| |
| |
| |
Agenda
Veilingen
sotheby's. Rokin 102, 1012 KZ Amsterdam, 020-275656: tekeningen, kijkdagen 11-13 november, veiling 14 november; boeken & grafiek, kijkdagen 30 november, 1-2 december, veiling 3 december e.v.
bubbkuyper. Jansweg 39,2011 KM Haarlem, 023-323986: boeken & grafiek, kijkdagen 17-19 november, veiling 21-22 november.
burgersdijk & niermans. Nieuwsteeg 1, 2311 RW Leiden, 071-121067/126381: boeken & grafiek, kijkdagen 23-25 november, veiling 27-29 november.
van stockum's ant. b.v. Prinsegracht 15, 2512 EW Den Haag, 070-3649840/41: grafiek, kijkdagen 12-14 oktober, veiling 17 oktober; boeken, kijkdagen 30 november, 1-2 december, veiling 5-7 december.
| |
Beurzen
Bond van handelaren in oude boeken Pieterskerk, Leiden: 28 oktober, 11.00-18.00 uur. Toegang f 3,-.
Nederlandse antiquarenbeurs. Beyneshal, Stationsplein, Haarlem: 9 november, 14.00-22.00 uur, 10 november 11.00-18.00 uur, 11 november 11.00-17.00 uur. Entree f 4,-/Passe-partout f 6,-.
| |
Tentoonstellingen
Piet van der Hem
De Atlas Van Stolk exposeert t/m 28 oktober in het Rotterdamse Schielandhuis politieke tekeningen en prenten van Piet van der Hem. Getoond wordt een aantal recent verworven tekeningen, aangevuld met vroegere aanwinsten. Van der Hem was tussen 1914 en 1936 in enkele weekbladen een bekend tekenaar. Zijn werk geeft een scherp beeld van ontwikkelingen in die roerige tijd van de Eerste Wereldoorlog tot in de jaren '30.
Piet van der Hem werd in 1885 in Friesland geboren. Hij volgde een tekenopleiding in Amsterdam en werkte in 1907 een jaar in Parijs. Over zijn Parijse werk werd opgemerkt: ‘..Van der Hem is nog wel een Fries!, maar allerminst een stijve Fries. Fransche geest sprankelt uit zijn werk. Hier is een teekenaar van bewonderingswaardige vaardigheid en lenigheid en klaarheid en puntigheid.’
Zijn werk wekte de belangstelling van de hoofdredacteur van het weekblad De Nieuwe Amsterdammer. Hij zag in Van der Hem ‘één van de allerbeste jonge tekenaars’ en vroeg hem de wekelijkse politieke prent te maken. Uit deze Nieuwe Amsterdammer-tijd, van 1914 tot 1918, zijn op de tentoonstelling enkele litho's te zien. De Eerste Wereldoorlog en de gevolgen ervan voor het neutrale Nederland leverden de stof voor vaak felle prenten.
Na een aantal jaren voor andere bladen te hebben getekend, werd Van der Hem van 1923 tot 1935 de vaste tekenaar van De Haagse Post. Het waren twaalf roerige jaren die Van der Hem kon illustreren: de internationale conferenties na de Eerste Wereldoorlog, de grote crisis van 1929 en de opkomst van Hitler-Duitsland. Ook Nederlandse ontwikkelingen boden genoeg onderwerpen. Colijn komt op verschillende tekeningen voor, bijvoorbeeld als kruidenier, die inkomsten en uitgaven in balans probeert te brengen.
Als tekenaar van de wekelijkse politieke prent voerde Van der Hem de ideeën uit van de redactie. Het onderwerp van de ‘plaat’ werd bepaald op de wekelijkse redactievergadering, die dan ook wel de ‘platenvergadering’ werd genoemd. Van der Hem legde zijn gedachte vast in enkele lijnen. De schets werd dan vaak aangepast aan de wensen van de redactie. De volgende ochtend moest de definitieve tekening klaar zijn. Na 1935 stapte Van der Hem over naar het dagblad de Haagsche Courant. Na de Tweede Wereldoorlog is nog maar een enkele politieke tekening van Van der Hem verschenen. Tot zijn dood in 1961 legde hij zich toe op zijn specialiteit, het schilderen van portretten. Bij de tentoonstelling is een vouwblad te koop (fl. 1,00).
adres: Korte Hoogstraat 31, Rotterdam.
geopend: t/m 28 oktober, dinsdag t/m zaterdag 10.00-17.00
uur, zondag 13.00-17.00 uur.
| |
Gheprint te nymeghen. drukkers, uitgevers en boekverkopers te nijmegen 1479-1794.
In het Nijmeegs Museum Commanderie van Sint Jan is tot en met 21 oktober 1990 een expositie te bezichtigen over drie eeuwen boekgeschiedenis in de vaderstad van de eerste persoon die in ons land een (met losse lettertekens) gedrukt boek uitgaf, Gherit van der Leempt. In 1473 had hij te Utrecht deze beslissende stap gezet; zes jaar later zag zijn eerste publikatie in zijn eigen stad het licht. Daarmee begon voor de keizerstad een tot op de dag van vandaag belangrijke tak van nijverheid. De expositie omvat de eerste drie eeuwen van de geschiedenis van het Nijmeegse boek, tot aan de komst van de Fransen in november 1794. In die ruim drie eeuwen hebben 45 boekdrukkers en/of uitgevers een groot aantal boeken, pamfletten en plakkaten doen verschijnen. De bekendste onder hen zijn Petrus Elsenius in de zestiende eeuw, Nicolaes van Hervelt, Andries van Hoogenhuysen en Reynier Smetius in de zeventiende, en Hendrik Heymans, Isaac van Campen en de familie Van Goor in de achttiende eeuw. Zij produceerden drukwerk dat voornamelijk via de lokale markt werd afgezet. De tentoonstelling geeft dan ook een beeld van drie eeuwen culturele belangstelling in Nijmegen, weerspiegeld in de uitgeversfondsen.
| |
| |
Onder de gelijknamige titel is een uitvoerige studie van de hand van Paul J. Begheyn S.J. en Els F.M. Peters verschenen. Dit boekwerk, dat verschijnt als deel 6 in de serie ‘Catalogi van het kunstbezit van de Gemeente Nijmegen’, geeft enerzijds een beschrijving van het boekbedrijf van alle Nijmeegse drukkers en uitgevers, anderzijds wordt een zo volledig mogelijke lijst van al het door hen vervaardigde drukwerk gepresenteerd.
adres: Franse Plaats 3, Nijmegen,
geopend: t/m 21 oktober dagelijks van 10.00-17.00 uur, zondag van 13.00-17.00 uur.
| |
Poolse boekdrukkunst, 1400-1800 in de koninklijke bibliotheek
De universiteitsbibliotheek van Kraków, herbergt binnen haar muren een belangrijke collectie boeken die nog in hun oorspronkelijke band steken. Dankzij een al lang lopend contact tussen de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en de Jagiellonski-bibliotheek (genoemd naar het koningsgeslacht uit de 15de en 16de eeuw), kan de Koninklijke Bibliotheek nu een tentoonstelling van 150 Poolse boekbanden uit het bezit van deze bibliotheek tonen.
Het accent ligt in de tentoonstelling op de boekband uit de 15de en 16de eeuw. Verder zijn ook banden te zien uit de tijd dat Polen een onafhankelijke koninkrijk was, tot 1800. De vele verschillende manieren van bandversieren die in Polen in die tijd gebruikelijk waren, komen aan de orde. Verder is, in samenspraak met de Koninklijke Bibliotheek, de keuze van de tentoon te stellen banden zó bepaald dat ook de verschillende gebruikte bindtechnieken te zien zijn. De Poolse boekband is in de middeleeuwen meer door Duits werk beïnvloed en in de renaissance vooral door Italiaans werk. Beide invloeden werden op een eigen wijze verwerkt. Daarnaast kende men in Polen geheel eigen stijlen, bijvoorbeeld dat op de platten van de banden reeksen gotische bogen gestempeld werden, waaronder figuren van heiligen, deels in blinden deels in goudstempeling. Bij veel banden verschilt de versiering van voor- en achterplat. Soms betreft het maar kleine zaken, maar geregeld is het hele stempelpatroon anders of, indien het voorplat in goud gestempeld is, is vaak het achterplat in zilver uitgevoerd.
In de renaissance gaven Poolse vorsten vaak opdracht fraai versierde boekbanden te maken. Zij kregen dan hun wapen of embleem op de platten, al dan niet in combinatie met een tekst die op hen betrekking had. De tentoonstelling laat vele voorbeelden daarvan zien, waaronder banden voor koning Sigismundus Augustus, die dankzij archiefonderzoek sinds kort aan enkele Krakówse binders kunnen worden toegeschreven. Tussen de banden uit later tijd vallen enkele op die voor instellingen gemaakt zijn, zoals voor de Jagiellonski-bibliotheek zelf.
Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus. Prijs ca. f 30.-.
adres: Prins Willem-Alexanderhof, Den Haag.
geopend: t/m 19 oktober, maandag t/m vrijdag 9.00-17.00 uur.
| |
Tsjechoslowaakse kunstenaar & haags boekhandels archief
In het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum/ Museum van het Boek zijn t/m 6 oktober twee kleine tentoonstellingen te bezichtigen. Éen ervan betreft een verzameling boekillustraties en exlibris van de Tsjechische kunstenaar Albín Brunovský (geb. 1935), die in Nederland vooral bekendheid heeft gekregen door zijn illustraties voor o.a. uitgaven van de Arethusa Pers.
De andere tentoonstelling is een presentatie van het archief van de Haagse boekhandel Van Cleef, dat het museum in bruikleen heeft gekregen.
adres: Prinsessegracht 30, Den Haag.
geopend: t/m 6 oktober, maandag tot en met zaterdag van 13.00 tot 17.00 uur.
| |
Kraamkamers van de kunst
Door de eeuwen heen hebben kunstenaars niet alleen zichzelf en hun collega's talloze malen in beeld gebracht, maar ook de omgeving waarin zij werkten: de plaatsen waar de kunst wordt geboren. Het Rijksprentenkabinet toont dit najaar deze ‘Kraamkamers van de kunst’ in tekeningen en prenten, uit eigen bezit. Het geheel wordt geïllustreerd met gereedschappen en hulpmiddelen die in het verleden (en soms ook nu nog) werden gebruikt. De tentoonstelling overschrijdt de grenzen van de Nederlanden en beslaat een ruime periode: zij begint met Dürer en eindigt met Toorop.
Atelier- en academievoorstellingen gunnen ons een blik in het werk- en studeervertrek van de kunstenaar. Zij bieden een schat aan informatie over de ruimte en haar inrichting, het ontstaan van het kunstwerk, de gereedschappen en hulpmiddelen die hierbij werden gebruikt en over de manier waarop het vak werd geleerd. Zo krijgen we een idee van het atelier van de schilder en de graveur in de 16de eeuw, door eigentijdse graveurs zoals Adriaan Collaert en Philips Galle afgebeeld als drukke, bedrijvige werkplaatsen waar de meester wordt omringd door leerlingen, gezellen en assistenten, bezig met de verschillende werkzaamheden die behoren bij het tot stand komen van een schilderij of gravure. Een serie prenten van de bekende Franse graveur Abraham Bosse toont ons verschillende ateliers uit de 17de eeuw waarin de kunstenaar voornaam bezoek ontvangt. De zwartekunstprenten van Wallerant Vaillant - uit dezelfde periode - portretteren het atelier als plaats waar jonge leerlingen tekenen naar gipsafgietsels van antieke beelden, sinds de 16de eeuw beschouwd als een essentieel onderdeel van de opleiding van iedere kunstenaar. Dat het ideale leerprogramma van de eerste kunstacademies - in Italië in de 16de eeuw ontstaan - vooral bestond uit theoretische vakken als perspectief en anatomie, wordt uitvoerig in beeld gebracht in de gravure van Pierfrancesco Alberti in het begin van de 17de eeuw.
Anderhalve eeuw later wordt niet alleen een episode uit de studie weergegeven, maar worden de academieleden in een geënsceneerd groepsportret afgebeeld, op de tentoonstelling vertegenwoordigd door twee grote mezzotints van de graveurs Richard
| |
| |
Interieur met een borduurwerker, een edelsmid en een schilder. Anonieme houtsnede op de titelpagina van een Duits boekje over perspectiefleer uit 1546.
Earlom en Johann Jacobé. Soms ook is de kunstenaar in zijn atelier bekend: de Italiaanse beeldhouwer Baccio Bandinelli, een tijdgenoot van Michelangelo, laat zich verschillende malen afbeelden in prent, omgeven door zijn beeldhouwwerk of in zijn eigen ‘academia’. Jacob Schoone tekent in 182S het atelier van de graveur Marcus in de Rozenstraat te Amsterdam. Het einde van de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw ziet de herleving van de etstechniek en daarmee ook van haar beoefenaars: Guérard, Goeneutte, Bracquemond, Frank Short, Muirhead Bone en vele anderen worden in hun grafisch atelier - door zichzelf of door anderen - bij de etspers afgebeeld. Beeldhouwers zijn minder vaak te zien, maar enkelen kunnen toch worden getoond: de Nederlander Zijl, getekend door Jan Veth en Jacob Epstein, geëtst door Francis Dodd. Twee recente aanwinsten tonen Jan Toorop aan het werk: zijn vriend Derkinderen schetst hem in 1883 in een beeldhouwersatelier, zijn dochter Charley portretteert hem op latere leeftijd in zijn werkvertrek.
Bij de tentoonstelling verschijnt een vouwblad.
adres: Stadhouderskade 42 (rechter hoofdingang), Amsterdam
geopend: t/m 9 december, dinsdag t/m zaterdag 10.00-17.0 uur, zondag 13.00-17.00 uur.
|
|