keurig de taxatie van f 8.000,- - f 12.000,-: opbrengst f 10.000,- (zie afbeelding). Buiten catalogus verscheen een abstracte compositie die f 11.000,- opbracht.
Al met al moge duidelijk zijn dat het niet
eenvoudig is om een dergelijke grafiekveiling
in Nederland bijeen te brengen, maar niet onmogelijk. Het is te hopen dat Christie's deze lijn kan voortzetten. ■
R.J.A. te Rijdt
| |
Van Stockum, 19 en 20 juni
‘Qui se humiliat Exaltabitur’
Bovengenoemde spreuk - wie zich vernedert zal verhoogd worden - siert, met het bijbehorende prentje uit de bundel Emblemata, emblèmes chrestienes et morales van Zacharias Heyns, het omslag van de catalogus. Voor wie verbanden zoekt, wordt het moeilijk. Stellig, een zekere bescheidenheid kan de heren Pruimers en De Jongh niet ontzegd worden, maar ‘zich vernederen’ is toch het woord niet. Dat bij deze firma commissies zeer correct behandeld worden, is een feit en verdient zeker lof, maar lijkt me geen echte verklaring voor de spreuk. Dan het kleine boekje maar. Het kleinste boekje van de veiling, Bloemhof- | |
| |
je, 13 × 9 mm., blijkt het duurste boek van de veiling. Genoeg, nu de feiten.
Bij de afdeling ‘manuscripts and documents’ bevonden zich vele interessante zaken. Een drietal voorbeelden: een Inkoopboek van de boekhandelaar P. Out uit Koog a.d. Zaan, i872-'77, 558 p., f 600,- (f. 700,-), een verzameling ontwerpen, tekeningen en instructies voor de uitvoering van dames- en kinderkleding in ‘Art Déco’, 1927-'28, 4 dln., dit alles van Esther Hella (Frans kostuumontwerpster) voor f 1.100,- (f 600,-) naar Rosenthal en van de hand van Bronckhorst van Weerdenburgh Receptenboek voor zieke paarden, 128 p., 1657, f 2.100,- (f 1.000,-).
Bij de oude boeken veel fraais, veel geks. Om met het laatste te beginnen, vier matige tot slechte exemplaren van diverse atlassen (Blaeu, Chiquet, Colom, Elwe) gaan alle voor anderhalf tot twee maal de taxatie naar dezelfde commissie 205; wellicht de heer Ketting? Vervolgens blijft een mooi exemplaar van Schotanus' Uitbeelding der heerlijkheit Friesland met f 3.200,- onverkocht. Het echte biedwerk krijgen we pas bij Caartboeck van alle dorpen en polders gelegen i.d. lande v. Oost & West Voorne, het wordt dringen bij de heren liefhebbers, maar de winnaar heeft dan ook voor f 10.000,- (f 3.000,-) een echt mooi boek.
De bijbels vinden tegen bescheiden prijzen hun weg naar de kopers. Op het geschiedwerk van Bor rust kennelijk geen zegen, ook deze keer gingen de gehavende delen (voor de beschrijver toch een ‘acceptable copy’) weer retour. Van Goor Beschryving derstadt en lande van Breda, 1744, met 19 illustraties, f 1.900,- (f 1.600,-), Chronycke van Hollant, Zeelant ende Vrieslant, 1585, met portretten in houtsnede f 1.900,- (f 1.500,-) en van Esdre Inleiding tot de kennisse der natuurlyke wysbegeerte enz. 1782-'88, 6 dln., met 46 uitvouwbare platen, f 1.000,- (f 750,-), noteerden redelijke prijzen.
Smullen vond ik Elegantia, of tydschrift van mode, luxe en smaak voor dames, jaargang 1, 1807, met 4 patronen en 42 handgekleurde platen, f 1.400,- (f 750,-). Niet te volgen: de taxatie van Alle de Spelen van Bredero (1622); f 1.600,- voor een exemplaar zonder titel en zonder portret lijkt mij nogal dwaas (ik heb dit exemplaar zien veilen voor f 375,- en niet eens zo lang geleden!). Evenmin te volgen was de verkoop van een uiterst onaangenaam Vermakelijck landtleven, 1669, van Van der Groen en Nylandt; ging de eerste dwaasheid nog terug voor f 900,-, de tweede werd voor datzelfde bedrag verkocht. Nog wat prijzen: Hazeu Kinder-pligt en zinnebeelden, 1789, met 15 aantrekkelijke gravures f 225,- (f 130,-), het in het begin reeds genoemde boek van Heyns f 1.100,- (f 1.000,-), een zeer fraai exemplaar van de Tegenwoordige Staat der Verenigde Nederlanden, de 4 dln. Friesland f 1.500,- (f 900,-) en weer enigszins verbazingwekkend 29 van de 37 dln. van de Houttuynuitgave van Linnaeus Natuurlyke historie enz., 1761-'85, f 2.600,- (f 3.000,-!!). Versameling van eenige gewichtige gront-regels der chr. leere van De Labadie, een zeldzaam werkje uit 1666, bracht terecht f 875,- (f 500,-) op. Goedkoper was de handelaar uit die z'n hand opstak bij Le Francq van Berkhey Natuurlyke historie van Holland, 1769-1811, met 99 (102) uitvouwbare platen; voor f 1.500,- (f 2.500,-) mocht hij de negen delen meenemen.
Een verhaal apart vormden de miniatuurboekjes en in het bijzonder Bloemhofje van V(an) L(ange), 1673, 13 × 9 mm., in een rood lederen bandje met gouden slot; de televisie was weer eens aanwezig om de verkoop van iets bijzonders te registreren (gezien het formaat duidelijk iets voor het jeugdjournaal). Met een krachtige telelens werd voorkomen dat alleen de goed verzorgde hand van degeen die het boekje ophield in beeld kwam. Na een inzet van f 6.000,- werd een eindbod van f 19.500,- (het dubbele van de schatting) bereikt. Toen de tegenbieder na zijn mislukte poging het pand verliet, voegde de veilinghouder hem toe: ‘ik ben toch blij dat u er was vanmiddag’.
Eveneens heel zeldzaam, maar minder spectaculair was Dat Paradijs der Liefhebbende Siele, 's Hertogenbosch 1535, dat met f 3.400,- de taxatie van f 5.000,- niet haalde, maar wel verkocht werd. Een begerenswaardige set was in mijn ogen Beschryving van oud en nieuw Rome enz., 1704, met resp. 85 (88) grote platen en 35 illustraties op 15 platen / 18 uitvouwbare platen; dit allemaal nog tot daar aan toe, maar de banden... kortom f 4.200,- (f 1.800,-). Een heel gek boekje I Sette Salmi Penetentiali, (1665?), met 15 bizarre prentjes, f 1.500,- (f 500,-). Tot slot nog een uitschieter: J.C. Wagner Interioria Orientis detecta, een Duitse reisbeschrijving van het Nabije en Verre Oosten, haalde met 33 aantrekkelijke platen (voor een deel ontleend aan de reis van Wouter Schouten) f 6.400,- (f 2.500,-), maar wel voor commissie 205. ■
J.A. Borst
| |
| |
| |
| |
| |
Louis Moorthamers: this is Belgium, 1 juni
De veilingzaal van Galerie Falmagne te Brussel is om twee uur vol, overvol gelopen met mannelijke - de vrouwelijke lieten het weer afweten - boekenkoesteraars. Het is sinds oktober '90 geleden dat ze nog eens tussen een Moorthamers-lading - 260 nummers - overwegend oude en enkele moderne boeken hebben kunnen verpozen. Het is lekker warm in de zaal. Buiten staat er immers een zeldzaam-zomerse zon die met aandrang op de lichtkoepels straalt. Die boeken toch.
Zoals altijd is er wat naar ieders gading. Den verstandigen Koek, Antwerpen, Godt-gaf Verhulst den Jongere, 1671, 4o, 52 blz., moderne halve kalfslederen band stilde iemands honger voor 42.000 BF. Voor velen echter zou de veiling een Tantaluskwelling - de boeken onder, de zon boven - blijven. De meeste boeken zouden prijzig uitvallen. Wie wat gekocht of verkocht heeft, zal ik wegens kiesheid niet vertellen. Ik wil me namelijk niet in het Britse vaarwater wagen, waar verslaggevers verklappen wie - met naam en toenaam - wat bemachtigd heeft, en ik zal me er ook van weerhouden langs-de-neus-weg geschonken waarheden als ‘dat ging naar de Nederlandse handel’ te vergooien. Een vraag voor wie weg is van raadseltjes. Wie verwierf de 32 afleveringen, met 548 gekleurde platen van het Parijse tijdschrift Trés Parisien...La Mode, 1921-1925, voor 340.000 BF (100.000 geschat) en de 199 platen uit La Gazette du Bon Ton, 1920-1922, voor 185.000 BF (80.000 BF): een handelaar of een privé-persoon? Of nog: wie borg het lot van bijna 8.000 devotieprenten en boekillustraties in zijn winkel: een Nederlander of een Belg? Antwoord niet te vlug op de laatste vraag!
This is Belgium. Wij houden van geschiedenis. Voor Bors Oorsprongk...van de Nederlantsche Oorloghen van 1617 (?) werd gestreden tot 150.000 BF (in 1983 scoorde het werk al 135.000 BF bij Moorthamers). C. Aurelius' Cronycke van Hollant, 1517 wordt 310.000 BF (in 1985 op een Van Gendt-veiling f 7.000,-) gegund en Van Gouthoevens kroniek in 1620 door Verhaghen in Dordrecht gedrukt 50.000 BF. Dat ook wereldgeschiedenis wordt gewaardeerd bewijst Rolevincks Fasciculus temporum, Utrecht, Jan Veldener, 1480 met zijn 440.000 BF (350.000 geschat). Of gaf de drukkersplaats Utrecht en niet het relaas van de wereld de doorslag?
Wij houden van kruiden en planten en bomen en vogels. De eerste editie van Dodoens'
| |
| |
kruidenboek drukte Jan vande Loe in 1554, was in een nieuwe band gestoken en plukte 550.000 BF (estimatie 250.000) Voor de druk van Van Ravelingen uit 1618 van hetzelfde werk werd 150.000 BF betaald. Voor de gekartonneerde band met Duhamel du Monceaus Traité des arbres fruitiers..., 1768, 180 platen, viel de hamer, zeg maar pen van de veilingmeester krachtig neer bij 130.000 BF (60.000). Het appeltje voor de dorst van Knoop, nl. zijn Pomologia...Fructologia...Dendrologie, (s.d.), met 39 in de tijd geaquarelleerde platen oogstte 55.000 BF (30.000 BF) en Edwards' Histoire naturelle d'oiseaux peu communs en zijn vervolg, 1745-1751 en 1758-1764, 362 geaquarelleerde platen, contemporaine marokijnbanden, mocht prat gaan op 520.000 BF (600.000 BF).
Wij weten graag waar we staan en gaan. Met de kaart van Vlaanderen aan de wand, gedrukt in Venetië anno 1559, niet gekleurd, prijsetiketje: 150.000 BF. Voor de padvinders wezen verschillende atlassen van Blaeu, in perkamenten uitgeversband, uit 1667 of 1645 de weg: het tweede deel met 40 in de tijd gekleurde kaarten van Zweden enz. 220.000 BF, het zevende en achtste deel met 73 dito kaarten van Frankrijk en Zwitserland 320.000 BF, het negende deel met 60 in de tijd gekleurde kaarten van Italië 420.000 BF. Een houvast bieden ook de folianten met kaarten en gezichten. Le Roys Castella & Praetoria Nobilium Brabantiae, Leiden 1699 behaagde tot 140.000 BF (80.000 BF). Le Grand Thédtre Sacré du Duché de Brabant, La Haye 1729 vroeg 120.000 BF (60.000 BF) entree. Sanderus was met twee edities vertegenwoordigd. De Flandria Illustrata van 1735 gaf zijn schatten prijs voor 280.000 BF (200.000 BF) en Verheerlykt Vlaanderen, ook van 1735, voor 270.000 BF (200.000 BF). Deze laatste realiseerde in maart 1989 op de Moorthamersveiling 200.000 BF. Merian met zijn Topographia Germaniae inferioris beveelt zich aan als gids door de zeventien Nederlandse provinciën, kostprijs 190.000 BF (120.000 BF). Hoeft het gezegd dat deze topografische werken stuk voor stuk mooi waren? Van de negental werken over Zwitserland boekstaven we de vier banden van Zurlaubens Tableaux, 1780-1788: 700.000 BF (500.000 BF). Een gehavende band, achterplat los, met meer dan 200 platen van hetzelfde werk was toch nog goed voor 410.000 BF (150.000 BF).
We zijn liefhebbers van de literatuur. Nederlandse letterkunde was niet van de partij, maar de Franse wel. De werken van Molière b.v.: de zes volumes gr. in-4o, Parijs 1734, met illustraties van Boucher werden voor 160.000 BF (80.000 BF) afgeklopt. En de geïllustreerde werken van J.J. Rousseau, London 1774-1783, 12 volumes in-4o gingen de zaal uit voor 110.000 BF (60.000 BF).
Naar mijn gevoelen mogen de inbrengers tevreden zijn met de behaalde resultaten, want de prijzen liggen hoger dan in de vorige jaren. En misschien geeft dat ook de kopers moed: de prijzen stijgen ongetwijfeld nog. Het oude boek - en zeker het minder dure - is aan een langzame opmars begonnen. In België, bij Moorthamers. ■
Mare Cappaert
|
|