Van Stockum, 13 en 14 juni
De bezoekers van deze boekveiling werden verrast met een nieuw gemeubileerde veilingzaal; niet direkt blij verrast, want het inrichtende brein had zich blijkbaar laten inspireren door de toeristenklasse van een compact-luchtvaartmaatschappij of zoiets. Hoe dan ook, de kooplust van de aanwezigen werd hierdoor bepaald niet negatief beïnvloed, bovendien waren er tal van royale commissies ingekomen. Het aantal kavels dat teruggenomen werd, bleef hierdoor zeer beperkt.
Al eerder werd in deze rubriek opgemerkt dat op vrijwel iedere vaderlandse boekveiling van de afgelopen twee jaar een eerste druk van Reves Avonden tot de verplichte figuren behoort. Ook ditmaal verscheen er weer zo'n exemplaar ten tonele. Ondanks dat het stofomslag ontbrak, werd er f 400 voor betaald (taxatie 250). Het zoeken in kasten en op zolders zal dus nog wel even worden voortgezet. In het kielzog van de toeristenstroom naar de ‘Gordel van Smaragd’ verkopen ook de kavels ‘Indonesië’ lekker. Tien van de elf nummers, waarvan sommige in allerminst perfecte staat, gingen voor goede prijzen, de meeste ver boven de taxatie, van de hand. Alleen een portfolio met 49 (van de 50) prenten van Sumatra's Oostkust uit ± 1900 ging voor f 250 retour.
In de rubriek ‘Manuscripten e.d.’ kwamen drie alba amicorum uit de vorige eeuw ter tafel. Het eerste, een 12mo. oblong doosje met 23 blaadjes, waaronder negen die door vrienden(-innen)handen in de jaren 1835-39 ter ere van een Harderwijkse relatie van artistieke sporen waren voorzien, werd voor f 450 door de K.B. verworven (250). Een soortgelijk album, waarvan echter slechts zeven blaadjes waren ‘gebruikt’ en dat voor het merendeel uit blanco velletjes bestond, bracht toch nog altijd met f 400 het dubbele van de taxatie op. Een van de boeiendste kavels van deze veiling was het rijk met foto's, drukwerken e.d. gedocumenteerde dagboek van een zekere H. Ahler, die in de jaren 1849-1877 zijn roerselen aan het papier (in vijf banden) toevertrouwde: een schitterend voorbeeld van ‘petite histoire’ voor een ieder die zich voor het dagelijkse wel en wee van een Amsterdamse kantoorbediende en zijn gezin in dit derde kwart van de vorige eeuw interesseert. Deze unieke collectie werd voor het drievoudige van de taxatie (800) door een antiquaar verworven, die er ondanks de kleine drie mille, die hij er uiteindelijk voor moest betalen, stellig niet mee zal blijven zitten.
In de sectie ‘old and rare’ werd veel interessants in vaak goede kwaliteit aangeboden. Een zeventiende-eeuwse Atlas van De Wit met 53 contemporain gekleurde kaarten in redelijke staat bleef met een eindbod van f 31.000 (20.000) tot opluchting van belanghebbenden buiten ‘de ban van de ring’. Een Naamlyst der officieren tot 1808 was een zeldzaam octavobandje, gedrukt in Batavia. In tegenstelling tot het in de catalogus vermelde ging het echter hier niet om een ‘roan’ band maar om een met rood papier beplakte kartonnen bandje. Desalniettemin ging de eindeloze reeks namen op 69 pagina's voor f 550 over de tafel. Een fraaie Statenbijbel met mooi koperen beslag en idem sloten was - in alle opzichten - verrijkt met de prenten van Pieter de Hondt uit 1728. Deze zeer geslaagde combinatie maakte van de Keur-bijbel uit 1729 een imposant, om niet te zeggen monumentaal geheel. Een antiquaar mocht het boek voor f 3.300 meenemen naar de stad waar Keur deze bijbel ooit gedrukt had. Voor hetzelfde bedrag werd de Beschryving van de stad Brielle en den lande van Voorn (Rotterdam 1729) van Alkemade en Van der Schelling door het Brielse Waterschap verworven. Mede door de 25 extra prenten en de goede staat van dit exemplaar kan men zeggen dat het waterschap zijn geld goed heeft besteed. In dezelfde prijsklasse lag ook een mooi exemplaar van de Beschryving der stadt Delft van Boitet (1729). De in perkament gebonden foliant ging voor f 3.600 naar een commissie. Niet alleen folianten werden voor dit soort prijzen verkocht. Er was op de veiling ook een duodecimobandje in contemporain perkament dat voor f 3.500 van eigenaar verwisselde. Het was het boekje van F.M. van Helmont uit 1629 waarin deze aan de hand van 36 prentjes een verhandeling houdt over het leren liplezen en spreken
met behulp van het Hebreeuwse alfabet aan doofstommen. Het exemplaar van dit curieuze boekje dat hier werd aangeboden verkeerde in goede staat en werd door een Haags antiquariaat aangekocht. De rood marokijnen, goud gestempelde band van een Romeins Missaal (Luik 1767) was door een Luikse zilversmid in de achttiende eeuw voorzien van fraai zilverbeslag, hoeken en sloten in rococostijl. Het was duidelijk dat dit boek dat op de kijkdagen een prominente plaats had ingenomen op de veiling hoge ogen zou gooien. De race, ingezet met f 3.600 (taxatie 5.000), eindigde bij f 10.000, waarmee de particuliere koper een prachtig object in de wacht sleepte. Van geheel andere aard waren de Historische print- en dicht-tafereelen van jan Baptist Girard en zijn biechtelinge Maria Catharina Cadiere, een anti-papistisch werk, hier in de Nederlandse vertaling uit 1735. Met name het begeleidend gerijmde commentaar bij de 33 erotische prenten stemt tot nadenken, bijvoorbeeld waar na een sappige beschrijving van het afgebeelde wordt opgemerkt: ‘De zedigheid verbiedt op zulk een Tafereel een kuisch gezicht te vesten’. Een Utrechtse antiquaar had blijkbaar afzetmogelijkheden voor ogen, toen hij doorging tot het eindbod van f 6.300 tegen een commissiegever, ook blijkbaar een liefhebber. Terug naar de meer brave boekjes: nog